Verslag plenaire vergadering
Verslag
Mevrouw Hermans heeft het woord.
Mevrouw de voorzitter, mijnheer de minister, collega's, we lezen weer onrustwekkende berichten in de pers over de zogenaamde grote malaise bij de VRT. We lezen dat de kwestie actueel is. Er zou een onevenwicht zijn tussen interne en externe producties, 'interne producties' kan het niet meer aan, er is een gebrek aan langetermijnvisie, er is vooral een overbureaucratisering die ons totaal verlamt … Mensen die dit artikel hebben gelezen, zijn natuurlijk ongerust.
Vandaag lezen we weer een artikel over de nieuwsdienst van de VRT, maar dat is een interne zaak. Dat moeten zij zelf oplossen. Het is heel verstandig dat ze tot die resultaten gekomen zijn.
Mijnheer de minister, deelt u deze ongerustheid? Denkt u dat er inderdaad een malaise is? Als minister van Media hebt u daarin een verantwoordelijkheid. Hoe zult u hierop reageren?
Minister Bourgeois heeft het woord.
Dit is een korte vraag die toch een wat uitgebreider antwoord vergt. U verwijst naar het artikel dat vandaag verschijnt over de nieuwsdienst. Dat is inderdaad een interne aangelegenheid. De algemeen hoofdredacteur liet me weten dat het gaat over een enquête die werd gehouden één jaar nadat de geïntegreerde nieuwsdienst tot stand is gekomen. Daaruit zijn een drietal pijnpunten naar voren gekomen, die te maken hebben met de leiding, met technische problemen en met de vraag of er niet te veel eenheidsworst wordt gemaakt. Toen het geïntegreerde werkschema werd voorgesteld, heb ik diezelfde vraag gesteld, net als een aantal andere mensen.
Mevrouw Hermans, u zegt terecht dat dit een interne aangelegenheid is. Die enquête is intern georganiseerd op vraag van de redactieraad. De VRT doet een enquête om er lering uit te halen. De vernieuwing een jaar later evalueren is een goede zaak. Alleen komt de enquête nu naar buiten en wordt er een grote maatschappelijke weerklank aan gegeven. Het is goed dat er intern onderzoek gebeurt om te achterhalen of men na één jaar op het goede spoor zit.
Ik verneem van de algemeen hoofdredacteur dat het de bedoeling is dat het college van hoofdredacteuren samen met de redactieraad een actieplan opstelt. Op zich is dat een goede zaak en dat behoort inderdaad tot de operationaliteit. Alleen moeten we vroeg of laat bekijken of het systeem van samenwerking niet te veel leidt tot eenheidsworst, zonder dat we ons met de onafhankelijkheid van de operationaliteit van de VRT en met de nog grotere onafhankelijkheid van de redactie zullen bemoeien. Dit zou een maatschappelijk thema kunnen zijn. Heb je nog een voldoende diverse benadering? Ik heb het volle vertrouwen dat de redactie die de enquête heeft georganiseerd, daar de nodige conclusies uit zal trekken.
Dan over de zogezegde malaise. Ik heb het debat over het rapport van het Rekenhof afgerond met de vraag om vertrouwen te geven aan de leiding, om de VRT zijn ding te laten doen nadat er wat turbulentie is geweest. Nu duiken er alweer artikelen op over een zogezegde malaise. Ik kan gemakkelijkheidshalve verwijzen naar de vrije tribune die de gedelegeerd bestuurder vandaag heeft gepubliceerd in De Standaard die een antwoord biedt op alle punten die werden opgeworpen. De woordvoerder van de gedelegeerd bestuurder laat me weten dat er één niet onbelangrijke zin niet is afgedrukt, die wel in zijn tekst stond: "De VRT is en blijft een ambitieus en creatief bedrijf."
De gedelegeerd bestuurder haalt ook een aantal zaken aan die dit moeten staven. VRT-programma's worden genomineerd en ontvangen prijzen, krijgen een grote publiekstevredenheid, hebben een groot marktaandeel. Het marktaandeel van de VRT-televisie is met ongeveer 40 percent even hoog als in 2007. Het marktaandeel van de radio is 60 percent, op één na het hoogste van alle publieke omroepen van Europa. Er zouden te veel herhalingen zijn, maar er zijn er minder dan bij de andere omroepen, minder dan bij de BBC. Laten we niet doen alsof of de VRT plots in een crisis zit. Dat is niet waar, de feiten spreken dit tegen.
Ik volg de gedelegeerd bestuur wel wanneer hij zegt dat de VRT niet alleen de klemtoon legt op bereik en marktaandeel, maar ook op kwaliteit. Dat is de essentie van de publieke omroep. Veel mensen zeggen mij dat het goed is dat de openbare omroep die twee criteria naar voren schuift. Laat ons inderdaad met de VRT zeggen dat dit geen klein omroepje wordt, maar dat dit een sterke omroep blijft met een sterk bereik, die tegelijk naar kwaliteit streeft. Dat is wat we met z'n allen verlangen.
