Verslag plenaire vergadering
Verslag
Algemene bespreking
Dames en heren, aan de orde is het voorstel van decreet.
Ik wijs de vergadering tevens op de reflectienota die mevrouw Morel en mevrouw Michiels hebben ingediend en die krachtens artikel 56, punt 2, van ons reglement mee de basis vormt voor de beraadslaging in plenaire vergadering.
De algemene bespreking is geopend.
De heer Voorhamme, verslaggever, heeft het woord.
Ik verwijs naar het schriftelijke verslag, mevrouw de voorzitter.
Mevrouw Morel heeft het woord.
Mevrouw de voorzitter, collega's, op basis van artikel 127 van het decreet betreffende het volwassenenonderwijs legt de Vlaamse Regering het personeelskader en de rechtspositie van de personeelsleden vast. Dat wil zeggen dat er ook werk wordt gemaakt van de lokale onderhandelingscomités binnen die bepaalde delen van het onderwijs. Er wordt een regeling uitgewerkt, en daar kan natuurlijk niemand tegen zijn. Wij hebben dus ook absoluut geen probleem met de oprichting van de onderhandelingscomités.
We hebben wél een probleem met artikel 15. Artikel 15 zegt dat de personeelsafgevaardigden door de personeelsleden van de betrokken centra worden verkozen. Iedereen mag daaraan deelnemen, met uitzondering van de directeur. Iedereen is stemgerechtigd en verkiesbaar. De kandidaten worden voorgedragen op lijsten die worden ingediend door de drie representatieve vakorganisaties. Dat zijn de drie grote politieke families: de christendemocraten, de liberalen en de socialisten.
De memorie van toelichting die erbij hoort, is de moeite om eens te lezen. Daarin wordt verduidelijkt dat de afgevaardigden van het personeel verkozen worden onder de personeelsleden en dat er geen maximaal aantal personeelsleden wordt vastgesteld. Iedereen kan zich met andere woorden verkiesbaar stellen. En zo hoort het: iedereen moet zich verkiesbaar kunnen stellen om zijn collega's te kunnen vertegenwoordigen op de werkvloer.
Maar dan komt natuurlijk het addertje onder het gras. Men zegt vervolgens dat het samenstellen van de lijsten met de kandidaten tot de autonome bevoegdheid van de drie representatieve vakbonden behoort - de drie politieke vakbonden, dus - en dat die bevoegdheid betekent dat niet alle kandidaten aangesloten moeten zijn bij de vakbond. Men moet dus geen lid zijn van een vakbond, maar de vakbonden moeten wel hun zegen geven over de kandidaten. Dat ene zinnetje is het gevolg van een procedure die momenteel loopt voor het Grondwettelijk Hof en die wij hebben aangespannen tegen de sociale verkiezingswet. En ik heb zonet vernomen dat er morgen om half drie een uitspraak wordt gedaan in het Grondwettelijk Hof. Dit debat kon dus niet op een symbolischer moment worden gevoerd.
Men zegt dus letterlijk dat je geen lid hoeft te zijn van een representatieve vakorganisatie, maar dat die vakorganisatie je wel moet erkennen en je op een van haar lijsten moet toelaten. Dat is uiteraard te gek voor woorden.
In 2007 werd er een nieuwe kieswet ingevoerd. Wij zijn tegen die kieswet naar het Grondwettelijk Hof gestapt. Op 19 november 2008 zijn de pleidooien gehouden, en morgen volgt dus de uitspraak. De geïnteresseerden zijn uiteraard van harte welkom om te komen luisteren.
