Verslag plenaire vergadering
Actuele vraag over het heropstarten van de communautaire dialoog en de garanties op concrete resultaten
Verslag
De heer De Craemer heeft het woord.
Mijnheer de minister-president, ik kan er niet aan doen, u blijft volharden in de boosheid en daarmee sta ik hier weer vandaag.
"Ça passe ou ça casse", konden we dit weekend lezen in De Standaard. Met die instelling wil de Vlaamse Regering blijkbaar de communautaire dialoog nog deze maand heropstarten. Meer zelfs, als het van de Vlaamse Regering afhangt, wordt er tot de finish doorgewerkt.
"Maar, als er na die ene vergadering geen resultaten zijn, is het gedaan met de dialoog", zo kunnen we lezen en klinkt het in de regering. Wederom heel stoere taal, mijnheer de minister-president, ik heb zoiets al eerder gehoord, maar goed, het is u gegund.
Collega's, tot op heden reageerde de Vlaamse Regering afwachtend op het aanbod van de Franstalige partijen: er zouden en moesten garanties zijn om inderdaad terug aan de tafel te gaan zitten en u zou niet verleid worden tot tijdverlies en tot eindeloos vergaderen zonder uitzicht op resultaten. Volgens mij was dat een terechte houding.
In tegenstelling tot vorige week is er nu totaal geen sprake meer van garanties. Neen, u gaat zonder garanties aan de onderhandelingstafel zitten. Begrijpe wie dat kan.
Mijnheer de minister-president, vorige week heb ik u de vraag gesteld om dit voltallige parlement te laten beslissen of u al dan niet terug aan tafel gaat zitten met de Franstalige partijen, maar blijkbaar hebt u daar geen oren naar. Nochtans blijkt uit de praktijk dat het nuttig zou zijn om er hier een debat over te voeren.
Mijn vraag luidt als volgt: welke nieuwe aanwijzingen heeft de Vlaamse Regering gekregen van de Franstalige partijen inzake garanties op concrete resultaten van de gesprekken?
De heer Van Hauthem heeft het woord.
Mijnheer de minister-president, het begint een beetje een vaudeville te worden. In september had u garanties, maar later bleek dat ze er niet waren. In oktober was het al een beetje van: het moet een laatste kans zijn, we moeten niet wekenlang palaveren. In november zei u dat u niet met u liet spelen en dat er voor het einde van het jaar resultaten moesten zijn, en deelakkoorden waarover voor juni 2009 gestemd moest zijn. Daarna werd de dialoog opgeschort. Nu, sinds de ministerraad van vrijdag jongstleden, zegt de Vlaamse Regering en zegt u dat u in februari nog één datum zult zoeken en dat het tijdens die ene vergadering zal moeten gebeuren.
Mijnheer de minister-president, ik heb een beetje de indruk dat u er zelf niet meer in gelooft.
Het is al een tijdje dat u dat denkt.
Ja, en ik word steeds meer gesterkt in mijn overtuiging. Ik heb steeds meer de indruk dat u een elegante exit van de onderhandelingen zoekt, onder meer om tegemoet te komen aan een aantal van uw burgemeesters die zich terecht afvragen waar het allemaal toe geleid heeft. De Franstaligen zeggen zelf dat u aan het zoeken bent om de mislukking in hun schoenen te schuiven. Ik geef u daar zelfs gelijk in. U zult met ons moeten vaststellen dat het niet lukt, dat men niet wil, dat men geen garanties wil geven, dat men opnieuw eisen op tafel legt waaraan u niet tegemoet kunt komen. In de parallelle werkgroep Brussel-Halle-Vilvoorde, waar de Vlaamse Regering officieel niet aan deelneemt, maar waar uw partij wel in zit, ligt alles opnieuw op tafel: de benoeming van de burgemeesters en de uitbreiding van Brussel.
Mijnheer de minister-president, ik meen dus dat u mentaal de stekker al hebt uitgetrokken en dat u het juiste moment zoekt om dat ook effectief te doen. Vandaar de oproep om nog één keer één vergadering te organiseren en de stelling dat het gedaan is als er dan geen resultaten zijn. Welke garanties hebt u dat het nu wel zal lukken tijdens die ene vergadering? En vooral: wat zal de Vlaamse Regering doen nadien, als het mislukt is? Ik kan me maar moeilijk voorstellen dat de Vlaamse Regering in het algemeen en u in het bijzonder, zich ertoe zou beperken vast te stellen dat het communautaire luik van het Vlaamse regeerakkoord gewoon niet uitgevoerd geraakt. Als het mislukt, hebt u dan een plan B? Wat gaat u dan doen? Zult u blijven staren op een mislukking of zult u eindelijk eens actie ondernemen en ervoor zorgen dat uw regeerakkoord alsnog uitgevoerd geraakt op dit punt?
