Verslag plenaire vergadering
Actuele vraag over de bijdrage van de Vlaamse Regering aan de federale begroting en een eventuele bijsturing van de Vlaamse jobkorting
Actuele vraag over de eventuele Vlaamse bijdrage aan de federale begroting en de voorwaarden die daaraan worden verbonden
Verslag
De heer Van Hauthem heeft het woord.
Mevrouw de voorzitter, mijnheer de minister-president, de federale regering presenteert een begroting die virtueel in evenwicht is omdat 800 miljoen euro, waarvan 500 miljoen euro door Vlaanderen moest worden opgehoest, niet opgehoest worden maar worden gereserveerd om het begrotingsplaatje van Europa te laten kloppen. Ze zijn zomaar met enige vorm van arrogantie in de begroting ingeschreven.
Mijnheer de minister-president, u hebt gezegd, net als de vorige keer, toen er voor de begroting 2008 360 miljoen euro werd gevraagd, dat we dat bedrag niet zouden reserveren maar op een verstandige manier aan beleid zouden besteden. Dat beleid zou dan een indirect effect sorteren op de federale schatkist.
U hebt de vorige keer, en nu ook weer, in feite het geweer van schouder veranderd. U zei dat de staatshervorming niet was gerealiseerd. Het eerste en tweede pakket zijn er niet, dus doen we het niet, zei u. U zegt dit nu op aanstoken van viceminister-president Vandenbroucke. Hij stelde al jaren, en de laatste maanden steeds nadrukkelijker, de vraag waarom de federale overheid nog uitgaven doet die in feite direct of indirect tot de bevoegdheden van de gemeenschappen en de gewesten behoren.
We weten natuurlijk waarom de federale overheid deze uitgaven doet. Als er op het federale vlak een grootstedenbeleid bestaat en er een fonds voor is opgericht, is dat omdat het Waalse Gewest geen centen heeft om dat beleid vanuit hun eigen begroting te realiseren. Wij profiteren daar ook wel van. Het is maar een voorbeeld.
Als er preventiecampagnes in de gezondheidszorg worden georganiseerd, gebeurt dat op het federale niveau en altijd op aanporren van de Parti Socialiste. Dat gebeurt zo omdat de Franse Gemeenschap daar blijkbaar geen centen voor heeft, en dus van de federale pot wil blijven genieten.
Mijn vraag is hoe u dat gaat realiseren. Het is misschien een voorafname op de staatshervorming en de verdere bevoegdheidsverdeling. Het resultaat van de oefening mag echter niet zijn dat Vlaanderen voor de uitgaven die nu federaal gebeuren, wel instaat en er zich voor engageert om er in de toekomst ook voor in te staan, terwijl de federale overheid voor de andere gewesten en gemeenschappen die daartoe niet in staat zijn toch de middelen blijft reserveren. Dat zou de kwadratuur van de cirkel zijn.
Hoe zit het met dit denkspoor? Is er al een lijst voorhanden? En staat er al een bedrag voor uitgaven op? Premier Leterme zou kunnen stellen dat we dit wel voor onze rekening kunnen nemen, op voorwaarde dat de andere gewesten en gemeenschappen dat ook voor hun gemeenschappen en gewesten doen.
De fractievoorzitter van sp.a gooide toch de knuppel in het hoenderhok, want hij spreekt van een geheim akkoord. Hij zegt dat Open Vld en CD&V nu al hebben afgesproken dat minister-president Peeters en minister Vandenbroucke een beetje komedie spelen en nu de boot wat afhouden, maar na de regionale verkiezingen van 2009 gaan ze dat geld toch leveren en toch reserveren.
Graag op die twee elementen, mijnheer de minister-president, een klaar en duidelijk antwoord.
De heer Daems heeft het woord.
Mevrouw de voorzitter, mijnheer de minister-president, collega's, ik heb de speech van premier Leterme meegebracht. Niet om eruit voor te lezen, want zo inspirerend vond ik de speech niet. Ik vond een aantal zaken ook erg ongeloofwaardig. Ik had ook soms de indruk dat de premier zelf niet altijd geloofde in wat hij aan het vertellen was.
We hebben, denk ik, gisteren toelichting gekregen over de meest virtuele begroting van alle begrotingen. Men gaat uit van een economische groei die er niet zal zijn, men heeft eigenlijk weinig aandacht voor duurzaamheid, ondanks de visionaire woorden. Ik citeer toch één prachtige zin uit het slot van de speech van de premier: "De aarde moet nog een tijd meegaan. Zij is niet van ons. Ongeschonden moeten we haar doorgeven aan hen die na ons komen."
Dat is ongelooflijk mooi, maar ik stel toch voor dat hij dat dan ook hard zou maken. Maar ik vind, helaas, amper ecologische maatregelen in zijn speech. Buiten de recyclage van een aantal maatregelen die we al langer hebben gehoord, hoor ik ook amper bijkomende sociale maatregelen.
