Verslag plenaire vergadering
Actuele vraag over de plannen van federaal minister Marie Arena met betrekking tot het grootstedenbeleid en het standpunt ter zake van de Vlaamse Regering
Verslag
De heer Van Hauthem heeft het woord.
Mijnheer de minister, op 15 oktober hebben we de Vlaamse Regering in deze plenaire vergadering ondervraagd over het voorstel van de Vlaamse Regering in het kader van de federale begrotingsopmaak 2009, waarbij de federale regering vroeg om 500 miljoen euro te reserveren en niet uit te geven. Volgens de Vlaamse Regering doet de federale regering een aantal uitgaven die eigenlijk gewestbevoegdheden zijn. Het zou beter zijn indien de federale overheid die uitgaven overlaat aan het juiste bevoegdheidsniveau. Op die manier bespaart ze ook op haar eigen begroting. Voorbeelden daarvan waren de fiscale aftrek van rationeel energieverbruik, het grootstedenbeleid, preventiecampagnes inzake gezondheidszorg enzovoort. Twee weken nadien zijn die zaken opgelijst. De Vlaamse Regering kwam daarbij op een bedrag van ongeveer 400 miljoen euro.
Anderhalve week gelegen kregen we het antwoord van minister Arena. Zij stelde voor om voor het grootstedenbeleid 67 miljoen euro in te schrijven in de begroting. Zij wil dat vierjaarlijks in een meerjarenplan inschrijven. Daarmee stuurt ze de Vlaamse Regering en haar voorstel de boom in. Mijnheer de minister, u hebt daarover gecommuniceerd in een vrije tribune. Ik dacht dat men in de dialoog van gemeenschap tot gemeenschap heel discreet moest zijn. U zegt daarin dat minister Arena de gemeenschapsdialoog hypothekeert. U hebt dat voorstel gedaan. Is daar al overleg over geweest met de federale regering? Zo niet, waarom niet? Zo ja, wat was het resultaat daarvan?
De heer Van Dijck heeft het woord.
Mijnheer de minister, u hebt inderdaad een vrije tribune geschreven waarin u zich zeer kritisch uitlaat over het grootstedenbeleid dat de federale overheid voert. Ik kan dat alleen maar onderschrijven. De instrumenten die nodig zijn om een stedenbeleid te voeren, zijn overgeheveld naar de gewesten. We kunnen daar een volledige opsomming van geven. Minister Arena mag dan verklaren dat België uniek is in zijn soort voor wat het stedenbeleid betreft, ik denk dat we ook uniek zijn op andere vlakken. Die bevoegdheid is nu eenmaal de onze.
Mijnheer de minister, u hebt die stelling ingenomen. Ik veronderstel dat dit ook de visie is van de Vlaamse Regering. Minister Arena heeft duidelijk meegedeeld dat er een akkoord is om jaarlijks - tot 2013 - 67 miljoen euro te investeren in een beleid dat het onze zou moeten zijn. Hoe zal de Vlaamse Regering dat beletten?
Minister Keulen heeft het woord.
Mevrouw de voorzitter, ik wil vooral voorkomen dat minister Arena, onder meer bevoegd voor het grootstedenbeleid, nog grootstedelijke contracten voor de periode 2009-2013 zal afsluiten. Dat is mijn grootste bekommernis. We bevinden ons in een overgangsjaar. Vorig jaar hebben de federale verkiezingen plaatsgevonden. Er werd gevreesd dat de projecten zouden stilvallen. Nu probeert minister Arena ons voor voldongen feiten te plaatsen. Ze wil nog contracten afsluiten voor de periode 2009-2013.
Beide vraagstellers hebben terecht opgemerkt dat het stedenbeleid en dus ook het grootstedenbeleid een gewestelijke bevoegdheid is. Het gaat hier duidelijk om een bevoegdheid van de deelstaten. De federale overheid trekt hiervoor jaarlijks 67 miljoen euro uit. De Vlaamse overheid trekt hiervoor 150 miljoen euro uit. We zijn eventueel bereid de financiering van die projecten over te nemen. We kunnen die projecten dan zelf onder de loep nemen. De steden mogen zeker en vast niet de dupe van deze overname van bevoegdheden zijn.
