Verslag plenaire vergadering
Verslag
Voorstel tot aanvulling van de agenda
Dames en heren, vanmorgen heeft de heer Gatz bij motie van orde een voorstel gedaan tot aanvulling van de agenda met het ontwerp van decreet betreffende de al dan niet in effecten belichaamde schuld van het Vlaamse Gewest en de Vlaamse Gemeenschap.
De heer Gatz heeft het woord.
Mevrouw de voorzitter, ik wil kort even de hoogdringendheid toelichten.
Dit ontwerp van decreet strekt er namelijk toe een rechtszekere decretale basis te creëren om de externe financiering mogelijk te maken op basis van de beslissing van de Vlaamse Regering van 22 januari van dit jaar, om voor een bedrag van 2 miljard euro, dat eventueel uitbreidbaar is, de door KBC uitgegeven certificaten te verwerven.
Om de beslissing die al politiek werd genomen door de regering en bij de begrotingscontrole ook door het parlement werd bekrachtigd, uitvoerbaar te maken, moet dit decreet zo snel mogelijk uitgevoerd kunnen worden. Ik stel dan ook voor, ook na de stemming gisteren in de Commissie voor Algemeen Beleid, Financiën en Begroting, dat dit punt aan de agenda wordt toegevoegd zodat we er onmiddellijk over kunnen stemmen.
Vraagt nog iemand het woord? (Neen)
Is het parlement het eens met het voorstel tot aanvulling van de agenda? (Instemming)
Dan stel ik voor dat het ontwerp van decreet betreffende de al dan niet in effecten belichaamde schuld van het Vlaamse Gewest en de Vlaamse Gemeenschap onmiddellijk wordt behandeld.
Is het parlement het daarmee eens? (Instemming)
Algemene bespreking
Dames en heren, de algemene bespreking is geopend.
De heer Kennes, verslaggever, heeft het woord voor een mondeling verslag.
Mevrouw de voorzitter, collega's, ik kan niet verwijzen naar het schriftelijke verslag aangezien de commissie gisteren besloten heeft om, gezien de hoogdringendheid die zonet door de heer Gatz werd beargumenteerd, met een mondeling verslag te werken.
Het gaat eigenlijk om het vervolg op de begrotingswijziging die we hier net voor het krokusreces hebben goedgekeurd. Het is een volgende stap in het kader van de KBC-procedure. Voorafgaandelijk wil ik opmerken dat er een foutje was geslopen in het gedrukte stuk. Er werd opgemerkt dat het ontwerp van decreet er twee keer in zat, maar dat werd gisteren via een erratum rechtgezet, en de correcte tekst van het voorontwerp werd rondgedeeld in de commissie.
De minister wees er in zijn toelichting op dat het parlement zich reeds unaniem geschaard had achter de begrotingsdeliberatie. Omdat voor het einde van de maand de eerste 2 miljard euro moet worden betaald, moeten we heel snel kunnen doorwerken. Er werd verwezen naar de verschillende mogelijkheden om het geld op te halen, en uiteindelijk is gebleken dat de institutionele investeerders de beste optie zijn om op korte termijn de middelen te mobiliseren.
Dat werd beargumenteerd. Ik zal proberen om het zo kort mogelijk te houden, maar er is geen schriftelijk verslag om naar te verwijzen. Eind 2008 waren de marges voor de klassieke leningen al gestegen tot 100 basispunten boven de IRS - de referentievoet - ook als daar een 100 percent waarborg tegenover staat van het Vlaamse Gewest bij de banken. De klassieke leningen zijn in dit dossier dus niet de juiste manier om te komen tot die financiering.
Er is gezocht hoe we dat dan op een rechtszekere manier kunnen doen. Er is een algemene decretale machtiging in de algemene middelenbegroting. Artikel 8 van de middelenbegroting machtigt de Vlaamse Regering om het excedent van de uitgaven op de ontvangsten van de begroting te dekken door leningen. Maar in de praktijk stuit dat toch op een aantal rechtsonzekerheden. Van die machtiging kan men immers pas gebruik maken in de mate dat men duidelijk kan aantonen dat de bedoelde lening inderdaad een excedent van de uitgaven op de ontvangsten zal dekken. Dat veronderstelt dat men nu in maart reeds een begrotingssaldo zou kunnen vaststellen voor de hele begroting, op voldoende concrete en duidelijke wijze. En dat is natuurlijk niet mogelijk.
Er is ook verwezen naar de wet van 2 januari 1991 betreffende de markt van de effecten van de overheidsschuld en het monetaire beleidsinstrumentarium. De Raad van State had destijds geoordeeld dat de federale overheid niet bevoegd was om dat te regelen voor de gemeenschappen en de gewesten. Het federale parlement had dat toen naast zich neergelegd. Maar de federale overheid heeft dat later nooit omgezet in een rechtskrachtige tekst. We kunnen deze piste dus ook niet gebruiken.
