Verslag plenaire vergadering
Verslag
Dames en heren, het debat is geopend.
De heer Bourgeois heeft het woord.
Mevrouw de voorzitter, mijnheer de minister-president, u staat dus met lege handen. U hebt vorige week nog een nummertje opgevoerd. U hebt de Franstalige onderhandelaars nog eens een aantal teksten bezorgd. U bent zelfs zo lief geweest om die teksten in het Frans te laten vertalen. Zoals iedereen had verwacht, heb u echter een ´non´ gekregen op uw ultieme voorstellen. Alleen u deed nog alsof u geloofde in een kans op welslagen. Het is echter niet alleen de heer Reynders die ´non´ heeft gezegd. Als we vandaag La Libre Belgique lezen, weten we wel beter. Geen enkele van de vier Franstalige partijen heeft haar akkoord verleend. Volgens sommigen hebben ze niet eens gesproken over een aantal van uw voorstellen. Ik citeer: ?Aucune des quatres formations politiques francophones n´a accepté de délivrer un feu vert à des propositions qui, pour certaines, n´ont même pas été évoquées lors des réunions du dialogue communautaire.? Dat is de situatie. U staat met lege handen. Geen enkele Franstalige partij heeft die dialoog ooit ernstig genomen.
Er zijn maar twee mogelijkheden. Mijnheer de minister-president, ofwel bent u bedrogen, maar ik geloof dat we allemaal wel beter weten. Er zijn nooit garanties geweest. Vanaf het begin hebben de Franstaligen gezegd niet aan tafel te willen zitten zonder dat Brussel-Halle-Vilvoorde op tafel zou liggen, en Brussel-Halle-Vilvoorde ligt vandaag op tafel. Vandaag wordt er wel over gesproken. Het zijn zogezegd geen onderhandelingen. Zogezegd worden er oplossingen op een rijtje gezet. Een goed verstaander begrijpt echter dat er op dit ogenblik wel degelijk wordt onderhandeld over Brussel-Halle-Vilvoorde, terwijl een van de voorwaarden van de Vlaamse Regering precies was dat daar niet over zou worden onderhandeld.
De tweede mogelijkheid is dat u ons maar wat hebt voorgehouden, dat u aan dit parlement en aan de hele Vlaamse bevolking hebt gezegd over garanties te beschikken, maar dat die er van meet af aan niet zijn geweest. Iedereen zal zijn conclusies trekken: lees de kranten en luister naar wat de mensen zeggen, en u weet wat ze ervan geloven.
Het ergste is natuurlijk dat in de beide gevallen het resultaat bedroevend is. Brussel-Halle-Vilvoorde is vandaag niet gesplitst. Er wordt gepraat, er wordt onderhandeld over Brussel-Halle-Vilvoorde, en Vlaanderen staat met lege handen. Het is dus niet alleen Kris Peeters die met lege handen staat. Vlaanderen staat met lege handen, op een ogenblik dat het federale budget opnieuw ontspoort. Ik ben, jammer genoeg, oud genoeg om te weten wat dat betekent. Ik behoor tot die generatie die heeft betaald voor anticrisisplannen, die de buikriem heeft moeten aanhalen, die indexsprongen en allerlei maatregelen heeft meegemaakt om toch maar die ontspoorde Belgische staatsschuld opnieuw wat te verminderen.
Net als er een beetje perspectief kon worden geboden aan de jonge mensen in Vlaanderen, aan onze kinderen en kleinkinderen, zien we die Belgische schuld weer ontsporen. Op het moment dat Vlaanderen met vergrijzing geconfronteerd wordt, is dit dramatisch. We zien, mijnheer de minister-president, dat het Belgische budget structureel ontspoort. U moet niet zeggen dat u er niets mee te maken heeft, het gaat om de vraag waarvoor Vlaanderen bevoegd wordt, over wat wij binnenhalen aan bevoegdheden. Daarvoor is Yves Leterme toch naar het federale niveau gegaan? Hij deed dat toch precies omdat hij de analyse maakte, samen met Inge Vervotte, dat het in België niet werkt en niet lukt, en dat de bevoegdheden dus getransfereerd moeten worden.
We zien dat België een heel ondoelmatig relanceplan maakt - en ik ben nu nog vriendelijk, ik zou ook letterlijk kunnen citeren wat Herman Van Rompuy daarover heeft gezegd. Het is uw verantwoordelijkheid, mijnheer de minister-president, dat wij die bevoegdheden niet hebben en dat België maatregelen kan nemen die tegen Vlaanderen ingaan. Op dit ogenblik wordt hier door de meerderheidspartijen terecht een belangenconflict voorgesteld, omdat in dat relanceplan staat dat België een eind wil maken aan het doelgroepenbeleid. Vlaanderen heeft één groot probleem inzake tewerkstelling en dat is het gebrek aan activering van ervaren werknemers. Wel, de federale overheid, de Belgische overheid, schrapt die maatregel. Dat staat in het federale relanceplan, een relanceplan dat Vlaanderen had moeten kunnen uitvoeren: wij hadden de focus moeten kunnen leggen op onze zorgen en noden. Er zijn te weinig middelen in België om grootschalige reddingsacties te doen voor onze industrie, en het is nog maar de vraag of men het wil doen, ik weet nog altijd niet of Milquet Opel wil helpen: het was één keer "non" en nu wil ze er wel weer over praten. Er is gelukkig nog een Vlaamse overheid, want op elk van de terreinen zien we dat België faalt.
Hoef ik u nog te herinneren aan de aankondigingspolitiek in verband met de schrootpremie? Er werd vorige week over gedebatteerd en keer op keer zien we dat het Belgische niveau faalt. Er is geen generatiepact, er is geen perspectief, de schuld wordt niet afgebouwd en we zitten met een kolossale vergrijzing. We zijn het er in dit halfrond allemaal over eens, denk ik: we moeten met Vlaanderen veel meer bevoegdheden binnenhalen. Welnu, het dramatische van de situatie is dat niet alleen u met lege handen staat, maar dat Vlaanderen met lege handen staat, dat we de bevoegdheden niet hebben, dat we de crisis niet te lijf kunnen gaan zoals we zouden willen: met voldoende middelen en met oplossingen, aangepast aan onze noden. Elke dag opnieuw worden we ermee geconfronteerd hoe België blokkeert, hoe België on-Vlaamse maatregelen, soms zelfs anti-Vlaamse maatregelen neemt, zelfs tot in het anticrisisplan toe.
Ik vind dat dramatisch, ik vind dat schokkend en het stemt mij bitter. Ik ben niet rancuneus, maar het stemt mij bitter, echt bitter, wanneer ik zie welke beloftes werden gedaan, welke verwachtingen gecreëerd werden, omdat ik weet waarom Yves Leterme en Inge Vervotte naar het federale niveau zijn gegaan, en ik nu zie op welke manier CD&V daarop reageert in een vorm van lethargie, geen felle reactie. Als u bedrogen bent, dan zou het land nu toch wel te klein zijn, want dan is het de vicepremier van deze federale regering, die u steunt, die "non" zegt bij zogezegde akkoorden, bij zogezegde garanties die hij gegeven had.
Dit is, mijnheer de minister-president, een hele bittere en dramatische ervaring. Dit is een slechte zaak voor Vlaanderen. Vorige week zei u dat u pas na het mislukken van uw plan A zou spreken over een plan B. Wel, ik denk dat heel Vlaanderen nu zegt: "Mijnheer de minister-president, wat is uw plan B?" (Opmerkingen van minister-president Kris Peeters. Applaus bij de N-VA)
De heer Dewinter heeft het woord.
Mevrouw de voorzitter, mijnheer de minister-president, het heeft niet mogen zijn. En nochtans had het voor u zo mooi kunnen zijn. U had alles handig voorbereid, u had alles handig uitgekiend en handig in scène gezet: u, de Vlaamse minister-president Kris Peeters, zou doen wat Leterme niet kon of wou doen, u zou bewijzen dat de communautaire eisen van CD&V geen loze verkiezingsbeloftes waren, maar dat ze dankzij Kris Peeters realiteit zouden worden.
Uw verkiezingscampagne lag al klaar. Ze was gebouwd op het in de praktijk brengen van die fameuze vijf minuten politieke moed. Weet u het nog, dames en heren van CD&V? U zou slagen waar Leterme faalde. Maar uw 'finest hour', uw 'moment suprême', uw verwachte triomf is helaas uw politiek en communautair Waterloo geworden, een debacle, een afgang, een nederlaag met forfaitcijfers. Maar u bent helaas niet de enige die een nederlaag lijdt. Samen met u zijn alle Vlamingen vandaag verliezers. De enigen die winnen en hun slag thuishalen zijn de Walen. Reynders en co triomferen: geen staatshervorming, zelfs geen minimale, of zoals Eric Van Rompuy het zei: zelfs geen bagatel!
Mijnheer de minister-president, de conclusie is simpel: eigen schuld, dikke bult! Kris Peeters blijft door zijn eigen schuld met lege handen achter. Nu zelfs van een minimale staatshervorming binnen deze Vlaamse legislatuur geen sprake zal zijn, staat CD&V, en nog meer de minister-president die zich engageerde om deze dialoog te engageren, helemaal met de billen bloot.
De CD&V-N-VA- strategie heeft hopeloos gefaald, mijnheer Bourgeois. U hebt zoals ratten het zinkende schip helemaal op het einde verlaten. Het is wel degelijk die CD&V-N-VA-strategie die heeft gefaald.
De heer Van Dijck heeft het woord.
Mijnheer Dewinter, uw beeldspraak is goed geprobeerd. Alleen vergeet u iets. Wij hebben het schip niet als ratten verlaten want we hebben nooit op het federale schip gezeten. (Opmerkingen van de heer Filip Dewinter)
Noem mij eens één federale N-VA-minister! Wij hebben gezegd dat we enkel en alleen in een federale regering zouden stappen indien de eisen van dit parlement zouden worden uitgevoerd. Er was voor ons geen schip om te verlaten.
De N-VA heeft op Vlaams niveau toch mee een bestuursakkoord ondertekend waarin een aantal communautaire verzuchtingen stonden die tot op vandaag niet gerealiseerd zijn? U hebt vier jaar als alibi gediend om de non-politiek van deze regering op communautair vlak te helpen realiseren. Pas op het moment dat u inzag dat het niet zou lukken en dat u besefte dat u ook met de billen bloot ging naar aanleiding van de Vlaamse verkiezingen, hebt u snel snel de regering verlaten.
Mijnheer Dewinter, aan de overkant wrijft men zich natuurlijk in de handen. U gaat een intern Vlaams debat aan, in plaats van te zoeken waar de schuldigen zitten. Dat is uw gekende stijl: kappen op de Vlaams-nationalisten die wel engagementen aangaan en wel vier jaar lang gedaan hebben wat moest.
En wat hebt u gerealiseerd? Even weinig als Peeters!
Mag ik even? U komt waarschijnlijk weinig in Vlaanderen. Ik kan u zeggen dat de Vlamingen appreciëren wat wij gedaan hebben.
Niks! Wat is het resultaat?
U moest geen schip verlaten. U zit maagdelijk, als een onbeminde maagd weliswaar, rustig op uw eilandje te kijken naar de schepen die voorbijvaren.
Liever een onbeminde maagd dan een prostituee, mijnheer Bourgeois. U hebt u vier jaar geprostitueerd met de CD&V, om tot de conclusie te komen dat u verraden bent. Nu bent u uw maagdelijkheid kwijt. Dan ben ik liever een onbeminde maagd met een ongeschonden maagdenvlies dan een prostituee die haar maagdelijkheid verloren heeft aan de CD&V. Op het einde van de rit is het nul voor de N-VA en nul voor CD&V. Uw politiek van deelnemen aan de macht en van participationisme is uiteindelijk een debacle gebleken en op een failliet uitgelopen. Dat is de realiteit, en daar kunt u moeilijk om heen.
De uitrit N-VA is niet de afrit Vlaanderen. Het is een poging om vandaag uw vel te redden door alle schuld op de nek van Kris Peeters te laden, terwijl u zeer goed weet dat u vier jaar lang mee verantwoordelijk bent geweest voor de status-quo op communautair vlak. Leg maar eens uit aan uw Vlaams-nationale achterban dat het resultaat na vier jaar deelname aan de macht nul op het rekest is.
De heer Peumans heeft het woord.
Mijnheer Dewinter, u verdraait de geschiedenis door te zeggen dat wij vier jaar lang de kans hebben gehad. De verkiezingen hebben plaatsgevonden op 10 juni 2007. Daarvoor was er een andere regering, waar wij niets mee te maken hadden. Wij zijn op 10 juni 2007 met dit verhaal begonnen. U weet dat heel goed.
Dat wij een andere strategie hebben dan u, is ook algemeen bekend. Ik stel vast dat u al dertig jaar langs de kant staat te schreeuwen, maar dat u niets gerealiseerd hebt inzake de Vlaamse onafhankelijkheid, en evenmin op het vlak van een verdere staatshervorming. Wij hebben een andere tactiek gevolgd. Dat is een keuze die we gemaakt hebben. Dat u dat geen goede keuze vindt, is uw verantwoordelijkheid. Maar wij hebben met de minister-president heel duidelijke afspraken gemaakt over datgene waar wij voor stonden. De minister-president heeft hier verklaard dat hij keiharde garanties had van de Walen. Ik zie dat er van die garanties niets meer overblijft, en dat hij die zelfs nooit heeft gehad.
Mijnheer Peumans, wij hebben in ieder geval niet gediend als alibi en als schaamlapje om de communautaire status-quo nog eens vier jaar te verlengen. En dat hebt u wel gedaan.
Maar dit is slechts een discussie in de marge, collega's. Waar het echt over gaat, is de verantwoordelijkheid van de minister-president. Natuurlijk zal men voortaan zeggen dat men zich gaat bezighouden met de echte problemen: de economische recessie, de werkloosheid, de crisis in de automobielindustrie en de banksector en dergelijke meer. Maar men vergeet, mijnheer de minister-president, dat de hefbomen die noodzakelijk zijn om de problemen in die sectoren vandaag op te lossen, alleen maar binnengehaald kunnen worden via een staatshervorming. Een Vlaamse loonpolitiek, een Vlaamse sociale zekerheid, een eigen Vlaamse fiscaliteit, dát hebben we nodig om Vlaamse jobs aan Vlaamse arbeiders te geven, om de automobielindustrie hier te houden, en om de financiële en economische crisis echt efficiënt en kordaat te kunnen aanpakken.
De communautaire dialoog is nooit van start gegaan om twee redenen: de Walen wilden niet, en Kris Peeters durfde niet. De Waalse garanties die Peeters bij het begin op zak zei te hebben, blijken vandaag uiteindelijk niet meer te zijn geweest dan gebakken lucht. U hebt u laten rollen als een kerstekind door de Waalse politici, mijnheer de minister-president.
Een plan B om als mogelijk alternatief te dienen, was er overigens al evenmin. Nochtans was het plan B van de Vlaamse onafhankelijkheid - ons plan A, voor alle duidelijkheid - de enige stok achter de deur om de Walen nog rond om het even welke onderhandelingstafel te krijgen. En dat zal het ook in de toekomst zijn.