Er zou ook te veel bureaucratie zijn. Ik heb hier in de commissie gezegd dat ik akkoord ga met de conclusies die de VRT trekt na het rapport van het Rekenhof. Het rapport van het Rekenhof is niet van dien aard om te stellen dat er sprake is van een catastrofale situatie. Het rapport zegt wel dat er een aantal maatregelen van deugdelijk bestuur moeten worden genomen. Men mag niet alle macht bij bepaalde mensen concentreren, maar moet een systeem van 'checks and balances' hanteren. En dat gaat de VRT ook doen.
De VRT gaat zich conformeren aan de mededingingsregels, ook al gaat het niet altijd over opdrachten die onder de wetgeving op overheidsopdrachten vallen. Maar je moet de mededinging wel respecteren. De VRT voert een systeem in waarbij tot 5500 euro op eigen verantwoordelijkheid kan worden besteld. Tussen 5500 en 22.000 euro is een dubbele handtekening nodig en een melding aan de aankoopdienst. Daarboven beslist de aankoopdienst. Vanaf 67.000 geldt de regel van de publieke aanbesteding. Kun je daar iets tegen hebben? Is dat bureaucratie? Dat zijn regels van dubbele handtekening en van check en dubbelcheck die in alle goede bedrijven worden toegepast en die vormen van deugdelijk bestuur zijn.
Er is een rapport van het Rekenhof. Daar komen een aantal aanbevelingen uit, en men probeert die, in de mate dat ze verenigbaar zijn met de creatieve opdracht van de VRT, toe te passen. En dat moeten we toejuichen, want de VRT zit in die fameuze driehoek die de gedelegeerd bestuurder geschetst heeft. Ten eerste: de VRT is een nv van publiek recht en krijgt dus ook vragen van zijn aandeelhouders, zoals uw vraag vandaag, mevrouw Hermans. Ten tweede: de VRT zit in een concurrentiële omgeving en kan zijn creatieve ideeën dus niet op de markt gooien. Ten derde: de VRT is en blijft bij uitstek een creatieve onderneming.
Ofwel gaan we daar in de mate van de compatibiliteit met die driehoek uitvoering aan geven, ofwel niet. Maar ik kies ervoor dat de VRT een creatief beleid voert, dat hij een kwalitatieve zender is met een hoog bereik, en dat hij tegelijkertijd de regels van deugdelijk bestuur toepast. Is dat bureaucratie? Is dat malaise? Absoluut niet.
Mijnheer de minister, ik dank u voor uw antwoord. Ik merk dat u nog steeds vertrouwen hebt in de gang van zaken bij de VRT. Toen ik vanmorgen het antwoord van de gedelegeerd bestuurder las, was ik ook enigszins gerustgesteld. Ik denk dat hij op een zeer verstandige manier heeft gereageerd. Ik was overigens ook aanwezig bij de hoorzittingen. De VRT heeft daar rekening gehouden met de meeste punten van het Rekenhof. Dat was een vrij positieve benadering.
We moeten goed voor ogen houden dat het personeelsbeleid bij de VRT op een gezonde en doorzichtige manier moet worden gevoerd.
De heer Marginet heeft het woord.
Mevrouw de voorzitter, mijnheer de minister, collega's, de problemen bij de VRT zijn legio, dat weten we allemaal. Wat nu de malaise bij de nieuwsdienst betreft, is het inderdaad niet de taak van de minister of dit parlement om dat te gaan oplossen. Hoe de VRT de nieuwsdienst organiseert, hoe bepaalde werkschema's worden uitgewerkt en uitgetekend, hoe men werkafspraken maakt, dat is inderdaad niet de taak van de politiek.
Het wordt echter wel de taak van de politiek indien een eventuele slechte organisatie bij de nieuwsdienst ten koste zou gaan van de efficiëntie. Die efficiëntie kost zo'n organisatie immers geld, en wij moeten erop toezien dat de VRT het geld van de Vlaamse overheid goed beheert.
Ondanks de samenvoeging van de nieuwsdienst zien we inderdaad nog te veel situaties waarbij bijvoorbeeld een politicus twee of drie micro's van de verschillende nieuwsdiensten onder de neus krijgt geduwd. Aan dergelijke situaties moet worden gewerkt. Er moet met andere woorden gewerkt worden aan de verhoging van de efficiëntie.
De heer Decaluwe heeft het woord.
Mevrouw de voorzitter, collega's, ik kan me perfect vinden in het antwoord van de minister. Maar we moeten ook eerlijk stellen dat deze thematiek door een aantal mensen en kranten bewust opgeklopt wordt.
