Verslag plenaire vergadering
Verslag
De heer Van Rompuy heeft het woord.
Mevrouw de voorzitter, mevrouw de minister, collega's, ik ga een positieve vraag stellen. Wij hebben hier op 10 juli 2007 een motie goedgekeurd, die ondertekend was door de heren Van Rompuy en Van den Heuvel, mevrouw De Ridder en de heren Van Malderen en Peumans. In die resolutie vroegen wij aan de Vlaamse Regering om voor de A350 enkel een samenwerkingsakkoord te sluiten met de federale overheid als er 56 percent van de industriële opdrachten zouden worden toegekend aan ondernemingen die actief zijn in de Vlaamse luchtvaartsector.
Er is toen een hele discussie geweest. Mevrouw Moerman, destijds minister van Economie, zei dat we ons geen drie keer zouden laten rollen. Deze keer moest het 56 percent zijn, anders zou het zonder de Vlaamse Regering zijn.
Mevrouw de minister, vorige week was u, samen met federaal minister Van Quickenborne en Waals minister Marcourt, aanwezig bij de ondertekening van het contract tussen Belairbus en Airbus. Daarin gebeurt er een duidelijke toewijzing op een aantal vlakken, voornamelijk inzake de bouw van de aanvalsboorden van de A350 aan Watteeuw in Oostkamp, Asco in Zaventem en Sonaca in Charleroi. Het gaat over terugbetaalbare voorschotten, de zogenaamde non-recurring costs (NRC's), die essentieel zijn om die contracten te kunnen vervullen. Het gaat hier over aanzienlijke contracten: men spreekt over 800 miljoen euro in de eerstvolgende acht jaar, en dat bedrag kan oplopen tot 2 miljard euro. De Vlaamse Regering heeft op dat vlak haar contract, dat ze had afgesloten met het Vlaams Parlement, vervuld.
Ik stel die vraag ook omdat men deze dagen kritisch is over de toekomst van de industriële activiteiten in Vlaanderen. Sommigen zeggen dat industrie hier geen toekomst meer heeft. Wel, het is belangrijk dat de Vlaamse Regering voet bij stuk gehouden heeft voor die twee bedrijven met daaraan gekoppeld heel wat kmo's. In totaal werken er in België 77.000 mensen in de luchtvaartsector. Dat is bijna een veelvoud van de tewerkstelling in de automobielsector.
Wat is de financieringssleutel? De federale overheid had in 150 miljoen euro voorzien, maar ik denk dat daar nog wat bij gekomen is. Vlaanderen had een eigen kas van 50 miljoen euro, die eventueel kon worden ingezet voor leningen.
Mevrouw de minister, dit is een goed resultaat. In de vorige twee dossiers hebben we ons duidelijk laten rollen. Met de A350 werken we toch voor de toekomst van een aantal belangrijke bedrijven in een sector die het conjunctureel moeilijk heeft maar structureel enorm belangrijk is, als je kijkt naar de perspectieven van de luchtvaart.
Minister Ceysens heeft het woord.
Het Airbuscontract werd formeel ondertekend op 12 maart 2009 tussen de industriële partner EADS Airbus, de commerciële partner Belairbus, de industriële partners Asco, Eurair en Sonaca. Noch de federale, noch een gewestelijke overheid is rechtstreeks financieel betrokken bij dit contract. Maar het klopt: we waren wel door de vliegtuigindustrie uitgenodigd, ik denk bij wijze van dank voor wat we voor deze industrie doen. De cijfers van de Nationale Bank geven inderdaad aan dat deze industrie een flinke groei kent.
De ontwikkeling van onderdelen voor Airbusprojecten vereist een aanzienlijke financiële inspanning van de betrokken bedrijven. Deze kosten moeten dikwijls al gedeeltelijk voorgefinancierd worden. Daarom was het voor ons zo belangrijk om op 17 juli 2008 dat samenwerkingsakkoord te kunnen sluiten tussen de federale overheid en de gewestelijke overheden met betrekking tot de tegemoetkoming in de deelname van de industrie aan het A350 XWB-programma.
Het totale budget is begroot op 150 miljoen euro, waaraan toen nog het saldo van het vroegere A380-akkoord ter waarde van 28 miljoen euro moest worden toegevoegd. In totaal hebben we het nu over 178 miljoen euro.