Waarom kan dit niet? Dit kan niet om ontzettend veel redenen. Het is absoluut niet correct dat er een monopoliepositie wordt opgezet om deel te nemen aan sociale verkiezingen. Men zegt dat je wanneer je geen christendemocraat, liberaal of socialist bent, niet het recht hebt om je collega's te vertegenwoordigen in de overlegorganen. Ik spreek uit ervaring, want zoals u weet, zijn het vaak Vlaams-nationalisten die bij de drie grote vakbonden niet welkom zijn. Ondertussen zijn meer dan 800 mensen van Vlaams-nationale signatuur buiten gegooid bij de vakbond en dus de facto uitgesloten van deelname aan de sociale verkiezingen. Ze mogen niet op zo'n lijst staan.
Dit zijn geen woorden in de wind, collega's. Men schendt hier basisrechten. Het passieve kiesrecht van elke burger wordt geschonden. De Belgische Grondwet - en die haal ik niet graag aan, maar hier moet het toch - zegt dat iedereen zonder enige discriminatie het recht heeft om verkozen te worden. Dat kan hier dus niet. Wie niet erkend wordt door een van de drie vakbonden, kan niet verkozen worden. Wat wij hier voor ons hebben liggen in dit voorstel van decreet, gaat in tegen de Belgische Grondwet.
Het is een schending van de vrijheid van meningsuiting. Dit begrip wordt door de parlementen terecht op handen gedragen. De vrije meningsuiting wordt gewaarborgd door de Grondwet, door het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens (EVRM) en door het Internationaal Verdrag inzake Burgerlijke en Politieke Rechten (BUPO-verdrag). Wat hier voor ons ligt, zorgt ervoor dat enkel mensen die zich bekennen tot een van de drie grote politieke families en door hen erkend worden, kunnen deelnemen aan de sociale overlegorganen.
Het is een schending van de vakbondsvrijheid. De vrijheid van vereniging staat ook in tal van verdragen. Het EVRM, de Grondwet, het BUPO-verdrag en het verdrag van de Internationale Arbeidsorganistatie of het IAO-verdrag stellen dat iedereen de vrijheid heeft om tot een vereniging toe te treden en dat iedereen het recht heeft om niet tot een vereniging toe te treden zonder daar nadeel van te ondervinden. Het decreet dat hier voor ons ligt, zegt dat wanneer iemand geen lid is van een traditionele vakbond, hij niet in de overlegorganen kan. Dat is een nadeel dat je ondervindt wanneer je geen lid bent van een traditionele vakbond of door hen niet wordt voorgedragen.
Het is een schending van de sociale rechten op overleg, informatie en collectief onderhandelen. Het is bepaald in de Grondwet dat iedereen recht heeft op arbeid, informatie, overleg en collectief onderhandelen. Met dit voorstel van decreet zijn de mensen die niet worden voorgedragen door de drie partijpolitieke zuilenvakbonden uitgesloten van dit basisrecht.
Beste collega's, wat men ons hier vandaag probeert te laten goedkeuren, staat haaks op vele wetten en verdragen waar we anders graag hoog mee oplopen. Het is een schending van internationale wetgeving op de syndicale vertegenwoordiging. Ik durf me hier te beroepen op een eminentie zoals professor Blanpain. Hij stelde enkele jaren geleden duidelijk in De Morgen: "Sociale verkiezingen moeten open verkiezingen worden. Het moet mogelijk zijn voor mensen buiten de drie traditionele vakbonden en mensen die niet worden voorgedragen door de drie traditionele vakbonden, om ook de mensen op de werkvloer te vertegenwoordigen. Het is heel duidelijk dat de internationale wetgeving op de syndicale vertegenwoordiging moet gerespecteerd worden."
Nog niet zo lang geleden, in november 2008, is België opnieuw op de vingers getikt door de IAO. Die stelde dat het onaanvaardbaar is dat in een land als België de drie traditionele vakbonden ACV, ABVV en ACLVB een monopolie hebben op de sociale verkiezingen en de sociale overlegorganen. We zien dat in dit voorstel van decreet opnieuw. De drie grote kleuren van vakbonden krijgen een vrijkaart om te zeggen: "U bent goed. U past in mijn partijpolitieke kaart. U mag meedoen aan het overleg." Dat kan niet. Ik begrijp niet dat dit hier op de banken kan liggen. Het is onaanvaardbaar.