Minister-president Peeters heeft het woord.
Mevrouw de voorzitter, dames en heren, ik verwachtte al dat de heer De Craemer hier vandaag opnieuw deze vraag zou stellen.
Mijnheer Van Hauthem, u hebt mij eigenlijk gelijk gegeven door te zeggen dat we nog één vergadering moeten beleggen. (Opmerkingen van de heer Joris Van Hauthem)
Zo had ik het begrepen, ik kom er straks op terug.
Mijnheer De Craemer, ik wil hier wel elke keer wel een stand van zaken geven, zoals u hebt gevraagd, maar ik stel vast dat er telkens een zekere onlogica in uw standpunt zit. U zegt telkens dat de gemeenschapsdialoog op niets trekt, dat ik hem nooit had mogen opstarten, dat het een doodgeboren kind is. (Opmerkingen van de heer Gino De Craemer)
Maar daarnaast vraagt u wel een debat over de gemeenschapsdialoog en over hoe die moet worden aangepakt. Ik heb hier van de meerderheid een mandaat gekregen om de gemeenschapsdialoog te starten. In dat mandaat werd gesteld dat ik deelakkoorden moet realiseren voor de verkiezingen van 2009. Ik ben ervan overtuigd dat de mogelijkheid en de tijdsspanne om die deelakkoorden te sluiten, heel beperkt zijn. De heer Van Hauthem heeft terecht opgemerkt dat de Vlaamse Regering niet de bedoeling heeft en er absoluut niet mee akkoord gaat om opnieuw een reeks van vergaderingen te starten waarbij men gaandeweg verzinkt in het moeras.
Vrijdag hebben we binnen de Vlaamse Regering alles nog eens op een rijtje gezet. We hebben vastgesteld dat de Franstaligen willen dat de gemeenschapsdialoog opnieuw wordt opgestart. Heel wat belangrijke deelnemers aan de dialoog, onder wie covoorzitter Armand De Decker en Philippe Moureaux, hebben die wens geuit. De reactie van de Vlaamse Regering daarop is dat we nog één keer een vergadering zullen beleggen, om daar vast te stellen of deelakkoorden al dan niet mogelijk zijn. We willen niet in een situatie terechtkomen waarbij er nog verschillende vergaderingen volgen. Op die ene vergadering moet duidelijk worden waar we staan. En we zullen daar dan ook de nodige conclusies uit trekken.
Ik denk dat dat een normale gang van zaken is. We volgen een lijn die volledig binnen het mandaat valt dat ik van dit Vlaams Parlement heb gekregen.
Mijnheer Van Hauthem, u hebt de vorige keer ook al gevraagd wat het plan B is. Ik heb toen gezegd dat u zelf ook een plan B hebt, maar dat bleek dan het plan A te zijn. Ik ga ervan uit dat we niet over een plan B moeten spreken zolang het plan A nog in uitvoering is of nog een kans op slagen heeft. Pas wanneer het plan A - deelakkoorden afsluiten binnen de gemeenschapsdialoog - niet lukt, zullen we over een plan B spreken, niet eerder. Eerst moeten we alles op die gemeenschapsdialoog zetten, en kijken hoe die verloopt.
Mijnheer De Craemer, u verwees terecht naar de uitspraak 'ça passe ou ça casse'. Wat ons betreft, moet die eerste vergadering duidelijk maken of er deelakkoorden of principiële akkoorden kunnen worden afgesloten, waarmee we de gemeenschapsdialoog een tweede adem kunnen geven. Dat valt mijns inziens volledig binnen de krijtlijnen die hier zijn besproken.
Ik ga ervan uit dat u mij volgende week opnieuw zult ondervragen over deze materie. Ik heb daar geen enkel probleem mee. Het parlement kan alle informatie krijgen die het van mij wenst.
Mijnheer de minister-president, het is opnieuw heel duidelijk dat er geen garanties zijn. De ene week klopt u zich nog stoer op de borst en stelt u dat u niet meer rond de tafel gaat zitten als er geen garanties zijn, maar deze week klinkt het al totaal anders. Nu roept u, zo mak als een lammetje, zelf op om opnieuw aan tafel te gaan zitten.
