Verslag plenaire vergadering
Verslag
De heer De Meyer heeft het woord.
Mijnheer de minister-president, collega's, we maken in Vlaanderen en in Europa een bijzonder diepe crisis mee in de land- en tuinbouwsector. Dat wordt niet alleen gestaafd met cijfers van de landbouworganisaties en de Vlaamse landbouwadministratie, maar ook met Europese cijfers.
Vorige week heb ik in de subcommissie Landbouw een vraag gesteld over die crisis en over de noodzaak van een relanceplan. U hebt toen al aangekondigd dat daar volop werk van wordt gemaakt. De volgende ochtend was ik uiteraard verheugd om kennis te krijgen van dit plan. Blijkbaar hebben mijn vraag en de uiteenzettingen van collega's bijgedragen tot de opmaak van dit plan.
Ik onthoud uit dat plan dat voor 20 miljoen euro versneld zal worden uitbetaald aan de landbouwers. Dat is belangrijk. Verder zal Europa 500 miljoen euro uittrekken voor maatregelen die specifiek betrekking hebben op het klimaat, de alternatieve energie, de waterbeheersing en de herstructurering van de zuivelsector.
Landbouworganisaties en landbouwers reageren enerzijds tevreden maar vragen anderzijds, heel begrijpelijk gezien de meer dan uitzonderlijke situatie, of er nog bijkomende specifieke investeringen mogelijk zijn voor jonge land- en tuinbouwers. Er zijn ook nog heel wat vragen over de water- en de Rendac-factuur.
Mijnheer de minister-president, tegelijk wil ik uw aandacht vragen voor landbouwers die ten gevolge van de economische situatie moesten uittreden. Kunt u op dit moment al bijkomende maatregelen aankondigen? Welke maatregelen worden nog onderzocht? Als er al maatregelen in de pijplijn zitten, dan vernemen we dat liever nu dan morgenvroeg.
Minister-president Peeters heeft het woord.
In de subcommissie Landbouw hebben we inderdaad al meermaals gedebatteerd over de crisis in de land- en tuinbouwsector. Dat is een belangrijke sector waar de crisis diep snijdt. Het is geen probleem van aanbod; het aanbod is immers onder controle via mechanismen zoals de melkquota. De vraag- en de consumptie-uitval hebben ervoor gezorgd dat deze sector in grote problemen zit. In de commissie hebt u terecht gevraagd wat ik bijkomend kan doen, rekening houdend met de budgetten waarover ik kan beschikken.
In tegenstelling tot andere sectoren waar de productie tijdelijk kan worden verminderd, is dat voor een landbouw- of melkveebedrijf niet mogelijk. De productie kan niet zomaar worden verminderd of stopgezet.
Op het Europese, het federale en het Vlaamse niveau moet worden nagegaan wat er kan gebeuren. Ik heb in de commissie al benadrukt dat we op 19 januari tijdens de Europese Landbouwraad samen met andere lidstaten zwaar hebben gepleit voor het invoeren van een aantal oude instrumenten voor de zuivelsector. Ik heb het dan over de uitvoersubsidies en interventies. De Europese Commissie heeft daarmee ingestemd. We hebben ook uitdrukkelijk gevraagd om bijkomende initiatieven te nemen voor de varkenssector. Daar is de Commissie niet op ingegaan.
Naar aanleiding van het debat in de commissie over de problemen in de varkenssector, heb ik samen met de ministers Laruelle en Lutgen een brief geschreven aan de Europese Commissie waarin we aandringen op maatregelen voor de varkenssector.
Mijnheer De Meyer, u hebt zelf verwezen naar het Europees herstelplan, waarvan ook een deel naar het platteland en de landbouw gaat. Eind juni zullen we bij de Europese Commissie ons programma voor plattelandsontwikkeling aanpassen en indienen, zodat de gelden kunnen worden vrijgemaakt voor de Vlaamse land- en tuinbouwers.
Na de discussie in de commissie en in overleg met de verschillende administraties heb ik heel hard gewerkt om na te gaan wat Vlaanderen kon of kan doen. We hebben een heel belangrijk signaal gegeven door 20 miljoen euro versneld uit te betalen. Dat bedrag heeft zowel betrekking op het Vlaams Landbouwinvesteringsfonds (VLIF), waarbij voor 7,5 miljoen euro aan premies versneld worden uitbetaald. Die uitbetaling gebeurt in maart in plaats van in het najaar. De al eerder toegezegde 14 miljoen euro extra aan investeringsmiddelen voor het Vlaams Landbouwinvesteringsfonds worden eerstdaags vrijgemaakt. Voor de zoogkoeienpremie wordt volgende vrijdag al 4 miljoen euro vervroegd ter beschikking gesteld. In totaal gaat het om 20 miljoen euro dat vroeger en dus sneller wordt uitbetaald.