Een ander internationaal argument is het ASLEF-arrest. In 2007 is dat arrest verschenen naar aanleiding van een dispuut tussen de Unions en de British National Party in Engeland over lidmaatschap van een vakbond. Het ASLEF-arrest werd uitgesproken door het Hof van de Rechten van de Mens in Straatsburg, toch niet de eerste de beste rechtbank. Dit stelde heel duidelijk dat men geen mensen mag uitsluiten als er sprake is van een closed-shopsysteem. De sociale overlegorganen waarover het hier gaat, zijn de beste voorbeelden van een closed-shopsysteem, want enkel wie past in een partijpolitiek kraam, mag deelnemen aan het overleg.
Het is grappig te merken dat men de tekst van dit voorstel van decreet een beetje heeft aangepast naar aanleiding van onze debatten in de rechtbank verleden jaar. Aanvankelijk werd gesteld dat men lid moest zijn van een representatieve vakbond, maar omdat de vakbonden zelf wel voelen dat wat ze hier monopoliseren, niet klopt, werd de tekst zo aangepast dat men geen lid moet zijn, maar dat men voorgedragen moet worden door een traditionele vakbond en op hun lijst moet mogen staan, ook als niet-lid. Dit is natuurlijk een aanfluiting, een poging om een wettelijke terechtwijzing te ontwijken. Dit betekent natuurlijk niets en is in de geest hetzelfde als wanneer men lid zou moeten zijn.
In oktober 2008 sprak de Antwerpse rechtbank van eerste aanleg een vernietiging uit van uitsluitingen van mensen van Vlaams-nationalistische origine die uit de vakbond werden gezet. Ondanks die veroordelingen probeert men hier toch opnieuw een voorstel van decreet door te drukken dat haaks staat op dat basisrecht.
We hebben hierover in de commissie een heel eenvoudig amendement ingediend, dat voorstelt om datgene te schrappen dat maakt dat de syndicale vertegenwoordigingen en onderhandelingscomités ongrondwettelijk zijn. We willen dat iedereen zich kandidaat kan stellen. We willen dat er in de tekst wordt geschrapt dat de kandidaten worden voorgedragen op lijsten die zijn ingediend door de representatieve vakorganisaties en dus enkel kunnen deelnemen met de zegen van ACV, ABVV of ACLVB. Dit kan niet. Iedereen voelt wel aan dat dit niet democratisch is, en vooral dat het de democratische waarde van zo'n onderhandelingscomité niet ten goede komt.
Ik roep iedereen van harte en met aandrang op om dit amendement te bekijken en met enig rechtvaardigheidsgevoel te oordelen dat het niet kan, dat de facto wordt beslist dat wie een andere politieke voorkeur heeft dan een van de drie grote families, niet mag zetelen in zo'n comité. Als dit voorstel van decreet wordt goedgekeurd zonder de aanpassing van dit amendement, zullen we dit aanvechten bij het Grondwettelijk Hof. Het is niet correct om dit te laten passeren en opnieuw heel veel mensen te laten uitsluiten die het goed bedoelen en geëngageerd zijn en werk willen maken van een goede werking van die comités.
Ik hoop van harte dat ik op uw massale steun mag rekenen voor ons amendement, anders vrees ik dat we dit weer moeten verwijzen naar het Grondwettelijk Hof. (Applaus bij het Vlaams Belang)
De heer Voorhamme heeft het woord.
Mevrouw Morel, ik zal niet ingaan op uw argumentatie, want er zijn heel wat argumenten tegenover te stellen. Ik vind uw redenering nogal vreemd.