Mijnheer de minister-president, vandaag blijft niet alleen het regeerakkoord dode letter, maar blijkt bovendien opnieuw dat Waalse chantage werkt. De Waalse chantage werkt overigens alleen maar omdat uw antwoord op dat Waalse 'njet' - en daar heeft de heer Bourgeois gelijk in - ook vandaag weer zwak en laf is. U legt zich neer bij de feiten en gaat over tot de orde van de dag.
In plaats van te doen wat u zegt, dat is "de stekker uit de dialoog trekken", moet u - om in dezelfde beeldspraak te blijven - een kortsluiting veroorzaken. Die kortsluiting moet ervoor zorgen dat de Walen ofwel wel aan de onderhandelingstafel komen en zich neerleggen bij de Vlaamse resoluties ofwel dat wij eieren voor ons geld kiezen. Dat betekent dat we ons niet neerleggen bij het Waalse njet, ons niet neerleggen bij de Waalse chantage, ons niet neerleggen bij het huidige Belgische status-quo. De kortsluiting moet eindelijk leiden tot wat de enige conclusie kan zijn na het debacle van de dialoog. Die conclusie is klaar en duidelijk en heet 'Vlaamse onafhankelijkheid'. (Applaus bij het Vlaams Belang)
De heer De Craemer heeft het woord.
Mevrouw de voorzitter, mijnheer de minister-president, collega's, de dialoog tussen de gemeenschappen was het gevolg van het falen van de onderhandelingen op federaal niveau. In die federale onderhandelingen hebben we spijtig genoeg moeten vaststellen dat het vasthouden aan de macht, aan een postje in de Wetstraat 16, belangrijker was dan het zetten van verdere stappen in de staatshervorming. Hoewel een grondige staatshervorming in het federale regeerakkoord staat, moeten we vaststellen dat premier Van Rompuy zelf voorlopig het voortouw niet wenst te nemen. Hij steekt liever zijn kop in het zand en schuift de hete aardappel door naar zijn collega Peeters.
Dat Vlaanderen op een bepaald moment het voortouw nam om de communautaire dialoog nieuw leven in te blazen, konden we enkel toejuichen. Mijnheer de minister-president, uw stoere taal sprak boekdelen. U zou de redder des vaderlands worden, maar dan wel een redder in nood zonder mandaat.
Zoals verwacht heeft de dialoog van gemeenschap tot gemeenschap uiteindelijk niets opgeleverd. Men zou het de kroniek van een aangekondigde dood kunnen noemen. De meesten in het halfrond zagen in dat de gesprekken op een non-dialoog zouden uitmonden. Of moeten we het op zijn Frans uitspreken als 'non'-dialoog?
U echter, mijnheer de minister-president, bent blijven volharden in de boosheid. U bent blijven beweren dat u van de Franstaligen spijkerharde garanties voor deelakkoorden had bekomen. Die had u overduidelijk dus niet. Zoals verwacht, hadden de Franstaligen totaal geen behoefte aan de vertaling van uw zeven voorstellen. Ze hadden u al lang begrepen. Maar gelukkig heeft het taalbad dat ik u vorige week gegeven heb, u geholpen. Sinds vorige week weet u dat 'non' inderdaad 'nee' betekent.
Eindelijk is er een einde gemaakt aan deze commedia dell'arte. Eindelijk is er een einde gemaakt aan deze soap. Dit communautaire carnaval duurt al anderhalf jaar. En wat is het resultaat dat u bekomen hebt? Niets, niente, nougatbollen, niks.
Of het nu over lastenverlaging gaat, fiscaliteit of arbeidsmarktbeleid, het resultaat is altijd hetzelfde. De Vlaamse vragen worden door de Franstaligen beantwoord met een simpel 'non'. Vlaanderen moet blijven wachten op de nodige hefbomen om een goed beleid te kunnen voeren. We moeten blijven wachten op de nodige middelen om de financieel-economische crisis te bestrijden.
Collega's, op het eenparige Franstalige 'non', dient een minstens even krachtig Vlaams antwoord te komen. Maar wat zegt u, mijnheer de minister-president? Dit is niet het moment om snel nieuwe initiatieven te nemen. Laten de anderen maar over de brug komen. We moeten alles rustig bekijken. Wat gaat u doen, mijnheer de minister-president, wachten? Waarop? Op voorstellen die er niet zullen komen.
Collega's, de speeltijd is voorbij, het is tijd voor echte actie. U, mijnheer de minister-president, u die communautair manager van het jaar wilde worden, zou toch moeten weten dat een staatshervorming broodnodig is. Of is dat nu plots niet meer zo?
Ik wil even econoom De Grauwe citeren: "Zonder staatshervorming komt de begroting nooit meer goed. Hoe meer cijfers de federale regering laat doorsijpelen over de begroting, des te dramatischer ze worden. De enige uitkomst om besparingen te doen, is een staatshervorming, want de financiële transfers van het federale naar het gewestelijke niveau worden te groot, vooral omdat men steeds weigert, of geweigerd heeft om ook meer bevoegdheden naar de gewesten over te dragen, zogezegd om de communautaire vrede te bewaren. Het resultaat: de federale begroting tikt als een tijdbom, en de gewesten hebben een tekort aan bevoegdheden om een krachtig beleid te kunnen voeren." Wie ben ik om de heer De Grauwe tegen te spreken?
Mijnheer de minister-president, u en uw partij dragen een verpletterende verantwoordelijkheid. Uw partij moest en zou naar de Vlaamse verkiezingen gaan met een trofee, hoe klein die ook was. Maar zelfs de beruchte borrelnootjes zijn u niet gegund. Wat blijft er dan nog over van alle CD&V-N-VA-beloften van 2007?
U zit hier te glunderen, mijnheer Bourgeois, maar de enige verdienste die uw partij heeft, is dat u vroeger dan CD&V heeft ingezien…
Mijnheer Decaluwe heeft het woord.
Mijnheer De Craemer, u moet een beetje eerlijk zijn met uzelf, met dit parlement en met de kijker. U schiet op de N-VA, maar tot voor kort was u lid van de N-VA en ging u met alles akkoord. U bent voor het postje overgelopen. Dat is de realiteit.
De tijd zal het uitwijzen.
Mijnheer De Craemer, ik hoorde dat u het daarstraks had over opkomen voor het eigen postje. Uit uw mond komt dat totaal ongeloofwaardig over. U bent eerst bij het Vlaams Belang geweest, dan bent u naar de N-VA gegaan, vervolgens stapt u over naar LDD. Ik zou me schamen om zo op het spreekgestoelte te staan en te schieten op degenen wier standpunten u tot voor twee maanden tot en met verdedigde. Qua geloofwaardigheid kan dat tellen. (Applaus bij CD&V, sp.a en de N-VA)
U zit hier dus te glunderen, mijnheer Bourgeois, maar uw enige verdienste is dat u vroeger dan CD&V ingezien hebt dat de dialoog op niets zou uitmonden. Ook u, mijnheer Peumans, gaat naar de verkiezingen zonder de broodnodige vette vis. Voor LDD is er maar één oplossing: de Vlaamse regeringspartijen hier aanwezig die tevens deel uitmaken van de federale regering, moeten eindelijk opstaan en hun verantwoordelijkheid nemen. Het moet voor eens en voor altijd duidelijk zijn dat het ons, Vlamingen, menens is en dat een staatshervorming noodzakelijk is. Wel, CD&V en Open Vld, neem uw verantwoordelijkheid en maak uw federale collega's duidelijk dat het zo niet verder kan. Eis van hen dat ze desnoods hun conclusies trekken en uit die federale regering stappen. Dat is de enige optie die er rest. U mag zelf invullen welke gevolgen dat zal hebben.
Mijnheer de minister-president, dat is de boodschap die u moet brengen. Ga het vertellen in de Wetstraat 16 aan uw CD&V-collega, premier Van Rompuy. Ga dit ook vertellen aan uw partijvoorzitster in uw partijhoofdkwartier in Zellik. Want dat zijn de personen die de agenda in de toekomst zullen bepalen, niet u, mijnheer de minister-president.
Mijnheer de minister-president, u staat erbij en kijkt ernaar. U wilt rustig afwachten. Wel, u zult nog lang kunnen wachten op de voorstellen van de Franstaligen. Maar dat past uiteraard in het CD&V-kraam. Het is nu duidelijk dat de Vlaamse Regering geen plan B heeft. Uw partij gijzelt ondertussen de Vlaamse Regering, uw partij gijzelt dit parlement uit vrees voor de gevolgen op het federale niveau. Maar ook u, mijnheer de minister-president, draagt hierin een zeer grote verantwoordelijkheid. Mijn vraag is dan ook doodsimpel: beschikt u over een plan B? Zo ja, wat omvat het?
Mijnheer de minister-president, indien u geen oplossing hebt, wil ik u het volgende voorstel doen. Ik ga even terug naar een dinsdagochtend in september 2008. In een overvolle aula van de Gentse universiteit wacht men op de nieuwe held van Vlaanderen, Kris Peeters himself. Nadat u een serie redenen had opgesomd waarom u aan politiek wilde doen, zei u: "Ja, ik heb het volste vertrouwen in de communautaire dialoog. Meer zelfs, ik verbind er persoonlijk mijn politieke toekomst aan." Wel, mijnheer de minister-president, kom dan voor één keer uw belofte na. (Applaus van de heer Jurgen Verstrepen)
De heer Caluwé heeft het woord.
Mevrouw de voorzitter, leden van de regering, collega's, vorige maandag verklaarde MR-voorzitter Didier Reynders dat er voor de verkiezingen geen akkoorden meer zouden worden gesloten. De minister-president heeft de enige mogelijke conclusie getrokken die men daaruit kan trekken, namelijk dat het geen zin meer heeft om op dit moment nog verder te praten. Op dit moment deelt het FDF bij de Franstalige liberalen de lakens uit. Zij zetten de toon en alle andere Franstalige partijen volgen dit slechte voorbeeld.
Nochtans had de minister-president heel wat werk verricht op vraag van dit parlement. Er zou niet langer worden gewacht op federale onderhandelingen. In uitvoering van het Vlaamse regeerakkoord zou de minister-president zelf stappen zetten om de Franstaligen over de brug te krijgen. Wie stilzit en niets doet, krijgt niets beter. Het was dus beter om te proberen. Er is heel wat werk verricht, veel meer dan in het eerste pakket met onder meer huur, verkeersveiligheid, onteigeningsbeleid. Ook het arbeidsmarktbeleid, het doelgroepenbeleid, de arbeidsbemiddeling, aftrekken in de personenbelasting, grootstedenbeleid, justitie, welzijn, een grondwettelijke kamer, zijn ter sprake gekomen. De Franstaligen zijn echter, in tegenstelling tot wat zij eerder hadden gezegd, niet bereid om op dat vlak stappen te zetten.
Wat moet er nu gebeuren? Een federale regeringscrisis? De verleiding is groot want de verontwaardiging, de boosheid over het gebroken woord is groot. Men spreekt over garanties die in september zouden zijn gegeven. Op 31 december is in het federale regeerakkoord ingeschreven dat er akkoorden zouden worden gesloten voor juni 2009. Wat kan er nog meer zijn dan een neergeschreven regeerakkoord om te spreken over waarborgen? We worden hier geconfronteerd met woordbreuk. De verleiding is groot om daar een federale regeringscrisis van te maken. Dat betekent echter samenvallende verkiezingen. Velen in dit parlement zijn daar principieel geen voorstander van. We moeten ons apart over het Vlaamse beleid kunnen uitspreken. Niemand weet trouwens op dit ogenblik hoe die federale verkiezingen georganiseerd zouden moeten worden. Brussel-Halle-Vilvoorde is niet gesplitst. Bovendien is vandaag niet het moment. We voeren straks een debat over de crisis in de automobielindustrie, over de duizenden ontslagen die er mogelijk zullen vallen en over de pogingen die worden ondernomen om die bedrijven toch overeind te houden.
De heer Van Nieuwenhuysen heeft het woord.
Mijnheer Caluwé, u zegt dat we verkiezingen moeten vermijden omdat het land in een crisis verkeert. Ik dacht juist dat die staatshervorming alles te maken had met het aanpakken van de crisis.
Ik heb dezelfde opmerking. Mijnheer Caluwé, ik denk dat u gewoon een drogreden gebruikt. Enkel met een staatshervorming kunnen we de financieel-economische crisis aanpakken. Dan pas zullen we de middelen en hopelijk ook de bevoegdheden daarvoor ter beschikking hebben.
Door vandaag de totale crisis uit te lokken, zou dat ook niet gebeuren. Op een moment dat wordt voorspeld dat het niet min 1 of min 2 zal bedragen, verwacht Nederland een daling van het bnp met 3,5 percent. Dat is nooit eerder voorgekomen. Op dat ogenblik zouden wij om communautaire redenen een totale crisis tegemoet moeten gaan! En ik ben het er voor 300 percent mee eens dat als Vlaanderen vandaag over meer bevoegdheden zou beschikken, we het beter zouden doen. Dat betekent echter niet dat de crisis plots verdwenen zou zijn.
Mijnheer Caluwé, indien u nu eens boos zou klinken als u zegt dat u boos bent, dan zou u nog enigszins geloofwaardig zijn. Waar ik vooral een probleem mee heb, is dat u ervoor pleit dat die federale regering in het zadel zou blijven om toch maar die crisis aan te pakken, terwijl we weten dat die regering zegt dat ze niks aan die crisis zal doen, dat ze het structurele tekort zal laten oplopen en dat er zelfs geen begrotingscontrole zal worden gehouden. Dat is allemaal voor na 7 juni.
Geef mij één goede reden om die federale regering nu in het zadel te houden! U dient hier, voorlopig niet gesteund door Open Vld, een belangenconflict in tegen het relanceplan van de federale regering, waarin één goede maatregel voor Vlaanderen wordt afgeschaft, namelijk het banenbeleid voor de ervaren werknemers. Geef mij één goede reden waarom u die regering, met trouwens een Vlaamse minderheid, in stand moet houden!
De heer Van Hauthem heeft het woord.
Mijnheer Caluwé, u weet het ook niet meer. U hebt gelijk als u zegt dat er sprake is van woordbreuk bij minister Reynders, de vicepremier. U verwijst terecht naar het federale regeerakkoord, waarin staat dat er deelakkoorden voor 2009 moeten worden afgesloten. En u stelt vast dat minister Reynders woordbreuk pleegt. Hij zegt dat hij dat niet zal doen. Dan zit uw partij toch met een probleem in de federale regering! Of niet? Binnen de Vlaamse Regering is er blijkbaar geen probleem. Maar dat is een ander paar mouwen. U stelt vast dat u door uw coalitiepartner in de federale regering bedrogen wordt en u gaat over tot de orde van de dag, want - en dat is toch onzin - anders zijn er samenvallende verkiezingen. En dat kan volgens u niet. Wat het ene met het andere te maken heeft, weet ik niet.
