Verslag plenaire vergadering
Verslag
De heer Van Rompuy heeft het woord.
Mevrouw de voorzitter, mijnheer de minister-president, ik had vorige week voorspeld, mijnheer Bossuyt, dat het dossier BHV in een stroomversnelling zou terechtkomen en dat het Waalse Gewest in tegenstelling tot wat sommige hadden verwacht, geen belangenconflict heeft ingeroepen.
Daardoor is het agenderen van BHV in de Kamer van Volksvertegenwoordigers onvermijdelijk geworden. Ik zie dat CD&V en N-VA wensen dat het dossier BHV de volgende week, op 8 mei 2008, op de agenda zal staan. Wie van agenderen spreekt, weet dat er ook kan worden gestemd, tenzij er intussen nog een onderhandelde oplossing mogelijk blijkt.
Mijn vraag heeft betrekking op het Vlaamse regeerakkoord en op de uitgangspunten die we hier naar voren hebben geschoven. We hebben gekozen voor de parlementaire weg en deze weg wordt tot nu toe naadloos bewandeld. Er is een stemming gehouden in de commissie van de Kamer van Volksvertegenwoordigers, en volgende week wordt het dossier geagendeerd. Het kan alleen worden gestuit door een belangenconflict of als er een onderhandelde oplossing komt.
Mijn vraag aan de minister-president is de volgende. Als er zou worden onderhandeld, is de stelling die hier altijd al naar voren is gebracht, dat deze oplossing niet gepaard kan gaan met een uitbreiding van Brussel. Ze kan niet gepaard gaan met het mogelijk intrekken van de omzendbrief-Peeters, noch met de mogelijkheid dat de Franse Gemeenschap zou tussenkomen in cultuur- en andere faciliteiten in de randgemeenten. Een dergelijke oplossing kan zeker geen aanleiding geven tot discussies over de faciliteiten, of respectieve interpretaties van de faciliteiten. Dat zijn elementen waarvan we als meerderheidsfractie binnen het Vlaams Parlement en de krijtlijnen van het Vlaamse regeerakkoord zeggen dat ze politiek niet haalbaar zijn.
Mijn vraag aan de Vlaamse Regering is de volgende. Hoe evalueert zij het dossier BHV? Welke marges zijn er om te onderhandelen? Welk contouren vertonen deze eventuele marges? Onze analyse is duidelijk. Tenzij er beweging komt aan Franstalige kant of er zich een onderhandelde oplossing aandient, zal er op 8 mei worden gestemd. Ik denk dat er geen weg terug meer is. We hebben voor een bepaalde logica gekozen en we zullen deze logica ook trouw blijven.
Minister-president Peeters heeft het woord.
Mevrouw de voorzitter, collega's, er is ook vorige week een vraag over gesteld. We zijn intussen een week verder. Ik heb toen geantwoord op de vraag van de heer Van Hauthem dat we op het Overlegcomité van 23 april vanuit de Vlaamse Regering akte hebben genomen van het advies van de Senaat. Voorts heb ik toen duidelijk gezegd wat voor ons de krijtlijnen zijn en ik heb verwezen naar de verklaring die in de Octopusakkoorden is opgenomen.
U vraagt me wat vandaag de marges zijn. Ik wil u allen hier in herinnering brengen dat we op 18 mei 2005 een aanvullende regeringsverklaring hebben opgesteld die ook hier is toegelicht. (Opmerkingen van de heer Gilbert Bossuyt)
Het is de eerste keer in 25 jaar dat ik van u enige vorm van Vlaamse reflex of tussenkomst heb gehoord. Dat is heel lang geleden.
Mijnheer Van Rompuy, ik kan teksten ophalen van wat u in die 25 jaar hebt gezegd. U zou nogal schrikken van de confrontatie. Het is soms beter om weinig te praten, maar dan moet men hier geen schouwspel opvoeren. Gisteren heeft uw partij het federale parlement lamgelegd, voor de eerste keer in de geschiedenis.
