Verslag plenaire vergadering
Verslag
De heer Penris heeft het woord.
Mevrouw de voorzitter, mevrouw de minister, dames en heren, het Pendelplan: wie herinnert het zich nog? Drie jaar geleden is het als ambitieus plan met grootse taakstellingen gelanceerd. We gingen het woonwerkverkeer met de wagen met 10 percent verminderen op ongeveer vijf jaar tijd. We gingen daartoe maatregelen nemen op verschillende vlakken. We gingen telematica inschakelen. We gingen het fietsen bevorderen, carpoolen, het voetverkeer aanmoedigen en het openbaar vervoer uitbreiden. Vandaag lezen we dat dit plan is mislukt. De wagenkilometers die nog altijd worden afgelegd, zijn niet verminderd, niet met 1 percent en niet met 10 percent. Integendeel, ze zijn vermeerderd. De maatregelen die u destijds had aangekondigd zijn minstens niet effectief geweest. U wilt nu terug een tandje bijsteken. Dat siert u.
Eerst zegt u dat het nog erger had kunnen zijn, moesten we niet hebben gedaan wat we hebben gedaan. Dat laat ik voor uw rekening. Iedereen verontschuldigt zich op de hem of haar meest geëigende wijze. Ik stel vast dat u een beetje in paniek bent. U wekt toch op zijn minst die indruk. U wilt een tandje bijsteken. U wilt een aantal fiscale gunstmaatregelen geven aan die bedrijven die op een milieuvriendelijke manier aan alternatief woonwerkverkeer willen werken. Dat is allemaal goed en wel, maar als we zo'n maatregelen aankondigen, zullen er mogelijk federale kapers op de kust komen. Ik laat dat voor u.
U brengt ook nog eens het bestaan van het Pendelfonds in herinnering. Daar hadden we ongeveer 14 miljoen in steken. Vandaag weten we dat 40 percent van dat fonds is aangesproken voor 16 projecten. De overige 60 percent is dat nog altijd niet. Een succes kunnen we dat fonds niet noemen. Het is misschien eens interessant om de politieke denkoefening te maken waarom zo'n fonds is mislukt, waarom het niet het verhoopte succes had. Wat zullen we doen met de gelden die daar nog in steken?
Ten slotte was er ook een heel mooie opmerking van uw woordvoerder of woordvoerster in de krant van vandaag die zei dat er ook een inspanning zal gebeuren voor de bedrijven. De bedrijven zullen worden aangemoedigd om zich in de toekomst te vestigen in de buurt van plaatsen waar het openbaar vervoer komt. Dat is natuurlijk de omgekeerde wereld. U als minister van Mobiliteit had er indertijd voor moeten zorgen - en nog altijd - dat wanneer er bedrijfsplaatsen zijn die met het openbaar vervoer niet bereikbaar zijn, - we kennen de Antwerpse haven erg goed, maar er zijn nog andere industrie- en kantoorterreinen waar het openbaar vervoer niet komt - het openbaar vervoer naar daar wordt getrokken.
Mevrouw de minister, uw Pendelplan schijnt niet het succes te hebben dat u ervan had verwacht. Wat zult u doen om dat plan alsnog te laten lukken?
Minister Van Brempt heeft het woord.
Mevrouw de voorzitter, ik wil vooraf enkele algemene opmerkingen maken. Ik heb deze morgen ook maar in de krant gelezen wat ik heb gelezen. Ik was ook heel erg verbaasd. De conclusies van de journalist laat ik voor zijn rekening. Ik heb hier niet actief over gecommuniceerd. We zijn nog volop bezig met de uitvoering van het Pendelplan en in het bijzonder van het Pendelfonds. Ik kom daar straks op terug.
Ik ben het niet eens met de conclusies die nu worden getrokken.
Ik ben wel zeer genuanceerd over de globale resultaten die we vandaag kunnen voorleggen inzake mobiliteit en de modal split. Ik heb overigens nooit beweerd dat het Pendelplan moet zorgen voor de oplossing van de files in Vlaanderen. Het zou bijzonder dom zijn om dat te doen. De oplossing van de files ligt niet voor de hand. Die kan er alleen komen als er een mentaliteitswijziging ontstaat. We moeten drastisch kiezen voor een andere vorm van mobiliteit en dergelijke, en we werken daar stapsgewijs aan. Het Pendelplan is daar een onderdeel van, naast andere initiatieven.
