Verslag plenaire vergadering
Verslag
Bespreking
Dames en heren, de bespreking is geopend.
De door de commissie aangenomen tekst wordt als basis voor de bespreking genomen.
Mevrouw Poleyn, verslaggever, verwijst naar het schriftelijke verslag.
De heer Van Nieuwenhuysen heeft het woord.
Mevrouw de voorzitter, dit voorstel van resolutie bevat een heleboel aanbevelingen, naar ik aanneem aan de volgende Vlaamse Regering, met het oog op de nakende herdenking van honderd jaar Eerste Wereldoorlog. In de commissie en ook nu weer heb ik daarop een amendement ingediend, omdat onzes inziens een aanbeveling ontbreekt. Dan gaat het over het feit dat de periode van de Eerste Wereldoorlog onlosmakelijk verbonden is aan het principe van het zelfbeschikkingsrecht van de volkeren. Herinner u de uitspraken ter zake van president Wilson van de Verenigde Staten. Ik ben toch van oordeel dat de volgende Vlaamse Regering die het voor het zeggen zal hebben, die honderdste verjaardag zou moeten aangrijpen om Vlaanderen een belangrijke voortrekkersrol te laten spelen met betrekking tot dat onderwerp van het zelfbeschikkingsrecht van de volkeren.
De Eerste Wereldoorlog is niet alleen internationaal belangrijk geweest. Ook in Vlaanderen is de oorlog van groot belang geweest, in die zin dat we hier de Frontbeweging hebben gekend, en het activisme in het Vlaamse binnenland. Dat zijn belangrijke elementen in onze vaderlandse geschiedenis. We vinden dat de Vlaamse Regering ook daaraan de nodige aandacht zal moeten besteden, naar aanleiding van die honderdste verjaardag. We hebben dan ook een amendement in die zin ingediend.
De heer De Klerck heeft het woord.
Mevrouw de voorzitter, dames en heren, het mag duidelijk zijn dat de Groote Oorlog nog elke dag leeft in de Westhoek. De inwoners worden er nog dagelijks mee geconfronteerd. Denk maar aan de vele obussen die her en der in de velden in West-Vlaanderen bij het ploegen naar boven komen. Het behoort tot ons collectief erfgoed. Het is dan ook belangrijk dat we eerbetoon hebben voor de gesneuvelden van de Groote Oorlog. In het kader van Honderd Jaar Groote Oorlog 2014-2018 moeten er dan ook beleidsdomeinoverschrijdende acties worden opgezet om het geheel levendig te houden en het collectief geheugen te versterken. Hierbij vragen we specifieke aandacht voor de thematisch-typologische bescherming die door de minister van Onroerend Erfgoed naar het Wereldoorlog I-erfgoed werden uitgewerkt. Er werd hiervoor heel wat voorbereidend werk geleverd, en op korte termijn zullen er dan ook een aantal beschermingen ter zake volgen.
We vragen ook specifieke aandacht voor het lessenpakket voor het basis- en het secundair onderwijs waar ook specifieke acties worden gevraagd. We vragen aandacht voor de verbetering van de mobiliteit in de Westhoek, voor de samenwerkingsverbanden tussen de NMBS en De Lijn, naast het grensoverschrijdend perspectief in het kader van Nord-Pas de Calais. De educatieve arrangementen en inleefsessies moeten worden uitgewerkt.
Het belang op toeristisch-recreatief vlak mag niet worden vergeten. Er worden battlefieldarrangementen en toeristische stimuli uitgewerkt. Het seminarie- en congrestoerisme moet aandacht krijgen. Er wordt daarbij verwezen naar de mogelijkheden van de RUP's.
Ik wil ook nog verwijzen naar het vademecum 'Omgaan met bodemvondsten en opgravingen uit Wereldoorlog I' dat op 1 maart 2004 door de gouverneur van West-Vlaanderen werd uitgevaardigd. Hier wordt gepleit voor een sluitende dienstverlening inzake de berging, identificatie en begraving van stoffelijke overschotten van soldaten. Ik vraag ter zake om verdere acties. (Applaus)
De heer Caron heeft het woord.
Ik ben geen mede-indiener van dit voorstel van resolutie, maar ik wil er mijn appreciatie voor uitspreken. De indieners maken een interessante combinatie tussen zorg voor het erfgoed, de levendige herinnering aan de oorlog, de vredesthematiek, de landschapswaarde en de toeristische ontwikkeling. Het is een mooi voorbeeld van de combinatie tussen duurzame ontwikkeling van natuur en landschap, aandacht voor de vrede en economische ontwikkeling.
De heer Peumans heeft het woord.
Mijn fractie zal dit voorstel van resolutie uiteraard steunen. We zijn blij dat het idee dat werd gelanceerd door toenmalig minister Bourgeois op deze manier door de meerderheid wordt gecontinueerd.
Vraagt nog iemand het woord? (Neen)
De bespreking is gesloten.
We zullen morgen de stemming over het amendement en de hoofdelijke stemming over het voorstel van resolutie houden.