Mevrouw de voorzitter, ik begrijp dat er wat commotie is, maar ik ga ervan uit dat ook de heer Bossuyt heel blij is dat hij hier vandaag in deze plenaire zitting kan interveniëren en luisteren naar de vragen. (Opmerkingen van de heer Gilbert Bossuyt. Rumoer. Opmerkingen van de heer Carl Decaluwe)
Mevrouw de voorzitter, is het zo dat, als men interrumpeert, men op die manier moet worden behandeld? Ik verzoek u de orde van de vergadering te handhaven.
Mijnheer Bossuyt, ik stel voor dat iedereen de orde van de vergadering handhaaft, dat we nu luisteren naar de minister-president en nadien komen de andere interventies aan bod.
Mevrouw de voorzitter, het woordgebruik is nogal agressief, vind ik. Moet u dan niet ingrijpen zoals daarnet? (Rumoer)
Mevrouw de voorzitter, ik doe gewoon verder en ga ervan uit dat degenen die willen luisteren ook luisteren.
Ik wil onderstrepen, als antwoord op de vraag van de heer Van Rompuy wat de marges zijn, dat op 18 mei 2005 de aanvullende regeringsverklaring heel duidelijk het standpunt van de Vlaamse Regering weergeeft, dat als volgt is geformuleerd: "De splitsing van het arrondissement Brussel-Halle-Vilvoorde houdt verband met het respect voor het Vlaamse karakter van de rand en de territoriale integriteit van Vlaanderen. Dat territorialiteitsbeginsel is een van de basisprincipes van onze federale staatsstructuur. Om die reden blijft de Vlaamse Regering onverkort achter de eis tot splitsing staan. De Vlaamse Regering verwerpt unaniem elk initiatief dat ertoe zou leiden dat het grondgebied van het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest wordt uitgebreid, dat de taalwetgeving in Brussel eenzijdig wordt versoepeld, dat inschrijvingsrechten en andere bijkomende voorrechten voor de Franstalige inwoners in Vlaanderen worden vastgesteld of dat de Franse Gemeenschap bevoegdheid krijgt in Vlaanderen."
Ik denk, collega's, dat deze aanvullende regeringsverklaring heel duidelijk is. Ik ga ervan uit dat dit de duidelijke verwoording is van het standpunt van de Vlaamse Regering. Ik dank u voor de aandacht. (Applaus)
Mijnheer de minister-president, ik dank u voor uw antwoord. Het was duidelijk: als er onderhandeld zou worden, zeggen we ook heel duidelijk dat een aantal pistes niet bewandeld kunnen worden door Vlaamse onderhandelaars. U hebt ze nog eens letterlijk opgesomd.
Onderhandelingen hebben alleen zin als de splitsing meebrengt dat het Vlaamse karakter van de rand wordt versterkt. De finaliteit van de splitsing is te komen tot meer homogene taalgebieden, om de kans te bieden om het Vlaamse karakter van de rand te versterken. Onderhandelingen die zouden leiden tot het omgekeerde hebben natuurlijk geen enkele zin.
Ook dit Vlaams Parlement heeft in haar regeerakkoord onverwijld staan. Dat wil zeggen dat de parlementaire weg bewandeld wordt. Die is bewandeld, mijnheer Bossuyt. Na de verkiezingen van 2007 is het wetsvoorstel ingediend in de Kamer. Dat gaat zijn weg en is goedgekeurd in de commissie, tegen de wil van een aantal mensen in, die nooit hadden gedacht dat het in de commissie goedgekeurd zou worden.