Waar zijn die garanties nu gebleven? Er zijn er geen. Ik heb er in elk geval geen enkele gehoord. Straks moeten we er nog voor opletten dat de Franstaligen garanties gaan eisen of bijkomende eisen stellen.
Mijnheer de minister-president, ik heb er genoeg van. Ik hoop dat ik hier volgende week niet opnieuw hoef te staan. Overigens hebben ook uw eigen partijgenoten er genoeg van. Ook zij zien in dat u niet langer spelletjes kunt spelen.
Ik zal wel over mijn eigen partij spreken, spreekt u over de uwe.
Ook zij zien in dat het gedaan is met nodeloos tijd rekken. Ook zij zien in dat het woord 'crisis' door u en door uw regering als drogreden gebruikt wordt om niet in te grijpen. Ze zien ook in dat wij in Vlaanderen niet de nodige economische hefbomen hebben om de financiële en economische crisis op te lossen. Ze zien ook in dat u niets in de pap te brokken hebt en dat u onder curatele staat van uw federale collega's.
Mijnheer de minister-president, het vertrouwen in u is zoek, ook in uw partij en ook in de regering. U komt tot geen enkele oplossing in het communautaire dossier.
Mijnheer de minister-president, ik heb u geen gelijk gegeven wanneer u zei dat u nog één dag gaat onderhandelen. Voor mij is dat een teken dat het nu zelfs bij u begint te dagen dat het niet zal lukken. U zoekt een elegante exit uit de gemeenschapsdialoog om nog te presenteren voor de verkiezingen. Desnoods staat u met lege handen, maar u kunt de schuld dan in de schoenen van de anderen schuiven.
Het is niet zo dat u een mandaat gekregen hebt van dit parlement om alleen over deelakkoorden te onderhandelen. Het mandaat van deze Vlaamse Regering is uw regeerakkoord en niet een deeltje daarvan. Ik zal niet herhalen wat daar allemaal in staat.
Als de Franstaligen vragende partij zijn, dan komt het in orde. Als zij geen vragende partij zijn en Vlaanderen is vragende partij, dan komt het niet in orde. Ik stel voor dat u uw conclusies trekt. Een aantal van uw burgemeesters hebben die effectief ook getrokken. Zoals de heer Van Rompuy ooit heeft gezegd over BHV: "Politiek is ook een zaak van geloofwaardigheid." Wat u nu aan het doen bent, is op een krampachtige manier uw geloofwaardigheid proberen terug te winnen voor de verkiezingen. Die geloofwaardigheid hebben anderen al te grabbel gegooid, net als u nu zelf.
De heer Bourgeois heeft het woord.
Mijnheer de minister-president, u kunt zeggen dat het parlement het recht heeft om vragen te stellen en geïnformeerd te worden. Maar het spijt me, ik heb niets nieuws gehoord. Het is telkens opnieuw hetzelfde refrein, weliswaar met andere vervaldata. De heer Van Hauthem heeft de opeenvolgende vervaldata geschetst die u in het vooruitzicht stelde.
Eén ding is me niet duidelijk. U wilt nog een ultieme vergadering om te weten waar u staat. Ik leid daaruit af dat er op dit ogenblik geen akkoorden zijn, geen afspraken, geen toezeggingen. Hoe rijmt u dit met uw verklaring dat u garanties gekregen had van de Franstaligen? U hebt nu nog altijd niets binnen, geen enkel deelakkoord, en u moet nog naar een ultieme vergadering om te weten of het hun wel menens is.
De heer Van Rompuy heeft het woord.
Het is om de minister-president te steunen. U zegt dat hij niet meer gesteund wordt, mijnheer De Craemer. In uw partij hebt u waarschijnlijk een heel ruime steun. Het enige probleem is dat u geen partij meer hebt. (Opmerkingen van de heer Gino De Craemer)
Onze fractie steunt de aanpak van de minister-president. Hij heeft altijd gezegd: "Ik zal met de dialoog starten en ik wil deelakkoorden sluiten." Enkele weken geleden heeft hij ook al gezegd: "Ik wil me niet laten meesleuren in een slijtageslag van ellenlange vergaderingen. Ik wil weten op een bepaalde dag dat ik ga onderhandelen met de Franstaligen en dat er deelakkoorden kunnen worden gesloten." Dat is de juiste strategie, of het nu deze week is of de volgende. Hij wil terecht niet in een onderhandeling terechtkomen waar er geen akkoorden mogelijk zijn.
