Verslag plenaire vergadering
Verslag
De heer Penris heeft het woord.
Mevrouw de voorzitter, allereerst mijn welgemeende dankbetuiging aan u omdat u de vraag hebt laten plaatsvinden. Ik heb van onze fractiesecretaris vernomen dat dit niet vanzelfsprekend was. Een aantal mensen in uw administratie vonden dat ik deze vraag niet mocht stellen. Dankzij u en dankzij onze griffier mag de vraag toch worden gesteld. Ik denk dat dit niet meer dan normaal is.
Mevrouw de voorzitter, misschien ligt het voor u persoonlijk wat moeilijk om vragen als deze te laten plaatsvinden want in een andere hoedanigheid hebt u met een volksraadpleging misschien minder goede ervaringen gehad. Ik spreek dan over de mooie stad Lier.
Vandaag hebben we het over Antwerpen. Wie het BAM-dossier goed volgt, weet waarover het gaat. In het kader van het Beheersplan Antwerpen Mobiel werd het idee opgevat om in het kader van de Oosterweelverbinding een grote viaductconstructie te realiseren, die de naam Lange Wapper heeft meegekregen. Dat wordt door heel wat Antwerpenaren gecontesteerd. Deze Antwerpenaren hebben zich verenigd tegen dat project omdat volgens hen een aantal elementen aantonen dat het ding mogelijk de volksgezondheid zou kunnen schaden. Zij willen daarover een referendum organiseren. Zij hebben daarvoor de door de artikelen 205 en volgende van het Vlaamse Gemeentedecreet voorgeschreven handtekeningen verzameld, dus zal deze volksraadpleging moeten plaatsvinden.
De burgemeester van de mooie stad Antwerpen, een goede collega van ons, hier vandaag vroeg aanwezig, heeft echter geoordeeld dat hij de vraagstelling, zoals ze door de petitionarissen naar voren was geschoven, niet kon weerhouden. Hij suggereerde dat het debat zou moeten worden opengetrokken en dat bijgevolg ook de vraagstelling zou moeten worden opengetrokken. Hij suggereerde dat er bij de Antwerpenaren niet alleen over de vraag of de Lange Wapper als constructie moet behouden worden een raadpleging zou moeten komen maar ook over de vraag of men mogelijkerwijze ook rekening zou kunnen houden met andere alternatieven. Een aantal mensen vragen zich zelfs af of het Beheersplan Antwerpen Mobiel kan worden behouden.
Mijnheer de minister-president, twee ministers hebben in dit debat stelling genomen. Daarom durf ik mij tot u richten. Minister Van Brempt en minister Van Mechelen traden de Antwerpse burgemeester en goede collega, hier aanwezig, bij en beaamden dat de vraagstelling moet worden opengetrokken, dat het debat moet worden verruimd. Ook zij vinden dat wat die mensen vragen, misschien te verwarrend is. Het schijnt dat de moeder van Patrick Janssens niet zou begrijpen waarover het gaat. Als hij dat wil, wil ik het wel eens aan zijn moeder komen uitleggen. Mijn moeder verstaat het in elk geval wel.
Die twee ministers treden de burgemeester van Antwerpen bij. Dat schept natuurlijk verwarring. Want wat is nu het standpunt van uw Vlaamse Regering?
Mijnheer de minister-president, bent u van mening dat de in de artikelen 205 en volgende van het Gemeentedecreet gegarandeerde volksdemocratie gewaarborgd moet blijven? Dit zou inhouden dat het standpunt en de vraagstelling van de indieners van het verzoekschrift tot volksraadpleging gehandhaafd moet blijven. Of bent u van mening dat de bevraging, zoals twee ministers uit uw regering hebben gesuggereerd, moet worden uitgebreid? (Applaus bij het Vlaams Belang)
Mevrouw de voorzitter, ik zal zeer kort zijn. Ik ga er echter van uit dat ik desalniettemin duidelijk zal zijn.
De volksraadpleging maakt deel van de gemeentelijke bevoegdheden uit. De burgemeester en de schepenen moeten zich hierover uitspreken. Dat is binnen de gemeentelijke bevoegdheden perfect mogelijk.
De Vlaamse Regering heeft een vergelijkende studie besteld. Dat is hier trouwens uitgebreid aan bod gekomen. Op een bepaald ogenblik hebben we besloten een bijkomende studie te laten uitvoeren en de verschillende tracés te laten onderzoeken. Die studie zal eind februari of begin maart 2009 klaar zijn. Op dat ogenblik zal de Vlaamse Regering op basis van die studie een beslissing nemen. Ik wil hier niet op vooruitlopen. Ik weet niet wat de conclusies van het onderzoek zullen zijn.