Het is minister-president Peeters zelf die in Le Soir zegt dat Vlaanderen deze crisis misschien niet helemaal zou kunnen bezweren, maar toch adequater aanpakken als we meer bevoegdheden hadden. U kunt dat nu niet doen. Het klopt dat de Belgische regering de crisis niet aanpakt. Het bewijs is dat u zelf een belangenconflict indient. Want een belangenconflict kan niet tegen één artikel van een wetsontwerp worden ingediend. Als dat wordt goedgekeurd, dan ligt het hele federale relanceplan lam. U geeft in feite zelf toe dat de Belgische overheid, de federale regering de crisis niet meer kan bezweren. Voor de rest gaat u wel over tot de orde van de dag! Ik begrijp het helemaal niet meer. (Applaus bij het Vlaams Belang)
U moet die tekst goed lezen. Het klopt dat dit over één aspect gaat. Het gaat erover dat men het federale doelgroepenbeleid stillegt. Wij vinden dan dat de gewesten een eigen doelgroepenbeleid moeten kunnen voeren. U hebt het over het totaal stilleggen van het relanceplan. In 2002 heeft men één amendement uit een ander wetsontwerp gelicht. Het wetsontwerp kan daarna verder behandeld worden.
Aangezien we het volmondig eens zijn met de overige maatregelen van het relanceontwerp, moet daarmee worden doorgegaan. Denk alleen maar aan de btw-verlagingen. Uiteraard moeten die worden ingevoerd. Uiteraard hebben we een federale regering nodig om op de winkel te passen als wij een verkiezingscampagne voeren. Beide naar huis sturen, heeft geen zin. Daarmee hebben we de bijkomende bevoegdheden ook niet.
Mijnheer Caluwé, wat ik niet begrijp, is dat uw partij, die in de federale meerderheid zit, hier een belangenconflict moet inroepen tegen iets dat wezenlijk is voor Vlaanderen. U stut die federale regering, die weliswaar niet wordt gesteund door een Vlaamse meerderheid. U hebt die federale regering zogenaamd nodig. Ze neemt echter anti-Vlaamse maatregelen, waartegen we in het Vlaams Parlement een belangenconflict moeten inroepen. Dat maakt uw discours toch totaal ongeloofwaardig.
De heer De Cock heeft het woord.
Mijnheer Caluwé, het enige niveau waar Franstaligen onder druk kunnen worden gezet, is het federale niveau. Dat weet u ook. De gemeenschapsdialoog is ontstaan door het ontmijnen van de communautaire spanning op het federale niveau. Wanneer we constateren wat we vandaag constateren, stel ik voor om de bal opnieuw in het federale kamp te leggen en om te zeggen: "Dit is de toestand, depanneer hem opnieuw." Mijnheer Caluwé, u zit met twee benen zowel in de Vlaamse als in de federale regering. Waarom moeten wij dan zo nodig de federale regering in stand houden? Het is toch niet door het goede beheren van de crisis door de federale regering dat dit land het goed doet? Het is vooral dankzij de zandzakken die Vlaanderen in de gebarsten dijk legt dat een en ander soelaas kan bieden en al soelaas heeft geboden. Ik zie niet heel veel heil in wat de federale regering al heeft uitgericht met betrekking tot het bedwingen van deze crisis. Wat is de meerwaarde wanneer een federaal regeringslid deze week nog zegt dat er geen geld wordt vrijgemaakt voor Opel? Die discussie voeren wij straks nog. Waarom moeten wij dan zo nodig die federale regering in het zadel houden?
Mevrouw de voorzitter, ik heb in dezelfde lijn twee bemerkingen.
Over de crisis die in Vlaanderen op dit ogenblik volop woedt, en ik denk dan vooral aan de automobielsector, hoor ik een federaal minister stellen: "Opel staat niet op mijn agenda." Vlaamse Regering, pak het maar aan, zegt hij. Wel, we zullen het aanpakken. Crisis bij KBC? De Vlaamse Regering heeft het aangepakt. In feite wordt door de anderen aangetoond dat dit land al gesplitst is. Als de problemen zich in Vlaanderen situeren, moet de Vlaamse Regering ze oplossen. De minister-president knikt. Ja, het is inderdaad zo. We pakken die problemen aan. Maar we hebben de hefbomen niet.
Ik kom bij mijn tweede punt. Minister Vandenbroucke vraagt het belangenconflict goed te keuren. Wij zullen dat goedkeuren, mijnheer de viceminister-president. Maar is het niet vreemd dat een partij die het relanceplan federaal mee op poten heeft gezet, hier een belangenconflict inroept? Ik vind dat vreemd. Dat is nog gebeurd, maar het is vreemd. Daarover gaat het. Dat betreur ik vooral in de toespraak van de heer Caluwé: het loskoppelen van de noodzakelijke staatshervorming en de crisis. Verdorie, die hervorming van de staat hebben we nu net nodig om de crisis aan te pakken, en niet omgekeerd. Dat is geen onderwerp om ons zomaar wat bezig te houden in dit parlement. Dit gaat over de toekomst van de welvaart en het welzijn in Vlaanderen en over niets minder.
Mijnheer Caluwé, een federale regering die werkt, moet je niet naar huis sturen. Maar een die niet werkt, moet je niet in stand proberen te houden. Denk maar eens aan het KBC-dossier. Wie heeft daar gedepanneerd? De federale regering zeker niet, zij wou het zelfs niet. De Vlaamse Regering heeft het opgelost. Dat is het bewijs dat de federale regering niet werkt en dus niet in stand moet worden gehouden. Wat is het antwoord op de Vlaamse vragen over fiscaliteit, lastenverlaging, arbeidsmarktbeleid? Altijd een 'non'. Het is niet omdat de Waalse politici denken dat ze die hefbomen niet nodig hebben om de financieel-economische crisis op te lossen, dat Vlaanderen hetzelfde moet denken. Ik zou zeggen: "Met België als het kan, zonder als het moet." Maar het is ondertussen meer en meer bewezen dat het eerste niet meer kan.
Ik begrijp niet dat mijnheer Van Dijck als overtuigde Vlaming automatisch het verband legt tussen Vlaams en federaal. Er zou hier nooit een belangenconflict worden goedgekeurd als men telkens van oordeel zou moeten zijn dat men hetzelfde doet op Vlaams als op federaal vlak. Het gaat hier over een aspect waarover dit parlement in het verleden met moties die hier werden goedgekeurd telkens heeft gezegd: "Pas op voor wat dit aspect betreft, niet voor wat betreft de rest van het relancebeleid."
Met betrekking tot dit aspect, dat een voortvloeisel van een sociaal akkoord tussen de sociale partners is, zien we het anders. Indien de federale regering geen doelgroepenbeleid meer voert, moet Vlaanderen daar zelf bevoegd voor worden.
De federale regering heeft terecht beslist geen doelgroepenbeleid meer te voeren. De doelgroepen in Vlaanderen en in Wallonië zijn uiteraard verschillend. In Vlaanderen en in Wallonië moeten andere groepen worden gesteund. De federale regering voert dit beleid terecht niet meer. In dat geval moeten de gewesten evenwel bevoegd worden gemaakt. Dat is het enige wat we vragen. Indien de federale regering geen doelgroepenbeleid meer voert, moeten de gewesten de mogelijkheid krijgen dit beleid zelf te voeren. Op dat vlak blijven we consequent en standvastig. We roepen op standvastig te blijven.
Indien de federale regering iets niet kan doen, moet de Vlaamse Regering het zelf doen. De federale regering heeft KBC terecht met 3,5 miljard euro ondersteund. Dat is onvoldoende gebleken. Vervolgens is Vlaanderen bijgesprongen. De Vlaamse Regering heeft daar 2 miljard euro voor uitgetrokken. We moeten op dit vlak dezelfde standvastigheid blijven vertonen.
Die grote hervorming komt er. De vorige hervormingen hebben ook jarenlang aangesleept. Over de staatshervorming van 1980 is 6 jaar onderhandeld. Het Vlaams Parlement wordt nu rechtstreeks verkozen. Het heeft 5 jaar geduurd om daarover een akkoord te bereiken. De onderhandelingen over deze hervorming zijn pas in 2007 van start kunnen gaan. Dat heeft al zweet en bloed gekost. Er zijn verschrikkelijk zware inspanningen geleverd. Net zoals in het verleden, zijn allerlei verschillende formules uitgeprobeerd. (Rumoer)
Het geleverde werk zal niet verloren gaan. De grote hervorming komt er. (Rumoer)
We moeten standvastig blijven. We mogen niet te snel toegeven. (Rumoer)
Op dit ogenblik beschikt het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest in feite enkel over een zuiver virtuele begroting. We willen het eerste pakket van de staatshervorming niet goedkeuren. In vergelijking met de overheveling van bevoegdheden, houdt dit pakket immers een te grote bijkomende financiering van het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest in. We keuren dit eerste pakket niet goed.
De heer Van Overmeire heeft het woord.
Mevrouw de voorzitter, de woorden van de heer Caluwé hebben heel wat emoties losgemaakt. We moeten standvastig blijven. Dat is natuurlijk de kern van de zaak. Het Vlaams Parlement heeft de vijf bekende resoluties al in 1999 goedgekeurd. Dat is bijna tien jaar geleden. Op dat ogenblik zijn de Vlaamse violen gestemd. Toen was er haast een consensus over waar we heen wilden. We zijn hier al tien jaar en niet een paar maanden bezig.
Mijnheer Van Overmeire, wat hebben we dan toegegeven? We hebben het voorstel inzake de splitsing van BHV in de commissie van de Kamer van Volksvertegenwoordigers mee goedgekeurd.
Mijnheer Caluwé, de voorbije tien jaar is geen enkele wezenlijke vooruitgang geboekt. U bent niet standvastig. U moet standvastig zijn op het niveau van de federale overheid. U moet weigeren in een federale regering te stappen of een federale regering te depanneren zolang de mensen aan de overkant niet ingaan op wat Vlaanderen vraagt.
We weten allebei dat het eigenlijk een pokerspel is. Zodra het een beetje spannend wordt, legt u uw kaarten op tafel. U verwijst nu naar de crisis. Enkele maanden geleden, bij de start van de regering-Van Rompuy, bij de start van de regering-Leterme en bij de start van de regering-Verhofstadt, het ogenblik waarop het echt fout is gelopen, had u zich standvastig moeten opstellen. Toen was er nog geen crisis. (Applaus bij het Vlaams Belang)
De heer Tack heeft het woord.
Mevrouw de voorzitter, eigenlijk heeft de heer Van Overmeire mijn ideeën perfect verwoord. De heer Caluwé is slechts op één vlak standvastig. Hij vindt steeds opnieuw drogredenen uit om niet te bereiken wat Vlaanderen al in 1999 heeft beslist.
De heer Caluwé heeft het over standvastigheid. Ik weet niet hoe vaak we de minister-president hierover vragen om uitleg en actuele vragen hebben gesteld. We zijn hier verschillende malen uitgelachen. We moesten meer geduld hebben. Het zou allemaal nog komen. Ik stel echter vast dat er niets is gekomen.
Ik heb dit trouwens aan de minister-president meegedeeld. Volgens mij gaat het hier om een vorm van blufpoker. Hij heeft verklaard dat hij zou doen wat de anderen niet konden doen. Ik nodig iedereen uit alle hierover gepubliceerde verslagen te lezen. Hij heeft verklaard over harde garanties te beschikken. Hij heeft verklaard dat hij voor een doorbraak in de dialoog zou zorgen. Hij heeft dat op dit spreekgestoelte vaak verklaard. Wat blijft daar nu van over?
Ik herhaal het: aan de kant gaan staan, kan iedereen. Ik herhaal het: de hervorming van 1980 heeft zes jaar geduurd, die van 1993 heeft vijf jaar geduurd. Wij zijn nu twee jaar bezig. De grote hervorming komt er. Men zal geen federale begroting meer kunnen maken zonder staatshervorming, zonder het doorschuiven van belangrijke bevoegdheden naar de deelstaten.
Dat heeft Leterme ook tien keer gezegd. We hebben het resultaat gezien.
We zien elkaar terug na de verkiezingen. (Applaus bij CD&V)
Mijnheer Caluwé, ik heb net de nieuwe verkiezingsbeloften van CD&V gehoord: er komt een grote staatshervorming. Het is heel positief om dat te horen. Wederom te horen.
U spreekt over onderhandelingen die in 2007 zijn gestart. Ik dacht de vijf resoluties van iets vroeger dateerden.
Ten slotte, als het over BHV gaat, is het niet een zekere mijnheer Wilfried Martens die de Franstaligen heeft gevraagd om een nieuw belangenconflict in te dienen. Uw partij heeft het zelf aan de Franstaligen gevraagd. Dat is de manier waarop u BHV aan het oplossen bent. Letterlijk.
Mevrouw de voorzitter, ik ga niets meer toevoegen aan wat hier is gezegd. Ik ga CD&V'ers laten spreken. Burgemeesters van de CD&V. Huub Broers uit Voeren, Hendrik Verbrugge uit Alken en Dirk Brankaer uit Overijse zeggen in een verklaring over hun eigen partij: "Hoe kunnen wij, CD&V, geloofwaardig naar de kiezer gaan als we niets van onze beloftes hebben uitgevoerd?" (Opmerkingen van de heer Jan Verfaillie)
"Kris Peeters heeft in september beweerd dat hij garanties had van de Franstaligen, zeggen de CD&V-ministers. Maar dat klopt helemaal niet". Ze besluiten: "Je kunt toch niet al je idealen zomaar overboord gooien na elke verkiezing en dan weer opnieuw beloftes doen."
Deze CD&V-burgemeesters - geen Vlaams Belangers, N-VA'ers, LDD'ers of andere leden van de oppositie - hebben overschot van gelijk en hebben vandaag nog meer overschot van gelijk dan toen ze dit een of twee weken geleden hebben verklaard.
Ik stel vast dat de fractieleider van de CD&V uit eerlijke schaamte van het spreekgestoelte naar beneden is gegaan en is gaan schuilen tussen zijn fractie. Hij heeft gelijk: CD&V, ga in hemelsnaam naar huis en bespaar ons iedere keer opnieuw die tjevenpreek die na het zoveelste debacle en de zoveelste nederlaag komt. Doe wat uw CD&V-burgemeesters zeggen. Wees rechtlijnig en bind niet iedere keer opnieuw in. (Applaus bij het Vlaams Belang)
De heer Van den Heuvel heeft het woord.
Ik had graag drie punten opgemerkt.
Ik onthoud uit deze discussie dat een kamerbrede meerderheid de Vlaamse Regering steunt want iedereen gaat akkoord dat deze regering kordaat en krachtig optreedt in deze crisis en alle problemen op alle vlakken goed aanpakt en de bevoegdheden maximaal uitput.
Hoe hol klinken de woorden van iemand die op vijf jaar drie keer van partij verandert en dan het woord 'standvastig' durft te gebruiken. (Opmerkingen van de heer Gino De Craemer)
Hoe hol klinken de woorden van mensen die 10 jaar geleden deze resoluties niet hebben gestemd dacht ik, maar die nu zeggen dat je er niets mee hebt gedaan. Hoe hol klinken die woorden? U hebt langs de kant gestaan. In de stijl van 'de beste stuurlui staan aan wal' hebt u altijd commentaar gegeven langs de zijkant, maar in de praktijk niets, maar dan ook niets, bijgedragen tot meer Vlaamse bevoegdheden. (Rumoer bij het Vlaams Belang. Applaus bij CD&V en Open Vld)
Wat is uw palmares? (Rumoer)
Zeg het mij: wat is uw palmares? Geen enkele bevoegdheid is dankzij u overgedragen.