Vrijdag is het Werelddag van Verzet tegen extreme armoede. Gisteren vroeg de heer Dehaene aan minister Vanackere wat deze Vlaamse Regering gaat doen in het kader van deze dag. Mijnheer de minister-president, wij hebben een concreet voorstel. U hebt in de krant al gezegd dat we binnenkort in het Vlaams Parlement over de begroting 2009 gaan praten.
Het voorstel dat wij hebben gelanceerd en ook aan u voorleggen, wil dat de jobkorting, die is beslist op het niveau van de regering, maar nog niet in dit huis, socialer zou worden gemaakt. Daarmee bedoelen we concreet, mijnheer de minister-president, dat de jobkorting zou worden voorbehouden voor die mensen die het het moeilijkst hebben. Om het met een beeld te zeggen: de mensen die op het einde van hun geld nog een stuk maand overhouden.
Daarom stellen we voor dat de jobkorting zou worden voorbehouden voor de laagste inkomens, voor gepensioneerden en ook voor degenen die niet werken. Ik denk dat op die manier de Vlaamse Regering in het gat kan springen dat de federale regering maakt, want die heeft amper aandacht voor sociale maatregelen.
Mijnheer de minister-president, wij vragen wat u van dit voorstel vindt en of u bereid bent om het te herbekijken en te hernegotiëren. (Applaus bij Groen!)
De heer Peumans heeft het woord.
Mevrouw de voorzitter, wij hadden een verzoek ingediend voor een actualiteitsdebat. Het is jammer dat dat niet plaatsvindt.
Mijnheer de minister-president, er is toch wel een en ander veranderd. Ik heb op 1 oktober een vraag gesteld aan minister Van Mechelen over de begroting 2008 en uw bijdrage daarbij. Zoals ik het antwoord van de viceminister-president begreep, bent u de federale regering perfect tegemoet gekomen.
Ik stel nu vast dat er binnen de minderheidsregering-Leterme-Dewael - want u weet dat de Vlamingen in de minderheid zitten -, en ik maak ook de analyse van wat ik de voorbije 48 uur ook van u heb gehoord en gelezen, een geheim akkoord is.
Ik was blij dat de heer Sannen, als fractieleider van een van de meerderheidspartijen, zei dat er een geheim akkoord is. Dat werd in feite bevestigd door Leterme, waar hij het heeft over de bijdrage van 800 miljoen euro. Daar kunnen we het verhaal aan koppelen van het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest, want Vanhengel heeft gezegd dat zij geen geld hebben, terwijl de Vlaamse Regering heeft gezegd dat zij dat wel kan, want minister Vandenbroucke heeft er een aantal duidelijke uitspraken over gedaan.
We stellen eigenlijk vast dat een bepaald schema zal worden gevolgd. U zegt dat we niet toegeven en het koppelen aan de dialoog. U hebt vorige week het antwoord gegeven dat ik ook in de krant heb kunnen lezen, dus een non-antwoord.
Het komt eigenlijk hierop neer dat u een geheim akkoord hebt en dat u na de verkiezingen van 7 juni 2009 toch tegemoet zult komen aan dat wat de overheid vraagt.
Ik lees in de State of the Union van de eerste minister: "De andere overheden, de deelstaten en de lokale besturen moeten een bijdrage leveren opdat wij de begrotingsdoelstelling halen, nu en het volgende jaar."
Mijnheer de minister-president, ik ben in mijn gemeente al 25 jaar verantwoordelijk voor de lokale financiën. Ik heb het nog niet gewaagd om een begroting in te dienen waar men een bedrag inschrijft van 800 miljoen waarvan men niet weet dat men het zal krijgen. Daar komt het op neer.
Ik zou graag willen weten wat de link is tussen die 800 miljoen euro en de bevoegdheden die zullen worden overgeheveld. Wat zeggen onze Franstalige broeders? De heer Vanhengel heeft heel duidelijk gezegd dat Brussel geen geld heeft. De Walen hebben gezegd dat ze middelen willen geven op voorwaarde dat de twee andere gewesten ook geven. Dat is de analyse die ik heb gemaakt.
Op basis van welke toezeggingen heeft de eerste minister kunnen zeggen dat zijn begroting min of meer sluitend is - ze is niet sluitend, maar dat is een andere discussie. Hebt u een toezegging gedaan dat u 500 miljoen euro, via allerlei begrotingsmaatregelen, toch zult geven?
Minister-president Peeters heeft het woord.
Mevrouw de voorzitter, geachte collega's, de State of the Union van de premier wordt op dit moment in een ander parlement besproken. Als er discussies over zijn, dan moeten die op de juiste plaats gevoerd worden.
Wat wel relevant is, is de vraag naar de 800 miljoen euro die gesteld is aan de gewesten en de gemeenschappen. Ik kan u in alle duidelijkheid zeggen dat er over die 800 miljoen euro op dit moment geen akkoord is, zelfs geen geheim akkoord. Diegenen die dat de wereld insturen, dragen een zekere verantwoordelijkheid. Ik vind het altijd zeer vervelend om te zeggen dat er geen geheim akkoord is, omdat sommigen denken dat als er rook is, er ook vuur is. Ik zeg hier dat er geen geheim akkoord is dat ik heb afgesloten, dat Dirk Van Mechelen heeft afgesloten of Frank Vandenbroucke. Niemand in de Vlaamse Regering heeft een geheim akkoord of een akkoord over die 800 miljoen afgesloten. Ik hoop dat het bij deze is opgeklaard. Als er akkoorden worden afgesloten - zelfs geheime akkoorden - met de Vlaamse Regering, dan zal er minstens mijn naam onder staan.