Dat is in mijn ogen het belangrijkste. We wachten de resultaten van de alternatieve studie af. Vervolgens zal de Vlaamse Regering een beslissing nemen. Deze beslissing zal ook voor de stad Antwerpen en voor haar burgemeester belangrijk zijn. Op basis van de beslissing van de Vlaamse Regering zal het stadsbestuur een aantal zaken verder kunnen bekijken. Gezien de opbouw en de logica van het dossier, is dit het enige wat ik hierover momenteel kan zeggen.
Ik wil me niet over het referendum uitspreken. De Vlaamse Regering moet eerst beslissen wat ze met de conclusies van de alternatieve studie wil aanvangen. Pas daarna zal ik me, namens de hele Vlaamse Regering, over deze zaak uitspreken. Niets meer en niets minder.
Mijnheer de minister-president, ik dank u voor uw antwoord. U was bijzonder duidelijk. U wacht de studies af. Indien studies worden besteld, moet minstens het resultaat van die studies worden afgewacht. (Opmerkingen van minister-president Kris Peeters)
Ik vraag met betrekking tot dit dossier helemaal niets. Ik heb een heel ander alternatief voor ogen. Op geen enkel ogenblik wordt rekening gehouden met het alternatief dat door de havengemeenschap wordt gedragen, met name de verkorte aansluiting van de Liefkenshoektunnel, die tolvrij kan worden gemaakt, op de E17. Daar wordt blijkbaar geen rekening mee gehouden. Dat is te simplistisch en misschien ook te goedkoop.
U hebt verklaard dat u rekening zult houden met de resultaten van de bestelde studie. Dat is uw goed recht. Ik raad u aan die resultaten goed te lezen. U suggereert daarbij ook dat twee leden van uw regering voor hun beurt hebben gesproken. Eigenlijk hebben ze die uitspraken niet in hun hoedanigheid van Vlaams minister gedaan. Ze mogen natuurlijk uitspraken in andere hoedanigheden, zoals die van regionaal volksvertegenwoordiger of van regionaal verkozene, doen. Ze hebben vandaag niet namens de Vlaamse Regering gesproken. Ik hoop dat u dat straks met 'ja' of 'neen' zult kunnen bevestigen of ontkennen. Voor de duidelijkheid van het debat lijkt dit me heel belangrijk.
De heer Peumans heeft het woord.
Mevrouw de voorzitter, zoals reeds gezegd, gaat het hier om een Antwerpse aangelegenheid. Er zijn nu 48.000 handtekeningen van burgers verzameld. De grens van 50.000 handtekeningen is bijna bereikt. De organisatoren willen nog verder gaan: ze willen 60.000 handtekeningen verzamelen.
Eigenlijk betreft het hier een zeer gerichte vraag. We discussiëren hier trouwens al een paar jaar over. Eigenlijk zijn er geen bezwaren tegen de principes van het Masterplan. De enige discussie slaat op de Oosterweelverbinding. Dat is het grote discussiepunt.
In een volksraadpleging zou de bevolking om een duidelijke uitspraak worden gevraagd. De mensen zouden moeten verklaren of ze voor tracé A, tracé B of tracé C zijn. Daar komt het in feite op neer. De bevolking om een uitspraak over het hele Masterplan vragen, is een heel andere zaak. Dat is een tactiek waar ik niet in geloof. Dat is eigenlijk een poging om heel de zaak te verdrinken. We moeten respect tonen voor het feit dat 48.000 burgers zich deze moeite getroosten. We moeten de bevolking om een uitspraak hierover, en niet over de totaliteit van het Masterplan vragen.
We hebben het gisteren in de commissie voor Openbare Werken nog over dit onderwerp gehad. De ondeelbaarheid van het Masterplan staat niet meer overeind. Dat is al lang losgelaten.
De heer Verstrepen heeft het woord.
