Verslag plenaire vergadering
Verslag
Het antwoord wordt gegeven door minister-president Peeters.
De heer Decaluwe heeft het woord.
Mevrouw de voorzitter, mijnheer de minister-president, dames en heren, voetbal, voetbalcontracten, Belgacom, Telenet: ze zorgen meestal voor emotie en commotie. Het is vaak nogal technisch.
Ook het decreet op de vrije nieuwsgaring veroorzaakte destijds commotie. De heer Van Rompuy was toen minister van Media. Toen ik dit voorstel van decreet samen met de heer Van Wallendael indiende, werden we door de Voetbalbond afgeschilderd als de moordenaars van het Belgische voetbal. Er was natuurlijk een link met de problematiek van inkomsten en televisierechten. Er is ook commotie geweest over het vorige contract tussen Belgacom/VRT en de Voetbalbond dat goed was voor 36 miljoen euro per jaar. Nu zien we nieuwe commotie en enig amateurisme bij de Voetbalbond. Het bod wordt niet aanvaard. Belgacom heeft samen met andere, onder andere de VRT en RTBF, 44,6 miljoen euro geboden. De Voetbalbond wil 50 miljoen euro.
Ik heb een punt gevonden waarop de openbare omroep misschien nog kan besparen. Het decreet op de vrije nieuwsgaring zegt dat men voor journaals en vooral voor actualiteitsmagazines, zoals Studio 1, tot vijftien minuten kan krijgen per competitiedag. Vijftien minuten beeld is veel.
Ik stel vast dat de voetbalbond het pakket heeft opgedeeld in een aantal loten. De openbare omroep heeft een bod uitgebracht voor samenvattingen en magazines. De vraag is natuurlijk of een hoger bod waarvoor men 8 miljoen euro veil heeft, goed is. Het decreet over de vrije nieuwsgaring geeft de mogelijkheid om 15 minuten uit te zenden, weliswaar met de verplichting om een billijke vergoeding en ook een kostprijs voor technische prestaties te betalen. Bovendien mag men in het journaal tot 6 minuten uitzenden. Op een avond kan men dus als niet-exclusiviteitshouder 21 minuten uitzenden.
Heeft het bijgevolg een toegevoegde waarde dat de openbare omroep voor dit luik belastinggeld veil heeft? Men kan immers veel uitzenden, tegen een veel lagere prijs. Is dat goed afgewogen? Is het bestek conform het decreet over de vrije nieuwsgaring? Bent u bereid om dat nogmaals te onderzoeken?
Minister-president Kris Peeters heeft het woord.
Mevrouw de voorzitter, collega's, uw redenering steunt op artikel 160 van het Mediadecreet, wat toestaat om 6 minuten in het journaal en 15 minuten in actualiteitsprogramma's uit te zenden. U vraagt zich af waarom men dan nog een bod uitbrengt. Het is duidelijk dat men met dat bod meer wil binnenhalen dan wat men op basis van artikel 160 kan krijgen. Ik ga ervan uit dat dit extra een toegevoegde waarde betekent. In elk geval moet worden onderzocht of er echt van een toegevoegde waarde sprake is. Ik zal minister Bourgeois vragen dat dit wordt aangetoond. Een bod uitbrengen op datgene waarop men al recht heeft, lijkt me in elk geval niet goed te zijn. Ik ga er evenwel van uit dat dit niet het geval is.
Het antwoord is duidelijk. Stel dat men voor een programma 25 minuten nodig heeft, dan brengt men in feite een bod uit op die bijkomende 4 minuten. De vraag is dus legitiem of men 8 miljoen euro belastinggeld veil moet hebben voor die bijkomende minuten. Ik stel gewoon de vraag. Ik ben dus tevreden dat men zal nagaan of er echt sprake is van een toegevoegde waarde. Ik ben een voorstander van voetbal op de openbare omroep, maar men moet met het belastinggeld oordeelkundig omspringen.
De heer Stassen heeft het woord.
We hebben lang gediscussieerd over de efficiëntie van de VRT. De minister-president heeft nog maar pas duidelijk gezegd dat de VRT al ver is opgeschoten met de efficiëntieoefening. Nu wordt gesuggereerd dat de VRT niet efficiënt omgaat met een pak geld, want het gaat over 8 miljoen euro per jaar. Ik vind dat moeilijk te verzoenen. Als de VRT dergelijk bod uitbrengt, dan gebeurt dat wellicht omdat men zo meer programma's kan aanbieden. Mijnheer Decaluwe, pleit u in feite voor minder voetbal op tv? Als men geen extra uitzendmogelijkheden binnenhaalt, kan de VRT in de toekomst minder dan wat de omroep vandaag kan.
