Verslag plenaire vergadering
Verslag
Mevrouw Heeren heeft het woord.
Mevrouw de voorzitter, mijnheer de minister, toen ik vanmorgen het nieuws hoorde, moest ik mijn wenkbrauwen toch lichtjes fronsen toen ik vernam dat de stad Antwerpen u een voorstel van toewijzingsreglement heeft gedaan waaruit volgt dat wie nog in aanmerking wil komen voor een sociale huurwoning, moet werken. Met andere woorden: mensen met een vervangingsinkomen komen er niet meer in. Dat is heel eigenaardig op een moment dat velen het hebben over de koopkracht en dat het ontslagen regent, denken we maar aan Janssen Pharmaceutica en aan Overpelt/Balen. Noemt u maar op, het is niet normaal.
Ik begrijp, en dat was ook onze insteek, dat het via een intern toewijzingsreglement de bedoeling was dat gemeenten de kans kregen om in te spelen op woonnoden. Maar als we natuurlijk de artikels in het socialehuurbesluit zo gaan cumuleren dat de trechter zodanig smal wordt, dat met andere woorden de kansarme drommel, de bewoner en de doelgroep waar mevrouw Hostekint het in een andere vraag over had, niet meer aan bod komen, dan zijn we verkeerd bezig in ons sociale woonbeleid.
Mensen werk geven is belangrijk, daar is niemand tegen. Activeren doen we en moet nog meer gebeuren, maar als we het recht van wonen koppelen aan andere doelstellingen, dan zijn we verkeerd bezig. Dan zijn we bezig met een opdeling van de samenleving en dat is pure discriminatie. We hebben gelukkig een IVA Inspectie en ik ben ervan overtuigd dat die artikel 27 van het sociaal huurbesluit heel correct zal toepassen in het licht van het algemeen belang.
Ik heb het krantenartikel "Wie werkt krijgt voorrang bij een sociale huurwoning" meegebracht. Blijkbaar moet die voorwaarde niet alleen zorgen voor een sociale mix, maar ook - en ik heb het artikel twee keer gelezen - voor meer huurinkomsten.
Dat gaat me echt te ver. We zijn drie jaar aan het onderhandelen over een nieuw financieringssysteem om bouwmaatschappijen, met op kop de grootste maatschappij van het land uit Antwerpen, kansen te geven om uit dat deficit te geraken. Daarvoor dient dat nieuwe financiële systeem. Nu zeggen dat de huurinkomsten moeten dienen om dat allemaal recht te trekken, dat is niet rechtvaardig.
Mijnheer de minister, sinds wanneer hebt u kennis van dat interne toewijzingsreglement? Gaat u akkoord met het criterium zoals dat wordt voorgesteld? Er zijn nog vele andere criteria, daar kan ik me volledig in terugvinden. Ik heb me gebaseerd op alle krantenartikels die ik daarover vanmorgen op Mediargus heb gevonden. Ik hoorde graag uw persoonlijke mening daarover.
Minister Keulen heeft het woord.
Mevrouw Heeren, dit is een plan waarover ik nog niets heb ontvangen. Men zal het toewijzingsreglement moeten overmaken aan het departement, dat dan een advies zal formuleren en mij dat dan overmaken.
Ik denk dat het verhaal in Antwerpen zeer genuanceerd is. Zo ken ik ook schepen Verbist. Het is geen partijgenote van mij maar ze doet wel vreselijk haar best. Het doel is te komen tot een sociale mix van werkenden en niet-werkenden in de sociale wooncomplexen in Antwerpen. Antwerpen is toch de kampioen inzake sociale huisvesting in Vlaanderen, met meer dan 10 percent. Ook in het verleden hebben we deze formule al toegepast, in de Silvertoptorens. Toen die zijn gerenoveerd, hebben we gezorgd voor een aangepast toewijzingsreglement in overleg tussen de administratie in Brussel aan de ene kant en de huisvestingsmaatschappijen en de stad Antwerpen aan de andere kant, om te komen tot een mix van werkenden en niet-werkenden. Anders krijg je grote complexen waar alleen vervangingsinkomentrekkers zitten. Neem van me aan dat het de bedoeling van Antwerpen is om zeker en vast compenserende maatregelen te treffen ten aanzien van die vervangingsinkomentrekkers, de werklozen, invaliden en gepensioneerden. Het is niet de bedoeling om die mensen uit te sluiten.