Maar hoe zit het nu met die 800 miljoen? We hebben die vraag gekregen. We zijn bij de premier geweest en we hebben contacten gehad met de federale ministers die, in het kader van de federale begroting, een bijdrage van de regio hebben gevraagd, grosso modo 500 miljoen euro. Wij hebben heel duidelijk gezegd - ook de ministers Vandenbroucke, Anciaux en Van Mechelen - dat als men vraagt om die middelen te blokkeren - als we die al zouden hebben - het antwoord nee is. Wij blokkeren niet zonder meer middelen omdat de federale overheid dat vraagt, dat een tweede keer vraagt en dat een derde keer vraagt. Wij blokkeren niet zonder meer middelen.
De Vlaamse Regering heeft de begroting 2009 goedgekeurd. Ik ga ervan uit dat het Vlaams Parlement over alles en nog wat zal discussiëren. Bijvoorbeeld, wij zijn uitgegaan van een economische groei van 1,2 percent. Alle vooruitzichten laten uitschijnen dat we naar 0,2 percent zullen gaan, wat ons 170 miljoen euro zal kosten. Gelukkig hebben wij een conjunctuurprovisie om dit verschil bij te passen. Wij hebben dus heel voorzichtig gehandeld en zullen dat ook blijven doen. We hebben zeker geen 500 miljoen weggestopt. U moet dus niet zoeken naar die 500 miljoen.
Ik kom terug tot de vraag van de heer Van Hauthem. Wat hebben we dan wel gezegd? We hebben gezegd het niet goed te begrijpen is dat er usurperende bevoegdheden zijn, bevoegdheden die zeker en duidelijk regionaal zijn en waar de federale overheid nog altijd uitgaven voor doet. We hebben een lijstje opgemaakt, dat de volgende dagen nog zal worden vervolledigd. Dan gaat het bijvoorbeeld over de fiscale aftrekken voor rationeel energiegebruik. Dat kost de federale overheid 100 miljoen euro. Ik denk ook aan vaccinatiecampagnes, ter waarde van 67 miljoen euro. Ik denk aan uitgaven voor beschutte en sociale werkplaatsen, voor 112,8 miljoen euro. In het domein van minister Anciaux is er de bijdrage van de federale staat aan een aantal culturele instellingen, zoals het Paleis voor Schone Kunsten en De Munt. Ook zijn er een aantal samenwerkingsakkoorden die blijven hangen.
Voor dat alles zijn we bevoegd en de federale overheid doet ter zake uitgaven. We hebben gevraagd of we daar niet over kunnen discussiëren, of we dat debat niet op een duurzame wijze kunnen organiseren. We krijgen immers elk jaar opnieuw die vraag om dat geld te blokkeren. Minister Van Mechelen heeft veertien dagen geleden geantwoord op een aantal vragen over de begroting 2008. Ook toen was er de vraag om 361 miljoen euro te blokkeren. We hebben geantwoord dat we dat niet zouden doen. U hebt uit het antwoord van minister Van Mechelen geleerd dat er 100 miljoen euro naar het Zorgfonds gaat en 153 miljoen naar de participatie in Dexia. Mijnheer Peumans, voor de gemeenten is er met betrekking tot de Eliaheffing het naar voren schuiven van 126 miljoen euro. Iedereen begrijpt goed dat dat natuurlijk iets is dat we volgend jaar, in 2009, niet meer zullen hebben. Nu wordt op federaal vlak gesproken over 414 miljoen euro. Minister Van Mechelen heeft dat correct weergegeven. Dat moet zeer genuanceerd worden bekeken. Die 126 miljoen euro voor de Eliaheffing is een naar voren schuiven naar 2008. Opgeteld komt dat neer op 253 miljoen euro. Tellen we daar dan nog die 35 miljoen euro bij, dan wordt dat 290 miljoen euro. Ik vind ook dat de federale overheid met de nodige voorzichtigheid moet handelen. Het naar voren schuiven van die 126 miljoen euro ten bate van de gemeenten moet in dat kader worden bekeken. We moeten die cijfers ook vanuit dat oogpunt bekijken.
Mijnheer Van Hauthem, we zijn begonnen met de gemeenschapsdialoog. We gaan onverkort voor die staatshervorming en voor de uitvoering van ons programma. Dat is hier uitvoerig besproken. Dan gaat het ook over het arbeidsmarktbeleid en andere dingen. De volgende weken en maanden zullen we hard werken om iets te maken van die gemeenschapsdialoog.
