Verslag plenaire vergadering
Actuele vraag over een meer optimale afstelling van verkeerslichten
Verslag
Mevrouw De Ridder heeft het woord.
Mevrouw de voorzitter, mevrouw de minister, ik werd vanmorgen in de wagen aangenaam verrast toen ik op de radio de resultaten hoorde van de VAB-studie. Er werd nagegaan wat het effect is van het beter afstellen van verkeerslichten op de filevorming en de duur dat men in de wagen doorbrengt. Men is gaan kijken in Nederland. Door enkele veeleer minimale aanpassingen werden het aantal file-uren met maar liefst 2,5 miljoen teruggebracht.
Men heeft die situatie geëxtrapoleerd naar de Vlaamse wegen. We zouden 1 op 5 Vlaamse kruispunten moeten aanpassen. Daardoor zouden we dezelfde winst kunnen boeken qua tijdsbesteding. De maatschappelijke kost zou met 25 miljoen euro dalen. Wij hadden al langer dat idee. U herinnert zich de resolutie die onder impuls van mijn partij werd ingediend en in juni werd goedgekeurd. We pleiten daarin om na te gaan of we door het gebruik van slimme verkeerslichten inderdaad tot een vermindering van de filetijd komen. De slimme verkeerslichten vormen slechts één aspect. De VAB-studie heeft het over heel wat meer, waaronder het afstellen van de lichten, het bekijken van infrastructurele ingrepen en het onderzoeken van de doorstroom van openbaar vervoer en voetgangers.
Mevrouw de minister, mijn vraag was oorspronkelijk gericht aan minister Van Brempt. Welke maatregelen zult u treffen om de file-uren te verlagen en tegelijk de verkeersveiligheid op te krikken? Hoe zult u dat doen in samenhang met de resolutie die het Vlaams Parlement dit jaar in juni goedkeurde?
De heer Decaluwe heeft het woord.
Mevrouw De Ridder heeft een perfecte vraag gesteld, ik moet ze dus eigenlijk niet meer stellen. Ik heb zopas het antwoord van minister Van Brempt gelezen op Belga, dit is dus een non issue-debat. Het is een beetje typisch voor haar om vooraf te antwoorden. Maar de bevoegdheid ligt bij u, mevrouw de minister.
Mevrouw De Ridder heeft het probleem goed geschetst naar aanleiding van de VAB-studie. U bent verantwoordelijk voor verkeersveiligheid, de inrichting van zwarte punten en het wegenonderhoud. De regering drijft de inspanningen jaar na jaar op. De vragen van de VAB zijn natuurlijk terecht, maar ik wil het specifiek over de doorstroming hebben. Dat is meer dan filebestrijding. Het heeft ook positieve milieu-effecten zoals minder CO2-uitstoot en minder fijn stof. Het fileprobleem is wel het meest voelbaar voor de chauffeurs.
Mevrouw de minister, welke maatregelen hebt u al genomen en vooral, welke maatregelen kunt u nog nemen om doorstroming op de wegen te bevorderen?
Minister Crevits heeft het woord.
Er zijn vandaag ongeveer 1.400 kruispunten met verkeerslichten in Vlaanderen. De VAB had het deze morgen over 1.600, maar er zijn er enkele verdwenen omdat we in het kader van de zwarte punten bepaalde kruispunten herinrichten. Het zal u misschien verbazen, maar die zijn allemaal een beetje slim. Mijnheer Peumans, ik had wel verwacht dat u luid zou roepen dat dat niet zo is.
Wat bedoel ik daarmee? Op de lichten staat ofwel een cameraatje, ofwel werkt het met detectie. Binnen een marge wordt rekening gehouden met de verkeersstroom die aankomt. Als er verkeer aankomt, dan blijft het langer groen, maar als de verkeersstroom van twee kanten groot is, dan wordt dat evenwichtig verdeeld. Een verkeersdeskundige heeft ooit gezegd dat je het kunt vergelijken met een taart. Als je de taart voor de ene rijrichting groter maakt, dan blijft er minder over voor de andere rijrichting. Maar we kunnen vooruitgang boeken. We zijn daar nu mee bezig. De resolutie is nog maar een paar maanden oud.
Er is ook een task force doorstroming waarin systematisch tellingen gebeuren. Per jaar kunnen we ongeveer 300 kruispunten aanpakken. Er wordt beter afgestemd, er wordt gekeken naar gewijzigde verkeerssituaties. In de resolutie heeft het parlement ook gevraagd of het mogelijk is om met een proefproject te starten om na te gaan hoe we dat in andere zones kunnen doen.
Op dit ogenblik loopt er zo'n proefproject in Leuven. Eén computer stuurt een aantal kruispunten achter elkaar en laat het verkeer op die manier doorstromen. De resultaten zijn positief. Wellicht zullen we daaruit kunnen afleiden dat we kunnen investeren in lussen van geschakelde kruispunten met verkeerslichten.
Binnenkort is er in de regio Antwerpen ook zo'n proefproject. Eind dit jaar zullen we definitieve beslissingen kunnen nemen.