U weet dat in het kader van het nieuwe kaderbesluit sociale huur de steden en gemeente eigen accenten mogen leggen. Lanaken is niet Antwerpen en Antwerpen is niet Sint-Truiden. Uiteraard mag de sociale roeping van de huisvestingsmaatschappijen nooit in het gedrang komen. Zeker in de complexen die we in Antwerpen kennen, waar er een grote concentratie van sociale wooncomplexen is, is de sociale mix goed om het maatschappelijke draagvlak voor de sociale huisvesting te vergroten. Die krijg je als je ervoor zorgt dat werkenden opnieuw toegang krijgen tot een sociale woning.
We moeten dat altijd zien in het licht van het feit dat er ook compenserende maatregelen komen voor degenen die kwetsbaar zijn, en uiteraard in het licht van het decreet Grond- en Pandenbeleid en de extra investeringen bovenop wat we vandaag extra doen om in Vlaanderen nog bijkomend in sociale woningen en appartementen te voorzien. Dat geeft meer kansen aan iedereen: aan de zwakkeren en ook aan degenen die iets sterker zijn, maar misschien niet sterk genoeg om op eigen kracht een woning te verwerven.
De beste maatregel om vooruitgang te maken op het vlak van huisvesting, mevrouw de voorzitter en geachte leden, is het hebben van werk. Werk is nog altijd het beste instrument om in de maatschappij, in welk domein ook, forse stappen voorwaarts te zetten.
Mijnheer de minister, dat klopt, werk is een eerste doelstelling, maar een tweede doelstelling is een dak boven het hoofd. Ik zal het heel kort en kordaat zeggen. Ik heb vandaag werk. Ik krijg vandaag een sociale huurwoning. Ik werk bij Janssen Pharmaceutica maar morgen word ik afgedankt, en ik heb toch maar mijn sociale huurwoning. Ik heb vandaag geen werk. Ik doe een aanvraag maar ik krijg geen sociale huurwoning en ik heb ook geen werk. Het gaat respectievelijk over artikel 20 en artikel 27 van het sociale huurbesluit. In het socialehuurbesluit zijn er algemene en bijkomende voorwaarden opgenomen. Wat doet men in Antwerpen? Men cumuleert de dingen.
Ik begrijp wel dat men een sociale mix wil. Ik ga even chauvinistisch zijn. Genk heeft bijna evenveel nationaliteiten op haar grondgebied als Antwerpen. Het verschil is dat Antwerpen een grootstad is en Genk wat minder groot, maar het heeft ook grote wooncomplexen. Ik heb me geïnformeerd dat dat criterium daar in elk geval niet meetelt. Ik wil daarmee niet zeggen dat men lokaal niet een aantal criteria kan inschrijven in het toewijzingsreglement.
Langs de andere kant zijn er de huuropbrengsten. Dat vind ik er pas over. Dan hadden we niet drie jaar moeten debatteren en zoeken naar een nieuw financieringssysteem om ervoor te zorgen dat alle maatschappijen in Vlaanderen, ook die van Antwerpen, in eerste instantie break-even zouden kunnen draaien.
De heer Penris heeft het woord.
Mevrouw Heeren, u zult het niet altijd hebben gemerkt, maar ik heb u al dikwijls stilletjes gelijk gegeven. Vandaag moet ik u openlijk en hardop gelijk geven. Ik hoop dat de berichten die de media ons brengen genuanceerd moeten worden, zoals de minister aangeeft.
Maar wat ik heb gehoord, stemt weinig hoopvol. Ik volg uw kritiek hier ten volle. Ik heb de indruk dat de betrokken sociale huisvestingsmaatschappijen veeleer streven naar een economische leefbaarheid van hun woningcomplexen dan naar een sociale leefbaarheid. Ik betreur dat. Ik hoop dat uw eigen Antwerpse afdeling uw scherpe kritiek ook zal volgen. Ik hoop dat een van de betrokken partijen, De Ideale Woning, waarvan straks een belangrijke figuur aan het woord zal komen, even scherp is als u.
We moeten in deze aangelegenheid scherp zijn. Een aantal jaren geleden hebben wij Bob Cools in onze commissie ontvangen. Hij heeft ons toen gewezen op de werkelijke aard van de samenlevingsproblemen in bepaalde Antwerpse socialewoningmaatschappijen. Dat heeft, mijnheer de minister, niets met inkomen te maken, maar alles met etnie. Maar dat mag men hier jammer genoeg niet meer zeggen. (Applaus bij het Vlaams Belang)
De heer de Kort heeft het woord.
