Verslag plenaire vergadering
Verslag
Bespreking
Dames en heren, de bespreking is geopend.
De heer De Meyer, verslaggever, heeft het woord.
Mevrouw de voorzitter, ik zal een kort mondeling verslag uitbrengen. Op 14 januari 2009 heeft de Commissie voor Openbare Werken, Mobiliteit en Energie het in april 2008 ingediende voorstel van resolutie behandeld.
Met deze resolutie willen de indieners het grote belang van de vlotte maritieme bereikbaarheid van de Gentse Kanaalzone en de Gentse haven benadrukken.
Met de grootste toegevoegde waarde per maritieme ton overslag van alle Vlaamse havens en 60.000 tot 70.000 rechtstreekse arbeidsplaatsen, is deze immers van zeer groot belang. Het advies van het Stakeholders Advies Forum, onder covoorzitterschap van collega Miet Smet en mede onderschreven door de provinciegouverneur André Denys, stelde onomwonden dat op de terreinen van het bestaande sluizencomplex te Terneuzen, in een tweede grote zeesluis moet worden voorzien. Tevens vraagt men de nodige maatregelen om voor de gehele Kanaalzone een bijkomende investering te doen, om de modal split zo optimaal mogelijk te kunnen realiseren.
Deze resolutie vraagt dan ook aan de Vlaamse Regering om voor 7 juni 2009 een akkoord te sluiten met Nederland zodat een tweede zeesluis in Terneuzen deel kan uitmaken van het volgende regeerakkoord. De resolutie vraagt ook om nota te nemen van de randvoorwaarden die de stakeholders formuleren ten aanzien van de modal split, de aangepaste rampenbestrijding en de uitbaggering van het kanaal. Het overleg met de Nederlandse en Zeeuwse overheden moet tijdig en in samenspraak met dit parlement worden geëvalueerd en zo nodig bijgestuurd. Bij dit alles mag de globale waterhuishouding en het risico op watertekort niet uit het oog worden verloren.
Deze resolutie werd unaniem goedgekeurd door de commissie.
Mevrouw Hoebeke heeft het woord.
Mevrouw de voorzitter, mijnheer de minister, geachte collega´s, we zijn met deze resolutie niet over één nacht ijs gegaan. Er zijn een aantal vergaderingen gehouden met alle Vlaamse volksvertegenwoordigers van de provincie Oost-Vlaanderen. We zijn tot een consensus gekomen die nu voorligt in deze resolutie, op basis van het regeerakkoord van 2004. Daarin staat dat de verbetering van de maritieme toegang tot de haven van Gent en de bouw van een tweede zeesluis, wordt vooropgesteld.
We mogen niet vergeten dat een groot deel van de welvaart in en rond de Vlaamse havens van Antwerpen, Gent en Zeebrugge wordt gecreëerd. De haven van Gent kent een groei van zowel de maritieme overslag - een stijging van 7,7 percent - als van de binnenvaartoverslag - een stijging van 12,9 percent. In het totaal is dat een maritieme overslag van 47 miljoen ton.
De havenschepen van Gent spreekt in de meest recente publicatie over een toegevoegde waarde van 83.000 arbeidsplaatsen, rechtstreeks of onrechtstreeks verbonden met de haven. Hij verwijst ook naar u, mijnheer de minister-president. U hebt in uw betoog van 18 januari 2009 gezegd dat u nog voor de regionale verkiezingen van 2009 met de Nederlanders tot een akkoord zou komen voor de bouw van een tweede zeesluis in Terneuzen.
Wij zijn uiteraard zeer tevreden en zullen dit met veel genoegen begroeten. We zullen u uiteraard ook aan uw woord houden, want de tijd dringt. De haven van Gent en de reders hebben er recht op te weten waar ze staan, zeker met de huidige financiële en economische toestand. De afhankelijkheid van één sluis is te groot. U weet dat de diepgang 12,5 meter is. 95 percent moet langs de Westsluis de haven van Gent binnenkomen. Van die 95 percent heeft er 65 percent zulke afmetingen dat ze enkel door die sluis kunnen binnenvaren, wat een risico inhoudt.??
