Verslag plenaire vergadering
Verslag
Bespreking
Dames en heren, de bespreking is geopend.
Mevrouw Rombouts, verslaggever, verwijst naar het schriftelijke verslag.
De heer Wymeersch, verslaggever, verwijst naar het schriftelijke verslag.
Mevrouw Schauvliege heeft het woord.
Mevrouw de voorzitter, ik ben blij dat we vandaag in het Vlaams Parlement over de grenzen van de meerderheid en de oppositie heen een voorstel van resolutie over de niet-ioniserende straling kunnen bespreken.
De commissie heeft hoorzittingen met zeer uiteenlopende sprekers georganiseerd. We hadden immers vastgesteld dat in de media heel wat tegenstrijdige berichten over de al dan niet schadelijke effecten van gsm-gebruik, masten, hoogspanningsleidingen en dergelijke waren verschenen. Mijns inziens waren die hoorzittingen zeer verrijkend. We hebben alles mooi op een rijtje kunnen zetten.
We zijn tot de conclusie gekomen dat er nog heel wat betwistingen zijn. Aangezien het niet duidelijk is of deze stralingen al dan niet schadelijk zijn, gaan we ervan uit dat we voorzichtig moeten zijn. Zolang niet is bewezen dat de straling niet schadelijk is, moeten we ervan uitgaan dat er mogelijk effecten kunnen zijn.
Om die reden vermeldt dit voorstel van resolutie onder meer dat de Vlaamse Regering de consument betere informatie over de stralingseffecten van bepaalde toestellen moet verstrekken. De Vlaamse Regering moet de consument tevens heel eenvoudige tips geven. Bij het bellen in de trein of in de auto ligt het stralingsniveau veel hoger. Het gsm-gebruik door kinderen wordt ten zeerste ontraden.
Het gaat in deze resolutie niet enkel over het gsm-gebruik, maar ook over de inplanting van antennes en nieuwe gsm-masten. We vragen dat de regelgeving zou worden aangepast zodat er meer controle is en betere afstandsregels kunnen worden gehanteerd.
Het gaat ook over hoogspanningsleidingen. Wetenschappelijk onderzoek heeft bewezen dat er voor kinderen effectief een verhoogd risico op leukemie is. We vragen daarom dat zoveel mogelijk hoogspanningsleidingen ondergronds worden gelegd zodat de straling beperkt is. Als het niet ondergronds kan, dan moet er voldoende afstand tot de huizen gehouden worden.
Ten slotte staat er uiteraard ook iets in over verder wetenschappelijk onderzoek. Aangezien wij in de commissie tot de conclusie zijn gekomen dat er nog niet voldoende bewijs is voor mogelijke effecten, vragen wij dat ook Vlaanderen het wetenschappelijk onderzoek ten volle zou steunen en meefinancieren.
Ik wil alle collega's bedanken voor hun constructieve medewerking aan deze resolutie. Wij kijken uit naar de verdere uitvoering. Wij verwachten dat de Vlaamse Regering er werk van maakt zodat er op het veld effectief iets gebeurt. (Applaus bij Groen!)
Mevrouw Van den Eynde heeft het woord.
Mevrouw de voorzitter, wat een cinema hier. Ik wil kort een aantal bedenkingen maken bij dit voorstel van resolutie.
Ik had een soort déjà vu bij deze resolutie. In mei 2001 werd door CD&V een gelijkaardige resolutie ingediend, die unaniem door het Vlaams Parlement werd goedgekeurd. Die resolutie beperkte zich wel tot gsm-masten. De huidige resolutie is initieel een initiatief van Groen! dat u als meerderheid hebt overgenomen. Die resolutie van Groen! handelt ook over een aantal andere installaties, 'bronnen van niet-ioniserende straling'.
Ik heb het al in de commissie gezegd maar ik zal het hier ook nog eens herhalen: Groen! heeft vijf jaar lang een minister van Leefmilieu gehad, maar is er nooit in geslaagd om maatregelen te nemen. Mijnheer Daems, het is wel gemakkelijk om nu een resolutie in te dienen en te doen alsof men een voorvechter is in de strijd voor strengere stralingsnormen en afstandsmaatregelen. Het is bovendien naar mijn mening heel goedkoop om te stellen dat u geen steun vond bij de toenmalige Vlaamse en federale regering.