Als voorzitter van De Ideale Woning heb ik beter kennis kunnen nemen van het toewijzingsreglement. Ik heb kunnen vaststellen dat er inderdaad, mijnheer de minister, een veel genuanceerder beeld is. Zo moeten die regels in geen enkel wooncomplex van De Ideale Woning worden toegepast omdat zich daar geen leefbaarheidsproblemen voordoen. Slechts enkele sociale woonmaatschappijen, bijvoorbeeld Woonhaven en ABC, hebben complexen met leefbaarheidsproblemen. Daar moet men ervoor zorgen dat men geen wooncomplexen heeft met alleen maar mensen met een vervangingsinkomen, maar dat ook mensen met een inkomen ervoor in aanmerking komen.
Het signaal dat de stad Antwerpen heeft willen geven, is dat we het sociaal huisvestingsbeleid niet verder moeten marginaliseren. Ook mensen die door het activeringsbeleid een job hebben, moeten in aanmerking kunnen komen voor een sociale woning. Dat is het positieve. Wij hebben kunnen merken dat die mensen die signalen al hebben begrepen. Sommigen dachten dat men alleen met een vervangingsinkomen in aanmerking kon komen voor een sociale woning.
De heer De Craemer heeft het woord.
Mevrouw de voorzitter, ik sluit mij aan bij de heer de Kort. Ik hoop inderdaad dat dit verhaal genuanceerd is en men rekening houdt met de sociale en de economische leefbaarheid. Het kan wel een stimulans zijn voor werkenden. Ook kan de binding tussen werken en wonen hiermee hechter worden gemaakt.
Ik wijs er ook op dat het lokale beleid op maat moet kunnen worden gevoerd. Dat is al decretaal voorzien, maar het moet nog beter kunnen. De samenwerking tussen de lokale besturen en de lokale huisvestingsmaatschappijen en de welzijnsactoren is belangrijk.
Ten slotte, mevrouw de voorzitter, wijs ik erop dat het specifieke toewijzingsreglement in Antwerpen er enkel kan komen als men op een goede sociale mix mikt, mét oog voor een hoogstaande kwaliteit op het vlak van sociale en economische leefbaarheid.
De heer Janssens heeft het woord.
Het is uiteraard genuanceerd. Ik begrijp dat men zich bij het lezen van een dergelijke krantenkop afvraagt hoe het nu kan dat werkenden voorrang krijgen voor sociale woningen. We moeten dit echt zien in de context van de sociale woningen in Antwerpen.
Ik doe geen uitspraken over Genk, mevrouw Heeren. Ik vind dat trouwens een van de best bestuurde gemeenten van Vlaanderen. Wij kunnen daar in Antwerpen veel van leren, en dat doen wij ook. Maar de laatste keer dat wij in Antwerpen het aantal nationaliteiten hebben geteld, waren het er 164. Er is bij mijn weten maar één stad in de wereld met een hoger aantal nationaliteiten, met name Amsterdam. De realiteit is in Antwerpen dus enigszins anders.
In Antwerpen wonen niet minder dan 40.000 mensen in sociale woningen. Er zijn niet zoveel steden in Vlaanderen met meer dan 40.000 inwoners. De realiteit is echt wel anders.
Waar gaat het over? Het toewijzingsreglement zegt dat in de sociale wooncomplexen waar bijna exclusief uitkeringstrekkers wonen, werkenden voorrang krijgen tot we aan 30 percent werkenden komen. Die moeten natuurlijk aan alle andere criteria van de sociale huisvesting voldoen.
Mijnheer de minister, ik wil u hier publiek bedanken voor het renoveren van de drie blokken van het Silvertopcomplex, waarin Vlaanderen ongeveer 25 miljoen euro heeft geïnvesteerd. Men heeft een toewijzingsreglement toegelaten die de leefbaarheid van die blokken op lange termijn garandeert en die belet dat die investering op vijf jaar tijd teniet zou worden gedaan.
In Antwerpen hadden we enkele jaren geleden 15.000 leefloontrekkers. Door een streng activeringsbeleid van het OCMW zijn er dat vandaag minder dan de helft. Al die mensen worden vandaag beschouwd als werkenden. Iemand die onder artikel 60 valt, is ook een werkende. Mijnheer de minister, ik ben dus tevreden met uw antwoord. Ik ben ervan overtuigd dat u, als u het ontwerp van toewijzingsreglement ziet, gerustgesteld zult zijn en ons verder zult blijven steunen, waarvoor bij voorbaat onze dank.
Mevrouw Dua heeft het woord.