We kunnen niet genoeg beklemtonen dat de infrastructuurwerken die we vragen voor het sluizencomplex van het kanaal Gent-Terneuzen niet de noodzaak aan infrastructuurwerken in andere havens moet hypothekeren of in het gedrag brengen. Zowel de haven van Antwerpen als die van Zeebrugge moet ook onze blijvende aandacht hebben. Wij kunnen niet uitgaan van een of-ofverhaal, het is een en-enverhaal.
Met de Oost-Vlaamse parlementsleden nemen we onze verantwoordelijkheid en sturen signalen naar de Vlaamse Regering. De havens zijn belangrijk voor de welvaart en de economische groei. Maar we zijn ook van mening dat een gecoördineerde en gestructureerde manier om er ons mee te bemoeien in dit parlement aanwezig zou moeten zijn. Vandaar dat we een suggestie zouden willen doen. De infrastructuurwerkzaamheden zijn tijdig nodig, zodat de cluster rond de haven rechtszekerheid heeft en duurzaam ondernemen kan realiseren. Maar we pleiten ook voor realistische financieringswijzen. Daarom willen we suggereren om in de schoot van de commissie voor Economie een subcommissie voor havenbeleid te installeren voor de volgende legislatuur. We zijn van mening dat er een grotere belangstelling en een betere opvolging van dit parlement nodig is voor de havens, die meer dan ooit onze aandacht verdienen.
Mevrouw Schauvliege heeft het woord.
Mevrouw de voorzitter, ik wil onderstrepen, net als mevrouw Hoebeke, dat dit een sterk signaal is van een aantal Oost-Vlaamse parlementsleden, om de noodzakelijke investeringen te doen in de Gentse kanaalzone. Ik denk dat het voor de werkgelegenheid in de kanaalzone heel belangrijk is dat die investering gebeurt.
Ik ben dan ook zeer blij dat de minister-president de noodzaak daarvan heeft ingezien en al een positief signaal heeft gegeven en heeft aangekondigd dat de werkzaamheden in 2018 kunnen starten. Ik denk dat dat levensnoodzakelijk is. Ik ben ervan overtuigd dat de minister-president nog deze week, bij het overleg dat hij heeft gehad in de Gentse kanaalzone met een aantal bedrijven, onder andere Volvo, het signaal gekregen zal hebben dat de tweede zeesluis belangrijk is om een aantal bijkomende investeringen naar de Gentse kanaalzone te kunnen halen.
De heer Roegiers heeft het woord.
Mevrouw de voorzitter, mijnheer de minister-president, collega's, ik wil eerst op de uiteenzetting van mevrouw Schauvliege zeggen dat, als ik me niet vergis, gesproken is van 2015 en niet van 2018. Ik denk dat dat een belangrijke correctie is.
Mevrouw Hoebeke, ik wil u namens onze fractie steunen in uw pleidooi om in de volgende legislatuur een subcommissie Havenbeleid te installeren. Dat is natuurlijk een zaak van het parlement en niet zozeer van de regering, maar u hebt onze steun.
Collega's, ik wil bij de resolutie eerst drie cijfers vermelden. 15 percent van de Oost-Vlaamse werkgelegenheid, of 66.000 arbeidsplaatsen, hangt rechtstreeks of onrechtstreeks af van de activiteiten in de Gentse kanaalzone. 25 percent van de toegevoegde waarde in de provincie Oost-Vlaanderen vloeit voort uit de activiteiten van de Gentse haven. Dit om te zeggen dat de Gentse haven een absoluut belangrijke economische speler, een hoeksteen van de Oost-Vlaamse economie is.
