Verslag plenaire vergadering
Verslag
Collega´s volksvertegenwoordigers, beste medewerkers, geacht publiek, ik heet u opnieuw hartelijk welkom in onze vernieuwde Koepelzaal. Ik hoop dat u een verkwikkende vakantie achter de rug hebt en ik ben blij u te zien voor de start van een ongetwijfeld boeiend laatste werkjaar van deze legislatuur.
Zoals u hebt gemerkt, is hier in de Koepelzaal de voorbije maanden hard gewerkt. Ik wil hiervoor de betrokken directeurs en hun medewerkers bedanken. De renovatie van deze zaal was nodig om een beter en comfortabeler vergaderklimaat te creëren. Ik zou zeggen, laten we daar allemaal voluit gebruik van maken.
Toen ik u hier twee jaar geleden voor het eerst als voorzitter toesprak, sprak ik de hoop uit het Vlaams Parlement nog? sterker en nog transparanter te kunnen maken, met goede debatten, kwaliteitsvolle decreten en een uitgebreide publiekswerking. Uiteraard kan alles nog beter, maar ik denk dat we, door de beslissingen van het Uitgebreid Bureau, toch stappen in de goede richting hebben gezet. Ik wil samen met u even overlopen waar we zoal werk van hebben gemaakt.
Wat de kwaliteit van de debatten betreft, hebben we elke fractie de kans gegeven een evaluatie te maken van het aangepaste vragenuurtje. We hebben vorig jaar in totaal tien actualiteitsdebatten gehouden en u hebt op woensdagmiddag samen 349 actuele vragen gesteld. Dat is een absoluut record. Maar alle fracties vonden het huidige vragenuurtje - door het grote aantal vragen én door de mogelijkheid te interveniëren - soms te lang en te omslachtig. Ze drongen aan op meer beknoptheid en snedigheid en op een striktere naleving van de reglementaire spreektijden, ook voor de regering. Daarom heeft het Uitgebreid Bureau beslist dat de mogelijkheid tot interveniëren weliswaar wordt behouden, maar dat de maximale spreektijd wordt ingekort. Hiervan heb ik u vorige week per brief op de hoogte gebracht. De ministers van hun kant zien hun spreektijd vanaf nu lopen op een display. Niets belet hen dus kort te zijn. Het is ook de bedoeling dat u zich beperkt tot één concrete vraag aan de regering en dat u dat doet zonder tekst, behalve bij citaten en cijfers. Deze aanpassing van het vragenuurtje wordt bij het kerstreces opnieuw geëvalueerd.
Collega´s, we stellen vast dat ons land vandaag in een diepe crisis verkeert. Vijftien maanden na de federale verkiezingen staan we nog geen stap verder.
Nochtans is een doorbraak in de communautaire onderhandelingen noodzakelijk om tot een verregaande staatshervorming en tot een beter en transparanter bestuur te komen. Uiteraard vormen de vijf resoluties die het Vlaams Parlement in 1999 goedgekeurd heeft, de basis voor de nieuwe staatshervorming die we willen. We moeten als Vlaanderen een eigen sociaaleconomisch beleid kunnen voeren, met inbegrip van het hele werkgelegenheidsbeleid en alle belangrijke aspecten van het economische beleid. We moeten een ruimere fiscale autonomie kunnen afdwingen en kunnen beslissen over onze gezondheidszorg. De kieskring Brussel-Halle-Vilvoorde en het gerechtelijk arrondissement Brussel moeten worden gesplitst. Ook onze constitutieve autonomie moet worden uitgebreid. Dit is uiteraard geen limitatieve opsomming.
Dames en heren, voor Vlaanderen is de staatshervorming een uiterst belangrijk gegeven. Als parlementsvoorzitter roep ik de hoogste politieke verantwoordelijken in dit land dan ook op om hun uiterste best te doen om de huidige patstelling te doorbreken.
Dames en heren, om de parlementaire werking nog te verbeteren en om onze assemblee tegelijkertijd nog meer open te zetten voor iedereen, zijn we gaan kijken hoe andere parlementen dat doen. Dat paste in ons internationale benchmarkproject.
We hebben het afgelopen werkjaar met een parlementaire delegatie de parlementen in Wiesbaden, Den Haag en Belfast bezocht. Daarnaast hebben we ook een vragenlijst gestuurd aan andere binnen- en buitenlandse assemblees. We hebben van 25 van hen trouwens een antwoord gekregen, en dat is een succes! Het benchmarkproject is nu afgerond. Ik durf te zeggen dat het een geslaagde oefening is geworden. Het orgelpunt was het internationaal colloquium hier in mei, waaraan 150 vertegenwoordigers van binnen- en buitenlandse parlementen deelnamen.