Maar goed, het Vlaams Belang heeft in 2001 het voorstel van resolutie met de vraag naar strengere stralingsnormen goedgekeurd. Wij zullen dit nu ook doen in het kader van het voorzorgsbeginsel. Tijdens de hoorzittingen waren de aanbevelingen van verschillende professoren duidelijk. Ze toonden aan dat strengere stralingsnormen noodzakelijk zijn in het belang van de gezondheid van alle burgers in Vlaanderen.
Mevrouw de voorzitter, daarmee heb ik dit toch even rechtgezet. (Applaus bij het Vlaams Belang)
Mevrouw De Wachter heeft het woord.
Mevrouw de voorzitter, geachte collega's, ik wil me aansluiten bij wat mevrouw Schauvliege heeft gezegd.
Dit voorstel van resolutie is zeer belangrijk. We zijn erin geslaagd om, over de meerderheid heen, te komen tot een tekst en een voorstel van resolutie waaruit blijkt hoe belangrijk we het voorzorgsprincipe vinden. Bij gebruik van mobiele telefonie - en iedereen maakt vandaag de dag gebruik van mobiele telefonie - moeten we maatregelen proberen te treffen om het voorzorgsprincipe te hanteren.
Het is belangrijk om alle actoren te betrekken, ook de lokale. Ik denk dat we dat met dit voorstel hebben betracht. Men kan voor de toestellen zelf een aantal maatregelen nemen. Als je een gsm gebruikt, dan heb je uiteraard masten nodig. Als een lokaal bestuur masten moet plaatsen, is het belangrijk dat het de nodige slagkracht krijgt. Via dit voorstel kunnen we dit bewerkstelligen. Als er masten worden geplaatst die niet onderworpen zijn aan bouwvergunningen, dan is er nood aan kennisgeving aan het lokale bestuur omdat dat geconfronteerd wordt met de bezorgdheid van de bewoners. We kunnen dus aan de promotoren zeggen dat ze verplicht zijn om dit aan de lokale besturen te melden en dat ze eventueel een informatieronde voor de bevolking moeten organiseren.
We geven een aantal tips mee die belangrijk zijn voor het gebruik van gsm-masten, maar ook voor de gsm-toestellen geven we een aantal maatregelen die het voorzorgsprincipe hanteren.
Ik denk dat we hiermee een globaal voorstel van resolutie tot stand hebben gebracht, waarbij er aandacht is voor alle aspecten die te maken hebben met het gsm-gebruik. Tijdens de hoorzitting hebben we kunnen vaststellen dat deskundigen aangeven dat men tot op heden niet exact kan zeggen wat de mogelijke gevolgen zijn van gsm-gebruik. Wij nemen de verantwoordelijkheid om te stellen dat voorzorg belangrijk is, maar we zijn zeer realistisch en weten dat heel wat mensen gebruik maken van mobiele telefonie en dat we er alleen voor kunnen zorgen dat dit op een zo optimaal mogelijke manier kan gebeuren.
De heer Daems heeft het woord.
Mevrouw de voorzitter, collega's, in 2006 diende onze fractie geen voorstel van resolutie in, mevrouw Van den Eynde, maar een voorstel van decreet. Daarin stelden we een normering voor niet-ioniserende straling voor voor gsm- en andere zendantennes. Ons voorstel van decreet hield in, in afwijking van eerdere beleidsdaden - en ik verwijs daarbij naar de instelling van een federale norm van 20,6 volt per meter door toenmalig minister Aelvoet in 2001 - om een Vlaamse norm in te voeren van 3 volt per meter. Mevrouw Van den Eynde, ik vind het dus een beetje goedkoop om te stellen dat in de vorige legislatuur hierrond niets is gebeurd.
De wereld staat niet stil en op enkele jaren tijd is het wetenschappelijk inzicht wat betreft de schadelijke effecten van het gebruik van de gsm sterk geëvolueerd. Waar enkele jaren terug de ontkenning van mogelijke gezondheidseffecten overheerste, komen we stilaan in een tijdperk waar de schadelijke effecten van frequent gebruik van de gsm als bewezen worden geacht - denken we maar aan de opzienbarende Interphone studie van de Wereldgezondheidsorganisatie.
