Verslag plenaire vergadering
Verslag
De heer Schoofs heeft het woord.
Mevrouw de voorzitter, dames en heren ministers, collega's, deze week vernamen we in de krant dat er bij een online peiling van VAB en de Fietsersbond een onthutsend resultaat werd opgetekend bij de schoolgaande jeugd aangaande hun kennis van het verkeersreglement. Ik heb de test zelf gedaan en ik heb vastgesteld dat het om een essentiële test gaat die peilt naar de kennis van de voorrangsregels voor fietsers. We mogen dat toch wel als essentiële kennis beschouwen voor kinderen en jongeren die zich in het verkeer begeven van en naar school.
In hetzelfde krantenartikel, mevrouw de minister, lees ik dat u een extra financiële inspanning wilt doen van 590.000 euro. Dat is geen klein bedrag voor een specifiek element als verkeerseducatie.
Collega's, mag ik uw aandacht vragen? Als u andere zaken te bespreken hebt, wil ik u verzoeken om dat in de koffiekamer te doen, zodat we rustig kunnen luisteren naar de vraagsteller en naar de minister.
Het bedrag wordt waarschijnlijk nog groter. Iets verder in het artikel lees ik dat het project zal lopen in een veertigtal scholen. Hoe verhoudt de geleverde verhoogde financiële inspanning zich tot het rendement op verkeersvlak?
Minister Van Brempt heeft het woord.
Dit onderwerp houdt me erg bezig. De educatie van jongeren is een belangrijk onderdeel van het verkeersveiligheidsbeleid. In het basisonderwijs hebben we al heel wat inspanningen gedaan. Daar zit het ook goed. Vooral de kennis van de jongeren in het secundair onderwijs is soms ondermaats. Daarom zetten we sinds een tweetal jaar intensief in op die doelgroep. Het is een coherent beleid, op een aantal vlakken.
Het meest gekende en verregaande project is Rijbewijs op School. Dat richt zich op laatstejaarsstudenten met de doelstelling om hen de mogelijkheid te geven om het theoretisch rijexamen af te leggen. Zij worden daarvoor meteen opgeleid in het onderwijs en kunnen het gratis halen. (Rumoer)
Ik verzoek nog eens om stilte.
Vandaag vindt onder andere het educatief congres van de VSV plaats, mijn belangrijkste partner op het terrein. Het budget van de VSV is deze legislatuur vervijfvoudigd, vooral om te werken aan de educatie van jongeren in die doelgroep en in verband met het fietsbeleid.
Minister Vandenbroucke en ikzelf - want het beleid moet uiteraard zowel vanuit Onderwijs als Mobiliteit gevoerd worden - hebben extra middelen vrijgemaakt om educatieve medewerkers in te zetten om een curriculum uit te werken rond verkeerseducatie.
U verwijst naar veertig scholen. Dat zijn de eerste veertig scholen waarmee we beginnen. Het gaat overigens om recurrent geld. De mensen werken er jaar na jaar aan verder, maar de doelstelling is om alle scholen intensief te begeleiden naar een heel duidelijk educatief curriculum over verkeersveiligheid. We hebben een geïntegreerde visie op papier en op poten gezet om ervoor te zorgen dat jongeren in de toekomst beter op de hoogte zullen zijn van de verkeersreglementering.
Mevrouw de minister, ik dank u voor uw uitleg, maar ik heb toch vragen bij de keuze van die veertig scholen. Hebt u dat in overleg met de koepels bepaald?
U weet dat financiering in het onderwijs een heikel punt is. Heel wat scholen pikken graag een graantje mee als het erop aankomt om hun onderwijs te verbeteren. Blijkbaar gaat het nu om veertig scholen. Dat is in aanzet heel beperkt. Zullen de andere scholen pas binnen enkele jaren aan de bak komen? Met de gelijke financiering in het onderwijs moet u zeer zorgvuldig omspringen. Hoe zult u dat regelen? Het is geen open oproep. U selecteert veertig scholen. Ik neem aan dat u overleg hebt gepleegd met de koepels.
De heer Van Dijck heeft het woord.
Mevrouw de minister, de heer Schoofs stelt een zeer terechte vraag. Over de peiling kunnen vragen gesteld worden. We zien echter ook wat we zien. Er worden heel wat inspanningen geleverd in het onderwijs, meer bepaald voor het behalen van een rijbewijs. Samen met de heer Schoofs moet ik echter vaststellen dat er problemen zijn, ook bij jongere kinderen. Er zijn heel wat kinderen, ook van de lagere school, die met de fiets naar school gaan. In de eindtermen van het onderwijs is opgenomen dat we daar aandacht aan moeten besteden. Als er een fout wordt gemaakt tegen de spelling, dan is dat geen probleem. Als er echter een fout wordt gemaakt in het verkeer, dan kan het wel eens faliekant aflopen. Ik vraag dan ook dat de verschillende instanties, en zeker de scholen, de politiediensten, de ouders enzovoort, op een duurzame wijze blijven sensibiliseren en aandacht schenken aan de kennis en het volgen van de juiste verkeersregels.
Mijnheer Schoofs, ik zal u een schriftelijk antwoord bezorgen over de manier waarop de selectie van de scholen gebeurt. U mag gerust zijn, ik zal dat niet zelf doen. Er zal heel nauw overleg zijn met de koepels. Zij zullen wel waken over de heilige en goede principes binnen het onderwijsbeleid. Ik zal u de gegevens schriftelijk bezorgen. U moet zich echter helemaal niet ongerust maken.
We beginnen met 40 scholen. Daar wordt gezorgd voor een heel intensieve begeleiding en de ontwikkeling van een methodiek. Daarna kan het project bij wijze van spreken exponentieel worden uitgebreid. Dat is ook de doelstelling. We gaan niet met 40 scholen per jaar uitbreiden. De uitbreiding zal heel snel gebeuren. We zullen een curriculum maken dat voor alle scholen op korte termijn hanteerbaar is.
Mijnheer Van Dijck, ik ben het helemaal met u eens. Voor het basisonderwijs doen we echter al heel wat inspanningen via de Vlaamse Stichting Verkeerskunde (VSV). Daarnaast is er nog het project 'Duurzaam naar school', waarin vandaag al 76 gemeenten participeren. Dat wil zeggen dat al de scholen binnen die gemeenten daarin zijn opgenomen. De doelstelling is echt te werken aan het duurzaam naar school gaan, fietspoolen, voetpoolen, begeleiding, opleiding. Als we al die zaken naast elkaar zetten, zult u vaststellen dat er de afgelopen jaren heel wat inspanningen zijn geleverd betreffende de educatie.
Mevrouw de minister, ik kijk vol verwachting uit naar uw schriftelijk antwoord, waarin u meer verduidelijking geeft. Kennis koopt men echter niet. Ik ben blij dat u financiële inspanningen doet. Het onderwerp maakt echter nu al deel uit van de eindtermen. Binnen het huidige onderwijs, binnen de basisscholen moet er in het aanbod op gewezen worden dat het om een essentiële kennis en vaardigheid gaat, die deel uitmaakt van de eindtermen. Alle scholen moeten daar lessen uit trekken.
Ik zal erop toekijken dat de correcte procedure gevolgd wordt.
Het incident is gesloten.