Mevrouw de voorzitter, de bevoegdheden komen wellicht niet op een presenteerblaadje tot hier. We zullen ervoor moeten vechten. Wel, wij doen dat. Met dit belangenconflict gaan we dat in de werkelijkheid mogelijk maken. (Applaus bij CD&V)
Mevrouw de voorzitter, ik denk dat ik inderdaad, inspelend op de woorden van de heer Van den Heuvel, heb gezegd dat de N-VA op heel wat punten, ook op dit moment, de Vlaamse Regering steunt. Wij zouden wel willen dat we onze vleugels verder kunnen uitslaan om deze crisis te overwinnen.
Mijnheer Dewinter, u bent vrij selectief in het citeren. U bejubelt de drie CD&V-burgemeesters die kritiek uiten. Citeer ze dan ook volledig, mijnheer Dewinter, want zij wensen de N-VA een verkiezingssucces toe (Applaus bij de N-VA)
Mijnheer Van den Heuvel, het is toch wel ver gekomen dat de meerderheid de oppositie verwijt dat de oppositie vaststelt dat de meerderheid haar eigen regeerakkoord niet uitgevoerd krijgt. Het staat in uw regeerakkoord, mijnheer Van den Heuvel. Daar staat in wat men in 5 jaar wilde realiseren. Ik ga het niet allemaal herhalen, want we kennen het. Maar verwijt de oppositie niet dat de oppositie de meerderheid verwijt dat ze haar eigen regeerakkoord niet kan uitvoeren en zich daarbij neerlegt.
De laatste woorden van de fractievoorzitter van CD&V waren sprekend: we zien elkaar na de verkiezingen. Dat zegt alles. Het is afgelopen voor deze legislatuur. Het communautair onderdeel van het regeerakkoord was maar een lachertje. Dat is typisch CD&V: Kom en zie na de volgende verkiezingen. Wie gelooft dat nu nog? (Applaus bij het Vlaams Belang)
Mijnheer Van Hauthem, ik constateer dat 95 percent van het Vlaamse regeerakkoord is afgewerkt en uitgevoerd. Als uw zoon of dochter van school komt met een rapport waar 95 percent op prijkt, bent u een heel tevreden vader, denk ik. (Opmerkingen bij het Vlaams Belang)
De heer Gatz heeft het woord.
Mevrouw de voorzitter, mijnheer de minister-president, dames en heren ministers, collega's, wij debatteren vandaag geanimeerder dan gewoonlijk over de vraag of de communautaire dialoog nu dood en begraven is, dan wel of hij on hold staat.
Mijnheer de minister-president, ik denk, na de verklaringen die er deze week aan Franstalige zijde zijn geweest, dat de communautaire Dialoog, met grote D, waarin u het voortouw hebt genomen en waarbij wij u hebben gesteund, inderdaad niet meer tot leven gewekt kan worden. In die zin steunen wij de inspanningen die u gedaan hebt en begrijpen we ook uw eindpunt op een gegeven moment. Open Vld staat duidelijk achter de beslissing van de Vlaamse Regering op dit punt.
Maar anderzijds wensen wij op geen enkel moment de deur definitief dicht te doen. Daarmee bedoel ik dat we nog steeds achter de weg van de dialoog, maar dan met kleine d, staan, omdat er geen andere weg is.
We beleven vandaag een zeer ontgoochelend moment. Mijnheer Bourgeois, ik zal mijn best doen om wat bozer te klinken dan gewoonlijk: Ik vind het een onverantwoorde houding van een aantal Franstalige collega's om op die manier een einde aan het gesprek te maken. Wij, als partij, blijven er wel in geloven dat we alleen door gesprek, onderhandeling en dialoog finaal tot resultaten zullen komen.
De staatshervorming die we moeten nastreven en bereiken heeft immers maar één doel en dat is op drie grote punten vooruitgang boeken. Ten eerste willen we een grotere doorzichtigheid krijgen in wie waarvoor bevoegd is en welke bevoegdheden naar de deelstaten kunnen gaan. We hebben er in het verleden over gesproken dat het taboe over bevoegdheden in de andere richting ook niet onbesproken mag blijven. Ten tweede wensen wij dat er door de staatshervorming een grondiger financieringsdebat kan komen in onze staat en dat zowel onze overheid als andere overheden door onderhandelingen tot hernieuwde financiële evenwichten kunnen komen. Ten derde wensen we dat heel de toekomst van onze sociale zekerheid, en daaraan gekoppeld het probleem van de vergrijzing, via een staatshervormingsdebat kan worden verduidelijkt. De lat ligt daardoor hoog en dat is ook de reden waarom het zo moeilijk is om tot concrete stappen te komen, maar dat blijft voor ons in elk geval de inzet van het debat, zelfs na het debacle van de voorbije weken.
De resoluties die voorliggen en die een kader bieden voor het Vlaams Parlement om met de overkant van de taalgrens te gaan onderhandelen, blijven wat ons betreft overeind. We mogen nooit uit het oog verliezen dat de resoluties en verdere stappen in de staatshervorming geen doel op zich zijn: ze zijn slechts een middel om bepaalde maatschappelijke problemen in Vlaanderen beter te kunnen aanpakken. We hebben het gezien: de aarde stopt jammer genoeg niet met draaien. Met een misplaatste ironie zou ik kunnen zeggen dat we geen betere week hadden kunnen uitkiezen om dit debat te voeren: de sociaaleconomische context dwingt ons, politici, om niet uitsluitend te focussen op één agendapunt. Vandaag liggen er belangrijke economische dossiers op tafel. Straks zullen we daar een tweede actualiteitsdebat over voeren.
Mijnheer Gatz, ik weet niet of de Franstaligen sterk zullen geïmponeerd zijn door de kortstondige verheffing van uw stem. Als het niet op federaal vlak gebeurt, zal het weinig effect hebben.
U zegt dat de staatshervorming er moet zijn om meer bevoegdheden te hebben en een sociaaleconomisch beleid te kunnen voeren. Hier ligt een belangenconflict voor, ingediend door CD&V en sp.a en niet getekend door Open Vld. Is dat een vergetelheid of tekent u dat niet? Het gaat erover dat we zeggen: dit is een bevoegdheid die tot nu toe terecht door de Vlaamse Regering, binnen de perken van haar bevoegdheden, heel goed wordt uitgeoefend, inzake arbeidsbemiddeling, inzake begeleiding van werklozen en dergelijke meer. We zien echter dat er inzake het arbeidsmarktbeleid een nefaste maatregel wordt genomen op het federale vlak, en daar draait het in essentie om. Is dat pure vergetelheid? Het lijkt me een beetje raar dat u of een van uw fractiegenoten dat niet heeft ondertekend.
Mijnheer Bourgeois, u zult straks zien wat het stemgedrag van mijn fractiegenoten is. We hebben inderdaad een moeilijke afweging gemaakt in dit dossier. De Open Vld-fractie staat enerzijds achter de draagwijdte van de tekst die het belangenconflict behelst omdat we de argumenten kunnen volgen die daarover de voorbije weken door de verschillende ministers zijn ontwikkeld. Anderzijds zijn we ervoor beducht dat wanneer het belangenconflict wordt goedgekeurd, het volledige federale herstelplan daardoor zal worden gegijzeld. Wij zullen misschien nog deze namiddag signalen van de federale regering krijgen om daar een mouw aan te passen, maar u zult straks zien wat ons stemgedrag is. Het is in de politiek niet verkeerd om bepaalde belangrijke dingen tegen elkaar af te wegen.
We zullen zien of u straks gaat voor het belang van Vlaanderen.
Het is ook in het belang van Vlaanderen dat er op federaal vlak herstelmaatregelen worden genomen, evengoed als het in het belang van Vlaanderen is dat dit belangenconflict wordt goedgekeurd.
De energiecheque bijvoorbeeld, die ingaat tegen het beleid van de Vlaamse Regering. Vlaanderen voert een beleid om eerst de huizen van de armsten te isoleren, heel terecht. Federaal geeft men een cheque van 30 euro, terwijl deze Vlaamse Regering een beleid voert om het verbruik structureel naar beneden te halen. Zo goed is dat federale plan.
Dat federale herstelplan gaat ook over de verlaging van btw, over het sneller betalen van facturen door de overheid, over verlaging van de lasten op nacht- en ploegenarbeid en over veel meer.
Daar gaat het belangenconflict niet over.
U bent een veel knapper jurist dan ik, dat is het enige wat ik u wil aangeven in onze relatie. U weet zeer goed dat een belangenconflict niet kan worden ingeroepen tegen een welbepaald artikel van een wet. Wanneer wij dit belangenconflict straks naar alle waarschijnlijkheid zullen goedkeuren met de benodigde meerderheid, dan betekent dat dat de volledige wet op het herstelplan daardoor zal lam liggen. Dat hoef ik u toch niet uit te leggen.
Mevrouw de voorzitter, ik weet niet of het parlementaire taal is dat de heer Gatz me een relatie met hem toedicht, maar voor de rest vind ik het toch al positief dat hij mijn juridische kwalificaties hoogacht.
Mijnheer Gatz, ik ken u al heel lang. (Gelach)
Ik heb trouwens interessante boeken van u in de boekenkast staan, maar het valt me toch op dat u afglijdt. Het gaat er niet over de beste flamingant te zijn, maar van uw Vlaamse reflex is toch veel verdwenen. Ik vind dat eigenlijk heel jammer. Als ik zie wie in dit halfrond uit de Volksunie komt, dan moet ik toch zeggen dat u veel van uw pluimpjes hebt verloren.
Ik doe niet aan politiek om de beste Vlaming te zijn.
Ik al evenmin.
Dat hoor ik u graag zeggen. Wij doen aan politiek om oplossingen te vinden.
Ik heb uw partijvoorzitter horen zeggen dat de heer Verhofstadt een groot staatsman is. Ik heb hem gevraagd over welke staat hij het in feite had, maar ik heb daar nog altijd geen antwoord op gekregen. Ik moet zeggen dat die vroegere Volksuniemannen sterk zijn afgegleden naar de Belgische kant.
Er zijn misschien vroegere Volksuniemannen die in andere richtingen zijn afgegleden - wie weet.
De economische dossiers die vandaag op de tafel liggen, bewijzen dat wij ons niet enkel kunnen concentreren op het debat van de communautaire dialoog, zelfs al zouden we dat willen. Dossiers zoals Opel en DAF, om er maar twee te noemen, bewijzen de beperkte mogelijkheden van individuele staten en ook regio's om een internationale crisis te bedwingen. Eenvoudigweg stellen dat wij alleen als Vlaanderen met meer bevoegdheden deze crisis beter zouden beheersen, is misschien wat kort door de bocht. We zouden zeker bijkomende dingen kunnen doen, maar de mensen zijn slim genoeg om te zien dat dit een wereldwijde crisis is, die enkel door een samenwerking tussen regio's, staten en de Europese instanties in goede banen kan worden geleid. In die zin vertel ik u niets nieuws. De staatshervorming waarnaar wij nog steeds streven, is een noodzakelijk middel, maar geen wondermiddel.
Mijnheer de minister-president, we roepen u dus toch nog op verdere stappen te blijven zetten. Ik neem aan dat u op communautair vlak nu niet zult achteroverleunen in uw zetel: zo zit u niet in elkaar. We hebben gezien dat 'les grandes messes', zoals de Franstaligen de communautaire dialoog met een hoofdletter noemen, spaak zijn gelopen. Het is nu tijd om op andere manieren het terrein te blijven voorbereiden, met kleinere contacten rechtstreeks met de Franstaligen, bilateraal, maar ook met uw federale collega's.
We zullen inderdaad - en dat is de frustratie die ik vandaag deel met de heer Caluwé - op het nieuwe kantelmoment van 7 juni moeten wachten om in een hogere versnelling te kunnen schakelen. We moeten dus nu, vandaag, met onze eigen bevoegdheden bewijzen dat we al met de bestaande instrumenten kunnen optreden, en antwoorden kunnen bieden op de economische crisis. Dat is op de eerste plaats onze plicht en onze verantwoordelijkheid. (Applaus bij Open Vld)
De heer Sannen heeft het woord.
Mevrouw de voorzitter, mijnheer de minister-president, dames en heren van de regering, geachte leden, sta me toe eerst te citeren. "Peeters staat met lege handen." "Kris Peeters blaast gemeenschapsdialoog op." "Peeters en CD&V met de billen bloot." "Wie gelooft deze partij nog?"
Dat zijn koppen die ik gisteren heb gelezen. Eerlijk gezegd, ik wil en hoef daar niets meer aan toe te voegen: ik vind dit pijnlijk genoeg. Net twee jaar geleden kondigde minister-president Leterme hier op dit spreekgestoelte aan dat hij het nodig vond naar het federale niveau te gaan, om daar eindelijk eens het varkentje van een nieuwe staatshervorming te wassen. Ik hoef het niet te herhalen: het resultaat tot op heden is nul.
Gisteren was ik dan toch wat verrast, toen bleek dat CD&V naar aanleiding van de komende Vlaamse verkiezingen enigszins volhardt in de boosheid. Gisteren verantwoordde de heer Vandeurzen zijn lijsttrekkerschap in Limburg door te stellen dat het belangrijk is op te komen bij de Vlaamse verkiezingen en naar het Vlaams Parlement te gaan, want de nieuwe dialoog en de staatshervorming zullen vertrekken vanuit het Vlaams Parlement.
De cirkel is rond. Men vertrok, kwam tot niets en nu komt men met de belofte dat de Vlaamse verkiezingen de resultaten zullen bepalen.
Nochtans, mijnheer de minister-president, heb ik gisteren of eergisteren een eerbiedwaardige minister van Staat gehoord: de heer Tindemans. Hij stelde duidelijk dat deze strategie van CD&V heilloos is. ik heb het gevoel dat men zich opnieuw in diezelfde strategie wil wentelen. Daarmee bedoel ik: grootse aankondigingen, op voorhand zeggen wat er allemaal gaat gebeuren, maar geen resultaat. Nul. Nul op het rekest. Anderen stelden in het verleden, mijnheer de minister-president, dat men nooit met de fanfare op kop naar de onderhandelingen moet gaan. (Rumoer)
Ik heb alleen nog maar de heer Tindemans geciteerd en geconstateerd dat de cirkel rond is.
Mevrouw de voorzitter, mijnheer de minister-president, ik weet niet wat we met deze Vlaamse Regering nog allemaal gaan meemaken. Nu zijn we op een paar maanden voor de verkiezingen zo ver gevorderd dat een van uw coalitiepartners de oppositie openlijk gelijk geeft omtrent onze kritiek op de geloofwaardigheid van CD&V. u hebt zelfs in uw eigen meerderheid geen medestanders meer voor uw communautaire politiek! Dat sp.a dit doet is natuurlijk laag-bij-de-gronds en getuigt van weinig collegialiteit. Maar ik vind dat CD&V ons niets meer moet komen verwijten. Uw eigen burgemeesters verwijten u ongeloofwaardigheid! En nu verwijten uw eigen regeringspartners u ongeloofwaardigheid. Wie heeft er gelijk? U of uw regeringspartners? Ik denk: uw regeringspartners. (Applaus bij het Vlaams Belang)
De heer Verfaillie heeft het woord.
Mijnheer Dewinter, wij zijn de partij met de meeste burgemeesters. Meer dan de helft van de burgemeesters zijn CD&V'ers. Ik heb hoogstens twee CD&V-burgemeesters gehoord.