Tot nu toe is er een kader dat niet alleen voor deze materie maar ook algemeen, wat het syndicaal overleg en de inspraakstructuren in bedrijven en in de publieke organisaties betreft, een en ander regelt. Mevrouw Morel, uw fractie stelt deze algemene regeling in vraag, betwist die en spant daar een juridische procedure voor aan. Dat is uw goed recht. We leven in een democratie. Die procedure is echter nog niet afgelopen. Ik vind het bizar dat u in afwachting van de lopende procedures vraagt dat alle decreetgevend werk zou worden lamgelegd. Stel u voor, mevrouw Morel, dat u gelijk krijgt in uw juridische procedure. Dan spreekt het vanzelf dat er, niet alleen voor deze materie maar ook voor andere materies, zal moeten worden bijgestuurd.
Mevrouw Morel, u hebt de inhoud van dit voorstel van decreet niet mee kunnen bespreken omdat u niet in de commissie aanwezig was. Uw collega, mevrouw Michiels, zou kunnen zeggen dat dit voorstel van decreet meer dan noodzakelijk is omdat het inspeelt op de hervorming van het volwassenenonderwijs waar op dit ogenblik een lacune bestaat voor wat het overleg met de werknemers in die sector betreft. Dat voorstel van decreet moet dan ook dringend worden goedgekeurd.
We moeten wetgevend werk niet afstemmen op de timing van gerechtelijke procedures want dan halen we de taken van de wetgevende macht en van de rechterlijke macht door elkaar. Mevrouw Morel, er is dan ook geen enkele reden om dit amendement nu te aanvaarden want er is nog geen uitspraak. Er is nog geen juridische basis.
De heer Van Dijck heeft het woord.
Dit is inderdaad een belangrijk voorstel van decreet dat tegemoetkomt aan de evolutie binnen de basiseducatie en het volwassenenonderwijs.
Tijdens het vorige debat heeft de heer Van den Brande even gelachen met de Volksunie. Ik wil echter ook even naar het verleden verwijzen en als N-VA heel duidelijk stellen dat wij niet tegen vakbonden zijn. Wij zijn niet tegen vakorganisaties, integendeel, maar er zijn toch wat principes, zoals de vrijheid van vereniging, die ervoor zorgen dat we heel voorzichtig met dit gegeven moeten omspringen.
Ik ben me ervan bewust dat in heel wat domeinen het overleg momenteel wel degelijk gebeurt door de representatieve vakorganisaties. Ik zeg niet dat dit vandaag allemaal moet veranderen. De heer Voorhamme heeft een punt wanneer hij zegt dat daar vandaag nog geen uitspraak over bestaat. Er zijn echter internationale regels die ter zake heel duidelijk zijn. Ik wil daar niet op vooruitlopen.
Op dit moment zijn we bezig met nieuw decreetgevend werk. Stel u voor dat straks iemand een voorstel van decreet indient waarin staat dat bij de verkiezingen van juni 2009 alleen de erkende politieke fracties een lijst mogen indienen. Iedereen zou terecht op zijn achterste poten staan met het argument dat dit tegen de vrijheid van vereniging en tegen de vrije meningsuiting is.
In het laatste stukje van die alinea herken ik die beknotting. Men moet voorgedragen worden op lijsten die zijn ingediend door de representatieve vakorganisaties. Met mijn slecht karakter lees ik: "Men moet voorgedragen worden op lijsten ingediend door erkende politieke fracties." Ik weet dat we niet alles ineens kunnen veranderen. Ik weet dat er nog uitspraken moeten komen. De N-VA vraagt echter om de bepaling dat enkel representatieve vakorganisaties lijsten mogen indienen, niet goed te keuren.
Mijnheer Voorhamme, ik weet niet waar u het vandaan haalt dat wij dit voorstel volledig willen blokkeren. Het is heel simpel: keur het amendement goed en dan is er geen probleem.