Dit lijkt me een manier om de federale begroting en staatshuishouding op orde te krijgen. De federale overheid wil geen geld uitgeven dat ze niet heeft. Bovendien gaat het om een bevoegdheid waarvoor de federale overheid niet verantwoordelijk is. We hebben op dit vlak al een zekere traditie opgebouwd. We voeren al een stedenbeleid. We trekken hiervoor jaarlijks 150 miljoen euro uit.
Mijn bekommernis is dat hierover tijdens de dialoog van gemeenschap tot gemeenschap een echt debat zou moeten worden gevoerd. Dat is nog niet gebeurd. Die dialoog moet tot conclusies leiden. We moeten ervoor zorgen dat deze verantwoordelijkheid in de toekomst integraal op het niveau van de deelstaten komt te liggen. Dit is trouwens ook in de wet opgenomen.
Eigenlijk had ik deze actuele vraag in het kader van het hele pakket van 400 miljoen euro aan de minister-president gesteld. Ik wou het niet enkel over het aspect van het grootstedenbeleid hebben. Ik neem dat de minister echter niet kwalijk.
Ik stel vast dat minister Arena blijkbaar over een akkoord binnen de federale regering zou beschikken. Er is hierover blijkbaar nog geen overleg gepleegd. De minister hoopt nog steeds dat de dialoog van gemeenschap tot gemeenschap iets zal opleveren. Ik stel vast dat de federale begroting eerstdaags zal worden ingediend. Die begroting moet hoe dan ook voor het einde van dit jaar worden goedgekeurd. Ik vraag me af waar de minister eigenlijk met zijn eis staat.
De minister heeft terecht verklaard dat deze bevoegdheden de Vlaamse overheid toekomen. Het gaat niet enkel om het grootstedenbeleid. De Vlaamse Gemeenschap en het Vlaamse Gewest moeten die uitgaven dan maar voor hun rekening nemen. Dit zou een verlichting van de federale begroting inhouden. Natuurlijk moeten we daarvoor met drie zijn. Het Waalse Gewest, de Franse Gemeenschap en het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest moeten ook meewerken.
We weten waarom de federale overheid preventieve gezondheidscampagnes betaalt. De vaccinatiecampagne heeft trouwens ook 67 miljoen euro gekost. In 1999 is die bevoegdheid gerecupereerd. Dit heeft het mogelijk gemaakt voor heel het land geldende uitgaven te doen. Blijkbaar zijn er aan de andere kant van de taalgrens daarvoor gewoonweg niet genoeg centen.
Het voorstel van de minister was bijzonder goed bedoeld en zat zeer rationeel in elkaar. Hoewel niemand hier tegen kan zijn, staat de minister op dit ogenblik nog nergens met zijn voorstel.
Ik zou de Vlaamse Regering willen vragen haar bezwaren tijdens het overleg met de federale overheid te opperen. Dit staat los van de huidige dialoog van gemeenschap tot gemeenschap. We moeten de geschiedenis even in ogenschouw nemen. Tijdens de zomer van 2007 is duidelijk gesteld dat de federale overheid haar stedenbeleid moest stopzetten op de domeinen die de gewesten en de gemeenschappen toebehoren. Verschillende mensen, onder wie een aantal partijgenoten van de minister, hebben zich hierover uitgesproken. Er is toen beslist dat 2008 als een overbruggingsjaar moet worden beschouwd. Het is duidelijk dat binnen de federale regering een akkoord is bereikt om dit voort te zetten. Ik vraag de Vlaamse Regering dan ook om deze zaak op een daadkrachtige manier bij de federale overheid aanhangig te maken.
Mevrouw de voorzitter, ik geef een aanvulling. In het federale regeerakkoord staat zeer duidelijk dat men inspanningen zal leveren om precies die verantwoordelijkheid met betrekking tot onder meer het grootstedenbeleid daadwerkelijk integraal over te dragen naar het niveau van de gewesten. Ik kan alleen maar verwijzen naar die passus, en die staat daar woordelijk in.
Mijnheer de minister, u moet eens het federaal regeerakkoord lezen. Dat staat er helemaal niet in. Wat er wel in staat, is een hele passus over hét grootstedenbeleid.
Het staat er wel in.
Desnoods, mijnheer de minister, als het u menens is, dienen we hier een belangenconflict in tegen de federale begroting. Dan zal men kleur moeten bekennen.
Het incident is gesloten.