Collega's, geen tweede zeesluis - maar van dat uitgangspunt vertrek ik niet - zou betekenen dat Oost-Vlaanderen niet meer of niet minder dan de Borinage van Vlaanderen zou worden. Dat zijn niet mijn woorden, maar de woorden van Sas Van Rouveroij, voorzitter van het hevenbedrijf en eerste schepen van de stad Gent. Ik wil hem daarin volledig ondersteunen, maar ik ga niet uit van dit doemscenario.
Ondertussen, sinds dit voorstel van resolutie is ingediend, hebben we het SAF-advies, het advies van het Stakeholders Advies Forum, ontvangen en dat adviseert de overheden om te kiezen voor: "de oplossingsrichting van een grote zeesluis binnen complex". Dat is goed nieuws. Het Stakeholders Advies Forum heeft daarbij ook zes belangrijke randvoorwaarden naar voren geschoven. Bij de bespreking van dit voorstel van resolutie, is het goed even te verwijzen naar die zes randvoorwaarden.
Het SAF stelt ten eerste dat een kanaalverbetering of -verruiming niet mag leiden tot substantieel ruimteverlies van bedrijfsterreinen of ingrijpt op bestaande woonkernen. Het SAF stelt ten tweede dat de beslissing over de oplossing van de sluizenproblematiek een onderdeel is van een integraal Vlaams-Nederlands besluit over de verbetering van infrastructuur in de kanaalzone. Deze integrale benadering houdt in dat dit besluit verder gaat dan enkel het watergebonden verkeer. Het vereist namelijk ook duidelijkheid over de bijbehorende opwaardering van de goederenspoor- en wegvoorzieningen.
Ten derde stelt het SAF dat de intensivering van het scheepvaartverkeer ten gevolge van een verbetering van de maritieme toegang van het kanaal, qua milieuruimte geen beperking mag opleveren voor de huidige of toekomstige activiteiten in de kanaalzone.
Ten vierde wordt gesteld dat de verbetering van de watergebonden toegankelijkheid moet worden gerealiseerd in combinatie met een samenhangend Vlaams-Nederlands beleid over veiligheid en calamiteitenbestrijding op en langs het kanaal Gent-Terneuzen.
Ten vijfde mag het schutproces uit oogpunt van verdroging of verzilting geen negatieve invloed hebben op het waterbeheer in het algemeen en de natuurwaarden van de bestaande, beschermde grensoverschrijdende krekensystemen in het bijzonder.
Ten zesde moeten bij de exploitatie en het beheer van het sluizencomplex te Terneuzen de principes van het Gemeenschappelijk Nautisch Beheer daadwerkelijk en onverwijld worden toegepast.
Collega's, die adviezen zijn behalve heel duidelijk, ook een oproep aan beide regeringen om effectief werk te maken van niet alleen een beslissing over de nautische toegang maar ook van de flankerende maatregelen die daarmee gepaard moeten gaan.
Naar aanleiding van een interpellatie van de heer Van Malderen vorige week, hebben we in de commissie een interessant debat gehouden over de investeringen in de diverse havens. Mijnheer de minister-president, ik dank u omdat u hier nog aanwezig bent. U hebt vorige week in de commissie gewag gemaakt van informele gesprekken die u daaromtrent zou hebben met de Nederlandse minister-president. Ondertussen bent u naar Davos geweest. Het zou goed zijn mocht u enige uitleg kunnen geven bij het informele gesprek dat u daar hebt gehad.
Een tweede belangrijk aspect dat aan bod is gekomen in de commissie, is een globaal akkoord dat wordt nagestreefd over vier punten, met name de bouwheer van de investeringen in de havens, de financiering ervan, een oplossing voor de btw-problematiek en het level playing field. Mijnheer de minister-president, de gesprekken daarover zijn aan de gang. Het zou goed zijn mocht u daarover enige duidelijkheid kunnen geven. U bent daarover vorige week in de commissie een beetje op de vlakte gebleven. Ik weet niet of u daar vandaag iets meer over kunt zeggen, want het zijn belangrijke vragen.