De zes thema´s die we hebben onderzocht - de relatie tussen parlement en samenleving, de behandeling van Europese aangelegenheden, de controlefunctie, de ondersteuning van de fracties, de kwaliteit van de wetgeving en de externe communicatie - hebben allemaal heel interessant vergelijkingsmateriaal opgeleverd. Het verslagboek van het colloquium is klaar. Alle deelnemers krijgen een exemplaar toegestuurd.
Collega´s, wat heeft dit uitgebreide benchmarkproject nu opgeleverd aan voorstellen waaraan we vanaf dit jaar uitvoering zullen geven? Als rode draad uit ons onderzoek is de noodzaak aan kennis en communicatie in een parlement naar voren gekomen. Hoe beter een parlementslid geïnformeerd is, hoe beter het kan bijdragen tot het parlementaire debat. Daarom zien we dat in vele parlementen een zogenaamd parlementair kennismanagement wordt ontwikkeld. Parlementair kennismanagement, collega´s, speelt in op de mogelijkheden die de digitale kennismaatschappij ook voor een parlement biedt.
Klassieke parlementaire bibliotheken scholen zich om tot parlementaire informatie- en studiediensten die actief inspelen op de snel wijzigende politieke agenda. Ze snijden informatie op maat van de parlementsleden, de fracties en de medewerkers. Alle parlementsleden en fracties wordt een snelle, onpartijdige en professionele dienstverlening gegarandeerd.
In het recente verleden heeft het Vlaams Parlement al enkele stappen in deze richting gezet: denk maar aan infodossiers die op verzoek van de commissies worden samengesteld en de portaalsites die voor de verschillende commissies worden opengesteld. De conclusies van het benchmarkonderzoek tonen aan dat we op de ingeslagen weg moeten verdergaan. Het opstellen van korte synthesenota´s, de mededeling van belangrijke rechtspraak aan de betrokken commissies, het opstellen van korte verklarende teksten bij nieuwe begrippen, het zijn slechts enkele voorbeelden van vormen van parlementair kennismanagement die in de toekomst ontwikkeld zouden kunnen worden. Maar onze diensten rekenen ook op uw suggesties om het parlementair kennismanagement in de toekomst verder uit te bouwen.
Collega´s, de ontwikkeling van parlementair kennismanagement kan niet los gezien worden van de verdere evolutie van ons Vlaams Parlement tot een modern e-parlement, en dit als tegenhanger van het e-government waar de Vlaamse Regering druk aan werkt. U weet dat onze diensten dit jaar speciale inspanningen hebben geleverd om de digitale indiening van parlementaire initiatieven te bevorderen. Wij realiseren ons dat de omschakeling van papieren naar digitale indiening ook van u en uw medewerkers een speciale inspanning vergt. Maar ik ben ervan overtuigd dat u ook beseft dat wij als Vlaams Parlement de maatschappelijke trend van de digitalisering niet aan ons voorbij kunnen laten gaan.
Collega´s, kennis en informatie zijn van groot belang in deze gemediatiseerde wereld, maar externe communicatie is dat ook. Een parlement dat er niet in slaagt zich te verkopen of de aandacht van de burgers en de media naar zich toe te trekken, bestaat niet. Daarom zien we dat veel parlementen resoluut inzetten op communicatie: in de eerste plaats over de corebusiness - decreetgeving, controle en begroting -, maar ook over het parlement als instelling en over zijn relatie met de burger. Het parlement is immers de brug tussen de burger en de politiek. Met het oog op de verbetering van de externe communicatie van het Vlaams Parlement en ter voorbereiding van de eventuele uitbouw van onze persdienst, de aanstelling van een voorlichtingsambtenaar en de aanpassing van de website, zullen we een extern onderzoek bestellen over onze communicatiestrategie. De resultaten van die opdracht moeten in het voorjaar van 2009 bekend zijn. Zij zullen het nieuw Uitgebreid Bureau de mogelijkheid geven om de definitieve communicatiestrategie van het parlement uit te tekenen.