Mijnheer Janssens, ik richt me tot u. U kunt proberen om dit te nuanceren, maar deze morgen had ik hetzelfde gevoel van verontwaardiging toen ik hoorde wat men in Antwerpen doet. Het recht op het krijgen van een sociale woning koppelen aan het al dan niet hebben van werk, dat kan gewoon niet. Dat is het ondermijnen van de basisprincipes van de sociale huisvesting. Uiteindelijk is dit het mattheuseffect in het kwadraat: degenen die het goed hebben, kunnen een stap vooruit zetten, en degenen die uit de boot vallen, vallen dubbel uit de boot. Dat kan niet, zeker omdat die mensen worden overgeleverd aan de privéhuurmarkt. Mijnheer Janssens, een partijgenote van u heeft hier gezegd dat de privéhuurmarkt onbetaalbaar is voor mensen die het moeilijk hebben. Je straft dus de mensen die geen werk hebben dubbel.
De jobkorting doet net hetzelfde: mensen die werken, worden overal extra beloond. Wie houdt zich nog bezig met mensen die het ongeluk hebben geen werk te hebben en te moeten leven van een leefloon? Zij vallen overal uit de boot. Voor ons is dat onaanvaardbaar.
Mevrouw Heeren heeft honderd percent gelijk als ze zegt dat we moeten zorgen dat de sociale huisvestingsmaatschappijen beschikken over voldoende middelen zodat ze hun boel draaiende kunnen houden. Dat is een belangrijke opdracht voor de Vlaamse Regering, die moet zorgen dat de sociale huisvestingsmaatschappijen hun werk goed kunnen doen. Maar alstublieft, laat ons stoppen met dit soort discriminaties. (Applaus bij Groen!)
Mevrouw Dua, als je overdrijft, blijft alleen de overdrijving over en wordt het punt niet gemaakt. Als we vandaag een begroting hebben van 700 miljoen euro en daarvan geef ik ruim
600 miljoen euro aan sociale huisvesting, dan is dat omdat we bekommerd zijn om de zwakkeren, niet alleen in woord maar ook in daad. Dat geld gaat naar die mensen, daarvoor is het bedoeld, en dat gebeurt ook in de praktijk.
Wonen is waarschijnlijk niet ideaal, maar waarschijnlijk is het nergens beter dan hier. In deze legislatuur hebben we veel gedaan op het vlak van de wooninspectie en van het bestrijden van de huisjesmelkerij. Dat is een gesel die we moeten aanpakken en we doen dat ook. Er is ook de reglementering en we rusten de wooninspectie uit met man- en vrouwkracht.
Antwerpen wordt een genuanceerd verhaal. Ik heb verwezen naar de Silvertop. Dat is geruisloos gebeurd, waarschijnlijk omdat niemand zich gediscrimineerd heeft gevoeld. Mevrouw Heeren, het kaderbesluit sociale huur laat lokaal maatwerk toe, maar we laten geen discriminatie toe. Er moeten compenserende maatregelen komen. Die zijn in het verleden ook genomen in Antwerpen, zoals bijvoorbeeld in de Silvertop. Daarmee kunnen we in de praktijk bewijzen dat we doen wat we zeggen.
Ten slotte kunnen we het maatschappelijke draagvlak in de samenleving vergroten door werkenden toe te laten in de sociale wijken. Als mensen het gevoel krijgen dat dat opnieuw openstaat voor iedereen, dan krijgen we meteen een ruimer draagvlak bij gemeentebesturen die vandaag te weinig doen, zoals er nog veel zijn in Vlaanderen. Een ruimer draagvlak om te investeren in bijkomende sociale huisvesting.
Dat is net wat we beogen in het decreet Grond- en Pandenbeleid. De gemeenten die vandaag tekortschieten, moeten meer doen inzake sociale huisvesting. Het zou de bereidwilligheid kunnen vergroten door de werkenden een perspectief te bieden op een sociale woning of een sociaal appartement, naast de kwetsbaren die daar toegang toe moeten blijven krijgen.
Men stelt het hier voor alsof werkenden vandaag niet terechtkunnen in de socialehuursector. Dat is niet waar. Ook werkenden kunnen daar terecht. Nu zegt men duidelijk dat er enkel voorrang wordt gegeven aan werkenden, en dat is het punt. CD&V heeft de afgelopen jaren meermaals voorstellen gedaan over de sociale mix maar kon daarvoor niet rekenen op een meerderheid. Wij stellen voor om voor 5 à 10 percent van de woningbouw de kans te geven aan maatschappijen om hogere inkomenscategorieën aan te trekken. In het verleden is echter duidelijk een optie genomen om de inkomensgrenzen te verlagen. Daar mag duidelijk niet van afgeweken worden.
Mijnheer de minister, ik ben er gerust in. U hebt het woord discriminatie gebruikt. Er zal dus geen discriminatie zijn in de samenleving in Vlaanderen.
Het incident is gesloten.