Mijnheer Dewinter, het resultaat tot op heden is nul. De federale regering, waar het zou moeten gebeuren, blijkt niet in staat te zijn om tot resultaten te komen. Vlaanderen heeft dan de verantwoordelijkheid op zich genomen maar heeft niets bereikt. De oorzaak daarvan wordt gemakkelijk gelegd bij de Franstaligen. Dat klopt gedeeltelijk. Maar ik denk dat de oorzaak ook ligt bij het gebrek aan cohesie binnen de federale regering.
Mijnheer Sannen, we hebben ons regeerakkoord gemaakt in 2004. Hoeveel resultaat was er in 2007?
We hebben inderdaad een regeerakkoord gemaakt. Maar Vlaanderen kon het niet, dat hebben we vastgesteld. Minister-president Leterme kon het niet. (Rumoer. Opmerkingen)
Wij hebben tenminste het Lambermontakkoord onderhandeld. (Rumoer)
U vindt het misschien onvoldoende, maar we hebben stappen vooruit gezet. Vlaanderen krijgt nu meer middelen die we kunnen gebruiken om de sociaaleconomische crisis te bestrijden. Dankzij Lambermont beschikt Vlaanderen over mogelijkheden en middelen om beleid te voeren! (Rumoer. Opmerkingen)
U gaat dit toch niet afschieten? (Rumoer)
Mijnheer Sannen, begin 2004 was u nog lid van een andere partij. De staatshervorming was voor u toen totaal onbelangrijk.
Ik denk dat uw vaststelling fout is. we zaten toen samen in de regering, mijnheer Verfaillie. (Opmerkingen van de heer Jan Verfaillie)
Collega's, ik heb niets tegen wat we in 2004 hebben afgesproken. Ik heb ook niets tegen het feit dat minister-president Leterme indertijd geprobeerd heeft om stappen vooruit te zetten, noch tegen het feit dat de huidige minister-president geprobeerd heeft om de gemeenschapsdialoog op gang te trekken. Ik heb alleen maar vastgesteld dat minister-president Leterme hier indertijd vertrokken is, in het begin van een verkiezingscampagne, met de boodschap: "We kunnen het niet vanuit Vlaanderen, ik zal het federaal wel doen" - dat wou ik zeggen. En wat stellen we vast? Dat we uiteindelijk niets bereikt hebben. (Opmerkingen van de heren Carl Decaluwe en Jan Verfaillie)
Het is de heer Vandeurzen die gisteren zei: "We gaan het nu via de gemeenschapsdialoog realiseren en we zullen zien na de verkiezingen." Hij begint dezelfde strategie te hanteren. Ik verwees naar de heer Tindemans die duidelijk maakte dat dergelijke aankondigingen op voorhand een heilloze strategie zijn, dat men ze beter niet doet.
De heer Bossuyt heeft het woord.
Mevrouw de voorzitter, ik wil ter ondersteuning van onze goede intenties alleen even aangeven dat er nog geen enkele staatshervorming heeft plaatsgevonden zonder dat wij, de socialisten, die hebben ondersteund. (Applaus bij sp.a)
Ik bevestig dat de heer Bossuyt volkomen gelijk heeft, maar dat dat misschien wel meer te maken heeft met de PS dan met de sp.a. (Rumoer)
Tot op heden heb ik alleen maar de vaststelling gedaan en laat dit duidelijk zijn: we betreuren ten zeerste dat de gemeenschapsdialoog geen stappen vooruit zet. We vinden immers dat de staatshervorming belangrijk is, niet omwille van de staatshervorming, maar omdat we vinden dat belangrijke bevoegdheidspakketten het best naar Vlaanderen kunnen komen om een sterk sociaaleconomisch beleid te kunnen voeren. En dat is de ook de reden - ik kan aansluiten bij wat de heer Bossuyt zegt - dat sp.a zich altijd constructief heeft opgesteld.
Denken we maar aan een heel recent voorbeeld, aan wat nog altijd in de Senaat ligt: de eerste fase. Wij vonden het belangrijk te kunnen beschikken over de huurwetgeving omdat we het woonbeleid daarmee echt vorm kunnen geven in Vlaanderen. We steunen de eerste fase ook omdat we het belangrijk vinden dat we aan de verkeersveiligheid kunnen werken en daarvoor moet natuurlijk ook de reglementering naar Vlaanderen komen. Het zal niet aan sp.a liggen dat het eerste pakket niet goedgekeurd raakt en ook nu, collega's, willen we op dezelfde manier voortdoen.
Ik wil u een volgend voorbeeld geven. Het zijn de heer Vandenbroucke en de heer Marcourt die een voorstel klaarliggen hebben om ook het werkgelegenheidsbeleid meer coherent te maken zodat we stappen vooruit kunnen zetten. (Opmerkingen van de heer Carl Decaluwe)
Ik heb toch niet gezegd dat het uw fout is, mijnheer Decaluwe?
Collega's, het is juist zo pijnlijk te moeten vaststellen dat we in deze economische crisis niet in staat zijn om over alle instrumenten te kunnen beschikken. Het is zo pijnlijk, vandaar het belangenconflict dat we hebben ingediend en dat hier vandaag ter stemming ligt, omdat we weten dat het nodig is om een kordaat tewerkstellingsbeleid te voeren, zeker ten aanzien van de zwakste groepen, denken we maar aan de vijftigplussers. Het belangenconflict is nodig omdat de dialoog er niet meer is. Daarom moeten we een belangenconflict indienen, en ik hoop dat we er vandaag de nodige meerderheid voor vinden.
Ik wil iedereen geruststellen dat als de federale regering morgen een nieuwe relancewet indient waarin ze de artikelen die wij aankaarten en willen blokkeren inzake het doelgroepenbeleid, schrapt, de federale regering gewoon kan voortdoen met haar relancebeleid en met haar relancewet. Het zal niet aan het Vlaams Parlement liggen of het beleid dat de federale regering wil voeren in het licht van de relance, zal worden geblokkeerd. De federale regering kan altijd voortdoen met een nieuwe wet die identiek dezelfde is, maar waar alleen de artikelen uitgelicht worden die wij nu aanklagen en willen blokkeren: de artikelen over het doelgroepenbeleid.
Mijnheer Sannen, ik heb hier namens mijn fractie een aantal weken geleden een voorstel ingediend voor een belangenconflict - dat gebeurde trouwens op voorstel van minister-president Peeters, maar het enthousiasme is ondertussen blijkbaar minder groot - waarin ik duidelijk vroeg om een aantal bevoegdheden die de federale overheid uitoefent en die volgens de bijzondere wet aan de gewesten toekomen, over te hevelen, maar waarvoor ik helemaal geen steun kreeg.
Leg me nu eens uit waarom wij dit belangenconflict zouden moeten steunen, terwijl het onze niet werd gesteund. Waarom werd het onze niet gesteund? Was dat puur omdat wij dat vanuit de oppositie deden, of legt u een selectieve verontwaardiging aan de dag? Het ging overigens om een opsomming, gemaakt door de minister-president. Hij heeft dat ook in het lang en het breed in de krant gezegd. De logica was dat dit door de gewesten zou worden uitgeoefend, en niet door de federale overheid. Het ging in totaal om 1,1 miljard euro. U hebt dat gewoon weggestemd, mijnheer Sannen.
Mijnheer Peumans, een belangenconflict dien je in als er in de Kamer een behandeling van wet aan de orde is die onze directe belangen en het beleid dat wij vorm willen geven, dreigt te ondergraven.
Ik ben het met u eens dat we snel een einde moeten maken aan die usurperende bevoegdheden. Ik hoop dat er daarover duidelijke afspraken kunnen worden gemaakt, als er ooit opnieuw een communautaire dialoog wordt opgestart.
Collega's, als we zien hoe we op dit moment geblokkeerd raken in een communautaire dialoog die nochtans nodig is om een echt relancebeleid te voeren in Vlaanderen, kunnen wij er als fractie alleen maar op hopen dat er snel een krachtige en samenhangende regering komt die niet alleen de noodzakelijke economische bevoegdheden kan invullen op federaal vlak, maar die ook in staat is om de noodzakelijke communautaire resultaten te bereiken. (Applaus bij sp.a)
De heer Stassen heeft het woord.
Mevrouw de voorzitter, leden van de regering, collega's, in dit debat heeft onze partij zowel in de Kamer als in het Vlaams Parlement altijd dezelfde lijn gevolgd, namelijk dat alleen praten en onderhandelen op het juiste niveau - het federale niveau - misschien tot een oplossing kan leiden. Daarom begrijpen wij niet, mijnheer de minister-president, waarom u het communautaire debat naar het Vlaamse niveau hebt gehaald. Dat was duidelijk niet de meest geniale zet uit uw politieke carrière.
Bovendien was de eerste fase van de onderhandelingen al rond. U had een vrij grote meerderheid op Vlaams niveau én op federaal niveau. En toch bent u er niet in geslaagd om die eerste fase door de dialoog te krijgen. Dan is het toch duidelijk dat deze zaak niet heeft gewerkt.
Het gevolg van het naar Vlaanderen halen van de communautaire dialoog is dat het communautaire gehakketak zich nu hier afspeelt. De tussenkomst van de heer Sannen toont duidelijk aan dat het gehakketak dat zich op federaal niveau moet afspelen, naar het Vlaamse niveau is verhuisd. En dat is geen goede zaak voor het Vlaamse niveau.
De sfeer tussen Vlamingen en Franstaligen is zodanig slecht geworden dat het voor iedereen, behalve voor u, duidelijk was dat er geen akkoord zat aan te komen voor 7 juni. Als je met deadlines en politieke symbolen werkt, krijg je aan de andere kant ook deadlines en politieke symbolen. En dat leidt tot niets. Leo Tindemans en andere mensen met ervaring hebben dat ook al gezegd: het leidt tot niets en blijkt nu zelfs contraproductief te zijn.
Het wederzijdse vertrouwen is er niet. Soms moet je een aantal zaken doen om dat wederzijdse vertrouwen op te bouwen. Binnen de ecologische familie wordt er wél gepraat, mijnheer de minister-president. Wij praten met Ecolo. En dat heeft er bijvoorbeeld al toe geleid dat er geen Ecolo'ers op de UDF-lijst in Vlaams-Brabant zullen staan. Als u morgen zou praten met cdH, Open Vld met de MR en sp.a met de PS, en men zou afspreken dat er geen geestesgenoten van Franstalige kant op de Franstalige UDF-lijst in Vlaams-Brabant gaan staan, dan is dat probleem alvast opgelost.
Wij doen dat binnen de ecologische familie. We zijn erin geslaagd door een gesprek en in wederzijds vertrouwen deze symbolische daad te stellen. U slaagt er niet in om dit binnen uw familie tot een goed einde te brengen.
Mijnheer Stassen, kunt u mij eens zeggen hoeveel keer uw Franstalige geestesgenoten al belangenconflicten ingeroepen hebben? Ik zie de heren Cheron en Javaux en mevrouw Durant opduiken bij elk belangenconflict tegen de Vlamingen. Wij komen als meerderheid gewoon op voor onze rechten. Ik heb ze nog nooit een signaal zien geven om op te houden met de belangenconflicten en om een meerderheid van dit volk te geven waar die recht op heeft.
Het Waalse Gewest heeft opnieuw een belangenconflict ingeroepen in het kader van dat interpretatief decreet. Wat doet Ecolo? Ecolo stapt gewoon mee met de rest van de Franstaligen.
Als u eerlijk bent, dan weet u ook dat er regelmatig Ecolo'ers zijn die zich onthouden als symbolische daad, omdat we moeten blijven praten.
Dat is de boodschap die we brengen binnen onze familie: je moet blijven praten. Uiteraard hebben zij andere standpunten dan wij. Maar toch slagen we erin een kleine symbolische daad te stellen, net als in 2004: er komen in 2009 geen Ecolo'ers op de UDF-lijst. En dat is een goede zaak. Als u, Open Vld, sp.a en CD&V, in uw familie dit zou kunnen doen, zou er een belangrijke daad zijn gesteld tot wederzijds vertrouwen.
Er is geen wederzijds vertrouwen. Dat komt voor een groot deel door debatten zoals we er vandaag een gevoerd hebben. Het debat vandaag is voor driekwart: wie is de beste Vlaming aan de rechterzijde? En dan gaat het over: wij zijn toch beter dan de rest van de wereld. Dat dragen wij uit.
Iedere partij voert campagne zoals ze wil. Maar als de N-VA zegt dat de uitweg uit de crisis betekent meer Vlaanderen, is dat een leugen. Straks voeren we een debat over de autoassemblage. Iedereen weet dat meer internationale akkoorden en meer Europa de aanpak vormen voor dit probleem. Meer Vlaanderen is maar een deeltje van de oplossing. Uiteindelijk zal de oplossing voor de economische crisis niet alleen in Vlaanderen liggen, maar vooral in onderhandelingen op Europees en wereldniveau.
Mijnheer de minister-president, als Vlaanderen en de Vlaamse politieke verantwoordelijken echt een staatshervorming willen, zullen ze moeten praten. Ze zullen moeten onderhandelen. Als er conflicten zijn in de wereld, zeggen wij altijd: "Praat met elkaar." Wij vinden het normaal dat Palestijnen en Israëliërs met elkaar praten, ook al staan ze elkaar naar het leven. We vinden het normaal dat er in Oost-Congo gepraat wordt. Maar hier? We weten allemaal dat een conflict pas opgelost wordt aan de onderhandelingstafel.
Nu zeggen de Vlaamse politieke verantwoordelijken dat we niet meer praten. Of het zal lukken, weet ik niet. Maar alleen praten zal misschien tot een oplossing leiden. Doordat u de zaak opgeblazen hebt, kan ik enkel vaststellen dat de staatshervorming geen doel voor u was, maar een electorale strategie. (Applaus bij Groen!)
De heer de Cock heeft het woord.
Mevrouw de voorzitter, iedereen hier is overtuigd van meer Vlaanderen en meer Europa. Gisteren stond te lezen in de krant: "Minister-president Peeters trekt de stekker uit de gemeenschapsdialoog." Die gemeenschapsdialoog was nochtans het enige overgebleven instrument om met elkaar te praten na het debacle van de federale regeringsonderhandelingen en de niet alleen op het communautaire gebied voorthakkelende federale regering. Minister-president Peeters wou eerste minister Leterme depanneren, en hij haalde de hete aardappel uit de federale schotel.
Nu we, tot onze spijt, met u constateren dat de Franstalige onwil blijft voortduren en dat de garanties die ze u boden, niets anders zijn dan loze beloften, blijft de vraag: wat nu te doen?
In elk geval moet die hete aardappel terug naar het federale niveau, want dat is het enige niveau waarop er druk kan worden uitgeoefend op de Franstaligen. U maakt samen met Open Vld deel uit van de twee niveaus. Hoor je mij zeggen dat in deze tijden van crisis de federale regering moet vallen? Wanneer Waalse excellenties zeggen dat ze niet willen bijspringen bij bijvoorbeeld Opel, dan lijkt de meerwaarde van een federale regering toch wel heel ver weg.
De oorzaak van alle heibel is natuurlijk de verkiezingsbelofte van het toenmalige CD&V-N-VA-kartel. Toen in 2005 bij de vorige ronde BHV, die ook niet tot een goed einde werd gebracht, de heer Geert Lambert de stekker uittrok, werden alle activiteiten in dit Vlaams Parlement en de commissies voor meer dan één week 'on hold' gehouden, om tijd te hebben om vertrouwenwekkende maatregelen te kunnen uitwerken.