Intussen hebben we al een aantal stappen gezet: er werden afspraken gemaakt tussen het Vlaams Parlement en de regionale en thematische omroepen over het uitwisselen van beelden. Die beelduitwisseling werd door beide partijen zeer positief geëvalueerd. Gemiddeld brengen de deelnemende omroepen wekelijks één tot twee items uit het Vlaams Parlement, of verwijzen ze naar onze assemblee. Dat project zetten we dan ook voort. In dat verband kan ik u aankondigen dat binnenkort één commissiezaal zal worden uitgerust met videocamera´s. Dit gebeurt ook op vraag van de regionale omroepen. Het zal hen in staat stellen een aantal commissiezittingen nog beter in beeld te brengen.
Dames en heren, het benchmarkonderzoek heeft ook aangetoond dat het parlement zijn impact op het politieke besluitvormingsproces kan verhogen indien het op een meer structurele wijze gebruik zou maken van de instrumenten die ter beschikking staan om de decreetgevende en controlerende taken uit te voeren. In dat verband verwijs ik naar de goede praktijken die zich in het recente verleden in het Vlaams Parlement hebben ontwikkeld. Zo is er het structurele gegeven van de jaarlijkse beleidsbrieven; de structurele zesmaandelijkse opvolging van het BAM-dossier en ten slotte ook het structureel weerkerend agendapunt ´Vinger aan de Europese Pols´.
De bedoeling moet zijn dat de commissieactiviteiten voortaan meer vanuit een dergelijke structurele benadering bekeken worden, zodat het Vlaams Parlement zich ten aanzien van de uitvoerende macht meer als een agendasetter kan profileren. Ik reken ook hier op uw medewerking om dit benchmarkresultaat in praktijk te brengen.
De kwaliteit van de regelgeving verbeteren, was ook een thema in de internationale benchmarkoefening en het is een grote zorg van het Uitgebreid Bureau en van mezelf om dat verder uit te werken. Daarom hebben we de commissie Decreetsevaluatie van dit parlement geactiveerd. Onze juridische dienst heeft een nota opgesteld over de mogelijke rol van het Vlaams Parlement bij de decreetsevaluatie. Hij bevat een aantal heel concrete voorstellen om de kwaliteit van het parlementaire debat en/of van het parlementaire eindproduct, de decreten dus, te verbeteren. De nota ligt ter bespreking voor in de commissie Decreetsevaluatie die moet nagaan in welke mate die voorstellen kunnen worden geïmplementeerd in de nieuwe legislatuur 2009-2014. De nota zal in oktober besproken worden met experts van het Interuniversitair Centrum voor Wetgeving, de Sociaal Economische Raad van Vlaanderen en de Raad van State.
Samen met de sociale partners van de Sociaal Economische Raad van Vlaanderen heb ik twee weken geleden overigens ook de kans gekregen een bezoek te brengen aan Finland en aan het parlement in Helsinki. Zoals u weet heeft Finland sinds de zware crisis die het in het begin van de jaren negentig doormaakte, resoluut de kaart van de innovatie getrokken. De Finnen besteden op dit moment 3,4 percent van hun bruto binnenlands product aan onderzoek en ontwikkeling. In Vlaanderen is dit 2,3 percent. Maar wat we eveneens geleerd hebben, is dat het Finse parlement ook een belangrijke rol speelt in het uittekenen van de prioriteiten die innovatiestrategie heet. Dat doen ze via het unieke concept van een ´Commissie voor de Toekomst´: een parlementscommissie die met de inbreng van experts zaken voorbereidt die over twintig of dertig jaar van belang zullen blijken te zijn. Dat gaat over de aanpassing van onderwijs en vorming aan de nieuwe maatschappelijke uitdagingen, maar bijvoorbeeld ook over technologische ontwikkelingen. Het parlement tekent dus mee een langetermijnvisie uit. De commissie is uitgegroeid tot een forum voor initiatieven die steevast in de plenaire vergadering besproken worden.
Collega´s, ik vraag me af of het Vlaams Parlement dat voorbeeld niet moet volgen. Ik wil het met u in ieder geval verder bespreken omdat ik geloof dat de betrokkenheid van het parlement bij het uittekenen van de prioriteiten voor de toekomst op lange termijn, een enorme meerwaarde zou betekenen zowel voor onze eigen werking als voor het toekomstige beleid.
Dames en heren, collega´s, een modern en open parlement dat uitnodigend wil zijn voor de burgers, moet ook blijven werken aan zijn traditie van publiekswerking. Dat doen we dankzij onze dagelijkse rondleidingen en met de tentoonstellingen die we organiseren. We hebben dit het voorbije jaar ook gedaan tijdens onze stages voor bedrijfsleiders en vakbondsmensen. Dat doet De Kracht van je Stem met initiatiecursussen voor leerkrachten in opleiding.
