Verslag plenaire vergadering
Verslag
De heer Dewinter heeft het woord.
Mijnheer de minister-president, voor één keer mag u zich gelukkig prijzen dat u een christendemocraat bent. Als goed katholiek gelooft u in mirakels, en dat zal ongetwijfeld nodig zijn om voor volgende week dinsdag nog een communautair akkoord rond te krijgen.
En u gelooft daar niet in?
Ik geloof daar niet in, maar dat is een ander paar mouwen. Ik ondervraag u, niet omgekeerd. (Opmerkingen)
Essentieel is dat het voor iedereen nu wel duidelijk is dat het volgende week dinsdag op een sisser zal aflopen en dat het enige wat overblijft van bijna een jaar onderhandelen, niet veel meer is dan een aantal fantaisistische voorstellen met een aantal surrealistische uitschieters, zoals de corridor tussen Brussel en Wallonië via bossen, weiden en wegen allerhande. Fundamenteel is vandaag niet het debat te voeren over dat akkoord dat we niet kennen, voor zover er al een akkoord zou zijn, maar wel om te weten in hoeverre u klaar bent om, indien nodig, uw verantwoordelijkheid op te nemen.
De voorbije dagen is er heel wat te doen geweest over het fameuze plan B, waarvan wij reeds van op deze tribune hebben gevraagd om het uit te werken en als alternatief achter de hand te houden. Dat gebeurde reeds in september van vorig jaar naar aanleiding van de speciale zitting die toen heeft plaats gehad om ons te buigen over dezelfde kwestie. De invulling van dat plan B varieert al naargelang de auteur van het plan. Er zijn er, zoals wij, die een plan B opvatten als de definitieve boedelscheiding, en dat zit alvast goed. Men levert veel inspanningen om het pad ter zake te effenen, waarvoor mijn dank aan de traditionele partijen. Anderen vatten het plan B op als een rechtstreeks gesprek tussen de twee leiders van de deelstaten. Ik weet dat u geen koele, maar een vrij enthousiaste, warmbloedige minnaar bent van een soortgelijk scenario, althans als ik u mag geloven in verschillende interviews, onlangs nog in De Tijd, waar u dit zelf deels heb voorgesteld.
Mijn vraag aan u is dan ook simpel en duidelijk op een week voor die 'fatidieke' datum van 15 juli: wat is het plan dat u achter de hand houdt? Wat zult u doen als het mislukt? Bent u bereid om het gesprek dan maar rechtstreeks te voeren van Vlaams minister-president tot Waals minister-president, een gesprek en onderhandelingen tussen Peeters en Demotte? Want wat niet kan op federaal vlak, wat mislukt is op federaal vlak, dat blijkt vandaag al, dat moeten we dan zelf maar beter doen. Dan moet u het initiatief nemen.
Op enkele uren voor 11 juli, de Vlaamse nationale feestdag, die dit jaar toch een zeer speciale betekenis zal hebben, hoop ik in elk geval, mijnheer de minister-president, dat u zich krachtig en duidelijk ter zake zult uitspreken, hier in het parlement, vanavond in uw toespraak op de Groeningekouter in Kortrijk, en ongetwijfeld ook morgen naar aanleiding van 11 juli. Voor velen, zeker voor ons en ik denk ondertussen voor de grote meerderheid van de Vlamingen, is het duidelijk geworden dat de enige keuze waarvoor we op dit moment staan, er een is van kiezen tussen de Belgische chaos of de Vlaamse zelfstandigheid. (Applaus bij het Vlaams Belang)
Minister-president Peeters heeft het woord.
Mevrouw de voorzitter, collega's, mijnheer Dewinter, het is vandaag 10 juli, dat is dus nog vijf dagen verwijderd van 15 juli. Jullie standpunt is dat absoluut alle druk moet worden gezet om op 15 juli een akkoord te hebben.
Het is een beetje eigenaardig dat u vraagt wat mijn plan B is, als u nog niet weet wat het resultaat zal zijn op 15 juli. Dat is eigenaardig in uw redenering omdat wij allemaal - ik onderhandel niet en u ook niet - alles op 15 juli hebben gezet. Op die datum zal het resultaat door de premier worden bekendgemaakt. Als ik me niet vergis, heeft de premier ook aangekondigd om dat in de Kamer toe te lichten.
U vraagt me nu wat mijn plan B is, ervan uitgaande dat het niet zou lukken op 15 juli. Als je nu afkomt met een plan B, dan is plan A niet ten volle uitgeprobeerd. Dat is een eerste element.
Ik wil niet in herhaling vallen. Ik heb begrepen dat het Uitgebreid Bureau maandag heeft beslist dat de antwoorden korter moeten zijn. Mevrouw de voorzitter, ik heb gezegd dat het in bepaalde omstandigheden misschien belangrijker is een vraag te stellen dan het antwoord te kennen. Misschien is dat hier van toepassing. Ik kan niets zinnigs zeggen over deze kwestie. We kunnen inspelen op alle omstandigheden, maar ik ga daar niet op vooruitlopen. Nogmaals, ik kan daar immers niets zinnigs over zeggen. Mijnheer Dewinter, natuurlijk zal ik morgen samen met u naar de toespraak van de voorzitter in het stadhuis van Brussel luisteren. Ook ik zal vanavond een toespraak houden, zoals u terecht hebt gesteld. Volgens de traditie zal dat in Kortrijk gebeuren, op de Groeningekouter.
