Verslag plenaire vergadering
Actuele vraag over de toelating voor het organiseren van een veldproef met genetisch gewijzigde populieren in Nederland door het Vlaams Instituut voor Biotechnologie
Verslag
Mevrouw Dua heeft het woord.
Mevrouw de minister, collega's, ik ben heel blij dat ik u deze vraag kan stellen want ik heb meer dan een maand geleden een vraag om uitleg over hetzelfde thema ingediend, maar hij werd systematisch door de voorzitter van de commissie voor Economie geweigerd.
Wij hebben, mevrouw de minister, de discussie over het uitvoeren van veldproeven met genetisch gewijzigde populieren al gevoerd naar aanleiding van de weigering door de federale ministers. Ik wil nog eens uitdrukkelijk zeggen dat wij geen voorstanders zijn van die veldproeven. U weet dat. Ze houden volgens ons enorme risico's in voor het leefmilieu. Zeker als het gaat om een grootschalige commercialisering - wat de uiteindelijke bedoeling is - sluiten wij ons aan bij de bezwaren van de Vlaamse milieubeweging, die deze adviezen heeft gegeven.
Er zijn intussen een paar opmerkelijke zaken gebeurd. Op de tachtigste verjaardag van het Fonds voor Wetenschappelijk Onderzoek hebt u met redelijk veel bravoure aangekondigd dat het allemaal in orde zou komen want de auditeur van de Raad van State had u gelijk gegeven. Dus zouden die veldproeven in Vlaanderen kunnen plaatsvinden. Ik vond het al redelijk gewaagd dat u als minister dergelijke uitspraken doet. U moet normaal gezien toch wachten op het definitieve oordeel van de Raad van State? Deze volgt niet altijd de auditeur. Voor zover ik weet, is die definitieve uitspraak er nog altijd niet.
Ik meen te weten dat dit uitvoerig op het Overlegcomité is besproken en dat er toen is gezegd dat er begin september een uitgebreid dossier zou komen waarin de argumentatie, ook van de weigering, uitgebreid zou worden toegelicht. Er zouden dus nieuwe elementen komen. Hoe zit het daarmee? Is dat effectief gebeurd?
Eerst had het VIB toelating gekregen voor de veldproeven in Nederland, maar dan lees ik in de kranten dat dit herroepen is. Er was al een positief advies gegeven, maar er is nog geen beslissing. Ik vind het zeer eigenaardig dat het VIB hier een weigering krijgt en dan maar naar een buitenland gaat, terwijl er toch discussie is over het feit of men die veldproeven onder de gegeven omstandigheden zomaar kan laten plaatsvinden. Wat is de stand van zaken in het dossier? Waar staan we? Kunnen wij klaarheid krijgen in de zeer verwarrende communicatie van de laatste maanden over die genetisch gemodificeerde populieren?
De heer Vrancken heeft het woord.
Ons standpunt staat haaks op dat van Groen!. Wij zijn voor ggo's. Het probleem van de populieren is er omdat men naar het buitenland moet uitwijken om dat proefproject op te zetten. Mevrouw de minister, u hebt het VIB daarin ondersteund - ook in de stappen die zij hebben ondernomen om naar de Raad van State te gaan. Wij zullen het nu meemaken dat wij de proeven in het buitenland moeten laten plaatsvinden omdat de federale overheid en eigenlijk twee PS-ministers de zaak hebben geblokkeerd. Dat hoort niet. U zet zwaar in op innovatie. Ook dat wordt hier afgeblokt. Maar u hebt met betrekking tot het probleem van de populieren de spierballen gerold, samen met de minister-president. Wat is nu uw standpunt over het feit dat wij naar het buitenland moeten uitwijken om een proefproject te kunnen opzetten?
Minister Ceysens heeft het woord.
Mevrouw de voorzitter, mevrouw de minister, geachte collega's, het is een strijd die we op drie terreinen tegelijk voeren. Mevrouw Dua, voor mij moet die veldproef absoluut kunnen doorgaan. Ik heb dat nooit in de mond gelegd van de auditeur, het is mijn persoonlijke overtuiging. Hoe proberen we in het dossier op drie terreinen tegelijk vooruitgang te boeken?