Mijnheer de minister-president, uw partij nam daar toen het voortouw in. Ik neem aan dat het plan B, waarover u tot nog toe angstvallig zweeg, de vertrouwenwekkende maatregelen zijn die nodig zijn om de Vlaamse Regering te kunnen laten voortwerken.
De heer Van Eyken heeft het woord.
Mevrouw de voorzitter, mijnheer de minister-president, leden van de regering, collega's, het hing al een tijdje in de lucht dat er niets zou uitkomen en dat er een zondebok werd gezocht voor de mislukking: aan wie zal ik nu eens de schuld geven, aan wie zal ik de zwartepiet doorgeven?
Ik wil iets zeggen over de tussenkomst van de heer Bourgeois. Hij heeft gezegd dat we niet altijd alle schuld op de Franstaligen moeten schuiven. De uitspraak van Didier Reynders was voor u, mijnheer de minister-president, de gedroomde uitweg. U hebt die kans met beide handen gegrepen om de stekker eruit te trekken.
In de krant van dinsdag staat duidelijk te lezen wat minister Reynders precies heeft gezegd. Ik citeer uit Le Soir: "Que dit-il? Nous sommes convaincus qu'on ne pourra retrouver de véritable équilibre institutionel sans une vraie réforme de l'Etat." Hij zegt dus niet dat er geen staatshervorming moet komen. "Mais nous sommes aussi demandeurs de solutions en région bruxelloise, qui peuvent passer par un élargissement et certains droits." Dat zijn Franstalige eisen.
Donc, nous sommes prêts à reprendre le dialogue mais il n'y aura d'avancées concrètes que lorsqu'on pourra voter des textes complets, donc après les élections." Hij zegt dus duidelijk dat er geen onwil is om verder te dialogeren, maar dat de akkoorden er niet zullen komen of dat er niet over de teksten zal worden gestemd voor de verkiezingen.
De onderhandelingen zouden worden stopgezet op het moment dat de verkiezingsperiode begint, over een paar weken dus. Op zo'n korte termijn zou toch geen akkoord gevonden worden. Zowel langs Vlaamse als langs Franstalige kant zou degene die een toegeving doet om tot een akkoord te komen, dat contant moeten betalen bij de verkiezingen. In dergelijke omstandigheden is het moeilijk langs beide kanten van de taalgrens om een toegeving te doen. Toegevingen over kleine zaken zijn mogelijk, maar ik heb nooit geloofd dat er een grote staatshervorming zou komen voor de verkiezingen.
De onderhandelingen liggen nu al stil sinds 14 november.
De heer De Craemer heeft het woord.
Mijnheer Van Eyken, na de regionale verkiezingen van 2009 zijn er opnieuw verkiezingen op federaal niveau in 2011. Zo kunt u blijven doorgaan. Die onderhandelingen moeten er komen voor juni 2009.
Mijnheer De Craemer, zeggen dat er binnen de veertien dagen een akkoord moet komen, lijkt me onlogisch en onhaalbaar.
De onderhandelingen liggen sinds 14 november stil. Er zijn vijf vergaderingen geweest. U hebt een synthesenota met zeven punten bezorgd aan de onderhandelaars. U vroeg hun akkoord over die zeven punten. Maar als ik het goed heb begrepen, is er over sommige punten nooit onderhandeld. De heer Bourgeois heeft er daarnet nog naar verwezen en het staat ook in La Libre Belgique dat sommige punten zelfs nooit ter sprake zijn gekomen.
Er zijn zeven grote thema's die moeten worden besproken. Mijnheer de minister-president, u vraagt om onmiddellijk een akkoord te sluiten over een nota van zestig bladzijden, terwijl er zelfs nog geen akkoord is over de inhoudstafel. Daar ligt het probleem. U hebt geprobeerd om een uitweg te vinden, zonder resultaat.
Aan Franstalige kant is er een wil om een dialoog te voeren maar niet in een drukke periode, niet in allerijl.
De heer De Reuse heeft het woord.
Mijnheer Van Eyken, ik wil u een vraag stellen. De minister-president heeft altijd gezegd dat hij waarborgen had. Ofwel is dat een sprookje, ofwel zegt u ons wat die waarborgen waren. De twee partijen zijn hier nu gezamenlijk aanwezig in dit debat. Ik zou graag van u vernemen of er effectief waarborgen waren. U hebt de minister-president hier meermaals horen zeggen dat er waarborgen waren. Ik heb u daar niet horen op reageren. Wat waren die waarborgen? Ik dacht nogal eens dat die waarborgen niet meer waren dan schermen met woorden. Geef ons nu eens precies aan wat dat in uw optiek betekende.
Ik zat niet aan de onderhandelingstafel. Wat ik gehoord heb, is dat er bij de Franstaligen begrip is voor de Vlaamse eisen, dat er een wil is om tot een vergelijk te komen, dat er via een dialoog een staatshervorming moet worden doorgevoerd. Er was inderdaad een periode dat de Franstaligen geen enkele staatshervorming wensten. De Franstaligen zeggen vandaag nog altijd dat ze geen vragende partij zijn. Van een systematische blokkering is er echter geen sprake. Om verder te gaan in dit land moet er een dialoog zijn, moet er een hervorming komen, moet er een vergelijk worden gevonden, waarbij rekening wordt gehouden met de Vlaamse eisen, maar de Vlaamse partijen moeten ook begrijpen dat er geen taboes mogen bestaan ten aanzien van de Franstalige eisen. Een communautaire dialoog is mogelijk als er aan beide zijden een akkoord bestaat over de punten waarover men onderhandelt, punten die naar voor zijn gebracht door beide partijen.
Ten slotte, collega's, wil ik zeggen dat we niet moeten focussen op de communautaire dialoog. Vandaag zijn er al voldoende uitdagingen die we met de huidige bevoegdheidsverdeling kunnen aanpakken.
Minister-president Peeters heeft het woord.
Mevrouw de voorzitter, collega's, ik wil beginnen met te onderstrepen dat deze Vlaamse Regering, die, net zoals het parlement, nog een goede 130 dagen te gaan heeft voor de verkiezingen, het regeerakkoord en de engagementen die daarin opgenomen zijn voor meer dan 95 percent heeft uitgevoerd. We maken niet alleen tot de laatste dag werk van de uitvoering van het regeerakkoord en de afspraken die daarin zijn opgenomen, we nemen ook maatregelen om het probleem van de financiële en economische crisis aan te pakken. We hebben ook een maatschappelijk gedragen visie op de langere termijn ontwikkeld.
Er is echter één hoofdstuk in het Vlaamse regeerakkoord dat we nog niet hebben gerealiseerd. Ik zal daar heel duidelijk in zijn. Ik heb het over het hoofdstuk 'Meer Vlaanderen'. Ik kan u echter wel zeggen dat de Vlaamse Regering, met de steun van het Vlaams Parlement, er alles aan heeft gedaan om ook dit hoofdstuk - 'Meer Vlaanderen', de staatshervorming - te realiseren. Voor een akkoord over de staatshervorming moet men echter met twee zijn: It takes two to tango.
Het is belangrijk te onderstrepen dat een staatshervorming nodig is en blijft. Een staatshervorming is geen doel op zich, maar een middel om nog krachtiger te besturen in Vlaanderen, om datgene dat we allemaal hebben ondertekend - van Vlaanderen een topregio maken in 2020 - ook te bereiken. Ze is ook nodig om economische crisissen, waar we nu mee te kampen hebben, adequater, krachtdadiger aan te pakken. Ik wil daarover geen enkele twijfel laten bestaan. Dat is de mening van deze Vlaamse Regering. Dat is waar we dag en nacht aan hebben gewerkt.
Het is belangrijk te onderstrepen dat het de eerste keer in de geschiedenis is dat we die staatshervorming zelf in handen hebben genomen. Het was vroeger nogal gemakkelijk om te vragen hoe het met de staatshervorming zat. Telkens weer moesten we zeggen dat de vraag aan de overkant moest worden gesteld, omdat de onderhandelingen op het federale niveau werden gevoerd. De Vlaamse Regering heeft gezegd dat we zelf aan tafel gaan zitten, zelf onderhandelen, met alle risico's van dien. We hebben gezegd dat we de zaak niet overlaten aan anderen om in onze plaats te onderhandelen. Dan hadden we kunnen zeggen dat ons niets te verwijten viel omdat we er niet bij betrokken waren.
Ik hoop dat dit een historisch moment is geweest. Wij hebben dat zelf in handen genomen, en wij zullen dat niet uit handen geven. Alleen Vlaanderen moet onderhandelen over de staatshervorming, en niet andere partijen op andere niveaus.
Sterker nog, er is in de dialoog een voorstel gedaan om artikel 195 van de Grondwet te wijzigen, om ervoor te zorgen dat bij een toekomstige Grondwetswijziging evident ook het parlement van Vlaanderen betrokken is. Er is een heel concreet voorstel geformuleerd om te komen tot een Grondwettelijke Kamer, bestaande uit parlementsleden van alle parlementen van dit land. Als wij de Grondwet wijzigen, moeten niet alleen de Kamer of de Senaat, maar ook dit parlement daar mee over discussiëren en stemmen. Dit is de toestand in heel wat federale staten, en het is van evident belang dat het ook hier wordt doorgevoerd. Ik ben ervan overtuigd dat staatshervormingen alleen maar kunnen wanneer ook, onder meer, het Vlaams Parlement aanwezig is.
Ik hoop, collega's, dat iedereen inziet hoe belangrijk het is dat wij die staatshervorming vanuit de Vlaamse Regering hebben aangevat. Met de copernicaanse omwenteling moet het zwaartepunt liggen waar het moet liggen: bij de deelstaten, bij Vlaanderen.
Sommigen zeggen dat ik naïef ben geweest, dat ik met open ogen in de val ben getrapt. Wij hebben hier in dit Vlaams Parlement onder meer de heer Van Dijck kunnen aanhoren. Ik herinner het mij goed, het debat werd hier beneden in de Schelp gevoerd, want de Koepelzaal werd gerenoveerd. Wij hebben daar heel uitdrukkelijk gesteld, zowel de meerderheid als de oppositie, dat wij de gemeenschapsdialoog moesten opstarten. Wij geloofden dat het een concept is dat kan werken. Wij hebben een kamerbreed mandaat gekregen van dit parlement. Wij zijn met zeer veel expertise en werkkracht gestart. Wij hebben het niet alleen gehad over de contentieux. Sommigen zeiden dat het alleen ging over de plantentuin van Meise. Dat is heel belangrijk, mijnheer Demesmaeker. Maar het ging niet alleen daarover.
Mijnheer de minister-president, als u toch zo goed gewerkt hebt, hoe komt het dan dat een akkoord dat er was, op enkele opmerkingen van de Raad van State na over punten die nog waren onderhandeld onder de ploeg-Verhofstadt, niet is afgerond? Leg mij dat eens uit. Hoe komt het dat een akkoord dat klaar was, die eerste fase, niet werd ondertekend? Had u geen balpennen misschien?
Ik zal daar direct op antwoorden.
De plantentuin van Meise was een onderdeel van die contentieux. Wij hebben het er gisteren in de commissie nog over gehad. Het is schandalig dat dit dossier nog altijd niet is opgelost, ook al is er een akkoord over alle teksten. Maar een akkoord kun je maar lanceren als er een handtekening onder staat. Mijn handtekening staat er zonder enig probleem onder, maar er moeten nog andere handtekeningen onder staan.
Daarnaast hebben wij ook over het eerste pakket gesproken. Daarvan zeiden sommigen dat het borrelnootjes waren en dat als we met dat eerste pakket zouden afkomen, dat die gemeenschapsdialoog eigenlijk zonder voorwerp zou zijn geweest. Over dat eerste pakket is ook uitvoerig gesproken. Alle knelpunten die de Raad van State heeft opgesomd, hebben wij in die gemeenschapsdialoog ter sprake gebracht.
Ook het arbeidsmarktbeleid is heel belangrijk. Mijnheer Sannen, uw minister en mijn collega Frank Vandenbroucke heeft verschrikkelijk hard gewerkt en schitterend werk geleverd, ook in de gemeenschapsdialoog, om te komen tot een heel duidelijke, met fiches en wetteksten uitgeschreven aanpak van de arbeidsmarkt.
Er zijn nog andere zaken. Ik denk aan de aftrek in de personenbelasting waar minister Van Mechelen en nog anderen voor hebben gepleit. Er zijn ook nog het grootstedenbeleid, justitie en welzijn.
Er is tijdens die maanden in alle stilte hard gewerkt. Aangezien hier niet veel over werd vernomen, waren sommigen van mening dat we niets deden. Daar is duidelijk aan concrete wetteksten gewerkt. Er is daarnet al verwezen naar de 60 tot 70 pagina's die we toen hebben voorbereid. Hard werken en veel teksten schrijven, volstaat echter niet. Ik weet dat het erop aankomt akkoorden te sluiten. In de zakenwereld heeft men het over 'closing deals' en over 'deliveries'.
Er is hier trouwens al naar de zakenwereld verwezen. We bevinden ons in een economische crisis. We hebben bijkomende instrumenten nodig om die crisis in de toekomst accurater en met meer panache aan te pakken. We hebben voorstellen over het arbeidsmarktbeleid, over de loonlastvermindering voor specifieke doelgroepen, over de herstructurering van de arbeidsbemiddeling en over de versterking van het arbeidsbeleid gedaan. We hebben die instrumenten nodig om in het kader van de economische crisis de juiste antwoorden te formuleren.
Ik heb, samen met de andere leden van de Vlaamse Regering, aangetoond dat we zaken kunnen aanpakken. Het KBC-dossier is een duidelijk voorbeeld. Op een nacht tijd hebben we een belangrijk probleem opgelost. Het belang van dit dossier slaat niet enkel op het effect op de Vlaamse economie. Het gaat hier ook om een budgettair volume van 2 miljard euro.
Het is duidelijk dat we de dotatiepolitiek niet verder kunnen doortrekken. Er is een groot probleem met de federale begroting. Er is ook een probleem met het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest en met de andere regio's. De mensen die geen akkoord wensten af te sluiten, zullen op een bepaald ogenblik terugkomen en vragen de Financieringswet opnieuw te bespreken.
Vicepremier Reynders heeft begin januari 2009 verklaard dat, omwille van de beperkte ruimte binnen zijn eigen federale begroting, een nieuw begrotingsakkoord met de gewesten noodzakelijk is. Recent heeft hij verklaard dat hij de dialoog opnieuw wil bekijken. Er kan worden gesproken, maar er kunnen eigenlijk geen conclusies worden getrokken. De heer Maingain heeft het nog sterker uitgedrukt. Volgens hem moet ook over de drie burgemeesters en over BHV worden gesproken.
Ik krijg hier de vraag welke engagementen zijn aangegaan en welke garanties ik heb gekregen.
Ik heb de heer Van Eyken daarnet naar die waarborgen gevraagd. Hij heeft verklaard dat hij hier niet onmiddellijk bij betrokken was, maar dat hij had vernomen dat het enkel om een principiële bereidheid ging. De Franstaligen waren bereid te praten, op voorwaarde dat er geen taboes zijn en dat over alles kon worden gepraat. Dat is wat de heer Van Eyken heeft gezegd. Ik heb zijn woorden niet verdraaid.
