Verslag plenaire vergadering
Verslag
Bespreking
De heer Daems heeft het woord.
We, en niet enkel mijn fractie, zijn al een tweetal jaar bezig, vooral op commissieniveau, met dit dossier. We vinden een aantal zaken uit dat contract merkwaardig, alsook de wijze waarop het tot stand is gekomen. Enkele weken geleden ontvingen we een stuk waaruit bleek dat diegene die namens de Vlaamse overheid het contract mee heeft onderhandeld en finaal heeft ondertekend, als voorzitter van de raad van bestuur van de nv Waterwegen en Zeekanaal, met name wijlen de heer Vautmans, tegelijkertijd een privécontract had afgesloten voor een firma waar hij toen zelf afgevaardigd bestuurder was, samen met zijn zoon.
Dat was voor mij een dermate grote verrassing dat ik onmiddellijk, nu twee à drie weken geleden, met die documenten naar het Bureau ben gestapt. Ik heb daarbij een onderzoek door het Rekenhof gevraagd. Men heeft toen gevraagd daar even mee te wachten om te peilen naar de politieke verantwoordelijkheid van de bevoegde minister. Dat is dan ook gebeurd. Vorige donderdag heb ik minister Crevits geïnterpelleerd over dit dossier. Zij is zelf niet verantwoordelijk, want zij was geen minister van Openbare Werken toen het contract werd afgesloten. Ze heeft het niet met zoveel woorden gezegd, maar ook zij vindt dat dit vanuit overheidsperspectief een slecht contract is. Er staan nogal wat problematische zaken in.
Minister Crevits heeft beslist dat ze voorlopig geen juridische mogelijkheid ziet om het contract op te schorten dan wel te verbreken en de maandelijkse betalingen van 400.000 euro stop te zetten. Het gaat hier om 400.000 euro per maand gedurende 15 jaar voor tot nader order een put waarin nog geen baggerspecie is gestort.
Ik dank het parlement voor de steun voor deze motie. Het is na de scheepskredieten de tweede keer dat dit Vlaams Parlement een verzoek tot onderzoek richt aan het Rekenhof. Ik wil ook oproepen om dit in alle sereniteit te laten gebeuren. Belangrijke voorwaarde is wel dat dit grondig gebeurt. Als deze motie wordt goedgekeurd, zal volgende week een delegatie van de verschillende fracties naar het Rekenhof stappen om de modaliteiten verder met het Rekenhof te bespreken.
Mevrouw de voorzitter, tot slot wil ik nog kort iets zeggen over de motie die ik heb ingediend naar aanleiding van de interpellatie. In die motie vraag ik een ding. Ik vraag om ons te steunen in ons voorstel om het bestaande contract, gezien zijn volgens mij zeer gebrekkige juridische kwaliteit en gezien het feit dat ik vermoed dat het nog minstens drie jaar zal duren voor de nodige bouwvergunningen in orde zijn, tijdelijk op te schorten en te verbreken, en dus de betalingen stop te zetten. Ik vind het niet verantwoord dat een overheid gedurende misschien nog drie, vier of vijf jaar maandelijks 400.000 euro stort op de rekening van de nv Argex zonder dat er duidelijkheid is over de vergunningen. De motie is met de nodige sereniteit opgesteld, en ik vraag daarvoor uw steun. (Applaus)
De heer Lachaert heeft het woord.
Mijnheer Daems, ik wil me niet uitspreken over de inhoud van het contract, maar juridisch is het niet mogelijk om het contract op te schorten. In het contract waar u het over hebt, staat geen opzegmodaliteit. Bovendien bepaalt het Burgerlijk Wetboek dat een overeenkomst voor de partijen strekt tot wet. Er is dus geen ontbindingsmogelijkheid omdat er geen overmacht kan worden ingeroepen om die ontbinding uit te spreken. Met andere woorden, de onmogelijkheid om het contract uit te voeren staat vandaag nog niet vast.
Op het ogenblik dat er geen stedenbouwkundige of milieuvergunning kan verkregen worden, staat de overmacht en de onmogelijkheid tot uitvoering van het contract vast. Op dat moment kan men van een ontbinding spreken. We hebben dat uitvoerig besproken in de commissie Leefmilieu.
De heer Huybrechts heeft het woord.
Mevrouw de voorzitter, collega's, in aansluiting op de interpellatie van de heer Daems heeft onze fractie ook een met redenen omklede motie ingediend. Over het Argexdossier is in de commissie voor Openbare Werken en Leefmilieu al meermaals gedebatteerd. De eerste vraag die hierover werd gesteld, kwam van onze fractie. Ze werd gesteld op 13 december 2005. Steeds opnieuw werd ons door de bevoegde ministers beloofd dat alles in orde zou komen. Maar midden 2008 is er nog steeds niets in orde, wel integendeel. De belastingbetaler ziet zijn belastinggeld, en dat is toch ongeveer 5 miljoen euro per jaar, verdwijnen in een bodemloze put. Ditmaal is het geen Waalse steenkoolput, maar wel een Vlaamse kleiput.
Voor alle duidelijkheid wil ik nog eens benadrukken dat onze fractie er geen enkel probleem mee heeft dat vervuilde baggerspecie in de Argexput wordt gestort. Destijds, toen minister-president Peeters vertelde dat alles in orde zou komen, waren we zeer verheugd dat men eindelijk een geschikte locatie gevonden had om de baggerspecie te storten. De realiteit is echter dat we tot op heden veel betalen om niets. Dat kan niet. Dat is geen goed bestuur.
We hebben nog altijd geen zekerheid of de Argexput ooit gebruikt zal worden om vervuilde specie in te storten. Nu hebben we enkel de zekerheid dat we betalen en dat we de noodzakelijke baggerwerken niet of niet voldoende kunnen uitvoeren bij gebrek aan een geschikte locatie.
Daarom heeft het Vlaams Belang een met redenen omklede motie ingediend, waarin we aan de Vlaamse Regering vragen om te onderzoeken of het mogelijk is om het contract dat op 30 november 2005 tussen nv Waterwegen en Zeewezen met nv Argex/bvba Sterhoek werd afgesloten, op te schorten tot alle vergunningen die nodig zijn voor het storten van de bagger en de ruimingsspecie verkregen zijn.
In de commissie hebben we al gezegd dat we de vraag van de heer Daems terecht vonden. We steunen dan ook de vraag om een grondig onderzoek te doen naar de prijsvorming, de financiële transacties, de wijzigingen in de aandelenstructuur van nv Argex/bvba Sterhoek. We zullen die motie goedkeuren.
Mijnheer Lachaert, in de commissie is er inderdaad een juridische discussie geweest. Ik denk dat er wel degelijk mogelijkheden zijn om dit contract te verbreken, mogelijk via de overmachtclausule of omdat er heel wat onvolledigheden en zelfs onjuistheden in het contract staan. Ik laat het parlement daar in alle wijsheid over beslissen.
Mevrouw de voorzitter, het is op zijn minst een heel goed contract voor een van de contracterende partijen. Dat is natuurlijk het afsluiten van de, wat men noemt, consensuele overeenkomst. In dit geval is het de overheid die het risico op zich heeft genomen. De overheid zorgt voor de bouw- en de milieuvergunningen. De bal ligt in het kamp van de overheid.
De overheid heeft het contract ondertekend. Ze moet daar niet over zeuren. Ze moet ondertussen betalen. We kunnen ons natuurlijk de vraag stellen of dat verstandig was.
Vraagt nog iemand het woord? (Neen)
De bespreking is gesloten.
We zullen straks de hoofdelijke stemming over de motie houden.