Na de weigering is er inderdaad politiek verzet geweest. Wij hebben ons op het Overlegcomité tegen die weigering uitgesproken. We hebben aan de federale premier en de federale ministers gevraagd om daarover opnieuw van gedachten te kunnen wisselen omdat we die weigering, na een positief advies van de Adviesraad voor Bioveiligheid, gewoon niet begrepen.
Dat politiek overleg heeft op heel veel momenten bilateraal plaatsgevonden. Ik heb zelf minister Onkelinx en minister Magnette gesproken. Ik blijf dat ook doen. Ik moet u eerlijk zeggen dat ik niet pessimistisch ben over de inspanningen die ik gedaan heb om de federale collega's te overtuigen. Ik probeer nu hetzelfde te doen met de Waalse collega's. Het is voor mij duidelijk geworden dat, als we willen dat de federale regering haar standpunt wijzigt, het cruciaal is welk standpunt de Waalse collega's innemen. In het belang van Vlaanderen probeer ik zo goed mogelijk te bekijken wie we rond tafel moeten krijgen en moeten overtuigen.
Het gaat 'maar' over een wetenschappelijke veldproef, die nu op haar wetenschappelijke merites moet worden bekeken. Het overleg heeft er alleszins toe geleid dat er een nieuw soort advies wordt gevraagd, waardoor ik hoop dat we politiek het dossier opnieuw op tafel krijgen.
Het Vlaams Instituut voor Biotechnologie (VIB) heeft juridisch verzet aangetekend bij de Raad van State. Op 15 september heeft de auditeur zijn standpunt bekendgemaakt. Zijn standpunt is dat hij de raad inderdaad aanbeveelt om de weigering te schorsen. Het is 'maar' het advies van de auditeur, maar het is voor ons wel een opsteker. Het is afwachten wat de raad nu zal doen.
Het is voor mij cruciaal dat de onderzoekers en de wetenschappers het onderzoek verder kunnen voeren. Het onderzoek geeft uitzicht op biobrandstof van de tweede generatie, waar men wereldwijd naar op zoek is. Ik was gisteren in Londen op de biotechnologiebeurs Genesis 2008. Er werden presentaties gedaan over biobrandstoffen van de tweede generatie. Ik heb gisteravond een investeringsdiner van de Financial Times geleid. Bedrijven voor clean technology, voor biofuels waren daar aanwezig. Ze zoeken hoe ze zo snel mogelijk stappen naar brandstoffen van de tweede generatie kunnen zetten zodat we de klimaatwijzigingen kunnen aanpakken. Voor mij zijn dat heel belangrijke stappen vooruit.
Ik wil dat het onderzoek verder kan. Er stonden al meer dan 1000 bomen in een Europees energieproject in Frankrijk. Als we de bomen die gekweekt zijn om in Vlaanderen te planten, op dit moment hier nog niet kunnen planten, dan moeten we ze misschien elders in Europa planten. Als we ze elders kunnen planten, toont het een beetje de absurditeit aan waarom het hier niet zou kunnen. In Duitsland staan er al bomen. Ze zijn in december op transport gezet naar Duitsland. Duitsland heeft vrij snel de vergunning gegeven.
We hebben gezegd dat we dat ook in Nederland zullen doen. We zullen aantonen dat het op veel plaatsen in Europa kan.
Mevrouw Dua, rond de onveiligheid creëert u graag stemmingmakerij. Dit is een veilige veldproef. In Nederland is het advies van de bioveiligheidsraad positief, maar dat is nog geen vergunning. Het verschuift nu naar de politieke tafel, waar het wachten is op een vergunning, maar het VIB heeft inderdaad bekendgemaakt dat er een positief advies is voor het planten in een veldproef van deze populieren.
We ondernemen actie op drie terreinen: het politiek overleg, het juridisch aanvechten van de weigering en op het terrein, jammer genoeg gedelokaliseerd - de bomen staan al op twee plaatsen - hebben we een goed vooruitzicht dat er een derde veld bijkomt.
Mevrouw de minister, ik wil toch nog beklemtonen dat het voor mij geen communautair dossier is. Ik vind het bijna absurd dat het door bepaalde mensen in een communautaire hoek wordt geduwd.
Ik wil er nogmaals op wijzen dat de voltallige milieubeweging in Vlaanderen - terecht - een aantal zeer fundamentele bezwaren heeft ingediend in dat dossier. Daarbij wordt er vooral op gewezen dat we, zelfs als die veldproef onder vrij veilige omstandigheden gebeurt, met een grootschalige commercialisering van dergelijke genetisch gemodificeerde populieren, een stap zetten in een richting waarvan we niet weten waar het eindigt. De milieubeweging zegt terecht dat het enorme risico's inhoudt.