Op 8 mei, mijnheer Van Hauthem, - ik had gedacht dat u vandaag nog een vraag zou stellen - indien er in de tussenperiode niets gebeurt, zullen CD&V-N-VA en de Vlaamse partijen in de Kamer dat wetsvoorstel goedkeuren. We mogen ons niet laten beïnvloeden door chantage langs Franstalige kant. Ze hebben de kans om die onderhandelingen wat langer te laten aanslepen, maar ze hebben gekozen voor de confrontatie. Die confrontatie zullen ze dan ook volgende week krijgen, tenzij er een mirakel zou gebeuren. Dat mirakel kan alleen gebeuren in de voorwaarden die de minister-president heeft gesteld.
De heer Van Nieuwenhuysen heeft het woord.
Mevrouw de voorzitter, ik vind het allemaal wat schizofreen. Vorige week hoorden we hier de heer Van Rompuy, met het enthousiasme dat we van hem kennen, zeggen: volgende week stemmen we over Brussel-Halle-Vilvoorde. We hebben deze week niets gezien. Nu vraagt u naar de marge voor een aanvaardbare onderhandelde oplossing voor Brussel-Halle-Vilvoorde. Voor ons zijn er geen marges voor een aanvaardbare onderhandelde oplossing. U hebt de zaken allemaal opgesomd: federale kieskring, de benoeming van de burgemeesters, de rondzendbrief-Peeters. Al die zaken zijn niet te onderhandelen. Daarover zijn we het natuurlijk eens, want het gaat over een uitspraak van het Arbitragehof en over de toepassing van het grondwettelijke territorialiteitsbeginsel. Daarover hoeft niet te worden onderhandeld.
Wat een opvoering, mijnheer Van Rompuy, hebben we vorige week en de afgelopen dagen gezien. CD&V smeekte de Franstaligen als het ware om toch maar een belangenconflict in te zetten om de zaak te vertragen!
Wie heeft er gesmeekt?
CD&V, en geen klein beetje! De opvoering gisteren met het op non-actief zetten van de Kamer van Volksvertegenwoordigers, was niet meer of minder dan een kleine coup om opnieuw uitstel af te kopen. En nu komt u hier voor de tweede keer zeggen: volgende week stemmen we.
Hier staat het: "CD&V-N-VA wil B-H-V volgende week op agenda". Kan ik duidelijker zijn dan dat?
U kunt geen andere kant meer uit, maar u bent totaal, totaal ongeloofwaardig geworden! (Applaus bij het Vlaams Belang)
De heer Demesmaeker heeft het woord.
De minister-president was vrij duidelijk. De nieuwe strategie van de Franstaligen om geen belangenconflict meer in te roepen, heeft de druk op de eerste minister enorm verhoogd. Deze strategie is expliciet tegen premier Leterme gericht. Het is allesbehalve een teken van loyauteit. Eigenlijk hebben ze een spelletje stratego gespeeld. Als de tegenpartij een spelletje blufpoker speelt, dan kan je je laten overbluffen, maar dat zou geen goede zaak zijn. Je kunt ook rustig blijven en verder uw strategie uitvoeren. Dat wil zeggen: volgende week rustig de Vlaamse wetsvoorstellen in de plenaire zitting van de Kamer stemmen.
We moeten ons er natuurlijk voor hoeden de mensen iets wijs te maken. (Rumoer bij het Vlaams Belang)
We moeten de mensen niet wijsmaken dat met de stemming in de Kamer de kieskring definitief is gesplitst, want dat is niet zo: ook dan is de kieskring Brussel-Halle-Vilvoorde niet gesplitst. (Rumoer)
Zo werkt het systeem in dit land spijtig genoeg niet. Ik hoop dat we allemaal beseffen dat de Franstalige partijen nog precies evenveel vertragingsmanoeuvres kunnen uitvoeren voor als na de stemming in de Kamer.