De wet van 14 december 2005 - artikel 35 - heeft het artikel 1 van de genoemde wet van 2 januari 1991 vervangen, zodat ook de schuld van de gemeenschappen, de gewesten en de andere genoemde instellingen eronder ressorteert. De bepaling in kwestie treedt evenwel pas in werking op 1 januari 2014. Ook dat biedt vandaag dus geen goede basis. De conclusie was dus dat er op dit moment geen rechtszekere grond is om dit initiatief door te voeren.
De Vlaamse decreetgever is bevoegd om een eigen specifiek organiek kader uit te werken. De grondslag daarvoor ligt in artikel 49 van de Bijzondere Financieringswet van 16 januari 1989 en de instrumentele bevoegdheden die inherent zijn aan de eigen bevoegdheden van de gemeenschappen en gewesten. Aan die bevoegdheid wordt geen afbreuk gedaan door de aan de federale overheid voorbehouden bevoegdheden om het algemene kader te schetsen voor dit soort operaties. Dat ligt vervat in artikel 6, VI, vijfde lid, 2° en 5°, van de bijzondere wet tot hervorming van de instellingen. Dat algemene kader wordt hierdoor niet gewijzigd.
Op 12 februari 2009 heeft de Raad van State over het voorliggende ontwerp van decreet een advies uitgebracht. Hij stelde dat de gemeenrechtelijke regels inzake het aangaan van leningen en in het bijzonder het uitgeven van effecten wel federaal blijven. Dat is dus niet wat in het voorliggende ontwerp van decreet wordt geregeld.
Als het Vlaamse Gewest een beroep doet op het gemeenrechtelijke kader, dan is de wet van 2 januari 1991 - en de desbetreffende uitvoeringsbesluiten - van overeenkomstige toepassing. Dat is ook zo geregeld in artikel 3. Op vraag van de Raad van State is dat uitdrukkelijk aangepast.
De minister heeft aangegeven dat de Vlaamse Regering er alles aan doet om de emissie vlot te laten verlopen. Zo heeft ze een tweede rating gevraagd. Hij heeft ook de namen van de zogenaamde 'arrangers' bekendgemaakt. Het gaat om een consortium van vijf banken, HSBC, Société Générale, ING, KBC en Dexia, die de plaatsing zullen verzorgen. Hij gaf aan dat eventueel gisteren reeds, op het einde van de commissiedag, die besprekingen zouden worden gefinaliseerd.
De minister heeft nogmaals beklemtoond dat er een rechtsgeldig kader nodig was om de operatie met dit financieringsinstrument te kunnen doorvoeren. De operatie is eenmalig en balansmatig eigenlijk neutraal, want tegenover de schuld die het Vlaamse Gewest heeft ten aanzien van institutionele investeerders, komt ook een identieke vordering tegenover KBC.
Zoals gezegd, is het artikel 3 belangrijk. Het is gewijzigd op uitdrukkelijke vraag van de Raad van State. Met name het begrip "overeenkomstige toepassing" bleek cruciaal. Het finale artikel 3, met de toegevoegde paragraaf 1 ten opzichte van het overeenkomstige artikel in het voorontwerp, stelt: "In zoverre de Vlaamse overheid zich onderwerpt bij de uitgifte van haar schuldinstrument aan de wet van 2 januari 1991 betreffende de markt van de effecten van de overheidsschuld en het monetair beleidsinstrumentarium, zijn de bij of krachtens deze wet vastgestelde voorwaarden, vormen en rechten van overeenkomstige toepassing." Daarmee is voldaan aan de opmerkingen van de Raad van State.
Er werd ook gevraagd of lenen bij het federale Agentschap van de Schuld niet sneller en flexibeler zou zijn. Maar vanwege de betere rating van de Vlaamse overheid blijkt dat geen goede piste te zijn.
Een aantal collega's hebben de noodzaak onderstreept van het overheidsoptreden in deze crisissituatie. Het is belangrijk, zo werd ook gezegd, dat de overheid blijft investeren. Dat was in de marge van het dossier.
Er is gepeild naar de voorwaarden die aan KBC zijn opgelegd en naar de afvaardiging van de Vlaamse Regering in de KBC-structuren. Er is op gewezen dat er problemen rijzen voor kmo's en particulieren om leningen te krijgen van de banken. Dat is nochtans noodzakelijk om de economie draaiend te houden. Er werd ook gerefereerd aan het herfinancieringsmechanisme, dat net daarvoor in de commissie werd besproken in het kader van het dossier van De Lijn.
De minister beaamde dat er een algemeen kredietprobleem bestaat. Het is moeilijk om voor grote bouwprojecten financieringen te krijgen voor 20 tot 30 jaar. De banken willen enkel lenen voor vijf tot tien jaar, en dan zit men automatisch met een herfinancieringsmoment. Dat geldt niet enkel voor de overheid, maar ook voor privégroepen. De minister overlegt daarover met de Participatie Maatschappij Vlaanderen. Daarbij wordt onderzocht of er een geschikt instrumentarium bestaat, dan wel of er nieuwe mechanismen moeten worden ontwikkeld.