Collega's, dit voorstel van resolutie dat door een aantal Oost-Vlaamse collega's is ingediend, is een absoluut belangrijke vraag aan de regering. Ik heb begrepen dat de minister-president daar absoluut werk van wil maken. Uiteraard wensen wij hem in de informele, maar vooral in de formele gesprekken met de Nederlandse overheid, alle succes, zodat we voor 7 juni een akkoord kunnen hebben en er in een volgend regeerakkoord een passage kan staan die absolute duidelijkheid geeft over de investeringen in de Vlaamse havens, in Antwerpen, in dit geval vooral in Gent, in Zeebrugge en in Oostende.
Mevrouw Dua heeft het woord.
Mevrouw de voorzitter, geachte leden, mijnheer de minister-president, Groen! heeft dit voorstel van resolutie ook mee ondertekend, omdat er vooruitgang moet worden geboekt in dit dossier, dat al jarenlang aansleept.
Zolang ik in de politiek zit, is er al sprake van die tweede zeesluis. We zijn altijd al voorwaardelijk voorstanders geweest van een tweede zeesluis in Terneuzen, omdat er iets moet gebeuren. De huidige sluis is verouderd, riskant, te smal en kan de trafiek niet vlot afhandelen, temeer omdat ook de binnenvaart - gelukkig - fors is toegenomen en daarmee concurreert. Voor de veiligheid en een vlotte doorstroming is die tweede zeesluis dus nodig.
Dit is ook belangrijk voor de ontwikkeling van de Gentse haven. De andere leden hebben daar ook al op gewezen. Wij stellen echter één voorwaarde: dat de ontwikkeling van de Gentse haven in de goede richting gaat. Ik wil erop wijzen dat Gent er altijd voor heeft gekozen om een specifieke haven met een grote toegevoegde waarde te zijn. Dat is zeer karakteristiek voor de Gentse haven. We hebben dat ook altijd zeer sterk ondersteund. In tegenstelling tot bijvoorbeeld Antwerpen is de gecreëerde tewerkstelling per aangevoerde ton er zeer hoog. In feite zouden de andere havens daar een voorbeeld aan moeten nemen.
We steunen dit ook op voorwaarde dat die ontwikkeling daadwerkelijk gepaard gaat met een zuinig ruimtegebruik. Ook op dat vlak is Gent altijd vrij goed geweest. (Opmerkingen van de heer Robert Voorhamme)
Ik heb de indruk dat ik een reactie uit Antwerpen krijg. Alleszins moet er rekening worden gehouden met ecologische voorwaarden en moeten ook de mogelijke effecten op de waterhuishouding zeer nauwgezet worden bekeken. Dat is trouwens ook zeer expliciet vermeld in het SAF-advies.
Tussen haakjes wil ik erop wijzen dat het SAF-advies en dit voorstel van resolutie enkel gaan over de tweede zeesluis. De volgende discussie die zal moeten plaatsvinden, is die over de vraag of er iets zal gebeuren met het kanaal Gent-Terneuzen. Ter zake zal door voldoende studies moeten worden aangetoond dat dit geen te zware ecologische gevolgen heeft.
Het nieuwe element is dat de stakeholders, zowel de Vlamingen als de Nederlanders, een gezamenlijk advies hebben geformuleerd. Dat we de Nederlanders mee hebben, is een zeer belangrijke stap. Het voorstel van het SAF lijkt me ook het beste voorstel. Het komt erop neer dat die tweede zeesluis binnen het sluizencomplex zou worden gebouwd. Dat is ook een zeer goede zaak vanuit het oogpunt van het ruimtegebruik. De heer Roegiers heeft al verwezen naar de randvoorwaarden. Ik zal die niet herhalen, maar u zult begrijpen dat die voor ons ontzettend belangrijk zijn. Dan gaat het over voorwaarden op het vlak van mobiliteit, ruimtegebruik, waterhuishouding en het behoud van natuurwaarden. Ik hoop dat u al die randvoorwaarden goed in het achterhoofd hebt als u onderhandelt of plannen maakt.