Wat die vraag van 800 miljoen euro betreft, hebt u gelijk als u zegt dat Brussel heeft verklaard dat niet te kunnen, omdat het al een tekort heeft van 200 miljoen euro. Mijn Waalse collega heeft verklaard 300 miljoen euro te kunnen blokkeren. Dat is zeer interessant: als ze het kunnen blokkeren, kunnen ze het ook uitgeven. Ze zeggen echter dat ze die uitgave niet op zich kunnen nemen. Ze kunnen het echter wel blokkeren. Dat is een interessant debat, vind ik. (Gelach)
De Vlaamse Regering zal daar voort over onderhandelen. Minister Vandenbroucke, maar ook de andere collega's, heeft ter zake heel duidelijke voorstellen gedaan, die duurzaam zijn. Anders is er elk jaar sprake van hetzelfde liedje, waarbij ons wordt gevraagd dat te blokkeren. Laten we federale uitgaven schrappen en laat ons de gevolgen daarvan voor de regionale overheid bekijken en op ons nemen, waarbij we natuurlijk de gemeenschapsdialoog over de staatshervorming voortzetten.
Mevrouw de voorzitter, tenzij er hier straks een akkoord naar boven komt, waar ik naar uitkijk, want dan zou ik kunnen zien wie dat heeft afgesloten, meen ik nu in alle duidelijkheid te hebben onderstreept dat er geen sprake is van een geheim akkoord. We zetten het debat voort met de federale collega's, maar er is geen akkoord over die 800 miljoen euro. Op federaal niveau kan men wel beweren zeker te zijn dat we dat zullen doen. Dat is een overtuiging die daar aanwezig is, maar wij zullen ook ter zake spijkers met koppen slaan en daar voort over kunnen discussiëren in dit parlement, wanneer we daar verder in staan.
Mijnheer Daems, wat die jobkorting betreft, neem ik aan dat u daar in het parlement voort over kunt discussiëren. U kent echter de beslissing van de Vlaamse Regering. Over de verklaringen van de premier ga ik geen uitspraken doen, omdat het in eerste instantie aan hem is en niet aan mij. Ik heb een Septemberverklaring afgelegd. Ik vermoed dat u die ook altijd bij de hand hebt. Dat is voor mij het belangrijkste document. (Applaus bij de meerderheid)
Mevrouw de voorzitter, de minister-president heeft uitvoerig geantwoord en ik denk dat dat goed is, maar er blijven toch een aantal lacunes.
De uitspraak "Ik ben niet verantwoordelijk voor wat de federale premier zegt" is natuurlijk theorie. Als die zijn 800 miljoen euro in zijn begroting inschrijft, dan is dat bedrag ofwel fake ofwel niet fake.
Ik heb gezegd dat er geen akkoord is over 500 miljoen euro in die 800 miljoen euro.
Indirect geeft u dus toe dat het bedrag fake is.
Ik geef niets toe, ik zeg alleen hoe het zit.
U hebt in de bijzondere wet expliciete en impliciete bevoegdheden, ik zal die terminologie overnemen. Impliciet geeft u dus toe dat u nu eigenlijk aan premier Leterme zegt: "Uw begroting is niet in evenwicht", zonder dat u die woorden uitgesproken hebt. Indirect hebt u het toch gezegd.
Over het opzijzetten van de centen, geeft u terecht aan, bij monde van de heer Vanhengel, dat het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest niet kan helpen. Ik heb het hier bij me: "Brussel kan niet financieel helpen".
Het denkspoor dat alle gemeenschappen en gewesten zouden meewerken aan het opzijzetten van centen, het reserveren ervan en het niet uitgeven van middelen, is dus al van de baan, tenzij federaal zou worden beslist dat wij allen centen moeten opzijzetten, maar dat dit voor Brussel via de bijzondere wet zal worden geregeld. Herinnert u zich het eerste pakket? Daar zat de financiering van Brussel in, gebetonneerd met een tweederde meerderheid.
Dan blijft enkel het denkspoor over dat minister Vandenbroucke eertijds heeft gelanceerd, waar u wat weigerachtig tegenover stond, waarover u zei dat hij een beetje te vlug communiceerde en dat het een interessant denkspoor is, maar dat de rest ook nog moet volgen. Wat gebeurt er als Brussel financieel niets kan reserveren en zelfs geen centen heeft om te beslissen: "we zetten ze opzij, die centen blijven van ons, we moeten ze niet afgeven"?
Mijnheer Van Hauthem, kunt u afronden?
Mevrouw de voorzitter, de minister-president heeft uitvoerig geantwoord en ik vind dat ook logisch als antwoord op drie vragen. (Opmerkingen van de voorzitter)
Mag ik dan nog even? Ik zal echt geen misbruik maken van de tijd.
Mijnheer de minister-president, de link met de dialoog is me absoluut niet duidelijk. Zult u dit nu ter sprake brengen tijdens de dialoog, of zult u dit rechtstreeks met federale regering bespreken? Waar is het lijstje? Over hoeveel gaat het? Weet u al of de andere gemeenschappen en gewesten uw filosofie zullen volgen om geen federale uitgaven te doen, maar om ze zelf te doen? Ik herhaal dat we weten waarom die federale uitgaven er zijn. Ze komen altijd van de PS, die steekt ze er altijd in, grootstedenbeleid, gewestelijke bevoegdheid. U spreekt zelfs van usurperen. Dat is een zwaar woord. (Opmerkingen van minister-president Kris Peeters)
Ja, u spreekt van 'usurperende bevoegdheden' en van gedeelde bevoegdheden waarbij een bevoegdheid te paard zit bij de gemeenschappen en het federale niveau. Hoe gaat u dit aanpakken?