Ik vind het stuk van de heer Dirk Wauters moedig en sterk. Het is ook de taak van een gedelegeerd bestuurder om rust te brengen. Mijn fractie zal er alles aan doen om de openbare omroep op een correcte manier verder te steunen. Mijnheer Caron, we gaan niet zomaar de ogen sluiten voor een aantal wanpraktijken.
Een aantal kranten zijn betrokken partij bij de hele heisa, zoals de kwaliteitskrant De Standaard. Ze verwijten de politici populisme en nemen duidelijk stelling in. Ik daag de hoofdredacteur van De Standaard uit om het verslag te lezen. Daaruit blijkt duidelijk dat er van populisme geen sprake is. Het gaat wel degelijk om facts and figures. Een beetje objectiviteit en neutraliteit zijn belangrijk in een dergelijk dossier. Ik vind het een opgeklopt verhaal. Bepaalde editorialisten zitten er compleet naast en kennen het dossier niet. Ze beschikken misschien over een bepaalde agenda om dit naar voren te schuiven.
Degene die lekt vanuit de VRT, draagt eveneens een grote verantwoordelijkheid. Mevrouw Hermans verwijst naar een interne enquête. Iemand heeft gelekt met een welbepaalde bedoeling. Dat gebeurt trouwens toevallig weer in dezelfde krant. Mijn vraag is wie welke agenda heeft.
De openbare omroep kan blijven rekenen op de steun van mijn fractie.
De heer Verstrepen heeft het woord.
Ik onderschrijf de mening van de heer Decaluwe. Na de hoorzitting waarin het rapport van het Rekenhof werd voorgesteld, hebben de volksvertegenwoordigers hun verantwoordelijkheid genomen. Wanneer de kranten en de nieuwskanalen van de aandeelhouder van de VAR en van Woestijnvis, die een geprivilegieerd leverancier zijn van de VRT, plots verhalen beginnen schrijven die niet journalistiek zijn maar veeleer getuigen van een politieke agenda of een persoonlijke duiding, dan frons ik mijn wenkbrauwen. Het gaat hier over management, over een overheidsbedrijf. De afgelopen jaren heeft ook de commissie Media de taak op zich genomen om transparantie te eisen.
Ik stel de laatste weken ook vast dat plots alles vierkant draait bij de VRT. Er zijn te weinig middelen en te weinig faciliteiten. Ook het paradepaardje van de VRT, de digitalisering van de crossmediale toepassing van het nieuwsplatform, draait vierkant. Intussen ben ik de fase van de naïviteit ontgroeid. Ik denk dat er moet worden gepraat met de openbare omroep. Ik kan de heer Wauters niets verwijten. Hij probeert op te lossen wat er voordien is gebeurd. Ik wil niet vervallen in wat het vorige management heeft gedaan. Welke schade kan dat management nog berokkenen? Het gaat om schade aan de politiek en aan de openbare omroep.
Mijnheer de minister, u moet misschien eens gaan praten met een aantal partijen bij de openbare omroep om ervoor te zorgen dat die politieke agenda verdwijnt. Wanneer ik de artikels lees over de ambtenarij, zogezegd van de cameraploegen en de mensen op het terrein die zeggen dat het creatief onwerkbaar wordt vanwege de bestelbons, dan vind ik dit stemmingmakerij tegen de politiek, tegen dit parlement en tegen de regering. Ik vind dat de politiek niet verantwoordelijk is voor de malaise bij de openbare omroep.
De heer Caron heeft het woord.
Ik zal me wat genuanceerder opstellen: het olijke duo trekt weer ten strijde.
Mevrouw de voorzitter, ik neem het niet dat men me in het parlement uitmaakt voor een olijkerd.
Mijnheer Caron, als u ons blijft uitdagen, zullen we ons ook niet meer inhouden. En u weet goed wat ik bedoel. Tot nu toe zijn we bijzonder correct geweest.
Ik neem dit niet.
Als we het over een malaise hebben, dan is dat in zekere mate te wijten aan het feit dat een aantal collega's daar in ieder geval toe bijdragen. (Opmerkingen van de heer Carl Decaluwe)
Mevrouw de voorzitter, de beeldvorming die de laatste tijd over de VRT verspreid wordt, is in ieder geval van die orde dat ze geen rust zal brengen in het huis. Ik ben bijzonder blij met de vrije tribune van gedelegeerd bestuurder Wauters in De Standaard. Hij roept op tot een zekere rust en vraagt vertrouwen te schenken aan zijn beleid ter zake.
De stemmingmakerij die we de afgelopen dagen en weken meemaken, is niet gericht tegen bepaalde zogenaamde malversaties of gebreken zoals het Rekenhof die heeft aangegeven. Met die stemmingmakerij wordt niet meer of niet minder dan de openbare omroep geviseerd. Dat is een kwalijke kwestie.