Ten aanzien van de collega's wil ik er ook nog op wijzen dat, als die nieuwe zeesluis zal zijn verwezenlijkt, dat eigenlijk impliceert dat alle grootste plannen voor het Schipdonkkanaal daarmee definitief worden afgevoerd. Dat is voor ons een bijkomende reden om dit voorstel van resolutie te steunen. Anders zouden de gevolgen voor de waterhuishouding catastrofaal zijn. Bouw die tweede zeesluis dus: dan weten we dat Schipdonk gered is.
Ten slotte heb ik nog een vraag. Daarmee sluit ik me aan bij de heer Roegiers. Ik heb ook via de kranten vernomen dat u in Davos gesprekken hebt gehad met minister-president Balkenende. Er was zelfs expliciet te lezen dat dit dossier voor u een van de belangrijkste redenen was om naar Davos af te reizen. Als Gentenaar voelde ik me natuurlijk enorm gevleid, hoewel ik het toch een beetje overdreven zou vinden, mocht dat de enige reden zijn geweest om naar Davos te gaan. Dat neemt niet weg dat we natuurlijk zeer benieuwd zijn over de resultaten van die gesprekken met Balkenende. Misschien is dit de gelegenheid om ons daarvan op de hoogte te brengen.
De heer Deckmyn heeft het woord.
Mevrouw de voorzitter, ik vraag me af of de conclusies die mevrouw Dua verbindt aan de goedkeuring van dit voorstel van resolutie, ook door haar collega's worden gesteund. Dan heb ik het over wat ze net heeft gezegd over het Schipdonkkanaal.
In dit huis, net als op andere niveaus, werd de maritieme toegankelijkheid van de Gentse haven al vaak besproken. Ik ga dat allemaal niet herhalen. De heer Roegiers heeft dat ook al uitvoerig toegelicht. Een laatste belangrijke ontwikkeling in dit dossier is het SAF-advies. Ik ben uiteraard benieuwd naar de gesprekken - en de resultaten ervan - tussen minister-president Peeters en zijn Nederlandse collega Balkenende hieromtrent.
Het Vlaams Belang vindt net als alle andere partijen dat die tweede zeesluis voor Gent enorm belangrijk is. We hebben alle initiatieven in deze zin altijd gesteund. Als lid van het havenbestuur van Gent heb ik dan ook de evolutie van dit dossier van dichtbij kunnen volgen. Zonder zeesluis, dat heeft de heer Roegiers ook al toegelicht, is er voor Gent geen toekomst. Ik hoop dan ook dat de minister-president zijn beloftes ter zake nakomt.
Ik wil nog enige nuance aanbrengen in het betoog van sommige collega's. Ik vind het jammer dat de indieners er niet voor konden zorgen dat het voorstel van resolutie door alle partijen kon worden ondertekend. Dat zou pas een krachtig signaal geweest zijn. Ondanks dit alles zal het Vlaams Belang het voorstel van resolutie goedkeuren. Het Vlaams Belang wil geen politieke spelletjes spelen ten koste van de Gentse haven.
De heer Peumans heeft het woord.
Mevrouw Stevens heeft dit voorstel van resolutie mee ondertekend; de N-VA staat achter de inhoud.
Ik sluit me aan bij de vorige sprekers. Mijnheer de minister-president, naar aanleiding van de interpellatie van de heer Van Malderen vorige week hebt u heel duidelijk gezegd dat u naar Davos ging. Ik ben net zoals mijn collega's benieuwd naar de gesprekken met minister-president Balkenende. U hebt gezegd dat u daar knopen ging doorhakken. Ik heb dat zo geïnterpreteerd. U hechtte heel veel belang aan die ontmoeting in Davos omdat daar een item van het verlanglijstje van de provincie Oost-Vlaanderen aan bod zou komen.
Minister-president Peeters heeft het woord.