Het geheim akkoord waar de heer Sannen het over had, vind ik tekenend voor deze coalitie. De heer Sannen - ik neem aan dat hij het straks zal kunnen uitleggen - maakt gewag van een geheim akkoord en voert in feite oppositie binnen de meerderheid tegen uw voorstellen, die interessant zijn, maar we zullen zien wat ervan in huis komt. De heer Sannen voert er openlijk oppositie tegen. Ik stel me dus de vraag in veel dossiers en ook in dit dossier hoe uw meerderheid nog aan elkaar hangt. U zegt dat u namens de regering spreekt en ook namens minister Vandenbroucke. Ik geloof u, want hij heeft dit denkspoor gelanceerd. Ik stel vast dat zelfs minister Vandenbroucke door zijn eigen fractie in dit Vlaams Parlement niet meer wordt gevolgd en wordt onderuitgehaald, want anders kan ik de demarche van de heer Sannen om dit denkspoor helemaal onderuit te halen, niet meer vatten.
Mijnheer de minister-president, u kunt hier vijftien keer komen vertellen dat de regering op dit standpunt staat. Ik geloof u, maar u zult toch stilaan moeten beseffen dat u met een fractie zit die al met een been in de oppositie staat. Op die manier werken is ook niet meer mogelijk. (Applaus bij het Vlaams Belang)
Mijnheer de minister-president, de vraag van 1 miljoen is ondertussen de vraag van 500 miljoen geworden. Ik begrijp enigszins uw houding om het niet te blokkeren en om het mee in de onderhandelingen te stoppen. Ik vermoed zelfs dat u wat dat betreft een mooi 1-2 met premier Leterme hebt afgesproken om dat op die manier te doen. Dat is een vermoeden.
Ik wil het even hebben over het fundamentele debat over de houding van de Vlaamse Regering ten aanzien van bijkomende sociale maatregelen. Uiteraard gaan we het debat daarover voeren bij de begroting. Ik wil wel even de context schetsen waarin de beslissing omtrent de jobkorting tot stand is gekomen. Die is tot stand gekomen in een periode wanneer er nog helemaal geen kredietcrisis was, op een moment dat premier Leterme 2 miljard euro beloofd had voor het welvaartsvast maken van de sociale uitkeringen. Deze situatie is grondig gewijzigd. We zijn nu vijf maanden verder. Ik vraag bij deze nogmaals, mijnheer de minister-president, gezien de precaire situatie waarin we afstevenen op een economische crisis, of het toch niet wenslijk is om in het gat dat premier Leterme laat liggen, te springen en bijkomend sociale maatregelen vanuit de Vlaamse Regering te nemen, onder meer met de 700 miljoen jobkorting die nu aan iedere werkende Vlaming wordt gegeven, voor een aantal doelgroepen die wij ook belangrijk vinden - herinner u het debat over de huurwoningen - die in de kou blijven staan. Ik heb daarop geen duidelijk antwoord gekregen.
Mijnheer de minister-president, het is niet omdat ik in de oppositie zit dat ik dat zeg, maar ik ben er niets wijzer van geworden. U zegt dat het debat over de federale begroting aan de overkant moet worden gevoerd. Daar ben ik het niet mee eens. Ik zal u nog eens citeren: "De andere overheden, de deelstaten en de lokale besturen moeten een bijdrage leveren opdat we de begrotingsdoelstelling halen, nu en het volgende jaar, opdat we de lasten van de vergrijzing niet op de komende generaties afschuiven". Er staan ook nog een paar regels in over de staatshervorming.
Waar het mij om gaat, is dat een federale regering 800 miljoen inschrijft om haar begroting min of meer in evenwicht te brengen. Er hoeft voor mij geen geheim akkoord te zijn, het zal een stilzwijgend akkoord zijn, het kan me niet schelen welk akkoord het is. U zegt: laat me dan eens het stuk dat getekend is, zien. Dat is niet relevant. Ik heb goed naar u geluisterd. U geeft eigenlijk geen antwoord. Er zal wel een stilzwijgend akkoord zijn. We spreken elkaar daar nog over, dat wordt over de verkiezingen heen getild. Die 126 miljoen is met een amendement in de begrotingscontrole ondervangen, dat weet u toch? Dat is vorige week in de commissie gebeurd. Wat dat betreft, bestaan er begrotingstechnisch voldoende mogelijkheden om aan de federale overheid tegemoet te komen. Dat is de realiteit. Het zal geen geschreven maar een stilzwijgend akkoord zijn.
De heer Bourgeois heeft het woord.
Ik sluit me aan bij de interveniënten. De minister-president is klaar geweest. Er is 800 miljoen euro tekort in de federale begroting. Dat is duidelijk. Uit het antwoord van de minister-president blijkt dit. Er is geen akkoord. Wij geloven dit.