Ik begrijp uw redenering absoluut niet. U zegt dat we moeten wachten op de uitspraak van de rechtbank. En die zal niet lang op zich laten wachten. U gaat ervan uit dat we moeten wachten op een terechtwijzing, op een reparatie. Ondertussen kan men, volgens u, wel vrolijk verder gaan met zaken die gewoon haaks staan op de Grondwet en op de internationale bepalingen. Ik zal niet herhalen wat ik al heb gezegd. Ook door internationale instanties zijn we hiervoor al herhaaldelijk op de vingers getikt. Het is ook enkel en alleen omdat de heer Cortebeeck van het ACV ondervoorzitter van de IAO is, dat er nog geen sancties zijn gevolgd. Dat is niet alleen mijn mening, maar ook die van de professoren en anderen die zich met deze zaak bezighouden.
U stelt dat men moet wachten tot de rechtbank een uitspraak doet en dat wij, als politici, niet de verantwoordelijkheid mogen nemen om degelijk wetgevend werk te leveren conform de internationale normen. Dat is opmerkelijk. Schrijf maar wetten, ga daarmee in tegen alles wat Europa en andere organisaties zeggen, zegt u eigenlijk. Men moet dan maar telkens naar de rechtbank gaan om de zaak recht te laten zetten. Ik denk dat de rechtbank andere dingen te doen heeft. Als politici moeten we de verantwoordelijkheid nemen om van de eerste keer een correcte tekst op te stellen, die niet haaks staat op allerlei internationale bepalingen.
Mijnheer Voorhamme, er is geen enkel probleem als die paragraaf wordt geschrapt. Wat de heer Van Dijck zegt, is zeer correct. Als men in Rusland zegt dat enkel erkende lijsten aan verkiezingen mogen deelnemen, dan maakt uw fractie heel wat kabaal. Als dat in België al jaren het geval is tijdens de sociale verkiezingen, dan hoor ik het ABVV niets zeggen. Integendeel, dan kijkt het de andere kant uit. Van twee maten en twee gewichten gesproken!
Mijnheer Voorhamme, ik ben het absoluut niet met u eens. Politici hebben de plicht om goede teksten op te stellen. Ze mogen de hete aardappel niet doorschuiven naar justitie, die achteraf de zaak moet oplappen. (Applaus bij het Vlaams Belang)
Mevrouw Morel, u bent het die de hete aardappel doorschuift naar de rechtbank! (Rumoer)
Wij hebben geen procedure ingeleid bij de rechtbank.
Mijnheer Voorhamme, u gaat niet graag in op de argumenten. Als we op basis van de inhoud en argumenten naar de rechtbank stappen, dan is dat volgens u foutief. U zegt dat we de foute wetgeving en de oude reglementering moeten behouden. Dat is wel een opmerkelijke opinie van sp.a! (Opmerkingen van de heer Gilbert Bossuyt)
U slaat de bal volledig mis. Ik weet niet of u weet hoe de representatieve vaststelling ooit tot stand is gekomen. U moet niet zeggen dat die democratisch is goedgekeurd. Anders weet u niet waarover u spreekt!
Vraagt nog iemand het woord? (Neen)
De algemene bespreking is gesloten.
Artikelsgewijze bespreking
Dames en heren, aan de orde is de artikelsgewijze bespreking van het voorstel van decreet. (Zie Parl. St. Vl. Parl. 2008-09, nr. 1883/1).
Wat artikel 48 betreft, wordt het door de commissie gecorrigeerd artikel als basis voor de bespreking genomen. (Zie Parl. St. Vl. Parl. 2008-09, nr. 1883/3).
De artikelen 1 tot 14 worden zonder opmerkingen aangenomen.
Er is een amendement op artikel 15. (Zie Parl. St. Vl. Parl. 2008-09, nr. 1883/5)
De stemmingen over het amendement en over het artikel worden aangehouden.
De artikelen 16 tot 60 worden zonder opmerkingen aangenomen.De artikelsgewijze bespreking is gesloten.
We zullen straks de hoofdelijke stemming over het voorstel van decreet houden.