Ik dank de minister voor haar antwoord.
Mevrouw de minister, het verheugt me dat u mee in dit verhaal stapt, dat u er nadrukkelijk positief tegenover staat.
Ik heb misschien nog een bedenking. Tussen slimme en minder slimme verkeerslichten bestaat er natuurlijk een grijze zone. Ik heb de afgelopen maanden gemerkt dat afhankelijk van de verkeersspecialist met wie men spreekt, de verkeerslichten al dan niet slim zijn. Er is op dat vlak nog heel wat werk aan de winkel.
Ook blijkt uit de VAB-studie dat een deel van de detectielussen stuk is. Het zou op zich al soelaas kunnen bieden indien we daar werk van maken.
U hebt mijn aandacht geprikkeld met het slot van uw betoog. Ik ben nu natuurlijk benieuwd naar waar in Antwerpen het proefproject, dat kadert in de uitvoering van onze resolutie, zal lopen. Misschien hebt u daar al duidelijkheid over, en zo ja, dan verneem ik dat graag.
Mevrouw de minister, ik dank u voor uw antwoord. Naar aanleiding van de voorbeelden zou ik u willen zeggen: vergeet West-Vlaanderen niet.
De heer Peumans heeft het woord.
Mevrouw de minister, ik houd het heel kort, want we mogen maar één vraag stellen. Bent u bereid om het aantal ingenieurs-verkeerskundigen uit te breiden en om hen op stage te sturen naar Nederland?
Ik zal u zeggen waarom. U kunt dat ook bij Verkeer en Waterstaat zien. Ik stel 's avonds na de spits vast dat de verkeerslichten nog juist hetzelfde werken als tevoren, zelfs als er geen verkeer meer van de zijstroken komt. Ik nodig u met heel veel plezier uit in Limburg. Ik zal u tien plaatsen laten zien waar dit gewoonweg niet wordt toegepast en daarna gaan we gezellig samen eten. Ik denk aan de uitspraak van een van de ambtenaren, ik ken die man, dat men geen personeel heeft om dit soort van werkzaamheden te doen. Dat is de realiteit.
Wilt u het aantal mensen uitbreiden, want er studeren voortdurend verkeerskundigen af, en wilt u hen op stage sturen naar Nederland?
De heer Koninckx heeft het woord.
Mevrouw de minister, ik kreeg graag wat bijkomende informatie. U spreekt van 1400 kruispunten in Vlaanderen. De vergelijking met Nederland gaat natuurlijk pas op als we gelijke dingen vergelijken. Over hoeveel kruispunten ging het in Nederland? Als dat er dubbel zoveel waren, dan is de verwachte winst bij ons natuurlijk minder.
Is de techniek die achter het systeem in Nederland zit, dezelfde als de techniek die we in Vlaanderen gebruiken? Als dat niet het geval is, is het misschien het moment om eens te bekijken of we niet kunnen overschakelen op de technologie die in Nederland wordt gebruikt, als die dan toch zo winstgevend en positief is, of hoe we onze technologie in de toekomst kunnen bijsturen.
Dit zijn heel wat extra vragen.
Mevrouw De Ridder, ik moet uw nieuwsgierigheid nog wat op de proef stellen. Ik weet dat er drie systemen zullen worden getest in de regio Antwerpen, maar de informatie over waar dat precies zal gebeuren, heb ik niet bij de hand. Ze zal u bezorgd worden.
Wat de detectielussen betreft, klopt het dat een aantal van die lussen vrij regelmatig stuk zijn. Dat wordt onderhouden.
Mijnheer Peumans, we moeten twee zaken onderscheiden. Er zijn drie ingenieurs fulltime bezig met de problematiek en zij worden in de provinciale afdelingen ondersteund door drie mensen. In het totaal zijn er dus 18 mensen mee bezig.
Mijnheer Koninckx, uiteraard is het bijzonder interessant om een vergelijkende studie te maken met wat in Nederland is gebeurd inzake het aantal, de frequentie en hoe dicht de kruispunten bij elkaar liggen. Wie deze morgen goed naar de radio heeft geluisterd, heeft het antwoord van de Nederlandse verkeersdeskundige gehoord op de vraag om dit nu eens te extrapoleren naar de Vlaamse situatie. De man antwoordde dat hij dat helemaal niet kan doen, dat hij er niet garant voor kan staan dat de berekeningen juist zijn omdat hij de Vlaamse situatie niet kent. Ik kan dus wel de garantie geven dat de vergelijking zal worden gemaakt, dat een en ander zal worden onderzocht.
Mijnheer Peumans, maakt u zich maar geen zorgen, ik neem het engagement op me om de goede dingen die in Nederland gebeuren, ook hier mee te evalueren. We proberen het goede dat elders bestaat, zo veel mogelijk ook hier te introduceren.
Wij kijken daar natuurlijk reikhalzend naar uit en ik noteer, mevrouw de minister, dat ik een deel van uw antwoord schriftelijk zal mogen ontvangen.
Het incident is gesloten.