U weet dat de Vlaamse Regering voor dit samenwerkingsakkoord maximale inspanningen heeft gedaan. Na twee jaar onderhandelen heb ik een voor Vlaanderen gunstige verdeelsleutel kunnen bedingen. Van de eerste schijf van 90 miljoen euro zal 50 percent naar het Vlaamse bedrijfsleven gaan. Van de tweede schijf van 60 miljoen euro zal 56 percent naar Vlaanderen vloeien. Van het saldo van de A380 werd 60 percent voor Vlaanderen voorbehouden.
Een nieuwe verdienste is ook dat daarenboven een stuurcomité werd opgericht, in tegenstelling tot vroegere opvolgingscomités. Het stuurcomité zal a priori - cruciaal is dat we het niet meer achteraf in de opvolging doen - kennisnemen van de projecten en adviseren op basis van de evaluatie. Het zal ook waken over de regionale verdeling van de projecten. Het stuurcomité vergadert precies vandaag voor de allereerste keer. Ik heb twee vertegenwoordigers voor het Vlaamse Gewest afgevaardigd, één vertegenwoordiger van het kabinet en één vertegenwoordiger van de Flemish Aerospace Group (FLAG).
Het huidige Airbuscontract van 12 maart 2009 voorziet de ontwikkeling en levering van de bewegende aanvalsboorden met bijbehorende aandrijfmechanismen voor de A350 XWB.
Deze bewegende aanvalsborden hebben hoegenaamd niets te maken met wapens, zoals men uit de libellering zou kunnen concluderen. Dat is heel vaak het geval: als men dat woord hoort, denkt men daaraan. Die aanvalsborden zijn de onderdelen die bij het opstijgen of landen, geheel of gedeeltelijk worden uitgeschoven om de kromming van het vleugelprofiel te verhogen en daardoor meer draagkracht aan het vliegtuig te geven. Voor de prefinanciering van de ontwikkeling zal een beroep worden gedaan op het budget uit het samenwerkingsakkoord. Theoretisch zou al 60 miljoen euro aan steun kunnen worden opgenomen, maar ook voor andere Vlaamse bedrijven zit er wel degelijk business in bij Airbus.
Uit het verleden is gebleken dat minstens een tiental Vlaamse kmo's 'state-of-the-art technology' in huis hebben, die nuttig kan worden toegepast bij de A350 XWB. Dit type vliegtuig zal immers een heel pak meer nieuwe technologie inhouden dan het geval was bij de A380. Behalve Asco en Eurair, prefinancieren op dit ogenblik reeds enkele andere Vlaamse bedrijven A350 XWB-projecten. Ze hopen zich ook formeel te kunnen kwalificeren voor Airbuscontracten. Ook die bedrijven zullen eerstdaags een vraag voor tegemoetkoming indienen in het kader van de begrote 178 miljoen euro. Het gaat over Composite Trailer, werktuigen in composietmaterialen; Europlasma, oppervlaktebehandeling met plasmatechnieken; Electric Apparatus, gedrukte schakelingen; en Septentrio, dat bezig is met satellietontvangers. (Opmerkingen van de heer Jan Peumans)
Mijnheer Peumans, u was hier nog niet, maar dit is de uitvoering van de resolutie die u met mij mee hebt ingediend op 10 juli 2007. Samen met mij en andere collega's drukte u erop dat de Vlaamse luchtvaartindustrie volwaardig moet kunnen deelnemen aan het industriële programma. De verdeelsleutel is gerespecteerd. Daarover ging mijn vraag. Ik zeg nu eens iets positiefs.
Mevrouw de voorzitter, ik snap niet waarom de heer Van Rompuy plots tegen mij zegt dat ik hier niet was. Ik zei net tegen de heer Matthijs dat ik het goed vind dat de compensaties op die manier worden doorgevoerd. Ik sta er nog steeds honderd percent achter. Mijnheer Van Rompuy, ik ben blij dat u de vraag stelt aan de minister. Maar het ging niet over u. We hadden schrik om nog bijkomende vragen te stellen aan de minister gezien haar uitval tegen de heer Roegiers.
Ik wilde eens vriendelijk zijn. Maar blijkbaar kan het niet om vriendelijk te zijn tegen iedereen. De heer Peumans heeft een slecht karakter, niet ik. (Gelach)
Het incident is gesloten.