Dat er problemen zijn in een dergelijk groot huis is vanzelfsprekend. Ja, er zijn problemen met de nieuwsdienst, met de interne producties. Er waren acties van de vakbonden. De VRT zal daar ook iets aan doen. We moeten echter ook durven zeggen waar het op staat. De VRT is een van de best draaiende overheidsinstellingen die we hebben, met een belangrijk marktaandeel en een hoog kwaliteitsniveau.
Ik zou de collega's willen oproepen om het onderscheid tussen twee zaken te maken. Als er malversaties zouden zijn, dan moeten die onderzocht worden. Leg de kaarten op tafel en tref de nodige maatregelen. Ik ben vragende partij dat dit zou gebeuren. Niets in de zakken en niets in de mouwen. Laten we echter ook, zoals de heer Wauters gevraagd heeft, vertrouwen geven aan de nieuwe leiding van dit huis, die de aanbevelingen van het Rekenhof ter harte neemt. Laten we ermee ophouden steeds opnieuw de aanval in te zetten. (Rumoer)
Mevrouw de voorzitter, afgezien van de onderlinge discussies merk ik toch dat er parlementsbreed unanimiteit bestaat over het feit dat we vertrouwen moeten geven aan de VRT. De VRT bevindt zich helemaal niet in een malaise.
Ik zie ook dat er met een aantal publieke of meer verborgen agenda's wordt gewerkt. Ik laat me daar niet over uit. Wat voor mij telt, is dat op dit ogenblik, na een periode van turbulentie, een aantal zaken helemaal in evenwicht zijn. We hebben een dreigende procedure voor de Europese Commissie met goed gevolg afgewend. Dat is niet het geval voor andere publieke omroepen. We hebben het decreet aangepast, waardoor er meer transparantie is binnen de VRT. De regering heeft vrijdag voor acht dagen een bijkomende financiering goedgekeurd van 10 miljoen euro per jaar. Er is het rapport van het Rekenhof, waaruit de VRT de gepaste conclusies trekt. De gedelegeerd bestuurder stelt dat het de opdracht van de VRT is om binnen die driehoek - nv van publiek recht, concurrentieel en creatief bedrijf - te werken. Het bedrijf kan die moeilijke oefening tot een goed einde brengen, voegt hij eraan toe. Dat is ook zijn opdracht.
Wie de leiding op zich neemt, weet dat hij in die configuratie zit. Hij moet bovendien rekening houden met een aandeelhouder die zoniet wekelijks, dan toch vaak publieke vragen stelt over de werking van die openbare omroep. Soms gaat men daarbij te veel in op de operationaliteit. Ook daarmee zal men, vrees ik, bij de VRT moeten leren leven. Daarnaast zijn er ook de andere media die aandacht hebben voor de openbare omroep.
Ik herhaal dat ik onderschrijf wat de gedelegeerd bestuurder vandaag in zijn vrije tribune heeft gesteld. De VRT bevindt zich helemaal niet in een malaise. De VRT is een kwalitatieve publieke omroep, die op tal van terreinen performant is. Hij kan de vergelijking doorstaan met andere openbaren omroepen. Hij doet dat met heel bescheiden middelen. Vergelijk maar eens de relatieve begroting van de VRT met de financiering van andere publieke omroepen in Europa.
Ik herhaal nog eens dat ik vertrouwen heb in de gedelegeerd bestuurder. Ik ga me niet mengen in de operationele werking. We moeten het debat niet ontwijken. Laten we echter ook vertrouwen geven aan die gedelegeerd bestuurder, aan de VRT, aan de vele mensen binnen de VRT die het goed menen, die creatief zijn, die elke dag zorgen voor kwaliteit. Laten we met zijn allen zeggen dat we ons vertrouwen behouden. (Applaus bij de meerderheid)
Mijnheer de minister, u hebt het applaus gehoord. Ik denk dat u die opmerking terecht hebt gemaakt.
Ik wil nog even op de woorden van de heer Caron reageren. We delen het vertrouwen. We hebben nooit gezegd dat we geen vertrouwen hebben in wat er nu gebeurt. Als volksvertegenwoordigers hebben we echter absoluut de opdracht te gaan grasduinen in wat er zoal gebeurt. We moeten eerlijk toegeven dat we met een hoop malversaties zijn geconfronteerd. De heer Caron vindt dat we alles moeten uitpluizen. Ik vind dat we consequent moeten zijn. We mogen niet gewoon zeggen dat we moeten stoppen, vervolgens alles vergeven en vergeten en uiteindelijk voortgaan alsof er niets is gebeurd. Daar ga ik niet mee akkoord.
Het incident is gesloten.