Mevrouw Hoebeke, hoe het parlement zich gaat organiseren na de verkiezingen, daar heb ik niets over te zeggen. Ik heb niet begrepen dat er dan drie of vier subcommissies - voor elke haven één - zou komen. Ik vermoed dat u een voorstel zult doen om een subcommissie onder de commissie voor Openbare Werken te organiseren. Maar dat is aan het parlement, en dat zien we wel na de verkiezingen.
Covoorzitter mevrouw Smet, heeft heel hard gewerkt. De felicitaties voor het advies komen haar volledig toe. (Applaus)
Ik ben samen met haar heel opgetogen dat dat hier kamerbreed positief wordt geduid. De consensus die moeizaam tot stand kwam, komt hier nu tot uiting. Daar hebben veel mensen aan gewerkt. Die consensus werd hier al toegelicht: de zeesluis binnen het complex met een zestal randvoorwaarden of flankerende maatregelen. Dit is een mijlpaal waar jaren van discussie aan voorafgingen. Ik ben opgetogen dat u zich hierbij aansluit, mevrouw Dua, maar enkele bijkomende elementen hebben met de zeesluis niets te maken. Ik verwijs naar het Schipdonkkanaal. Dat dossier staat volledig op zich. Maar ik vind het hoopgevend dat u daar zo positief naar kijkt.
Ik heb in Davos met minister-president Balkenende een aantal dossiers besproken. Gent-Terneuzen en SAF was niet het enige dossier. Dat kwam aan bod in een informeel gesprek.
Het is natuurlijk wel zo, en dat heb ik ook tijdens de nieuwjaarsreceptie in Gent onderstreept, dat gezien de energie en gezien de consensus die tot stand is gekomen, ik als bevoegde minister dit advies van het SAF ook valideer. Ik heb mijn collega Jan Peter Balkenende uitdrukkelijk gevraagd om het langs Nederlandse kant ook te valideren. Hij zou de nodige gesprekken voeren binnen zijn regering en "heel snel" een contact organiseren met de bevoegde Nederlandse minister of ministers om wat ik in Gent uitdrukkelijk heb gezegd over het valideren van al die inspanningen en de consensus die daar is uitgekomen, ook te valideren aan Nederlandse kant.
In verband met een laatste element waar de heer Roegiers en anderen ook naar verwijzen, is het natuurlijk zo dat wij de volgende jaren een aantal belangrijke investeringen zullen doen. De eerste investering is de tweede sluis in Antwerpen, die op het vlak van de procedure het verst is gevorderd. De kostprijs is 625 miljoen euro. De tweede belangrijke investering die wij zullen uitvoeren is de diepe zeesluis binnen het complex. De kostprijs bedraagt meer dan 1 miljard euro. Dan zijn er nog de Visartsluis en SHIP in Zeebrugge, waar een kostprijs van 700 miljoen euro aan verbonden is.
Ik heb in het verleden reeds aangekondigd dat we zouden bekijken in welke mate de havenbedrijven een bijdrage konden leveren, met respect voor de verschillende situaties en voor het level playing field. Ik heb een aantal concrete voorstellen op papier gezet, en ik heb daar ook met de havenbesturen over gesproken. Nu wordt bij de Nationale Bank en andere instanties gecheckt of alles ESR-neutraal is.
Ik zal er de laatste hand aan leggen, want er is ook al overleg geweest binnen de Vlaamse Regering, en ik zal daarna het Vlaams Parlement informeren, maar ik meen dat het nu nog iets te vroeg is om dat te doen. Ik wil immers eerst finaliseren en ik wil alle elementen erin opnemen om te komen tot een vehikel waarin de vier uitgangspunten waarnaar de heer Roegiers verwees, terug te vinden zijn.
Dit kamerbrede voorstel van resolutie sterkt mij om met dit dossier verder te gaan. Met een consensus vanuit het SAF en een brede consensus hier in dit Vlaams Parlement, zal dat zeker lukken.
Vraagt nog iemand het woord? (Neen)
De bespreking is gesloten.
We zullen straks de hoofdelijke stemming over het voorstel van resolutie houden.