Verslag plenaire vergadering
Verslag
Algemene bespreking
Dames en heren, de algemene bespreking is geopend.
De heer Van Nieuwkerke, verslaggever, verwijst naar het schriftelijke verslag.
De heer Matthijs heeft het woord.
Mevrouw de voorzitter, mijnheer de minister-president, mevrouw de minister, geachte leden, ik neem het woord namens mijn fractie, maar ook namens de meerderheid, over het samenwerkingsakkoord van 4 november 2008 betreffende de preventie en het beheer van verpakkingsafval.
Het nieuwe samenwerkingsakkoord heeft inderdaad lang op zich laten wachten. Er is in de commissie voor Leefmilieu wel regelmatig verslag uitgebracht over de stand van zaken, zodat we de onderhandelingen tussen de drie gewesten van ons land min of meer hebben kunnen volgen. Het wachten heeft uiteindelijk toch een goed werkstuk opgeleverd. Mijn fractie en de meerderheid zijn tevreden over het resultaat. Ik wil de minister, en ook haar voorganger, de minister-president, ermee feliciteren dat ze niet blind zijn meegegaan in het spel van opbod dat op een bepaald ogenblik blijkbaar door de andere gewesten werd gespeeld.
In het nieuwe samenwerkingsakkoord is een gezond evenwicht bereikt tussen de belangen van alle betrokkenen: de gemeenten, de Vlaamse overheid, de verpakkingsverantwoordelijken en - niet te vergeten - de consument. Het is immers die laatste die uiteindelijk alles betaalt. Daarom mogen we de verpakkingsverantwoordelijken ook niet als een melkkoe beschouwen. De gemeenten hebben recht op een eerlijke vergoeding voor de inspanningen die ze leveren, onder meer in de containerparken. Daar hebben we ook altijd op gestaan. Daar wordt in dit nieuwe samenwerkingsakkoord ook voor gezorgd. Anderzijds kunnen we niet ongeremd steeds meer inspanningen blijven vragen van de industrie. Vlaanderen is momenteel al een tijdje koploper wat de recyclage van verpakkingsafval betreft. Het is dus relatief moeilijker om de resultaten nog te verbeteren. We moeten het principe van de beste beschikbare technieken (BBT) indachtig blijven: het beste resultaat tegen een aanvaardbare prijs. Geen goldplating, dus.
Waar dit verantwoord is, mogen we de Europese doelstellingen natuurlijk wel verstrengen.
Ik wil graag nog even een blik op de nabije toekomst werpen. Op dit ogenblik wordt de nieuwe erkenning van FOST Plus voorbereid en onderhandeld. Ook in dit dossier wil ik pleiten voor de beste beschikbare technologie (BBT). In de huidige economische toestand is het van belang dat we aan de Vlaamse bedrijven geen onredelijke kosten opleggen. Een blijvend hoge werkgelegenheidsgraad is belangrijk om de economische problemen van vandaag op te lossen. Ik wil aan de minister dan ook vragen om aan haar vertegenwoordigers opdracht te geven om voor de nieuwe erkenning van FOST Plus op dezelfde pragmatische wijze te werk te gaan. Tot zover mijn betoog in naam van CD&V en de meerderheid. (Applaus bij de meerderheid)
Mevrouw Van den Eynde heeft het woord.
Mevrouw de voorzitter, mevrouw de minister, ik sluit me aan bij de heer Matthijs. Het verpakkingsakkoord heeft lang op zich laten wachten. Het is de omzetting van een Europese richtlijn. Dat had al lang moeten gebeuren. Goed, het is er nu eindelijk van gekomen.
Ik wil er net zoals in de commissie nog eens voor waarschuwen om er zeker op toe te zien dat er geen delokalisatie van de verpakkingsindustrie komt.
Minister Crevits heeft het woord.
Ik dank u voor de zeer positieve tussenkomsten. Het ontwerp van decreet komt inderdaad een beetje te laat. Het is echter beter om een goed product te laat te leveren dan een slecht product te vroeg. Ik heb alle vertrouwen in een goede samenwerking tussen de sector en de overheid. Ik geloof in de initiatieven die eraan komen.
Vraagt nog iemand het woord? (Neen)
De algemene bespreking is gesloten.
Artikelsgewijze bespreking
Dames en heren, aan de orde is de artikelsgewijze bespreking van het ontwerp van decreet. (Zie Parl. St. Vl. Parl. 2008-09, nr. 1944/1).
De artikelen 1 tot en met 3 worden zonder opmerkingen aangenomen.De artikelsgewijze bespreking is gesloten.
We zullen straks de hoofdelijke stemming over het ontwerp van decreet houden.