We zullen ook bijkomende maatregelen nemen. Samen met minister Crevits zal ik nagaan hoe we de kosten voor Rendac kunnen drukken. We willen zeker een stijging vermijden. We zullen contact opnemen met de federale overheid om maatregelen te treffen op het vlak van exportkredieten en exportkredietverzekeringen, die heel belangrijk zijn omdat de varkenssector en andere sectoren in de land- en tuinbouw heel veel exporteren.
Die twee elementen worden volop uitgevoerd. We zullen het Vlaams Centrum voor Agro- en Visserijmarketing (VLAM) nog meer stimuleren om nog meer exportgericht te werken. We betalen 20 miljoen euro vervroegd uit. We wensen zo de sector, die te kampen heeft met een heel zware crisis, te helpen.
Mijnheer de minister-president, ik dank u voor uw antwoord. Ik heb respect en waardering voor datgene wat u al hebt gedaan. Er moet aandacht gaan naar de blijvers en wijkers.
Ik heb twee concrete dossiers vermeld, namelijk die met betrekking tot de Rendacfactuur en de waterfactuur. Ik weet wel dat minister Crevits daarvoor bevoegd is. Op dat vlak kan er heel wat gebeuren.
Ik hoop dat de aanpassing van het plattelandsprogramma, dat voor 30 juni moet worden ingediend, de komende weken en maanden nog aan bod zal komen in de subcommissie voor Landbouw.
De heer Wymeersch heeft het woord.
Mijnheer de minister-president, de inhoud van uw antwoord is zeer bedroevend. Ik had wat anders van u verwacht. Toen ik u gisteren daarover heb geïnterpelleerd, zei u dat u ermee bezig was. Het is dan ook nogal straf dat u 's anderendaags met een relanceplan naar buiten komt zonder de commissie die daarover de dag voordien debatteert, enigszins te informeren.
De inhoud van het zogenaamde relanceplan slaat werkelijk nergens op. Op het vlak van de Vlaamse bevoegdheden beperkt u zich tot het vervroegd terugbetalen van voorziene financiële middelen. In iets extra voorziet u dus niet. Wat in de enveloppe voor landbouw zat, zult u ietwat vroeger uitbetalen. Maar extra maatregelen, waar de landbouwsector nu nood aan heeft om de relance in de hand te werken, die neemt u niet. U hebt nochtans de mogelijkheden om dat te doen. We hebben er in de commissie om gevraagd. U kunt op korte termijn mechanismen in werking stellen om sectoren financieel te steunen. Binnen de Europese Unie is er in de health check een crisisenveloppe. U kunt in specifieke ondersteuning voorzien voor de melkveehouderij, die het zeer moeilijk heeft. U kunt Vlaamse financiële middelen gebruiken om, als de melkprijs onder een bepaalde limiet zakt, die sector te ondersteunen.
U zegt ten slotte dat de melkveehouderij niet minder kan produceren en dat we ze niet gedeeltelijk werkloos kunnen stellen. Ik heb u de suggestie gedaan, zonder te zeggen dat ik er voorstander van ben, om eens ver over de grenzen te kijken naar de Verenigde Staten. Daar is het perfect mogelijk om een gedeelte van de productiemiddelen, in casu de melkkoeien, tijdelijk uit de omloop te nemen en om zo de productie te doen dalen. U wilt dat zelfs niet in overweging nemen.
Als dit het relanceplan is van de Vlaamse Regering, dan vind ik het zeer ontgoochelend. Dan weten de Vlaamse boeren waar ze met deze minister van Landbouw aan toe zijn.
De heer Demesmaeker heeft het woord.
Ook ik ben verwonderd. Amper een week geleden hebben wij hierover in de subcommissie Landbouw gedebatteerd. Wij hebben toen gesteld dat ook deze sector, die in moeilijkheden verkeert, net als alle sectoren in crisis een globaal relanceplan nodig heeft. U hebt daarop geantwoord dat wij daar binnenkort iets over zouden horen, en 's anderendaags komt u dan met een plan. Terwijl u de dag tevoren in de commissie niet eens een tipje van de sluier had opgelicht. Dat is toch een vreemde gang van zaken.
Deze sector heeft een goed relanceplan nodig. Deze sector is niet alleen economisch maar ook maatschappelijk van zeer groot belang. Het is belangrijk dat deze sector in de toekomst kan blijven investeren. Een versterking van het VLIF is zeker nodig. Ik herinner u aan de andere suggesties die ik in de commissie heb gedaan: een betere samenwerking tussen het Vlaams Centrum voor Agro- en Visserijmarketing (VLAM), dat u al vermeldde, en Flanders Investment & Trade (F.I.T.), teneinde nieuwe afzetmarkten te vinden, en extra ondersteuning vanwege de Vlaamse overheid voor de vzw Boeren op een Kruispunt.
De heer Callens heeft het woord.