Ze kunnen die procedure nog altijd vele maanden rekken. In het licht daarvan zijn wij inderdaad bereid om rond de tafel te gaan zitten. We willen onderzoeken of de Franstaligen in het kader van een totaalakkoord bereid zijn om hun verzet tegen die splitsing van Brussel-Halle-Vilvoorde op te geven. Dat is immers de enige manier om Brussel-Halle-Vilvoorde in werkelijkheid te splitsen. Maar nogmaals, over de eisen van de Franstaligen om hun privileges in de Vlaamse rand te behouden of uit te breiden, is er geen onderhandelingsmarge. Ik heb dat hier vorige week gezegd en ik zal dat blijven herhalen. De splitsing gaat over het gelijkheidsbeginsel, over gelijke democratische regels voor iedereen en over respect voor elkaars grondgebied en bevoegdheden. Dat is dus meer dan een symbooldossier, zoals dat vaak wordt voorgesteld. Daarover zijn er in onze ogen dus geen onderhandelingsmarges. Eigenlijk moeten de Franstaligen in de context van dit dossier nu maar eens tonen dat ze, op basis van die principes van gelijkheid en respect voor elkaar, nog bereid zijn om met ons samen te leven.
De heer Sannen heeft het woord.
Eerst en vooral wil ik een opmerking maken over de persoonlijk beledigende uitlatingen van de heer Decaluwe aan het adres van de heer Bossuyt. Ik vind ze een parlement onwaardig. Ik zou graag hebben dat de heer Decaluwe zich daarvoor verontschuldigt.
Mijnheer Van Rompuy, u begon met duidelijk te stellen wie de goede Vlamingen zijn. Ik wil u dit zeggen: goede Vlamingen zijn diegenen die resultaat boeken. Elke staatshervorming is gesteund door de sp.a. Als we in dit parlement zetelen, dan is dat mee dankzij de sp.a, en niet door diegenen die pas na jaren van voortschrijdend inzicht tot de vaststelling komen dat alleen met het stemmen over de splitsing van Brussel-Halle-Vilvoorde de zaak nog niet is opgelost. Ik ben blij dat u uiteindelijk tot dit inzicht bent gekomen, mijnheer Demesmaeker. Dat hebt u ervoor nooit gezegd. U zei altijd dat er vijf minuten nodig waren.
Mevrouw de voorzitter, als de splitsing op de agenda van de plenaire vergadering wordt geplaatst, zullen we daar hetzelfde standpunt innemen als in de commissie. Als er echter een onderhandelde oplossing mogelijk is, zal die ook onze steun krijgen. (Applaus bij sp.a + VlaamsProgressieven)
De heer Van Eyken heeft het woord.
Mevrouw de voorzitter, geachte leden, ik was niet van plan om me te mengen in dit debat, maar als de heer Demesmaeker stelt dat al die druk op Brussel-Halle-Vilvoorde de schuld is van de Franstaligen, is dat de waarheid op zijn kop zetten. Wie heeft het dossier Brussel-Halle-Vilvoorde op de agenda van de Kamer gezet? De Vlaamse partijen toch? Het is een voorstel van de Vlaamse partijen. Nu smeken ze de Franstaligen om hun wat respijt te geven. Neen. Mijnheer Demesmaeker, in het federale regeerakkoord staat duidelijk dat over die zaak wordt onderhandeld. U zegt dat hierover niet zal worden onderhandeld. Daarom hebben de Franstaligen beslist om de geloofwaardigheid van de Vlaamse partijen die deel uitmaken van de federale regeringscoalitie, eens te testen. Daarom worden er geen vertragingsmanoeuvres uitgevoerd. Over de grond van de zaak zal ik me nu niet uitspreken. Mijnheer Van Rompuy, ik hoor u echter duidelijk zeggen aan de Franstaligen dat er niet over wordt onderhandeld, omdat er niet over kan worden onderhandeld, en dat er geen enkele toegeving mogelijk is. Dat is dus gewoon een tsjevenstreek meer.
De heer Van Hauthem heeft het woord.