U zinspeelt op BHV. Dit staat totaal los van de communautaire dialoog. Het heeft geen enkele binding. Het is trouwens een van de redenen waarom de communautaire dialoog vandaag nog niet tot resultaten zal komen: in hoofde van sommigen wil men dat koppelen, terwijl de Vlaamse Regering niet eens deelneemt aan de BHV-werkgoep. Laat staan dat er enige interactie is tussen wat er in de werkgroep gebeurt en wat bij de dialoog gebeurt. Wie het wil koppelen, maakt de dialoog onmogelijk.
Mevrouw de voorzitter, sommige collega's zitten al in volle verkiezingscampagne. Dat is hun volste recht. De Vlaamse Regering is ondertussen bezig met het aanpakken van de crisis, niet alleen van de banksector, maar ook van de automobielsector, van de landbouw en vele andere sectoren. We zijn ook bezig wat in het regeerakkoord staat en wat in het Vlaams Parlement over de staatshervorming is gevraagd, maximaal te realiseren. Sommigen hebben daar verkeersborden voor nodig, wij doen dat elke dag opnieuw. (Opmerkingen van de heer Jan Peumans)
Mijnheer Peumans, ik wil rustig wachten tot u uw punt hebt gemaakt. Mijnheer Bourgeois, u vraagt elke keer naar garanties, maar u weet dat we bij de start van de gemeenschapsdialoog de garanties voor deelakkoorden heel duidelijk hebben geformuleerd. Ook de garanties over de discussie over Brussel-Halle-Vilvoorde hebben we duidelijk geformuleerd. U komt er elke keer op terug. Ik ga er vanuit dat dit nog een tijdje zal doorgaan.
Mijnheer De Craemer, ik ga er vanuit dat u deel uitmaakt van de oppositie en dat u de Vlaamse Regering en de Vlaamse meerderheid niet steunt. Ik kan dat begrijpen. Het is wel belangrijk dat wij de gemaakte afspraken zo goed mogelijk nakomen en dat we de conclusies zullen trekken op het moment dat wij menen dat ze moeten worden getrokken. (Opmerkingen van de heer Jan Peumans)
Mijnheer Peumans, ga uw gang.
Mijnheer Peumans heeft het woord niet, mijnheer de minister-president, u hebt het woord. (Rumoer)
Excuseer, mijnheer Peumans, ik heb niet de bevoegdheid om u het woord te geven. Mevrouw de voorzitter, mijn excuses.
Dit is heel ernstig. We zullen er alles aan doen. Die vergadering waarvan de datum nog niet is vastgelegd, zal doorslaggevend zijn om na te gaan hoe we de stappen in de staatshervorming die hier zijn gevraagd, kunnen realiseren. (Applaus bij CD&V)
Mijnheer de minister-president, u hebt uw zeven thema's waarmee u naar de dialoogtafel wilt stappen, in het Frans laten vertalen. Ik vrees dat de Franstaligen die vertaling echt niet nodig hebben. Ze hebben u al lang begrepen. Ik vrees dat het u en uw regering zijn die een taalbad nodig hebben. Eén woord in het Frans begrijpt u niet, en dat is 'non'. Dat betekent neen. Ze zullen u nooit garanties geven.
Mijnheer Van Rompuy, ik heb nog een uitsmijter voor u. Iemand die zegt, een regering die alleen een meerderheid in Wallonië heeft, speelt met vuur. Dat is staatsgevaarlijk. U mag eens raden wie er de leiding neemt van een dergelijke regering.
In 1991 stond Philippe Moureaux op de stoep van de 'zestien'. Het ging over het al dan niet toekennen van exportlicenties voor wapens van FN naar Saoedi-Arabië. De federale regering weigerde of er was onenigheid. Weet u wat de heer Moureaux zei? "Als de federale regering het niet doet, dan zal de Waalse gewestregering het doen, illegaal, ongrondwettelijk, maar ze zal het doen." Dat was een institutionele atoombom.
Mijnheer de minister-president, na alles wat we hebben meegemaakt in vier jaar, waarin u communautair niets hebt binnengehaald, vraag ik wanneer u eindelijk eens uw institutionele atoombom boven zult halen. Dat zou pas geloofwaardig zijn. (Applaus bij het Vlaams Belang)
Het incident is gesloten.