Mijnheer de minister-president, u zult die 20 miljoen euro inderdaad wat vroeger betalen aan de landbouwers. Zij zullen dat goed kunnen gebruiken, onder andere om zaden te kopen. Maar eigenlijk komt er daarbovenop niets bij. Wij weten dat er heel wat miljoenen euro's naar de automobielsector gaan, of naar andere sectoren zoals de banken. Wij weten dat er in België 31.000 bedrijven afhankelijk zijn van landbouw. En dat er daar 46.000 voltijdse arbeidskrachten zijn. Wij zouden dus wel ietsje meer kunnen doen voor de landbouw. Wij weten ook, mijnheer de minister-president, dat Europa naar aanleiding van uw aandringen de zuivelsector toch mag steunen onder de vorm van exportrestituties en mogelijke interventies. Dat is zo sinds 22 januari 2009, als ik mij niet vergis. Is er daar al iets op komst? Men heeft dat voor de varkenssector geweigerd, maar voor de zuivelsector heeft men dat aanvaard. Is men daar al mee bezig?
Mevrouw de voorzitter, beste collega's, van één ding één. Ik bedoel twee. Als er een discussie is in de commissie, en er worden interessante voorstellen gedaan, dan vind ik het als minister heel belangrijk om al die voorstellen niet alleen even te bekijken maar ook om, als er iets naar buiten komt, dat dubbel en dik te hebben gecheckt bij de administraties. Wij moeten geen dingen aankondigen die niet kunnen worden gerealiseerd. Dat is gebeurd. U kunt dat betreuren. Ik had het ook liever in de commissie bekendgemaakt maar ik ga ervan uit dat alle collega's ermee akkoord zijn dat het belangrijk is dat het zo snel mogelijk gebeurt en dat het niet weken op zich laat wachten. Wij hebben heel concreet afgesproken met de administraties dat die sommen kunnen worden vrijgemaakt.
Het is ook heel belangrijk dat er in de economische crisis die wij nu meemaken zeer snel geld kan worden overgemaakt. Mijnheer Wymeersch, u doet daar nogal smalletjes over, maar 20 miljoen euro is niet alleen een vrij belangrijk bedrag, ook de stortingen zijn zeer sterk verminderd en versneld, zodanig dat de eerste stortingen er al nu vrijdag zullen komen. Als u zegt dat dat op niets trekt en dat het allemaal niet de moeite waard is, dan is dat een uitspraak waarvoor u volledig verantwoordelijk bent. Ik vind dat niet correct.
Er wordt me hier gevraagd de middelen van het VLIF te verhogen. Ik ga er echter van uit dat we al veel dichter bij een oplossing voor de economische crisis zullen zitten vooraleer een dergelijk dossier kan worden ingediend. Bovendien zullen heel wat bedrijven tegen dan waarschijnlijk niet meer over de nodige financiële middelen beschikken. Die maatregelen zouden te laat komen of zouden de economische crisis in deze sector niet voldoende aanpakken.
De meeste maatregelen met betrekking tot de landbouwsector moeten op het niveau van de Europese Unie worden genomen. Ik denk dat we hier terecht voor blijven pleiten. Natuurlijk moeten we de effecten van de economische crisis dagelijks opvolgen. Ik zal dat met betrekking tot de landbouwsector zeker doen. We kunnen niet stellen dat het met een plan allemaal voorbij is. Indien de crisis ook in de land- en tuinbouwsector nog erger wordt, zullen we moeten nagaan welke bijkomende maatregelen we nog kunnen nemen. Ik zal met minister Crevits overleg plegen over Rendac en over de waterfacturen. We zullen ook samen met de federale regering nagaan wat we kunnen doen.
Eenmaal een beslissing is genomen en we tot de uitvoering kunnen overgaan, is het belangrijk hierover te communiceren. Ik wil geen maatregelen nemen die vervolgens niet kunnen worden toegepast. Ik wil geen maatregelen nemen die pas na veel discussie kunnen worden gefinaliseerd. Daar wil ik geen bijdrage toe leveren. Het is belangrijk duidelijk te communiceren over de maatregelen die ook kunnen worden toegepast. (Applaus bij CD&V)
Het antwoord van de minister-president omvat veel elementen. De vervroegde uitbetaling van 20 miljoen euro vormt in elk geval een belangrijke maatregel. Dat is niet niets. Wat vandaag binnen de Europese Unie mogelijk is, was dat zes maanden geleden nog niet. We zullen ons met betrekking tot alle bijkomende maatregelen die de landbouw versterken, bondgenoten van de minister-president tonen.
Ik heb nog een boodschap voor alle leden van de Subcommissie voor Landbouw, Visserij en Plattelandsbeleid. Indien onze werkzaamheden in de subcommissie ertoe kunnen bijdragen dat binnen een periode van 24 uur kan worden beslist, leveren we ongetwijfeld heel nuttig en heel belangrijk werk.
Het incident is gesloten.