Verslag plenaire vergadering
Verslag
Algemene bespreking
Dames en heren, de algemene bespreking is geopend.
Mevrouw Temsamani heeft het woord.
Mevrouw de voorzitter, dit voorstel van decreet maakt het mogelijk dat scholen die een aantal proeftuinprojecten hebben opgezet, rechtszekerheid krijgen over de voortzetting van hun projecten en over de daarbij horende afwijkingen op de regelgeving.
De proeftuinen zijn initiatieven die vanuit de basis, de scholen zelf, groeien. Ze blijven binnen de grote lijnen van het regelgevend kader. Er is evenwel enige ruimte om hiervan af te wijken. We willen die scholen de kans geven op beperkte schaal te innoveren en vernieuwingen uit te proberen. Eerder vandaag hebben we reeds het ontwerp van decreet betreffende de decretale verankering van de afwijkingen op de regelgeving besproken. Een veertigtal projecten met betrekking tot werkplekleren en studie- en beroepskeuze in de tweede en derde fase van de proeftuinprojecten wensen hiervan gebruik te maken. Het ontwerp van decreet vormt voornamelijk een bekrachtiging van het besluit van de Vlaamse Regering dat de algemene criteria voor de verlenging van de tijdelijke projecten van de eerste reeks omvat.
Het voorstel van decreet creëert op basis van de reeds vermelde criteria de rechtsgrond voor de voortzetting van 24 goed draaiende projecten. Die projecten betreffen uiteenlopende thema's, zoals talentontwikkeling, zelfsturende teams, de relatie tussen opleidingen en arbeidsmarkt, de positie van het zevende specialisatiejaar in het tso, de juiste competentie- en attitudeontwikkeling, het werken met vrije ruimtes, het werken met een vakoverschrijdende werking, de internationalisering van het secundair onderwijs, de samenwerking tussen zorg en onderwijs, technologie, de overgang tussen basis- en secundair onderwijs, de spreiding van zorgleerlingen, de voortijdige ongekwalificeerde schooluitstroom en dergelijke.
Om dergelijke vernieuwingen vanuit de schoolteams zelf te laten groeien, is tijd nodig voor bewustwording, voor analyse voor de schooleigen situatie en voor professionalisering. Dit maakt de verlenging van een aantal projecten noodzakelijk en verantwoord. Die verlenging kan, bijvoorbeeld, dienen om informatie over de studieloopbaan van de betrokken leerlingen op een langere termijn te verzamelen.
Op 27 juni 2008 heeft de Vlaamse Regering het besluit tot tot wijziging van sommige besluiten van de Vlaamse Regering met betrekking tot tijdelijke projecten in het basis- en secundair onderwijs goedgekeurd. Dit besluit maakt het mogelijk een aantal van de driejarige tijdelijke projecten vastgelegd in het besluit van de Vlaamse Regering van 23 juni 2006 te verlengen van het schooljaar 2008-2009 tot en met het schooljaar 2010-2011.
De scholen met lopende projecten kon pas op basis van het ontwerp van dit besluit van de Vlaamse Regering worden meegedeeld wat de verlengingscriteria voor hun projecten waren. Eind mei 2008 heeft een stuurgroep de verlengingsaanvragen besproken. Het voorstel van decreet vormt de exacte weergave van de afspraken die in die stuurgroep betreffende de tijdelijke projecten zijn gemaakt. De inrichtende machten, de vakorganisaties en het departement Onderwijs hebben een unaniem oordeel over de voortzetting van bepaalde tijdelijke projecten en over de afwijkingen op de hiermee verband houdende regelgeving geveld. Dit betekent dat de stuurgroep de voor verlenging weerhouden tijdelijke projecten en de mogelijke afwijkingen per afzonderlijk tijdelijk project heeft opgelijst. Deze twee lijsten vormen eigenlijk de inhoud van het voorstel van decreet dat hier ter stemming voorligt.
In nagenoeg alle gevallen zijn afwijkingen op wet-, decreet- en regelgeving inherent aan de projectwerking. Dit betekent dat die tijdelijke projecten die effectief verlengd worden, verder een beroep moeten kunnen doen op afwijkingen. Tegelijk wordt hiermee nogmaals de essentiële doelstelling weergegeven van het proeftuinconcept, zoals we dat in navolging van het Accent op Talent-project hanteren. Het is de nadrukkelijke bedoeling om via de tijdelijke projecten beleidsvoorbereidend werk van onderuit te leveren. We willen samen met het onderwijsveld zelf mogelijke wijzigingen in de regelgeving toetsen aan de onderwijspraktijk, alvorens het beleid definitief aan te passen.