Mevrouw de voorzitter, geachte collega's, als er 48.000 burgers met een vraag zijn, zijn er ook 450.000 die geen vraag of opmerkingen hebben. Waarom haal ik dat aan? Ik vind het een beetje vreemd. Als je voor een referendum en een volksraadpleging bent en er is een uitbreiding van de materie en een uitbreiding van de vraag - die pas de laatste maanden gegroeid is, na het idee van een volksraadpleging waardoor mensen zijn gaan nadenken -, dan vind ik dat je dat alleen maar kan toejuichen. Je kunt toch met enig chauvinisme vaststellen dat alle wegen leiden naar Antwerpen en van Antwerpen weggaan: E313, E17, E19. Het is zelfs breder dan alleen maar een brug over een dok, niet over de Schelde, want dat is de grote misvatting in Antwerpen. Het is logisch en correct. Het is inderdaad een Antwerpse discussie, maar ik zou ze toch willen opentrekken naar heel Vlaanderen, want de impact van Antwerpen op de mobiliteit en economie van Vlaanderen is veel groter dan alleen maar die ene Lange Wapper.
Het luisteren naar de burger, had al lang moeten gebeurd zijn. Er is het verleden van BAM als knoeiduivel. Een tweede deftige kans is noodzakelijk. Hoe meer betrokkenheid en hoe meer vragen in een democratie waar je de burger raadpleegt, hoe positiever voor de besluitvorming. Misschien ga je dan naar meer dan 48.000 mensen, misschien naar 100.000 mensen. Misschien zeggen veel Antwerpenaren nu: een brug of niet, het speelt geen rol, zet er een lampje op. Misschien gaat de discussie nu verder. Je kunt daar niet tegen zijn. Je kunt erover discussiëren waarom Janssens daar nu zo laat mee afkomt - maar hij komt met veel dingen wat later af -, maar je moet iedereen een tweede kans geven.
Ik vind het een beetje vreemd. Meer vragen stellen in een democratie, lijkt me toch beter voor de participatie.
Mevrouw de voorzitter, geachte collega's, ik heb daarstraks een organisatie op bezoek gehad die 35.000 handtekeningen kwam overhandigen over de leerzorg in het kleuter- en basisonderwijs. Er zijn heel wat organisaties actief bezig om hun standpunten te verdedigen. Wij nemen dat altijd zeer au sérieux. Ook de 48.000 handtekeningen nemen we au sérieux.
Ik denk dat ik niet gezegd heb dat ik tegen of voor een referendum ben. Ik heb alleen onderlijnd dat de lijn van de Vlaamse Regering heel duidelijk is. Wij hebben bijkomend een alternatievenstudie besteld. Ze moet eind februari klaar zijn. De Vlaamse Regering zal zich uitspreken op basis van die alternatievenstudie.
Het referendum is een gemeentelijke bevoegdheid, een bevoegdheid van de burgemeester en het schepencollege. Ik heb daar op dit moment niets aan toe te voegen. Ik denk alleen maar dat ook de burgemeester en het schepencollege op basis van de conclusies van de alternatievenstudie de zaak zullen bekijken. Dat lijkt me ook zeer logisch.
Ik denk dat minister Van Mechelen gezegd heeft dat we de alternatievenstudie moeten afwachten. Dat lijkt me zeer gelijklopend. Minister Van Brempt heeft gezegd dat het niet alleen gaat over de Oosterweelverbinding, maar over het hele pakket en dat mogen we niet uit het oog verliezen.
Ik zeg u als minister-president - ik ben blij dat die vraag vandaag kon worden gesteld - dat de Vlaamse Regering een beslissing zal nemen na ontvangst van de alternatievenstudie. Nadien kunnen we er in dit parlement verder over discussiëren.
Mijnheer de minister-president, ik noteer nogmaals dat de twee ministers niet hebben gesproken namens de Vlaamse Regering. De Vlaamse Regering zegt wat ze moet zeggen, maar heeft zich niet uit te spreken over de inhoud en de vraagstelling van een referendum. Want daarover - ook voor die mensen die zich nu nog tot de oppositie rekenen, maar in feite al met één been in een toekomstige meerderheid staan - bestaan heel duidelijke regels. Artikel 205 en volgende van het Gemeentedecreet bepalen waarover men referenda kan organiseren en waarover niet. Als minister Van Brempt wil dat er een referendum wordt gehouden over het hele Masterplan Antwerpse mobiliteit - dat tot in Limburg gaat, mijnheer Peumans, want als het over het Albertkanaal gaat, zitten we al in Limburg -, dan kan dat niet. Je kunt wel een referendum houden over wat de stRaten-Generaal heeft voorgesteld.
Ik hoop dat de Antwerpse meerderheid de eerlijkheid heeft om rekening te houden met wat die 48.000 mensen gevraagd hebben.
Het incident is gesloten.