Ik wil nogmaals verwijzen naar de vergaande selectie naar massieve groei die ooit bij populieren gebeurde. Uiteindelijk zijn we geëindigd met een aantal cultivars waarmee men nu problemen heeft. Ze zijn zeer gevoelig voor infecties en zeer gevoelig voor windval en men heeft alles teruggedraaid, omdat een zeer gespecialiseerde selectie uitmondt in zeer grote risico's op ecologisch vlak. Ik wil u dat gewoon meegeven.
U zult allicht slagen, want wat hier niet lukt, zal slagen in andere landen. Dat hebt u net bevestigd, maar ik houd mijn hart vast voor de gevolgen op het moment dat we overgaan tot grootschalige commercialisering.
Mevrouw de minister, ik dank u voor uw antwoord.
Ik wil even reageren op wat mevrouw Dua zegt. We kunnen natuurlijk ook via kruising tot dat bepaalde resultaat komen. Ik minimaliseer zeker dat dit een ecologisch probleem zou zijn. Populieren hebben geen zaden en kunnen dus geen schadelijk effect hebben op andere gewassen.
Mevrouw de minister, uit uw antwoord onthoud ik twee zaken. Het communautaire aspect komt toch weer om de hoek kijken. Wallonië probeert toch weer om Vlaanderen een hak te zetten.
Ook in landbouw moet men aan innovatie doen. U hebt ingezet op innovatie en Onderzoek en Ontwikkeling. We investeren daar heel veel geld in. We staan aan de wereldtop voor wat betreft onderzoek en innovatie. Als we iedere keer geblokkeerd worden, hetzij door de federale overheid, hetzij door de Walen, kan dat een rem zetten op de investeringen die we hoognodig hebben om onze economische projecten waar te kunnen maken.
Mevrouw Moerman heeft het woord.
Mevrouw de voorzitter, ik heb zelf een paar maanden geleden een vraag gesteld aan minister-president Peeters, in zijn hoedanigheid van onze vertegenwoordiger in het Overlegcomité, met de vraag om dit aan te kaarten op het Overlegcomité. Dat is ook, meer dan één keer, gebeurd. Het overlegmodel is, zoals het hoort, gehanteerd.
Ik zou het probleem in twee stukken willen delen. Er is vooreerst het wetenschappelijke aspect ten gronde. Mevrouw Dua, u zegt dat we toch moeten opletten, want het is allemaal niet risicoloos. Ik ben de laatste om te zeggen dat we bij dit soort zaken een beslissing moeten nemen waarbij het voorzorgsbeginsel niet wordt gehanteerd. Het is precies daarom dat regelgeving werd uitgewerkt. Dat is trouwens Europese regelgeving, die in België werd vertaald in wetgeving. Die voorziet erin dat de Adviesraad voor Bioveiligheid een advies moet geven en dat ook de bevoegde Vlaamse minister, mevrouw Crevits, een advies moet geven. Beide adviezen, het wetenschappelijke advies en het advies van minister Crevits, waren positief.
Dan kan je je toch afvragen, als je al deze procedurele veiligheidsmaatregelen die nodig zijn, hebt gevolgd, en het advies positief is, waarom je op een njet stuit. Het dossier is niet communautair, het is niet Vlaanderen tegenover Wallonië. In de federale regering die ook in de besluitvorming zit, zeggen twee ministers neen, en dan zit je wel met een probleem. Dan vind ik dat je als minister een soort communautair emotionele-intelligentiequotiënt moet hanteren. Als je ziet dat er een dossier is dat een impact heeft in Vlaanderen, waar er positieve adviezen zijn, dan zou het de moeite zijn geweest - nu is het te laat - om een overleg te houden voor het tot een conflict komt. Dat heeft men niet gedaan.