Ik wil toch even het belang en de reden benadrukken van de rechtstreekse behandeling van dit voorstel in de plenaire vergadering vandaag. Op grond van het decreet van 9 december 2005 dat de rechtsgrond vormt voor tijdelijke projecten en gezien het standpunt van de Raad van State zoals u dat kan nalezen in het ontwerp van decreet dat we daarstraks bespraken, moet een besluit waarin tijdelijke projecten - inclusief hun afwijkingen - nominatim worden verlengd, aan dit parlement ter bekrachtiging te worden voorgelegd. In de feiten komt dat erop neer dat dergelijke bekrachtiging essentieel is, opdat de voorgestelde tijdelijke projecten vanaf 1 september 2008 verder kunnen lopen.
Het integreren van het voorstel van de stuurgroep in een besluit van de Vlaamse Regering dat vervolgens de gebruikelijke gefaseerde goedkeuringsprocedure moet doorlopen, neemt zoveel tijd in beslag dat in de huidige stand van zaken een bekrachtiging op die manier vóór het parlementair reces 2008 uitgesloten is. De continuïteit van de tijdelijke projecten - die beleidsmatig uitermate relevant zijn - en de rechtszekerheid voor alle betrokkenen worden hierdoor geschonden, zelfs indien projecten slechts tijdelijk zouden worden opgeschort. Dit is dan ook de reden voor dit parlementaire initiatief waarbij de bevindingen van de stuurgroep bij decreet worden bekrachtigd, zonder de omweg via een besluit van de Vlaamse Regering. Ondertussen is over de algemene criteria voor verlenging wel die weg gevolgd.
We zitten dus met een dubbel gevoel over de manier waarop we nu het decretale kader moeten creëren voor de voortzetting van een aantal tijdelijke projecten. Enerzijds vinden we het jammer dat we de tussentijdse individuele evaluatie van de concrete projecten die we nu verlengen, moeten beperken tot de bespreking in de stuurgroep. Anderzijds vertrouwen we sterk op de degelijkheid van het werk in de stuurgroep, en merken we dat de scholen, zowel waar de projecten wel verlengd worden als waar ze nu om verscheidene redenen zullen aflopen, zich kunnen vinden in de bevindingen van de stuurgroep. Ik denk ook dat het inherent is aan de gehanteerde bottom-upbenadering dat we in een aantal gevallen niet te vroeg kunnen evalueren. Ik ben er zeker van dat zowel de projecten die aflopen als de projecten die worden verlengd, een grondige eindevaluatie zullen krijgen. Het zou getuigen van weinig vertrouwen in het onderwijsveld door nu niet tijdig te zorgen voor de juridische onderbouw voor de voortzetting van deze projecten.
Tot slot, over de aanvullende middelen zoals die oorspronkelijk toegekend werden aan de verlengde projecten staat in dit voorstel van decreet niets. De betrokken instellingen handhaven immers hun extra betrekkingen, terwijl de extra personeelsleden respectievelijk bij het onderwijsdepartement die zijn belast met ondersteuning en opvolging van de tijdelijke projecten, en bij de pedagogische begeleidingsdiensten die zijn belast met specifieke begeleiding ervan, verder blijven fungeren. Het besluit van de Vlaamse Regering van 27 juni 2008 bepaalt dat bij verlenging van tijdelijke projecten niet wordt geraakt aan de aanvullende middelen die worden ingezet.
Minister Vandenbroucke heeft het woord.
Mevrouw de voorzitter, ik steun het voorstel van decreet.
Vraagt nog iemand het woord? (Neen)
De algemene bespreking is gesloten.
Artikelsgewijze bespreking
De voorzitter: Dames en heren, aan de orde is de artikelsgewijze bespreking van het voorstel van decreet. (Zie Parl. St. Vl. Parl. 2007-08, nr. 1770/1).
De artikelen 1 tot en met 4 worden zonder opmerkingen aangenomen.De artikelsgewijze bespreking is gesloten.
We zullen straks de hoofdelijke stemming over het voorstel van decreet houden.