Maar dit jaar gaan we nog een stap verder. Op 14, 15 en 16 november zetten we deuren en vensters van ons parlement open voor iedereen. In samenwerking met ´De Week van de Smaak´ organiseren we een driedaags ´Festival van de Politiek´. We beginnen op vrijdag 14 november met onze traditionele poëtenavond. Op zaterdag en zondag houden we telkens twee vragenuurtjes, waarin een aantal via de kranten geselecteerde aanwezigen vragen kunnen stellen aan u, collega´s. We organiseren ook twee grote debatten: één over media, getrokken door Siegfried Bracke en één over taal in de politiek, tussen Benno Barnard en Martine Tanghe.
Maar omdat we er echt een breed evenement willen van maken, met aandacht voor veel onderwerpen, hebben we ook de commissies van dit parlement gevraagd om iets te organiseren waarbij de burger zich betrokken voelt. Ik dank de commissies die nu hun plannen concreet aan het uitwerken zijn en ik wens ze veel succes met de organisatie van hun debatten, proeverijen, beurzen enzovoort.
We hebben van het ´Festival van de Politiek´ geen elitaire gebeurtenis willen maken, maar een waarbij iedereen op een boeiende en aangename manier kan kennismaken met de werking en de bevoegdheden van een parlement. Om de drempel laag te houden hebben we ons ook ingeschakeld in ´De Week van de Smaak´. Topkoks zullen kookdemonstraties geven samen met u, we houden een winterbarbecue en we bieden streekproducten aan. Design Vlaanderen dekt een tafel met Vlaamse designvoorwerpen en Tim Van Steenbergen, langzamerhand onze huisstilist geworden, stelt zijn werk voor.
Dames en heren, wij rekenen op een grote belangstelling voor dit Festival van de Politiek. Het is belangrijk dat ons parlement ook op een heel toegankelijke manier naar buiten treedt en in het nieuws komt en dat iedereen kennis kan maken met deze instelling en met u, collega´s. Daarom wil ik u vragen zo massaal mogelijk aanwezig te zijn, die drie dagen.
Tot slot, collega´s, zijn het Uitgebreid Bureau en ikzelf ervan overtuigd dat we de rol en de betrokkenheid van het Vlaams Parlement bij het Europabeleid verder moeten uitbreiden. Ik ben dan ook verheugd u te kunnen aankondigen dat we op 30 september in De Schelp ons eerste EU-contactmoment organiseren. Het is de bedoeling dat we dat om de zes maanden doen, bij elke wisseling van het Europese voorzitterschap, en dat we iedereen die in Vlaanderen met Europa en met Europese dossiers te maken heeft, daarop uitnodigen.
De eerste keer zal de Vlaamse minister van Buitenlands Beleid het Vlaamse Europabeleid toelichten en de Franse ambassadeur zal toelichting geven bij het programma en de prioriteiten van het Franse voorzitterschap.
Het is de bedoeling dat we telkens een andere Vlaamse minister op deze contactmomenten aan het woord laten over een voor Vlaanderen belangrijk EU-dossier, en dat telkens de ambassadeur in Brussel van de nieuwe EU-voorzitter het voorzitterschap toelicht. Op die manier zult u, collega´s, vanop de eerste rij de accenten van het nieuwe voorzitterschap kennen en krijgt u de kans in contact te blijven met iedereen die in Vlaanderen met Europa bezig is.
Dames en heren, een goed werkend parlement kan niet zonder zijn ondersteunende diensten. Indien er de voorbije twee jaren initiatieven zijn genomen om de werking van dit parlement te verbeteren, of ten minste initiatieven op de sporen zijn gezet, is dit in niet geringe mate te danken aan de professionele ondersteuning vanwege het Algemeen Secretariaat. Ik wil de secretaris-generaal en haar medewerkers daarom ook danken voor hun dagelijkse inzet. Daarom zijn ook alle medewerkers samen met u hartelijk welkom op de receptie hier beneden in De Schelp. (Applaus)
Ik verklaar het Vlaams Parlement geconstitueerd. Hiervan zal worden kennis gegeven aan de Vlaamse Regering, de Kamer van Volksvertegenwoordigers, de Senaat, het Parlement de la Communauté française, het Parlement wallon, het Parlament der Deutschsprachigen Gemeinschaft, het Brusselse Hoofdstedelijke Parlement, de Verenigde Vergadering van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie en de Assemblée de la Commission communautaire française.