Wat betreft de schadelijke effecten van niet-ioniserende straling daarentegen, zijn de wetenschappelijke meningen nog iets meer uiteenlopend, hoewel onder meer tijdens de zeer interessante hoorzittingen in dit huis is gebleken dat er ook daar ernstige aanwijzingen zijn voor mogelijke gezondheidsschade.
Onze fractie heeft steeds gepleit voor het voorzorgsprincipe. Ik ben ook blij dat de meerderheidspartijen dat nu als basis nemen voor het voorstel van resolutie dat zij, in de eerste lijn, hebben geschreven. Dat voorzorgsprincipe was ook de basis van ons voorstel van decreet. Zolang we eigenlijk niet volledig zeker zijn dat er geen schade is, moeten we zeer voorzichtig zijn met een toename van stralingsintensiteit en moeten we bovendien proberen die zo oordeelkundig mogelijk in te planten. Dat betekent ook dat bijvoorbeeld ten aanzien van scholen, ziekenhuizen en ouderenvoorzieningen een minimale afstand gerespecteerd moet worden, want daar verblijven extra kwetsbare mensen gedurende een langere tijd.
We hebben in het verleden geprobeerd om die afstandsnorm via de milieuvergunning, gekoppeld aan een vergunningsplicht, in te voeren. Dat is helaas niet gelukt, omdat de Vereniging van Vlaamse Steden en Gemeenten het niet zag zitten deze verantwoordelijkheid op zich te nemen voor de gemeenten. Helaas.
Wij willen in de eerste plaats het viWTA, vandaag het Instituut Samenleving & Technologie (IST) bedanken, want dat heeft een zeer degelijk dossier gemaakt en heeft eigenlijk de basis gelegd voor het debat dat we in de commissie hebben gevoerd. Maar ik wil ook alle commissieleden bedanken voor de openheid. Mevrouw Van Eynde, uw interventie verbaast me, want ik heb die niet gehoord tijdens de besprekingen in de commissie.
Ik wil de openheid in dit dossier als illustratie van goed werk beschouwen, ten eerste omwille van de hoorzittingen die hebben plaatsgevonden. Verschillende gezondheidsdeskundigen hebben een diepe indruk gemaakt op de commissie. Ik herinner me vooral de uiteenzetting van professor Van Gool van de K.U.Leuven, die toch een serieuze indruk heeft nagelaten, denk ik.
Ten tweede hebben we ook de meerderheid bereid gevonden om op enkele essentiële punten een eerder resolutievoorstel bij te sturen, zodat ik denk te mogen zeggen dat we deze resolutie straks hopelijk met een kamerbrede consensus zullen goedkeuren. Ten eerste spreekt de resolutie, in tegenstelling tot de eerste versie van de meerderheidspartijen, niet langer van een federale stralingsnorm maar van een Vlaamse norm, wat ook in ons voorstel van decreet staat. Ten tweede wordt de 20,6 volt per meter verstrengd naar 3 volt per meter en wordt bovendien een richtwaarde van 0,6 volt per meter ingevoerd voor zendantennes. Ten derde, niet onbelangrijk, komt er een krachtig signaal naar de federale regering om het gebruik van gsm's door kinderen te ontraden en wat ons betreft mag dat op termijn naar een verbod gaan.
Beste collega's, het eigenlijke werk moet nog beginnen. Ik kijk naar de lege banken van de uitvoerende macht. Zoals het betaamt bij resoluties, moeten die uitgevoerd worden. We willen te allen prijze vermijden dat die onder de mat verdwijnt zoals bij sommige resoluties in het verleden al gebeurde. We zullen daarop toezien. We hebben ook aan de commissievoorzitter gevraagd om in afwachting van de uitvoering van dit voorstel van resolutie ons voorstel van decreet op de parlementaire rol te laten staan. Wij zullen straks dit voorstel van resolutie met veel overtuiging goedkeuren. (Applaus)
De heer Peumans heeft het woord.
