Verslag plenaire vergadering
Verslag
Mevrouw Poleyn heeft het woord.
Mevrouw de voorzitter, mijnheer de minister-president, geachte leden, de zomer is in het land. Vele mensen beginnen al te denken aan de zomervakantie. Wij nog niet, natuurlijk. Ook vele jongeren beginnen te denken aan de jeugdkampen die ze zullen hebben met hun jeugdbeweging.
Mijnheer de minister-president, u weet het misschien ook: het kamp is eigenlijk de climax van een jaar werking van een jeugdbeweging. Dat willen we natuurlijk zeker voort blijven steunen. In 2005, vier jaar geleden al, kregen we signalen dat het eigenlijk niet zo goed ging met de jeugdverblijven. Heel veel jeugdbewegingen kregen problemen om nog een locatie te vinden, zeker op korte termijn. In 2006 hebben we, samen met mevrouw Schauvliege en nog een aantal leden, in dit parlement een voorstel van resolutie ingediend, omdat we vaststelden dat heel wat Vlaamse regels de zaken moeilijk maakten voor de jeugdkampplaatsen van vandaag. Die diverse soorten regelgeving zijn los van elkaar opgesteld en geven soms veel moeilijkheden voor de jeugdhuizen. In ons voorstel van resolutie vroegen we dan ook aan de Vlaamse Regering te bekijken wat er eventueel kon worden gedaan.
Het jaar nadien is er op onze vraag een rondetafel samengekomen met alle betrokken ministers. Daar waren we heel blij om. Dit jaar, vorige week, tijdens de vakantie, kreeg de regering een rapport voorgelegd dat het resultaat is van die rondetafel. Het is een interessant document omdat het voor het eerst een volledige inventaris brengt van het aanbod aan jeugdverblijven, gaande van heel kleine jeugdlokalen waar men op een luchtmatras slaapt, tot uitgebouwde jeugdcentra. Het geeft voor elk verblijf de knelpunten weer. Blijkbaar is zonevreemdheid een probleem voor bijna de helft van de jeugdverblijven. Het geeft de hiaten in het aanbod weer.
Het interessantste deel is natuurlijk het tweede en dikste deel dat de aanbevelingen aan de Vlaamse Regering omvat om ervoor te zorgen dat er voldoende kwaliteitsvolle jeugdverblijven blijven bestaan. U begrijpt, mijnheer de minister-president, als een van de indieners van de resolutie ben ik blij dat er deze legislatuur nog zo'n mooi actieplan opgesteld is. Aan de andere kant vraag ik me af of de regering net op het einde van de legislatuur nog iets kan ondernemen. Wat kunt u doen? Wat wilt u doen om de aanbevelingen van het rapport concreet te maken? Hoe gaat u het actieplan stap voor stap uitwerken? Er is nog heel wat werk aan de winkel, zowel voor de Vlaamse Regering als voor het overleg met de provincies, voor de gemeenten en met de betrokken uitbaters.
Minister-president Peeters heeft het woord.
Mevrouw de voorzitter, mevrouw Poleyn, ik treed u volledig bij inzake de conclusies van het rapport. Er is hard gewerkt, er is schitterend werk geleverd. Men heeft ruim vijfhonderd jeugdverblijven gescreend en in kaart gebracht. We weten nu welke logementen vergund en/of erkend zijn. Er werd een inventaris opgemaakt van de knelpunten en het actieplan schuift die heel duidelijk naar voren. Ik ga ervan uit dat de jeugdverblijfssector erbij gebaat is als van die conclusies heel concreet werk wordt gemaakt.
We moeten realistisch blijven. We zijn nog slechts tot 4 mei actief in dit parlement, al kan dat nog worden gewijzigd. Ik ben ervan overtuigd dat we het plan maximaal moeten implementeren. Ik vrees dat de volgende Vlaamse Regering dat zal moeten doen, maar wat ik nog kan realiseren, zal ik zeker niet nalaten. Ik zal ervoor zorgen dat met die conclusies wordt voortgedaan en dat iedereen overtuigd is van de noodzaak daarvan. Ik hoop dat u en andere parlementsleden de mening delen dat wie dan ook in de volgende Vlaamse Regering minstens deze conclusies moet omzetten in beleid en de knelpunten moet wegwerken. Ik zal bekijken wat ik zelf nog kan beslissen in deze korte resterende periode.
Ik dank u voor uw antwoord, mijnheer de minister-president. U kunt inderdaad slechts een engagement nemen voor deze korte periode. Ik meen wel begrepen te hebben dat u - indien u opnieuw minister-president zou worden, wat ik u ten zeerste toewens - wel degelijk werk wil maken van dit dossier. Ik zal u daarin zeker steunen. U kunt ervan op aan dat het parlement u blijvend vragen zal stellen omtrent de jeugdverblijven.
Ten slotte, ik was blij verrast dat deze manier van werken wel werkt. Het gaat om een beleidsdomein dat heel veel bevoegdheden en ministers raakt. Dat is niet altijd gemakkelijk op elkaar af te stemmen. Het is een mooi bewijs dat zo'n rondetafel en zo'n taskforce kunnen leiden tot concrete voorstellen. Misschien kan dit voorbeeld in andere beleidsdomeinen worden overgenomen.
De heer Bourgeois heeft het woord.
Mevrouw de voorzitter, ik heb gewoon een kleine aanvulling.
Mijnheer de minister-president, tenzij ik mij vergis, hebben we op Vlaams niveau het probleem van de zonevreemdheid opgelost na de rondetafel. Natuurlijk moet dit nog overal in gemeentelijke uitvoeringsplannen er dergelijke worden opgelost, behalve in de natuurgebieden, want daar kan het niet. Ik meen dus dat dit destijds na de rondetafel op Vlaams niveau werd uitgevoerd door minister Van Mechelen en de twee andere bevoegde ministers.
De heer De Klerck heeft het woord.
Mevrouw de voorzitter, ik sluit me aan bij de heer Bourgeois. Er is inderdaad al veel gebeurd voor wat ruimtelijke ordening en zonevreemdheid betreft. Er was niet alleen het rondetafelgesprek waar een aantal heel interessante knopen werden doorgehakt, er zijn ook de sectorale BPA's en specifiek voor jeugdverenigingen bestaan er al enkele jaren mogelijkheden. In het recente decreet hebben we nu zelfs het planologisch attest mogelijk gemaakt voor jeugdverenigingen. Ook op vlak van de planbaten werden er uitzonderingen gemaakt voor de jeugdverenigingen zodat ze geen meerkost moeten betalen wanneer ze in de geijkte en juiste bestemming terechtkomen. Vanuit ruimtelijke ordening werd een waaier aan initiatieven ontwikkeld waarbij heel wat inspanningen worden geleverd ten aanzien van de jeugdbewegingen.
Natuurlijk moet er ook effectief gecommuniceerd worden over al deze inspanningen, vandaar dat er een specifiek doelgroepenbeleidsplan inzake ruimtelijke ordening wordt gemaakt voor de jeugdverenigingen.
Er werden al een aantal zaken gerealiseerd. Ik vermoed dat de parlementsleden daarover de volgende dagen en weken zelf wel kunnen communiceren.
Het incident is gesloten.