De minister-president spreekt nog eens klare taal waar hij zegt dat de federale overheid Vlaamse bevoegdheden usurpeert. Ik ben het daarmee eens, maar om daaruit af te leiden dat het normaal zou zijn dat we dan ook die uitgaven gaan overnemen zonder overdracht van middelen, dat is niet evident. Dat kan zeker niet op een eenzijdige manier, en zeker ook niet buiten de staatshervorming om.
Tot slot: als er bijkomend geld zou zijn in Vlaanderen, wat nog zal blijken, dan denken wij dat dat niet moet worden geblokkeerd of gereserveerd, maar geïnvesteerd. In deze tijden van economische recessie moet de Vlaamse overheid investeren en zeker niet bijkomende lopende uitgaven doen. De keuze moet duidelijk zijn: zorgen dat er geld in de economie komt. Als er 500 miljoen is, stop ze erbij in de economie.
De heer Caluwé heeft het woord.
Voor alle duidelijkheid, mijn fractie is het volmondig eens met de minister-president en de voltallige Vlaamse Regering. Zoals minister Vandenbroucke heeft gezegd, is het in deze tijden dat het nodig is de conjunctuur en de recessie te keren, echt onzinnig om te vragen dat het niveau dat bevoegd is om te investeren in logistiek, economie, wetenschapsbeleid en onderwijs, potjes zou gaan maken.
Dit is een onterechte vraag. De discussie die we wel moeten voeren, is hoe dit een hefboom kan zijn naar bijkomende bevoegdheden. Daar staan we achter. Ik ben blij dat dit de houding is van de hele Vlaamse Regering. Daarom stoorde het ons dat sommige fracties het nodig vonden om te spreken over geheime akkoorden. Dat zegt meer over hen dan over ons. Zo werken wij niet, zo doen wij niet aan politiek.
De heer Gatz heeft het woord.
Wij stellen vandaag met zijn allen vast dat het moeizame, het virtuele of zelfs het niet rond krijgen van een federale begroting meer dan ooit bewijst dat een staatshervorming nodig is. Dit is geen conjunctureel verschijnsel. Zelfs in normale omstandigheden wordt het steeds moeilijker. We moeten ons daar vanuit het Vlaams Parlement niet te vrolijk over maken. Er bestaan in dit land geen Vlaamse of federale burgers als de federale overheid de continuïteit van de dienstverlening niet kan verzekeren of door een gebrek aan investeringen bepaalde dingen niet kan doen. Dan zijn ook de Vlamingen daar het slachtoffer van.
Ik wil, mijnheer de minister-president, ook heel duidelijk onderstrepen dat wij als fractie volledig achter u staan. Wij worden daarbij uitdrukkelijk ondersteund door minister Vandenbroucke, minister Van Mechelen en de andere ministers in de Vlaamse Regering. U moet nu neen zeggen tegen de vraag vanuit de federale regering, maar in het kader van de dialoog die wij zijn aangegaan en in een breder financieel kader, zelfs mogelijk de herziening van de Financieringswet, of in het kader van het overdragen van bevoegdheden, willen wij praten waarover gepraat kan worden. Dat is de juiste houding. Het niet of moeilijk rond krijgen van de federale begroting is de beste manier om iedereen vandaag te doen inzien dat we er zonder een staatshervorming niet meer uitgeraken.
De heer Sannen heeft het woord.
Mevrouw de voorzitter, ik weet niet of u gisteren de heer Leterme hebt gehoord. In Terzake zei hij heel zelfverzekerd: "Wij hebben nu, en we zijn nog maar oktober, onze 360 miljoen euro al toegezegd gekregen."
Ik heb daarover geen enkele formele beslissing van de Vlaamse Regering gevonden. Maar wij hebben net de uitleg gekregen hoe dit is gegaan. Met dezelfde fermheid verkondigde de heer Leterme gisteren dat er ook voor die 500 miljoen euro een oplossing zal zijn. En hij zei dat het maar moet tegen eind 2009. Ik wil waarschuwen dat hetzelfde sluipende proces, dat heeft plaatsgehad zonder enige formele beslissing en waarmee wij zijn tegemoetgekomen aan de federale vraag, waarschijnlijk volgend jaar opnieuw zal plaatsvinden. Als men geen oplossing vindt voor de terechte vraag van de Vlaamse Regering ben ik er bijna van overtuigd dat de cenakels van CD&V en Open VLD ervan uit zullen gaan dat men er wel een mouw aan zal passen. Die kans is groot, en die mogelijkheid hebben ze.
Ik kan me niet indenken dat premier Leterme een begroting naar voren schuift waarin 800 miljoen euro niet gedekt zou blijken als puntje bij paaltje komt. Hij gaat ervan uit dat die 800 miljoen euro gedekt zullen zijn.