Indien het veldonderzoek in Nederland kan worden gedaan, dan zijn de meubelen vooralsnog gered, maar we zien dat we voor een fundamenteel probleem staan. Er is al een prof uit Leuven met zijn appelbomen naar New York State getrokken. Nu moet het VIB met zijn populieren naar Nederland trekken. Dat betekent dat we in de toekomst, als er andere ontwikkelingen zullen zijn aan het VIB - en die zullen er zijn, want het is een instituut op wereldniveau - dat men opnieuw voor een dilemma zal staan. Ik vrees dat, als het zo doorgaat, de dag wel eens zou kunnen aanbreken dat we het VIB niet langer in Vlaanderen zullen hebben. Dat zou een heel trieste dag zijn voor ons onderzoeksbeleid. (Applaus bij CD&V, Open Vld en de N-VA)
U kunt er van op aan dat het VIB samen met ons overtuigd is dat niet het instituut zal vertrekken, maar dat de veldproef naar hier zal komen. In tussentijd heeft men ook in Duitsland geplant, in Frankrijk staan ze al en in Nederland loopt de aanvraag. Dat is beter dan op dit moment niet verder te kunnen in het onderzoek.
Wat het overleg betreft, en of het nu een communautair dossier is of niet, zeg ik dat bijvoorbeeld de MR in de federale regering heel duidelijk achter deze proef staat. Men kan dus niet zomaar zeggen dat alle Waalse partijen neen zeggen en alle Vlaamse partijen ja. Door de vele bilaterale contacten die ik heb gehad over deze aangelegenheid, namelijk een veldproef in Gent bij het VIB, die wetenschappelijk veilig is bevonden, is het mijn aanvoelen dat ik in de laatste fase zit van het overleg. Men kan niet voor alle dossiers iedere week, bilateraal, ministers blijven opbellen, uitleg geven, de kabinetten overtuigen, tonen wat we doen, ook in het buitenland.
Ik zit nu in een laatste fase, waarbij ik vooral focus op de Waalse collega's die nog moeten worden overtuigd. Het is te gemakkelijk om te zeggen dat het om een Waals-Vlaamse tegenstelling gaat, want zoals gezegd is de MR helemaal overtuigd alsook een deel van de PS. Bijvoorbeeld de heer Busquin strijdt mee om te overtuigen. Ik heb de indruk dat vandaag Waals minister Lutgen het meest overtuigd moet worden. Ik blijf alle inspanningen doen tot ik op een bepaald moment het Overlegcomité vat en dan zal zeggen wat er volgens mij nog te doen staat. Ondertussen planten we met succes in Frankrijk en Duitsland en hebben we goede vooruitzichten op Nederland.
In het laatste overzicht van een gereputeerd magazine over plantenwetenschap en plantentechnologie staan in de top vijf van de wereld twee van onze Vlaamse onderzoekers van het VIB, namelijk professor Inzé en professor Van Montagu. Gisteren was het in Londen duidelijk dat we topkennis hebben in de wereld op het gebied van plantenwetenschap en genetisch gemodificeerde organismen. We zullen die absoluut in Vlaanderen houden.
Dit is inderdaad geen communautaire discussie. Het is een discussie met mensen en groepen mensen die heel veel belang hechten aan het voorzorgsprincipe en erop wijzen dat er enorm veel risico's bestaan, die ook door een aantal wetenschappers, maar niet door allemaal, correct worden ingeschat.
Verder is het zo dat in Wallonië in het algemeen, dus niet alleen wat populieren betreft, de consument veel gevoeliger is voor de eventuele risico's van genetisch gemodificeerde organismen. Jammer genoeg wordt bij ons dat maatschappelijke debat daarover onvoldoende gevoerd. Misschien moet eens worden bekeken op welke manier het VIB daarmee omgaat en zouden we dat maatschappelijke debat hier in Vlaanderen veel ruimer moeten voeren.
Mevrouw de minister, ik heb inderdaad het communautaire aspect benadrukt. Het is inderdaad zo dat misschien niet alle partijen daarachter staan, maar het is toch wel opvallend dat het weer diezelfde partijen zijn die Vlaanderen onderuit willen halen.
Ik ben het met mevrouw Moerman eens dat we moeten oppassen. Wat we nu meemaken met de populieren, kan inderdaad een precedent worden. Dat zou aanleiding kunnen geven tot een verdere delokalisatie. We hebben al een delokalisatie van de klassieke industrie en bedrijfswereld gekend, maar als nu ook onze hightech gaat delokaliseren, dan is uw beleid van het inzetten op onderzoek en ontwikkeling een maat voor niets. Daar vrees ik voor.
Het incident is gesloten.