Ik vraag het woord voor een persoonlijk feit. Ik vind het wel grappig, maar de heer Van Rompuy zegt me altijd welke vragen ik wel en niet mag stellen. Als ik een bepaalde vraag stel, dan vraagt hij waarom ik niet een bepaalde andere vraag heb gesteld. Als ik dan zwijg, is het weer niet goed. Voor de heer Van Rompuy is het nooit goed.
Mijnheer Van Rompuy, ik heb hier geen vraag kunnen stellen omdat ik, daar de Kamer dicht is - zelfs de deuren zijn vergrendeld - en nu de Senaat voor één keer bijeenkomt, van de premier wou weten hoe het nu zit.
Ik kom er net vandaan. Ik denk dat hij de pedalen kwijt is, want enerzijds zegt hij dat het parlement meester is over haar werkzaamheden, maar anderzijds zorgt hij ervoor dat de Kamer vandaag niet kan bijeenkomen. Hij gaat wel onderhandelen in het kader van 15 juli.
Mijnheer Van Rompuy, premier Leterme heeft in 2005 dit parlement een week gesloten omdat B-H-V niet snel genoeg ging. Vandaag sluit hij de Kamer omdat B-H-V te snel gaat.
Dat is wat zielig om vast te stellen, ik ben daar niet blij om. (Applaus bij het Vlaams Belang)
Het is ook zielig vast te stellen dat de oppositieleider van 5 minuten politieke moed, over de regeringsleider van deze Vlaamse Regering met een regeerakkoord waar het principe onverwijld en zonder prijs splitsen instaat, is verworden tot iemand die de Franstaligen bijna gaat smeken om nog een belangenconflict in te dienen om de zaak vier maand lang te rekken.
Er zal dus worden onderhandeld. Premier Leterme zegt: 'We zullen zien hoe we het arrest van het Grondwettelijk Hof zouden kunnen uitvoeren'. In dit Vlaams Parlement is dat altijd politiek vertaald in splitsing. Premier Leterme spreekt nu over onderhandelen over hoe we het eventueel zouden kunnen doen. Die man is zijn geloofwaardigheid kwijt en CD&V ook.
In de memorie van toelichting van de Bijzondere Wet schrijft de heer Hugo Vandenberghe: 'Brussel-Halle-Vilvoorde moet tegen 15 juli worden geregeld.' U komt hier zeggen dat u op 8 mei gaat stemmen, maar u kunt eventueel nog onderhandelen. CD&V is de pedalen kwijt, u weet het niet meer en het zal niet met uw optreden op deze tribune zijn dat u de geloofwaardigheid van uw partij gaat herstellen. (Applaus bij het Vlaams Belang)
Ik denk dat ik heel duidelijk ben geweest als ik het heb over de aanvullende regeringsverklaring van 18 mei 2005. Onze lijn in de Vlaamse Regering is heel duidelijk en wordt onverkort doorgetrokken.
Vorige zondag was er een congres van Lijst Dedecker. De heer Dedecker zegt dat het op 8 mei moet worden geagendeerd. Ook de heer Bonte is plots een grote flamingant geworden. Hij vindt dat Brussel-Halle-Vilvoorde in tempore non suspecto een irrelevant probleem is. De heer Vande Lannotte vond dat trouwens ook. De heer Bonte sprak ook over 8 mei.
Volgende week zal het worden geagendeerd. CD&V/N-VA heeft in de zomer een wetsvoorstel op tafel gelegd dat in november werd goedgekeurd. Volgende week zal het worden geagendeerd in de Kamer. De wil om dat dossier tot een einde te brengen is bij onze fractie heel groot. Dat dit tot een communautaire conflictsituatie leidt, was natuurlijk voorspelbaar. Uiteindelijk zal het worden doorgedrukt.
Generaal De Gaulle heeft ooit gezegd: ´J´aime le football quand la France gagne.´ Ik zeg: ´J´aime la Belgique quand la Flandre gagne.´
Het incident is gesloten.