Aangezien de minister-president op dit vlak altijd enigszins vaag is gebleven, zou ik hem nu kunnen vragen wat die waarborgen precies inhielden. Indien iemand niet tot een overeenkomst wenst te komen, kan een waarborg iets opleveren. De minister-president heeft verklaard dat ze het over een aantal teksten eens waren. Enkel de handtekeningen ontbraken nog. Dat is natuurlijk fout. Enkel wanneer ze is ondertekend, is er een overeenkomst. Dat weet de minister-president natuurlijk ook. Het is mogelijk dat overeenkomsten die misschien in de hoofden der betrokkenen bestaan, niet worden gehonoreerd. Op dergelijke ogenblikken kunnen waarborgen worden aangesproken. Het gaat dan in feite om een dwang- of een vervangingsmiddel. De minister-president kon niet over dergelijke waarborgen beschikken. Ik zou in elk geval graag horen wat die waarborgen precies inhielden. De minister-president heeft er zich steeds op beroepen. Hij heeft zich sterk gemaakt dat het allemaal in orde zou komen. We hebben toen al gezegd dat hij vrij naïef was. Hij heeft zelf aan zijn naïviteit getwijfeld.
Ik twijfel daar niet aan.
Mijnheer de minister-president, ik twijfel er niet aan dat u op dit vlak naïef bent geweest. Het ergste is echter dat u uit deze zaak niet de juiste conclusies trekt. U vindt dat we opnieuw zullen moeten onderhandelen. Ik hoor ook anderen dat verklaren. U moet echter beseffen dat langs Franstalige zijde een aantal beloften kunnen worden gedaan die tot het voortduren van de huidige toestand leiden. Die toestand houdt in dat de Franstaligen in dit land, vooral op financieel vlak, veel beter af zijn. Omwille van de transfers zijn ze de profiteurs in dit land.
Er zijn altijd wel mensen die willen zeggen dat deze situatie kan blijven duren en in het kader daarvan een aantal beloftes zullen maken die ze dan op een of andere manier niet nakomen. Ook daarvoor wordt altijd wel iemand gevonden. In dit geval is blijkbaar Reynders de spreekbuis geworden. Een andere keer zal het misschien van een andere kant komen.
U blijft zo naïef om te geloven dat er met de Franstaligen kan worden gesproken zonder dat we dreigen. Het wordt tijd dat ook wij onze argumenten op tafel leggen. U zegt dat wij extremisten zijn. Maar een van de argumenten - zelfs als u er niet persoonlijk in gelooft, dan zou dit een argument moeten zijn - is het opgeven van de Belgische staat en het dreigen van het stopzetten van al die transfers. Dan gaat Wallonië wellicht financieel kapot. U zou dit argument moeten aanwenden, maar dat doet u niet. U laat de argumenten waarover Vlaanderen beschikt, in uw binnenzak zitten. U gebruikt ze niet.
Als u in diezelfde naïviteit voortgaat, dan zitten we eindeloos vast. Dan blijft het wachten op Godot en komt er nooit een oplossing. U gelooft het misschien niet, maar dit is de overtuiging van - geloof me vrij - steeds meer Vlamingen in dit land. (Applaus bij het Vlaams Belang)
Ik heb daarstraks verwezen naar een dossier dat een heel belangrijke impact heeft gehad in de manier waarop men naar een aantal zaken kijkt. Het is het dossier KBC. We hebben dat opgelost. We hebben getoond dat de Vlaamse Regering, wanneer het federale niveau niet werkt, zo'n dossier kan aanpakken. Als vandaag mevrouw Milquet zegt dat de federale overheid geen kapitaal in Opel zal steken en dat ze zich er niet mee kan bezighouden, dan tonen wij aan in de feiten dat Vlaanderen een aantal dossiers aankan, waarvan men tot nog toe dacht dat alleen het federale niveau dat kon. (Opmerkingen van de heer Herman De Reuse)
Toen ik, samen met de collega's, gestart ben met de dialoog, had ik de garantie of het engagement van de Franstalige partijvoorzitters dat men voor de regionale verkiezingen deelakkoorden zou afsluiten. Ik had die garanties van alle Franstalige partijvoorzitters om tot deelakkoorden te komen. Natuurlijk is dat geen zakelijke garantie, het is een persoonlijke garantie. Ik heb toen gezegd: "Als jullie bereid zijn om deelakkoorden af te sluiten over onderwerpen die toen reeds aan bod waren gekomen, dan zal ik, samen met mijn collega's, het risico nemen om dit debat aan te gaan".
Het enige wat men mij kan verwijten is dat ik vertrouwen heb gehad in wat partijvoorzitters hebben gezegd, namelijk dat ze deelakkoorden wilden voor de regionale verkiezingen. De heer Caluwé heeft verwezen naar het feit dat het nog eens is herhaald in het federale regeerakkoord. Dat vertrouwen is met een aantal uitspraken geschonden.
Wat is de les die u daaruit trekt?
De heer De Craemer vraagt al een hele tijd het woord, maar hij moet even wachten tot u op de heer De Reuse hebt geantwoord.
Ik heb de heer De Reuse geantwoord.
Nee, ik heb gevraagd welke les u daaruit trekt. U bent dus belogen en bedrogen door de verschillende partijvoorzitters uit Franstalig België.
Zij hebben u garanties gegeven, woordelijk. U hebt hen geloofd. Dat kan u tot eer strekken, maar u bent fundamenteel bedrogen.
Welke conclusies trekt u daaruit? Zult u ze de volgende keer weer geloven om weer bedrogen te worden? Bent u kritischer geworden? Hoe zult u zich in de toekomst gedragen? U kunt toch niet eeuwig met uw voeten laten spelen en eeuwig geen resultaten bereiken?
Al tien jaar lang keuren wij hier bepaalde dingen goed die in het regeerakkoord worden opgenomen, maar die nooit worden gerealiseerd.
Ik ben nog niet klaar met mijn antwoord.
Jullie hebben op een bepaald moment gevraagd wanneer ik er de stekker zou uittrekken. Ca casse ou ça passe.
Ik heb op een bepaald moment gezegd dat, als men geen deelakkoorden wenst af te sluiten en alleen wil praten, we ermee stoppen. U hebt ook gevraagd wanneer duidelijke taal zou worden gesproken en hoelang ik nog met mijn voeten zou laten spelen.
Zeg nu eens wat uw besluiten zijn.
Mevrouw de voorzitter, intussen is mijn vraag opgelost, maar plan B heb ik inderdaad nog niet gehoord.
Dat vertrouwen is doorslaggevend geweest om te starten. Dat vertrouwen was, wat mij betreft, ook gerechtvaardigd om met die dialoog te starten. Er waren engagementen om te komen tot deelakkoorden en Brussel-Halle-Vilvoorde komt niet op de agenda van de gemeenschapsdialoog. Dat waren, collega's, de engagementen die zijn gegeven. Dat zijn natuurlijk menselijke zekerheden, geen zakelijke zekerheden, maar die zijn dus niet in realiteit omgezet. Dat betreur ik, want we hebben alles gedaan. Ik heb vorige week nog alle teksten doorgestuurd, met de vraag wanneer die deelakkoorden afgesloten gaan worden.
Ik lees ook de Franstalige kranten. Het is een fabeltje dat we over een en ander niet hebben gesproken. Ik kan u zeggen dat we over al die thema's gesproken hebben, natuurlijk over het ene al wat gedetailleerder dan over het andere. Over al die thema's is gesproken en bepaalde thema's zijn zelfs aangehaald door Franstalige leden van de gemeenschapsdialoog, ik denk bijvoorbeeld aan justitie en welzijn.
Als men zegt dat het mogelijk is om te praten, maar dat geen enkele tekst kan worden afgerond, laat staan goedgekeurd en men er Brussel-Halle-Vilvoorde en de drie burgemeesters aan toevoegt, is de geloofwaardigheid van die dialoog tot nul gereduceerd en is er maar één conclusie te trekken.
Wij zitten in een economische crisis en in een crisis van de instellingen. Ik ben ervan overtuigd dat men, met de financiële problemen die we allemaal kennen, maar zeker met de financiële problemen waar verschillende overheden mee geconfronteerd worden, opnieuw zal vragen om aan tafel te zitten. Maar dan zal het zijn met andere elementen en op een andere manier dan we tot nu toe hebben gedaan. Het zal niet zo zijn dat we onverkort opnieuw aan tafel gaan zitten om even te kijken wat nog mogelijk is. Ik zeg u, in alle duidelijkheid, dat dit land niet alleen in een economische crisis verkeert, maar ook in een crisis van de instellingen. Degenen die de gemeenschapsdialoog hebben opgeblazen, hebben een verschrikkelijk zware verantwoordelijkheid genomen. Wij hebben alles gedaan om het hoofdstuk van het regeerakkoord uit te voeren en we zullen dat blijven doen. (Applaus bij de meerderheid)
Mevrouw de voorzitter, collega's, ik denk dat het een vrij verhelderend debat is geweest, met de nodige animo, maar jammer genoeg ook met een aantal onheuse aanvallen vanuit het Vlaams Belang op de N-VA.
Mijnheer Dewinter, wij kunnen onze kiezers recht in de ogen kijken. Deze Vlaamse Regering heeft, zolang de N-VA erbij was, binnen de Vlaamse bevoegdheden een zeer sterk Vlaams beleid gevoerd, ook in de Rand, ook met betrekking tot faciliteitenonderwijs, ook in buitenlandse aangelegenheden. We zullen zien wie als geloofwaardig beoordeeld wordt.
Collega's, CD&V heeft niet toegegeven, werd hier gezegd door de CD&V-fractie. De eerste toegeving was in de federale regering te gaan zonder een akkoord. Dat was toch het mantra: Wij stappen niet in de regering zonder een akkoord over de staatshervorming. (Opmerkingen)
Mijnheer Bourgeois, u hebt ons gesteund.
Wij zijn niet in die regering gestapt, mijnheer Decaluwe.
Tweede toegeving: er zou niet onderhandeld worden over Brussel-Halle-Vilvoorde. Momenteel lopen de onderhandelingen over Brussel-Halle-Vilvoorde in de federale werkgroep.
Derde toegeving: CD&V heeft aan de Franstaligen gevraagd om het belangenconflict in te roepen, als toppunt van Vlaamsgezindheid. Laatste toegeving, voor zover nog nodig: CD&V keurt op federaal niveau een relanceplan goed, terwijl iedereen hier de mond vol heeft over de crisis en de bedreigingen voor onze economie, waartegen straks hopelijk een belangenconflict wordt ingeroepen, een relanceplan dat anti-Vlaamse maatregelen bevat.
Mijnheer de minister-president, de vraag was: wat wordt plan B? U hebt in vrij lyrische bewoordingen gesproken over een historisch moment. Het was misschien een historisch moment dat de gemeenschappen hebben gepoogd om tot een onderhandeling te komen. Alleen zal de les zijn dat dat op zo'n moment niet kan, en dat, als het niet is gekoppeld aan een federale regeringsvorming, het niet lukt.
Maar goed, er is een poging geweest. U hebt dat nog eens beklemtoond. U hebt nog eens beklemtoond hoe belangrijk het wel is dat we die bevoegdheden binnenhalen. U hebt terecht verwezen naar wat Vlaanderen doet inzake KBC en naar de verantwoordelijkheid die Vlaanderen wenst op te nemen met betrekking tot de automobielsector. Wel, dat sterkt ons allemaal alleen maar in onze overtuiging dat we meer bevoegdheden nodig hebben, dat we meer middelen nodig hebben en dat we de hefbomen in handen moeten hebben.
U krijgt ze niet. U zegt: ik had garanties. 36 seconden nadat u die woorden hebt uitgesproken in september, heeft minister Reynders u al tegengesproken met betrekking tot Brussel-Halle-Vilvoorde. Hij heeft het nooit over zijn lippen gekregen om te zeggen: wij onderhandelen er niet over. Van meet af aan is aan Franstalige kant als voorwaarde gesteld dat over Brussel-Halle-Vilvoorde zou worden onderhandeld. Wat moest worden bewezen, is vandaag bewezen.
Mijnheer Van den Heuvel, wat is het plan B? Vechten voor onze bevoegdheden? Goed, laten we alle bevoegdheden die de federale overheid usurpeert, ons toe-eigenen. Gaat u mee met ons? Gaan we binnen dit Vlaams Parlement zeggen: we gaan het een halt toeroepen, we gaan die bevoegdheden nemen, we gaan ze hier goedkeuren? De uitdaging zal bij u terechtkomen. Gaan we straks zeggen dat we het voorstel van decreet van de heer Kris Van Dijck met betrekking tot het faciliteitenonderwijs toch goedkeuren, ondanks de usurpatie van de belangenconflicten? Laat ze maar naar het Grondwettelijk Hof stappen. Laat het Grondwettelijk Hof zich maar eens uitspreken over de usurpatie van de belangenconflicten door de francofonen. Keer op keer, tot drie, vier keer toe over eenzelfde decreet een belangenconflict inroepen, is antigrondwettig. Laat ons eens tonen wat wij kunnen, wat wij durven. Ik kaats de bal terug: laat het ons straks goedkeuren!
Tot slot, mijnheer de minister-president, u hebt geen plan B. Ik wil waarschuwen voor de verwachtingen die u wekt dat men zou moeten komen onderhandelen omwille van de druk die er ontstaat op de federale publieke financiën met betrekking tot de financieringswet. U weet heel goed dat de financieringswet, het Lambermontakkoord, maar 14 percent uitmaakte van wat de paarse regeringen aan meer middelen uitgegeven of verspeeld hebben, naargelang van de appreciatie die we eraan geven. U weet heel goed dat de middelen van de gewesten en de gemeenschappen gekoppeld zijn aan het bnp, met nog een negatieve correctiefactor.
U weet heel goed dat op dit ogenblik het bnp jammer genoeg een zware krimp vertoont. U weet beter dan ik wat dit betekent voor de financiën van de Vlaamse overheid. U weet nu al wat wij aan minderontvangsten minimaal zullen hebben in 2009. Dan de verwachting wekken dat we toch zwemmen in het geld, terwijl de overschotten die Vlaanderen heeft, gerealiseerd zijn door de opeenvolgende Vlaamse regeringen, door de Vlaamse regeringen en door niemand anders? Niet door overfinanciering, want nu zijn de inkomsten gekoppeld aan de evolutie van het bnp. Als er overschotten zijn, is dat een verdienste van de opeenvolgende Vlaamse regeringen en heeft dat niets te maken met overfinanciering! Wij hebben geen middelen over. Misschien zullen we marginale bevoegdheden kunnen overnemen die niet veel geld kosten, maar we moeten niet de illusie wekken dat ze zullen moeten komen praten. In de eerste plaats hebben ze aan Franstalige kant die overschotten niet geboekt. Wek dus zeker niet de illusie dat ze erin mee zullen gaan om grote bevoegdheden over te dragen zonder dat er middelen tegenover staan. Ook de illusie wekken dat wij dat aankunnen, is verkeerd.