Het Pendelplan en het Pendelfonds zijn opgericht om vooral specifieke oplossingen voor de problemen met het woon-werkverkeer aan te pakken. Ik wil dat benadrukken. Ik wil ook een aantal zaken over de modal split nuanceren. Nog niet zo lang geleden is in de commissie uitgebreid gediscussieerd over de resultaten van het Mobiliteitsplan Vlaanderen. Het oordeel is toch redelijk genuanceerd. Inzake de modal split doen we het niet slecht, als we de resultaten vergelijken met de ons omringende landen en met het EU-gemiddelde. In het buitenland stijgt het vrachtvervoer en het personenvervoer ondubbelzinnig. Bij ons is de trend minder duidelijk.
Ons beleid heeft er in elk geval voor gezorgd dat de evolutie bij ons beter is dan in de ons omringende landen. Ik vind dat we daar trots mogen op zijn. De resultaten zijn nog verre van bevredigend, maar inzake de modal split is er in het algemeen een verbetering merkbaar. Het is juist dat er nog een lichte stijging van het verkeer in de spits merkbaar is. In het algemeen is er echter een verbetering merkbaar, ten voordele van het fietsverkeer en het openbaar vervoer. Wat ons het meest zorgen baart - maar dat heeft niets met het Pendelplan te maken - is de dramatische stijging van het vrachtvervoer op onze wegen. Dat was de conclusie van de discussie, en ik sluit me daar bij aan. U kent in dat verband mijn pleidooi voor de kilometerheffing voor het vrachtvervoer: ik sleur aan dat dossier om daarin beweging te krijgen.
Het Pendelplan is een geheel van maatregelen die ten dele tot mijn bevoegdheden behoren, en ten dele tot die van andere, zowel Vlaamse als federale ministers. Ik steek het niet onder stoelen of banken: de versnippering van bevoegdheden is geen goede zaak als men een mobiliteitsbeleid wil voeren. Dat laatste blijkt ook uit een internationale studie waarover een tijdje geleden in de pers is bericht. Ik ga daarmee akkoord, want ik word er dagelijks mee geconfronteerd. Er zijn drastische maatregelen nodig om het pendelverkeer met bedrijfswagens te beperken. Daarover moeten goede afspraken worden gemaakt. Een van mijn voorstellen is het werken met mobiliteitsbudgetten voor werknemers, ten nadele van het gewoon ter beschikking stellen van een auto. Ik werk daar hard aan, maar voor alle duidelijkheid moet ik zeggen dat dit niet tot mijn bevoegdheden behoort.
In het artikel ging het vooral over het Pendelfonds. De doelstelling ervan is eigenlijk redelijk bescheiden, maar toch erg belangrijk. Ik zeg het zo, want het is de doelstelling om bedrijven op hun verantwoordelijkheden inzake het woon-werkverkeer te wijzen. Dat zeggen volstaat natuurlijk niet: we moeten daarvoor middelen vrijmaken. Volgens het principe '1 euro voor 1 euro' moeten we de bedrijven over de streep trekken. Dat evolueert gunstig, maar we moeten nog een tandje bijsteken, zoals ik overigens al in het begin van dit jaar al heb gedaan.
Het evolueert goed, want in 2007 waren er twee oproepen waarvoor ongeveer 6,5 miljoen is gebruikt van de voor dat jaar ter beschikking gestelde middelen. Een niet onbelangrijk gedeelte van de middelen die voor dat jaar waren opzijgezet, zijn dus besteed. Dit jaar zit meer dan 7 miljoen euro in dat fonds. We werken opnieuw met twee oproepen. De eerste is volop bezig. De tweede van 2007 was iets minder succesvol: toen werden vijf projecten voor een bedrag van 913.000 euro weerhouden, tegenover elf projecten voor een bedrag van 5,5 miljoen euro ten gevolge van de eerste oproep. We vinden dat we de bedrijven opnieuw warm moeten maken. We hebben een grote sensibiliseringsactie opgestart, in samenwerking met Voka. Op dit ogenblik zijn er een veertigtal bedrijven geïnteresseerd om een project in te dienen.