Specifiek met betrekking tot KBC is gesteld dat de Vlaamse overheid na ondertekening van alle contracten recht heeft op twee bestuurders en een vertegenwoordiger in het kredietcomité om erop toe te zien dat de terbeschikkingstelling van kredieten aan kmo's gewaarborgd blijft. Er wordt nog deze week, namelijk op vrijdag 6 maart 2009, een bijkomend ambtelijk overleg georganiseerd met de KBC-verantwoordelijken. De regering hoopt zo snel mogelijk de twee waarnemers in de raad van bestuur aan te duiden. Daarvoor moet de algemene vergadering bijeenkomen.
In zijn laatste tussenkomst heeft de minister nog even verwezen naar de credit default swaps (CDS) van banken. Dit gaat over een eigen funding cost volgens marktwaardering. De eigen rentevoetenbemiddelingsmarge stijgt naarmate de banken kredietverlening aanbieden. De eigen financieringskost loopt op door hun ratingpositie, en dat wordt aan de klant doorgerekend. Het sterk vertragende en bedreigende effect van het systeem werd onderschreven door de minister. We willen dat aanpakken door niet bij de banken te lenen, maar wel bij de investeerders die op de effecten zullen kunnen intekenen.
Mevrouw de voorzitter, collega's, er werden geen amendementen ingediend, de reflectietermijn werd weggestemd en de vier artikelen van het ontwerp van decreet, evenals het ontwerp van decreet in zijn geheel werden unaniem met negen stemmen aangenomen. (Applaus bij de meerderheid)
De heer Van Rompuy heeft het woord.
Ik dank de verslaggever. We hebben in de commissie een goede bespreking gehad. We stemmen over een ontwerp van decreet waarbij de Vlaamse overheid zich op de kapitaalmarkt begeeft en zal financieren via de uitgifte van effecten en obligaties. Het is een noodzakelijke zaak omwille van de bankencrisis. Vlaanderen had amper twee maanden geleden een nulschuld. Het mag geen stap zijn om omwille van de bankencrisis nu wel op de kapitaalmarkt te lenen.
Volgende week is er een discussie over het herfinancieringsmechanisme voor De Lijn. Het is een bijzonder ingewikkelde en technische zaak. Het Vlaamse Gewest stelt zich borg voor een aantal kredieten.
We zitten in de commissie voor Financiën helemaal in de sfeer van ontlening. Pps-constructies kunnen het niet waarmaken zonder dat de overheid op de DBFM-structuur garanties geeft. Nood breekt wet, maar we moeten daar als Vlaams Parlement toch heel voorzichtig mee zijn en er goed op toezien hoe we omgaan met de hernieuwde schuldopbouw en de waarborgen voor kredieten en investeringen.
Onze fractie heeft dit ontwerp van decreet goedgekeurd. Het is goed dat het kader waarin deze actie gebeurt, wettelijk is vastgelegd.
De heer Tavernier heeft het woord.
Ik wil me aansluiten bij de waarschuwing van de heer Van Rompuy. Hij zegt: "Nood breekt wet." Dat gaat over de inhoud, maar ook over de procedure. Het parlement moet daar in de komende weken heel waakzaam over zijn. We doen een stap naar schuldopbouw, en dit bij spoedprocedure. Gisteren stelden we vast dat juist door de spoed die werd gegeven aan deze bespreking, er materiële fouten waren. Men heeft een erratum moeten toevoegen. Ik zou deze spoedprocedure dus als heel uitzonderlijk willen beschouwen. Het mag zeker niet worden gebruikt als precedent.
Voor dit parlement zal het belangrijk zijn om in de komende weken van de regering een overzicht te krijgen van alle uitzonderlijke maatregelen die ze heeft genomen in het kader van het bestrijden van de crisis, en welke engagementen ze nu aangaat. Het parlement keurt dit goed, maar we willen het overzicht krijgen van de engagementen die we op ons nemen, zodat we vermijden dat we facturen of schulden doorschuiven naar het volgende parlement, zonder het zelf te weten.
Ik dring aan om in de week voor het paasreces van de regering een overzicht te krijgen van de bijkomend aangegane engagementen sinds de goedkeuring van de begroting 2009.
Vraagt nog iemand het woord? (Neen)
De algemene bespreking is gesloten.
Artikelsgewijze bespreking
Dames en heren, aan de orde is de artikelsgewijze bespreking van het ontwerp van decreet. (Zie Parl. St. Vl. Parl. 2008-09, nr. 2128/1)
De artikelen 1 tot 4 worden zonder opmerkingen aangenomen.De artikelsgewijze bespreking is gesloten.
We zullen straks de hoofdelijke stemming over het ontwerp van decreet houden.