Ik hoop, mijnheer de minister-president, dat het officiële standpunt, dat wij tot nu toe hebben verdedigd, niet enkel windowdressing is. Wij willen het blijven verdedigen. Wij willen niet hardvochtig zijn: wij willen 500 miljoen euro ten dele ter beschikking stellen. Niet in de zin van reserveren: wij willen taken en opdrachten die nu op federaal niveau gebeuren maar die eigenlijk bij de regio's en de gemeenschappen horen, naar ons toe halen en gedeeltelijk helpen financieren. Dat is een terechte benadering. Dat creëert meer zuiverheid en meer homogeniteit in de bevoegdheden. Die inhoudelijke lijn ondersteunen wij.
Het zou trouwens totaal fout zijn, mijnheer de minister-president, om in een opkomende recessie 500 miljoen euro gewoon te reserveren, gewoon op te potten. Alle verantwoordelijken zeggen overal, zelfs in de Verenigde Staten, dat we nu moeten investeren. Wij willen een investeringsregering zijn.
We doen dat ook in de begroting. Het lijkt me logisch dat Vlaanderen die 500 miljoen euro volgend jaar investeert. Ik steun de lijn van deze regering, maar ik ben bang dat als we geen resultaten bereiken met het overleg, er eind 2009 een mouw aan zal worden gepast.
Mijnheer Sannen, angst is een slechte raadgever. Ik begrijp dat u zich probeert thuis te voelen in de cenakels van CD&V en Open VLD omdat u de gedachtegangen daar probeert te detecteren. Er is geen geheim akkoord, er is geen akkoord. Er is dus een probleem met die 800 miljoen euro. De heer Gatz heeft het juist gezegd, we willen daarover onderhandelen en dat zal de volgende weken en maanden gebeuren.
Mijnheer Van Hauthem, u hebt gelijk. Brussel heeft gezegd : "We kunnen dat niet." Ook daar zullen we nagaan wat de gevolgen zijn. Men vraagt dat aan alle gemeenschappen en gewesten, er is er al één die zegt: "Wij kunnen niet." In de komende weken en maanden zullen we weten hoe zich dat verder ontwikkelt.
Alles hangt aan alles, alles is één geheel. In de gemeenschapsdialoog wordt gesproken over bevoegdheden. Daar willen we onverkort gaan voor een grondige staatshervorming, wat in dit parlement uitvoerig is besproken.
Mijnheer Daems, in het debat over de begroting 2009 laat u uitschijnen dat er geen sociale aspecten in zouden zitten, dat er alleen maar jobkorting in zit. Ik heb verwezen naar het Zorgfonds, naar energiebesparende maatregelen voor mensen die het moeilijk hebben. Het is een geheel. U licht er één zaak uit en zegt 'rebus sic stantibus'. De omstandigheden zijn gewijzigd, u moet dit herzien. Als we de begroting 2009 in al zijn facetten toelichten en bespreken, dan moet duidelijk zijn dat het ook een sociale begroting is met heel veel aandacht voor de zwakkeren. Ik stel voor dat het debat daarover wordt gevoerd.
Mijnheer Bourgeois, ik begrijp dat u ons standpunt bijtreedt. We hebben neen gezegd tegen de vraag naar 800 miljoen euro in totaal en 500 miljoen euro aan Vlaanderen. We willen daar verder over spreken zoals gepland.
Mijnheer Peumans, ik heb gezegd dat er geen akkoord is. Als er geen akkoord is, dan moet u in het federale parlement vragen stellen over de federale begroting. Ik zeg u alleen maar dat over wat aan ons is gevraagd, er geen akkoord is afgesloten. Als we daarmee akkoord zouden gaan, zullen we dit in het parlement uitgebreid bespreken.
Minister Vandenbroucke heeft het woord.
Mijn naam is hier een aantal keren genoemd. Ik wil iets zeggen en misschien ook een oproep doen. Het gaat over een kwestie die heel belangrijk is voor de welvaart en het welzijn van de mensen in Vlaanderen, en niet alleen in Vlaanderen. Het debat is geen debat van oppositie tegen meerderheid, want als we het de federale regering in de komende jaren moeilijk willen maken, dan moeten we nu zeggen dat we eenmalig geld zullen oppotten in Vlaanderen. Dat lost niks op. Het is niet alleen eenmalig, het is ook zinloos. Dan komen we in 2010 in nog grotere moeilijkheden.
Het is alsof je een bedelaar zou tegenkomen die zegt: "Ik heb grote nood" en wij zeggen: "Dat is heel goed, wij zullen het geld dieper in onze portemonnee wegstoppen." Dat willen we natuurlijk niet. We willen structureel, duurzaam en zinvol helpen. Dat betekent dat we nadenken over welke facturen we kunnen overnemen. Dat kunnen we ook doen zonder zelfs iets te wijzigen aan bijzondere wetten of Grondwet omdat er bevoegdheden zijn waar we samen aan bezig zijn en waardoor bovendien het beleid vaak niet zo goed is.