Dat wil zeggen dat men ze moet warm maken, mee denken en mee de pen vasthouden. Voor het bedrijf is het geen corebusiness om een pendel- of een openbaarvervoerdossier te schrijven. Ik heb daar ook alle begrip voor.
Ik heb nog een belangrijk voorbeeld en dan sluit ik af. U verwijst naar de haven van Antwerpen. Dit is een zeer goed voorbeeld. In de haven van Antwerpen zijn veel bedrijven slecht ontsloten door het openbaar vervoer. Ik krijg daar ook veel vragen over. U weet ongetwijfeld dat in het kader van de minderhindermaatregel, het was een van de eerste dossiers die op mijn bureau belandde toen ik minister werd, er een pak maatregelen op het vlak van het openbaar vervoer op tafel lagen. We hebben toen gezegd de openbaarvervoerprojecten te zullen continueren die succesvol waren. Wat ik heb moeten schrappen omdat er geen volk op zat, waren de bussen naar de haven van Antwerpen. Ik vond het dramatisch maar er zat geen volk op. Hetzelfde gold voor het NMBS-aanbod naar de haven. Dat heeft men om dezelfde reden teruggeschroefd. Het is verklaarbaar. Het heeft te maken met het feit dat er in shift wordt gewerkt. De mensen hebben geen fileproblemen of veel minder dan anderen.
Dat wil niet zeggen dat we ook daar niet aan duurzaam woonwerkverkeer moeten werken. Een van de grote projecten binnen het pendelfonds is het project rond de haven van Antwerpen. We zijn volop bezig met dat project. Het is het I-busverhaal. Het project is nog in volle ontwikkeling. Ik hoop op een heel goed project. Het geeft aan dat men op zoek moet gaan naar heel creatieve oplossingen op maat van de bedrijven want het inleggen van een bus is heel vaak onvoldoende.
Ik heb nog een punt. Ik ben de laatste twee jaar volop bezig met netmanagement. De absolute scoop van het netmanagement zijn de bijkomende investeringen voor het openbaar vervoer, en deze situeren zich op het vlak van het woonwerkverkeer.
We moeten het debat niet nodeloos complex maken. Ik heb het voor alle duidelijkheid hier niet gehad over het vrachtverkeer. Ik weet dat zich daar ook een probleem van modal split situeert, maar daarvoor zullen we andere oplossingen moeten zoeken. We moeten inzetten op de binnenvaart, meer dan nu het geval is en ook op het spoor, waarover we helaas niet bevoegd zijn. Ik geef u gelijk, uw mobiliteitsdossier wordt nodeloos complex gemaakt door het feit dat onze staatshervorming ook op dit gebied niet is voltooid.
Ik had het alleen over het wegverkeer van de personen die zich verplaatsen van hun woning naar hun werk. Dan stellen we vast of op zijn minst de journalist die het artikel vandaag heeft gepubliceerd, dat het aantal wagenkilometers is toegenomen.
Als u zegt dat we het niet slecht doen, zal dat wel waar zijn maar als men ziet dat er meer mensen in de spits hun wagen gebruiken, dan is uw plan niet volledig gelukt.
U stelt dat er een derde oproep naar de bedrijven komt. U gaat daarvoor sensibiliseren. Ik hoop dat uw sensibiliseringsactie wat actiever zal zijn dan de vorige. Als met de vorige sensibilisatiecampagnes u slechts 16 projecten hebt kunnen realiseren, dan denk ik dat er onvoldoende inspanningen werden geleverd. Ik ga ervan uit dat de inspanningen die u nu zult leveren, efficiënter en effectiever zullen zijn.
Ten slotte, als u wil dat er voor het woonwerkverkeer een goede modal split komt, dan moet u ervoor zorgen dat u alternatieven aanbiedt en ervoor zorgen dat industrieterreinen, niet alleen de haven maar vele industrieterreinen en kantoorterreinen in Vlaanderen, ontsloten worden door het openbaar vervoer. Ik stel vast dat uw regering heel wat kansen heeft laten liggen. Ik herhaal het, u hebt nog een jaar om uw eindrapport goed te maken. (Applaus bij het Vlaams Belang)
Het incident is gesloten.