Mevrouw de voorzitter, ik stel vast dat de minister-president enorm voluntaristisch is, zoals Guy Verhofstadt in het verleden. Het is duidelijk dat het op 15 juli niets wordt. Wie nu nog gelooft dat het op 15 juli allemaal nog zal meevallen, dat er nog een wit konijn uit de hoed zal worden getoverd, is bijzonder naïef of heeft er niets van begrepen. U bent bijzonder intelligent. U hebt er heel veel van begrepen. U schuift het probleem al meer dan een jaar voor u uit. U doet dat nu al een heel lange tijd. Het is de laatste keer dat ik die kans heb vóór 15 juli. Het is allerminst de bedoeling om te triomferen of op te merken dat we het altijd hebben gezegd en dat we gelijk hebben. Daar kopen we op 15 juli heel weinig voor. Misschien kopen we daar als oppositie wel iets voor, en de meerderheid wat minder, maar als Vlamingen kopen we daar op 15 juli heel erg weinig voor.
Wat me erg ter harte gaat, is het volgende. U als Vlaams regeringsleider durft het nauwelijks vijf dagen voor die belangrijke datum, die niet wij maar voor een groot deel deze meerderheid - in elk geval CD&V, N-VA en gewezen minister-president en huidig premier Leterme - naar voren heeft geschoven, nog steeds niet aan te herhalen wat u wel al schoorvoetend in de kranten zegt. Onder meer zegt u in De Tijd dat minister-president Demotte en uzelf wellicht veel sneller, beter en efficiënter iets zouden kunnen verwezenlijken dan de federale overheid. Dat durft u niet te herhalen in het Vlaams Parlement. Ik begrijp dat u uw federaal alter ego geen stokken in de wielen wilt steken, maar het ogenblik van de waarheid komt nu toch wel heel erg dichtbij. Nu is het: over naar de helper. Nu bent u het die als kopman zult moeten gaan rijden en initiatieven zult moeten nemen. Niets is immers erger dan dat we op 15 juli moeten vaststellen dat niets nog mogelijk blijkt, en dat we dan maar overgaan tot de orde van de dag, namelijk het verhaal over de economische realiteit en de dringendheid van bepaalde sociale en andere maatregelen, waarna het communautaire definitief voor vele jaren in het diepvriesvak verdwijnt. Dan bent u aan zet. Dan bent u het die de agenda zult moeten bepalen.
Mevrouw de voorzitter, daarom zou ik dan ook nu al een voorstel ter zake willen doen. Ik zal dat ook schriftelijk aan u overmaken en het Bureau vragen daarover bijeen te komen. Ik stel namelijk voor dat het Vlaams Parlement op 16 juli zou vergaderen. Op 15 juli is er de verklaring van de federale eerste minister, hier vlakbij, in de Kamer van Volksvertegenwoordigers. Op 17 juli wordt blijkbaar al dan niet het vertrouwen gegeven aan de federale eerste minister. Laten wij als Vlaams Parlement dan maar op woensdag 16 juli, de dag voor dat vertrouwen al dan niet wordt gegeven, een evaluatie maken van wat de federale premier zal zeggen, van dat mogelijke communautaire akkoord. Zo zal het Vlaams Parlement kunnen wegen op wat de dag erna zal gebeuren, namelijk op de stemming die dan aan de orde zal zijn.
Ik ben ervan overtuigd dat de minister-president zich, als goed democraat, graag ter beschikking houdt van het parlement om ook zijn visie op dat akkoord te geven. Ik ben ervan overtuigd dat hij op onze uitnodiging zal willen ingaan om hier volgende week woensdag zijn licht te laten schijnen op dat akkoord, en misschien ook al de eerste initiatieven aan te kondigen die hij ongetwijfeld al in zijn achterhoofd heeft om dat plan B daadwerkelijk gestalte te geven. (Applaus bij het Vlaams Belang)
Mevrouw de voorzitter, ik wil mijn uitspraken in de krant gerust herhalen. Maandag 14 juli is er een interregionale banenconferentie samen met de heren ministers Demotte en Piqué. We zullen daar concrete afspraken maken. Het dossier van Airbus waarvoor daarnet gelukwensen werden uitgesproken, kwam ook tot stand na overleg met onze Waalse collega's. Er zijn tal van initiatieven en dossiers waar we een doorbraak proberen te realiseren. De heer Demesmaeker zou u kunnen verwijzen naar de Plantentuin. We proberen doorbraken te realiseren, ik probeer die trend voort te zetten.
U vroeg naar een plan B. Een plan B kan men pas formuleren als plan A definitief begraven is. 15 juli is een belangrijke datum. Ik hoop wel op 28 juli met vakantie te kunnen vertrekken.
Het incident is gesloten.