Mevrouw de voorzitter, onze fractie heeft dit voorstel mede ondertekend. De voornaamste aspecten zijn door de vorige sprekers verstandig toegelicht. Ik betreur alleen de lichtzinnigheid waarmee de zogenaamde gsm-operatoren over deze materie zijn komen spreken. Die stond geweldig in tegenstelling tot professor Van Gool van de dienst kindergeneeskunde van het Universitair Ziekenhuis Gasthuisberg. Ik vond het ontluisterend.
Na de drie hoorzittingen is het voor mij nog altijd niet duidelijk wat de impact is van het gsm-gebruik en alle niet-ioniserende stralingen. Mevrouw de voorzitter, het zal u aanspreken dat, sinds ik die commissies heb bijgewoond, ik heb gezegd dat de babyfoon bij mijn kleinkinderen op minstens drie meter afstand moet staan. Dat werkt als je dat tegen jonge ouders zegt. Hier in de zaal zijn meerdere jonge ouders aanwezig. Dit heeft een impact op het dagelijkse reilen en zeilen van de inwoners van België en Vlaanderen.
Ik wil nog eens de lichtzinnigheid van de gsm-operatoren benadrukken. Het zijn die mannen die allerlei marketingprincipes hanteren om te zeggen dat er eigenlijk niets aan de hand is.
De heer Martens heeft het woord.
Mevrouw de voorzitter, ik wil nog de aandacht vestigen op twee zaken in het voorstel van resolutie die samen moeten worden gelezen. Op de ene plaats pleiten we voor de aanpassing van de afstandsregels tussen de masten en een aantal kwetsbare functies zoals kinderdagverblijven, scholen, ziekenhuizen en noem maar op. Langs de andere kant pleiten wij terecht voor de verstrenging van de stralingsnorm. Beide hebben met elkaar te maken want we hebben uit de hoorzittingen kunnen vernemen dat het verlagen van de stralingsnorm impliceert dat er meerdere antennes, weliswaar kleinere en minder vermogende, moeten worden geplaatst. Als je groteafstandsregels hanteert, moet je om eenzelfde bevolking te kunnen bestrijken, meer vermogende antennes plaatsen. Ik wil de aandacht vestigen op het feit dat die twee aanbevelingen wel degelijk samen moeten worden gelezen.
We pleiten enerzijds voor een aantal technologische aanpassingen die het mogelijk moeten maken dat er lagere stralingsniveaus kunnen worden gehaald. Anderzijds moeten we ook aandacht hebben voor de culturele aanpassingen. Gsm-gebruik is dermate ingebakken in onze huidige maatschappij, dat het uitbannen van gsm's absurd zou zijn. We kunnen wel het verstandig gebruik van die gsm's sterk blijven promoten. In die zin denk ik dat we de nadruk moeten blijven leggen op de aanbevelingen op het vlak van sensibilisering: voor het gebruik maken van een oortje en zo weinig mogelijk telefoneren in de wagen of de trein omdat je daar veel hogere stralingsniveaus oppikt.
Op die manier kan meer gezondheidsschade door gsm-gebruik worden vermeden. Daarom zal niet alleen een technologische aanpassing, maar ook een culturele nodig zijn om op een rationele wijze van gsm's gebruik te maken.
Ik wil geen afbreuk doen aan het voorstel van resolutie, laat dat duidelijk zijn: daarvoor is het te waardevol. Mijnheer Daems, uw verbazing is echter onterecht: ik heb in de commissie hetzelfde betoog gehouden. U kunt dat zien als u het verslag erop naleest. U stelt nu dat de VVSG toen geen vragende partij was, maar in het verslag stelt u dat er geen maatregelen konden worden uitgewerkt omdat u geen steun vond in de Vlaamse en de federale regering. Ofwel klopt het verslag dus niet, ofwel zegt u nu onwaarheden. Ik vind dat de waarheid haar rechten heeft. Daarom wou ik dat nog even zeggen.
Vraagt nog iemand het woord? (Neen)
De bespreking is gesloten.
We zullen straks de hoofdelijke stemming over het voorstel van resolutie houden.