Ik zeg u: er is maar één plan B, en dat is dat u de moed hebt om de stekker uit de federale regering te trekken, die toch blokkeert, die toch niet bestuurt, en als ze iets doet, tegen Vlaanderen bestuurt. (Applaus bij de N-VA)
Mijnheer de minister-president, uit dit debat kunnen we een aantal conclusies trekken. Het experiment van de dialoog is mislukt, bij gebrek aan een efficiënte strategie. Wij waren op zich geen tegenstanders van die dialoog bij het opstarten ervan. Dat heb ik altijd gezegd en ik blijf dat tot op heden zeggen. Het moest echter een dialoog zijn op basis van de juiste strategie, en die was er niet. Het moest een strategie zijn waarbij niet zou worden uitgegaan van het Belgische status quo, maar waarbij men zou durven kiezen voor dat plan B van de Vlaamse onafhankelijkheid.
Dat brengt me bij mijn volgende conclusie. U hebt geen alternatief voor de dialoog. U weet niet hoe het nu verder moet, wel integendeel. Niet langer dan een week geleden, op 11 februari, hebt u hier naar aanleiding van vragen van de heer Van Hauthem het volgende gezegd: "Ik ga ervan uit dat we niet over een plan B moeten spreken zolang het plan A nog in uitvoering is of nog een kans op slagen heeft. Pas wanneer het plan A - deelakkoorden afsluiten binnen de gemeenschapsdialoog - niet lukt, zullen we het over een plan B hebben, niet eerder."
Wel, het is nu zo ver. Plan A is mislukt. Er zijn geen deelakkoorden en er is evenmin nog een dialoog. Ik heb echter niets gehoord over uw plan B, over wat er nu komt. Het enige dat er nu komt, is dat wordt overgegaan tot de orde van de dag en dat wordt geprobeerd te redden wat er nog te redden valt. Dat is helaas niet zo ontzettend veel.
Verder is het opvallend dat de ratten het zinkende schip verlaten. De oppositie tegenover u wordt steeds feller, ook van binnenuit. Het is me enorm opgevallen hoe sp.a openlijk schiet op u en op CD&V, u afvalt en het mes in uw rug steekt - dat belooft voor de komende maanden. Het toont aan dat deze regering nog nauwelijks in staat is om te regeren en wankelt. Dat is een bijzonder pijnlijke aangelegenheid, zeker op het moment dat Vlaanderen voor belangrijke economische uitdagingen staat.
Het zal u ongetwijfeld toch opgevallen zijn dat alle Vlaamse socialisten hebben geapplaudisseerd na de conclusies van de minister-president. Los daarvan zijn we het in de regering volstrekt eens geweest over het manoeuvre. Naderhand kunt u allemaal de analyse maken van wat hier fout is gelopen.
Die analyse is interessant. Wat mij interesseert, is wat we nu doen. U weet wat we nu doen: we gebruiken de mogelijkheden die we hebben. Een van de mogelijkheden die we hebben om onze mening te geven, is de volgende: als we het echt nodig vinden, kunnen we aan onze federale collega's zeggen dat ze eens even moeten wachten met hun initiatieven, omdat die niet goed in elkaar zitten en asociale effecten hebben op het beleid dat we willen voeren.
Als het nodig is, dienen we een belangenconflict in. Ik ga ervan uit dat het hele parlement ons daarin steunt. De regering is ter zake volstrekt eensgezind op dit ogenblik. We zijn eensgezind begonnen aan die dialoog. Ik ga ervan uit dat u ons steunt in wat ons nu te doen staat.
We zullen u daarin steunen. We hebben er geen probleem mee om dat belangenconflict mee te ondersteunen, maar als dat nu het enige antwoord is op het afspringen van de dialoog, als dat nu het grote antwoord is van de Vlaamse Regering op het feit dat u wandelen wordt gestuurd door de Walen, dan vrees ik dat er aan de andere kant van de taalgrens een grote schaterlach zal opstijgen, maar ook niet veel meer dan dat.
Maar mijnheer Dewinter, ik heb al meer dan een jaar geleden eens uitvoerig in De Standaard geschreven over wat ik fout vond in de strategie. Ondanks een zeer moeilijke context heeft de Vlaamse Regering geprobeerd toch openingen te vinden. Dat is ook niet gelukt.
De volgende vraag is wat we gaan doen. Ik wil ook wel de politicoloog spelen en daar nu met u allerlei beschouwingen over ontwikkelen. We zullen het daar vermoedelijk grondig over oneens zijn. Maar ik zit nu eerlijk gezegd wel met enig ongeduld te wachten op het debat over de automobielsector. Mag ik u dat bekennen?
Het enige probleem is, mijnheer de minister, dat beide debatten onlosmakelijk met elkaar verbonden zijn. Dat hebben de socialisten niet begrepen! Dat willen ze blijkbaar ook niet begrijpen! Telkens nemen ze die vlucht vooruit, telkens proberen ze het communautaire als onbelangrijk voor te stellen, en beweren ze dat het over serieuze zaken moet gaan. Dat gaat dan over de automobielsector of over de economie en de werkloosheid.
Hoe graag u ook zou willen, de Vlaamse Regering kan de economische problemen in Vlaanderen niet oplossen, want ze heeft de hefbomen niet. Ze heeft niets te vertellen over loonpolitiek, over fiscaliteit en sociale zekerheid. Daar zitten de arbeiders, uw kiezers, bij General Motors, bij Opel, bij DAF Trucks en bij Ford en bij zoveel andere bedrijven, op te wachten: een Vlaamse slagkrachtige regering die in staat is om een Vlaamse loonpolitiek te voeren, om de belastingen hier naar beneden te halen, om Vlaams geld in Vlaamse handen te houden, dat betekent 2000 euro per Vlaming per jaar extra, om ervoor te zorgen dat we in Vlaanderen heel de vennootschapsbelasting kunnen afschaffen. Dan zullen we misschien concurrentieel zijn. Dan zullen we misschien die Vlaamse jobs in Vlaanderen kunnen houden en aan Vlaamse arbeiders kunnen geven. Dat hebben de socialisten tot op vandaag nog altijd niet begrepen!
Mijnheer Dewinter, nogmaals, dat wij hier zitten, dat Vlaanderen bevoegdheden heeft, dat Vlaanderen KBC en Ethias heeft kunnen redden, dat we de automotive en heel de Vlaamse economie kunnen ondersteunen, dat vloeit voort uit de voorbije staatshervormingen. Die hebben we allemaal gesteund en helpen realiseren. Jullie hebben dat niet gedaan. Wij hebben dat samen met onze collega's gedaan. Daarom kunnen we nu een beleid voeren.
Maar ik ben het met u eens, we zouden op bepaalde terreinen graag nog meer en betere bevoegdheden hebben. Hier ligt een belangenconflict voor omdat we vinden dat we het doelgroepenbeleid in het kader van tewerkstelling beter kunnen sturen als we daartoe zelf de bevoegdheden hebben. Wat we zeker niet willen, is dat het federale niveau dit ondergraaft door de huidige relancewet.
Ik kan nog andere voorbeelden aanhalen, maar dat wil niet zeggen dat we nu niets moeten doen. Dat wil niet zeggen dat we niet over onze bevoegdheden moeten debatteren en hoe we die het best aanwenden om de mensen nu te helpen en niet als er ooit nog eens een staatshervorming wordt gerealiseerd.
Ik had het voor het tweede debat willen bewaren, maar de minister van Werk daagt me uit. Hij laat uitschijnen dat dit debat geen consequenties heeft voor het debat dat we straks zullen voeren. (Opmerkingen van minister Frank Vandenbroucke)
Ik wil een citaat uit Le Soir van vandaag meegeven dat van uw minister-president komt. "Si la Flandre avait bénéficié de compétence plus forte, elle aurait pu réagir plus rapidement à la crise. Le fait de ne pas disposer de paquets homogènes de compétences freine la décision contraint à une multiplication de contacts avec une série de niveaux de pouvoirs. Cette crise souligne plus que jamais l'importance de discuter au plus vite d'une réforme de l'Etat."
Mijnheer Penris, hoe is dat nu toch mogelijk! Toen ik ongeveer vijf jaar geleden als een van de eerste Vlaamse politici zei dat het werkgelegenheidsbeleid het speerpunt moest vormen van nieuwe stappen in de staatshervorming, viel iedereen achterover. (Opmerkingen)
Jawel, komaan! Ook bij anderen!
Zowel aan Franstalige als aan Vlaamse kant zag men dat als een nieuwe prioriteit. Ondertussen is iedereen daarvan overtuigd! U moet mij op dat vlak geen lessen leren! Dat is hier tijdverlies! Hoe dikwijls heb ik al niet gezegd dat een staatshervorming nodig is om het federale sociale systeem overeind te houden? Ik weet dat allemaal. Ik zeg u: we verliezen onze tijd met dat hier aan elkaar te herhalen. Ik wil in het debat over de automobielsector graag zeggen hoe ik onze instrumenten gebruik in het belang van de werknemers en van de sector. Ik wil zelfs straks nog zeggen waarom het belangrijk is dat ten aanzien van doelgroepen op de arbeidsmarkt beleid wordt gevoerd.
Want als een werknemer van Opel op de leeftijd van 47 wordt afgedankt, dan wil ik kunnen zeggen dat ik mogelijkheden voor hem zie, ook wanneer hij ouder wordt. Daarvoor moeten we dat beleid kunnen voeren, daarom zijn we niet akkoord met dat ene kleine onderdeel van de federale relancewet, daarom zeggen we aan de federale collega's dat we de tijd willen nemen om daarover te discussiëren. Dus, het hangt samen, maar sta me toe om te zeggen dat we het debat dat daarstraks werd gevoerd, een beetje beknopter hadden kunnen houden en dat we aan de hand van het automobielgegeven misschien duidelijker hadden kunnen maken aan de mensen waarover het gaat.
Dat debat kunt u zo dadelijk voeren, mijnheer de minister, we zullen met aandacht luisteren.
Mijnheer de minister-president, mijn laatste conclusie betreft de stoere taal die door CD&V werd gesproken: het is de schuld van de Walen, wij zijn niet verantwoordelijk voor het falen van de dialoog. U gaat toch wel wat kort door de bocht met die stelling, ik ben de mening toegedaan dat u niet alleen hier iets kunt zeggen als CD&V, maar dat u ook aan de overkant van de straat, in het federale parlement en in de federale regering, ter zake een verantwoordelijkheid te dragen hebt.
Ik lees voor uit het federale regeerakkoord: "In dit kader is het enerzijds van belang dat de gemeenschapsdialoog snel wordt heropgestart en vóór de regionale verkiezingen tot resultaten leidt. Deelakkoorden moeten vóór de verkiezingen van de gemeenschappen worden gesloten op die domeinen als bijvoorbeeld arbeidsmarkt, grootstedenbeleid, justitie, waar reeds grote vooruitgang werd geboekt, naast wat reeds eerder op het jaar was overeengekomen en waar nu de problemen ter zake al zijn opgelost."
Vandaag kunt u hier misschien geen onmiddellijke repliek geven op het Waalse "njet" en op de Waalse chantage, maar u kunt dat als CD&V wel doen in de federale regering. Hoe kunt u nog blijven samenwerken? Hoe kunt u vertrouwen blijven hebben in MR, in cdH en in anderen die deel uitmaken van de federale regering en die het eigen federale regeerakkoord van premier Van Rompuy niet willen uitvoeren, in degenen die het federale regeerakkoord nu al, nadat de inkt amper droog is, twee maanden nadat het werd neergeschreven, op een grove, flagrante en degoutante manier met de voeten treden?
Als u geloofwaardig wilt zijn, als u wilt tegemoetkomen aan de oproep van uw eigen CD&V-burgemeesters, trekt u de stekker er dan uit: niet alleen uit de dialoog, maar - als het van mij zou afhangen - ook uit het federale België en zeker uit de federale regering. Trek de stekker eruit, heb de moed van uw overtuiging. Wees geloofwaardig en ga naar de Vlaamse kiezer, niet alleen voor Vlaamse verkiezingen, maar ook voor federale verkiezingen. Zo niet zullen de mensen terecht opmerken: "Wie gelooft deze mensen nog?" (Applaus bij het Vlaams Belang)
De heer De Craemer heeft het woord.
Mevrouw de voorzitter, mijnheer de minister-president, ik heb hier een reeks nieuwe verkiezingsbeloften gehoord en ik heb ook naar een goednieuwsshow geluisterd - dat is terecht, mijnheer de minister-president, want de goede zaken die u hebt gerealiseerd, mogen ook gezegd worden, die 95 percent is u gegund. Eén hoofdstuk bleef echter onopgelost, dat over 'meer Vlaanderen'. Weerom hebt u op de noodzaak ervan gewezen. We hebben de hefbomen nodig om Vlaanderen economisch en sociaal welvarend te maken. Van dat nut bent u ondertussen dus overtuigd, maar de manier waarop u de oplossing moet bereiken, hebt u inderdaad nog niet gevonden.
U stelt dat men met twee moet zijn om een akkoord te sluiten. Dat is juist, mijnheer de minister-president, maar tot vorige week beweerde u dat u met twee was, want u had garanties op deelakkoorden. Maar goed, telkenmale was het hetzelfde liedje: u was de vergaderzaal nog niet uit of de Franstaligen vertelden al het omgekeerde van wat u zei. Dat waren de garanties die u bezat, niets anders.
Wat hebt u geleerd? Dat het niet gelukt is. De Franstaligen hebben van meet af aan, in 2007 direct na de verkiezingen al, gezegd dat er nooit concrete resultaten geboekt zouden worden inzake de staatshervorming.
Juni 2009 zou overschreden worden. Wel, mijnheer de minister-president, juni 2009 zál overschreden worden. Het is inderdaad al te gemakkelijk om de schuld enkel bij de Franstaligen te leggen. Ook de houding van de Vlaamse regeringspartijen in deze kwestie is heel belangrijk en zal in de toekomst heel belangrijk blijven.
Collega's, voor LDD is er maar één oplossing. De Vlaamse regeringspartijen die tevens deel uitmaken van de federale regering, moeten eindelijk opstaan en hun verantwoordelijkheid nemen. Ik hoop dat dat in hun woordenboek staat. Het moet voor eens en voor altijd duidelijk zijn dat het ons, Vlamingen, menens is en dat de staatshervorming er moet komen. CD&V en Open Vld, neem die verantwoordelijkheid!
Ik vraag me trouwens af of er tegenwoordig twee verschillende CD&V's en twee verschillende Open Vld's zijn: één in het Vlaams Parlement en één in het federaal parlement. Ik hoop voor u en voor ons, Vlamingen, van niet. Want de Franstaligen lachen u vierkant uit met een dergelijke houding, mijnheer de minister-president.
Eis van de Franstaligen en van uw collega's in het federale parlement dat ze hun conclusies trekken. Eis dat de Vlaamse regeringspartijen uit die federale regering stappen. Dat is de enige optie die nog rest.
Maar mijnheer de minister-president, uw plan B is: wachten op een voorzet. Ik vrees dat u nog lang zult mogen wachten.
Mijnheer de minister-president, u hebt gezegd dat u die onderhandelingen altijd gevoerd hebt namens het Vlaams Parlement en dat u documenten hebt overgegeven. Toen u aan de dialoog begon, hebt u ook gezegd dat u het Vlaams Parlement altijd zou informeren en erbij betrekken. U hebt ook gezegd dat u verschillende documenten - uitgewerkte wetsontwerpen, als ik ze zo mag noemen - hebt voorgelegd. Kunnen wij als Vlaams Parlement over die documenten beschikken?
Ik zal ze overmaken.
Vraagt nog iemand het woord? (Neen)
Het debat is gesloten.