Ik pleit er dan ook voor dat we een hand uitsteken om structureel en zinvol te helpen. Soms moet men begrip hebben voor het feit dat men in een begroting eenmalige maatregelen neemt. Daar heeft men mij nog nooit iets in het openbaar over horen zeggen. Maar eenmalige en zinloze maatregelen, daar moeten we niet aan meedoen. Misschien zou het een goede oppositie zijn om te zeggen dat we akkoord gaan met eenmalige en zinloze maatregelen. Dit is echter een debat dat de scheidingslijnen tussen oppositie en meerderheid zou moeten overstijgen.
Mijnheer de minister, ik kan uw redenering gedeeltelijk volgen, maar dan op voorwaarde dat die een hefboom is om effectief bevoegdheden en middelen over te hevelen. U wilt de federale begroting helpen door de usurpatie, dixit minister-president Peeters, van bevoegdheden. Om daar een einde aan te maken wilt u zelf de verantwoordelijkheid nemen. De vraag is wel hoe u de andere gewesten en gemeenschappen daar zult van overtuigen. Als het een hefboom is in de discussie over de staatshervorming, dan kan ik u volgen.
Met de 361 miljoen euro waarvan gezegd was dat ze niet zou worden gereserveerd, heeft men de federale begroting toch onrechtstreeks geholpen.
Mijnheer de minister-president, minister Vandenbroucke, u weet zeer goed dat de andere gemeenschappen en gewesten dat geld niet hebben. Paars is begonnen met het voeren van een grootstedelijk beleid op federaal gebied. Aan de andere kant van de taalgrens had men het geld niet om dat te doen. Ik wens u dan ook veel succes als u daar de andere gewesten en gemeenschappen wilt in meetrekken.
Ik hoor de fractievoorzitter van Open Vld en CD&V zeer graag toegeven dat de federale begroting niet in evenwicht is. Dat hebben zij met zoveel woorden gezegd. Mijnheer Gatz, mijnheer Caluwé, ik neem aan dat Open Vld en CD&V de begroting niet zullen goedkeuren. Het is echter gemakkelijk om dat hier te komen zeggen. Ik herinner me nog de woorden van de heer Denys toen hij hier oppositiefractieleider was. Hij zei dat het gemakkelijk was in dit Vlaams Parlement de stoere uit te hangen en aan de andere kant van de straat iets anders te verkondigen. U hebt nu de kans om het te bewijzen. Geef de boodschap door aan uw federale collega's. Ik neem aan dat zij morgennacht in de Kamer het vertrouwen in de regering-Leterme niet zullen bevestigen.
Mijnheer Bourgeois, ik vind dat u gelijk hebt. Er moet me echter iets van het hart. In 2005 was de heer Leterme minister-president en kreeg hij de vraag om bepaalde sommen geld te reserveren. Het ging toen om 145 miljoen euro. In ruil daarvoor mocht hij het jaar nadien de eigen begrotingsnorm wat versoepelen. De N-VA zat toen in de regering, maar heeft toen nagenoeg geen enkele voorwaarde gesteld.
Ik stel vast, onder meer door de antwoorden van de fractieleiders van Open Vld en CD&V, dat het debat eigenlijk nog een stuk virtueler is geworden dan het al was.
Het feit dat de drie fractieleiders van de meerderheidspartijen hier het woord hebben genomen, wijst erop dat over dit onderwerp een actualiteitsdebat zou moeten worden gehouden. Dat verhaal blijft terugkomen.
Zoals de heer Van Hauthem heeft gezegd, is het belangrijk dat we alle elementen in het debat naar voren kunnen brengen. Mijnheer de minister-president, met een actuele vraag is dat een beetje moeilijk.
Mijnheer Gatz, daarnet had u het over een virtuele federale begroting. Het is inderdaad een virtuele begroting. Ik denk ook dat men een virtueel geheim akkoord heeft afgesloten. Ik denk dat alles hier virtueel is.
Mijnheer Gabriels, als burgemeester moet u toch weten dat als u inkomsten of uitgaven inschrijft waarvoor u geen garantie hebt, dezelfde ministers van deze Vlaamse Regering u terug zullen fluiten. Hier schrijft men 800 miljoen in. Dat bedrag is virtueel. Men weet niet of men ze al dan niet zal krijgen. Als dat goed bestuur is, dan bedank ik daarvoor. (Applaus bij het Vlaams Belang en de N-VA)
Mijnheer Van Hauthem, u gaat wat kort door de bocht. In 2005 werd er inderdaad een akkoord gesloten. Het had als bedoeling dat de Vlaamse Regering die centen later zou uitgeven. De begroting van 2009 is een expansieve begroting. We hebben toen gezegd dat we zouden bezuinigen om tijdens het einde van de regeerperiode beter te investeren. Die begroting is expansief. Het gaat om 2,8 percent. Dat is veel meer dan de reële groei. Uw redenering gaat dan ook helemaal niet op. Dat is een totaal ander debat.
De heer Gabriels heeft het woord.
Mijnheer Peumans, er is natuurlijk een verschil tussen virtueel en reëel. Ondertussen hebben minister-president Peeters en ook andere ministers antwoorden gegeven op de verschillende vragen van de oppositie. Dat is de realiteit. Dat is veel belangrijker dan al de speculaties die aan de andere kant worden gemaakt.
Het incident is gesloten.