Als ik me niet vergis, is dat bod uitgebracht door de VRT en de RTBF samen. De kostprijs voor de VRT bedraagt dus helemaal niet 8 miljoen euro.
U hebt gelijk: dat bod is door de VRT én de RTBF samen uitgebracht.
De heer Verstrepen heeft het woord.
Het is een mooie aanvulling op de discussie die daarnet door Groen! is aangekaart. We kunnen nu discussiëren over de vraag of het een meerwaarde betekent of niet.
Als men naar de kwaliteit van het voetbal kijkt en het feit dat Belgacom daarover klaagt, dan is het duidelijk wat er aan de hand is. De vraag is ook door de heer Decaluwe zo gesteld. Het gaat immers niet alleen om de toegevoegde waarde op televisie. Het gaat over de vraag of het dat allemaal wel waard is om mee te bieden, want daardoor worden de commerciële partners opzijgeschoven.
Dat is de vorige keer met het voetbalcontract ook gebeurd. Dan hebben ze maar een deal met Belgacom afgesloten om bepaalde pakketten samen aan te bieden zodat ze er toch konden geraken. Dat is met overheidsgeld gebeurd. Daar gaat het om. Er is een beter debat nodig over de vraag of er met overheidsgeld bijvoorbeeld op Formule 1 moet worden geboden om het zaakje vervolgens in het midden van de nacht uit te zenden waar dan geen kat naar kijkt.
Voor het voetbal geldt net hetzelfde. De zorg van de VRT vloeit voort uit een commerciële logica, de enige bal die men immers ziet, is de voetbal uit eerste klasse. Van de andere sporten die ook tot de corebusiness van de VRT behoren - minister Bourgeois was er toch voorstander van om alle sporten in beeld te brengen - zien we niet veel. Bovendien zijn de andere sporten ook veel goedkoper dan het voetbalcontract. Deze discussie moet ten gronde worden gevoerd.
De vraag is of er met overheidsgeld op commercieel zeer interessante contracten moet worden geboden. Jupiler volgt inderdaad wie het gaat uitzenden, en dan kunnen we misschien met de VAR gaan praten. Misschien kunnen ze dan hun schrik weer laten varen dat ze de kwartalen niet meer zullen halen omdat de reclame-inkomsten van de VRT zakken. In ieder geval is het een mes dat aan twee kanten snijdt. Neem het voetbal weg en neem de VAR-contracten weg, en dan zal men hier weer komen uitleggen waarom er meer geld moet worden opgehoest.
De heer Van Dijck heeft het woord.
Ik neem akte van de bemerkingen die hier worden gemaakt. Ik begrijp de problematiek die de heer Decaluwe naar voren heeft gebracht. Men kan de vraag stellen waarom er veel geld moet worden geboden voor iets dat het commerciële circuit ook wil brengen. Het is dus voor de kijker zichtbaar, los van het gegeven van de vrije nieuwsgaring.
Toch wil ik vragen op te letten wie we welke verantwoordelijkheid geven. Ik begrijp de financiële repercussies zeer goed. Het is ook gelinkt aan het vorige discussiepunt. Het gaat wel degelijk over de programmering. Dat heeft natuurlijk gevolgen. De overheid, in casu de minister, maar ook het parlement, moeten de gevoeligheden kanaliseren. Daarvoor bestaan ook de beheersovereenkomsten. Over de programmering zijn destijds door de heer Van Rompuy duidelijke afspraken gemaakt. De enige politieke vertegenwoordiging situeert zich op het niveau van de raad van bestuur.
De laatste opmerking is zeer pertinent. Dat behoort tot de verantwoordelijkheid van het management. Er moet spaarzaam worden omgesprongen met de middelen, en er moet een maximaal toegevoegde waarde worden geboden. Het management moet de nodige zorg aan de dag leggen. Het is juist, mijnheer Vandenbossche, dat de VRT en de RTBF samen, conform de tender, een bod hebben uitgebracht op deze rechten. Dat behoort tot de verantwoordelijkheid en de bevoegdheid van het management. Bij mijn weten is de minister zelf niet geïnformeerd over de inhoud van dat bod. Het management kan ook tekst en uitleg verschaffen om er zeker van te zijn dat de efficiëntie die van de VRT terecht wordt verwacht, ook in dit dossier aanwezig is.
Ik onthoud dat de minister-president ook bij zijn minister zal laten navragen of het inderdaad om een toegevoegde waarde gaat. Er is een grote handicap. Noch de minister, noch de raad van bestuur, noch de parlementairen kennen het bestek. Ze kennen de voorwaarden niet.
Het is ook een interessante oefening om post factum na te gaan of de toegevoegde waarde is gerealiseerd en of het belastinggeld effectief goed besteed is. Dat is een basisopdracht voor de toekomst.
Het incident is gesloten.