Verslag plenaire vergadering
Actuele vraag over het gebruik van agrobrandstoffen
Verslag
De heer Wymeersch heeft het woord.
Mevrouw de voorzitter, er is een levend wezen dat makkelijker van uitzicht en opstelling verandert dan een kameleon, met name een CD&V'er. Het toppunt hiervan is een CD&V'er die van het ene regeringsniveau naar het andere verhuist. De vroegere Vlaamse minister-president is nu federaal premier. Dit is het toppunt van 'kameleonisme'.
Toen hij nog minister van Landbouw was, heeft premier Leterme jarenlang een lans voor de biobrandstoffen gebroken. Hij heeft al het mogelijke gedaan om de landbouwers ertoe aan te zetten teelten mogelijk te maken om de biobrandstoffen leven in te blazen. Voor de landbouwers was dit aardig meegenomen. Aangezien de landbouw elk beetje aan bijkomende inkomsten kan gebruiken, is dit nog steeds het geval.
Premier Leterme heeft ons verlaten. Hij heeft, althans in zijn ogen, betere oorden opgezocht. Vorige week heeft hij in de pers het volgende verklaard: "We moeten bereid zijn om de Europese doelstelling over het optrekken van het aandeel van biobrandstoffen opnieuw tegen het licht te houden." en "Reeds als minister verantwoordelijk voor landbouw in de Vlaamse Regering had ik ethische vragen bij het gebruik van voeding voor het aandrijven van voertuigen."
Het is het een of het ander. Als minister van Landbouw heeft premier Leterme promotie gemaakt voor het telen van producten die voor de aanmaak van biobrandstoffen in aanmerking komen. Zodra de Europese Commissie een hogere norm uitvaardigt, wil hij niet mee. Hij heeft hier ethische problemen mee.
Ik zou hier uit een hele reeks commissieverslagen kunnen citeren. Premier Leterme heeft destijds een rondetafelconferentie samengeroepen om de betrokkenen op te jutten. In december 2005 heeft hij tijdens de landbouwbeurs Agribex een informatie- en sensibiliseringscampagne op poten gezet. Ik kan hier verschillende citaten van de voormalige minister van Landbouw en van de huidige minister-president geven waarin het geloof in biobrandstoffen wordt gepredikt. Op dit ogenblik heeft de voormalige minister van Landbouw en huidige premier echter ethische problemen met dit gegeven.
Heeft premier Leterme dan geen ethische problemen met het feit dat de suikerbietensector, onder meer ingevolge het optreden van de Europese Commissie, haast verplicht is de overproductie aan biobrandstoffen te besteden. Heeft premier Leterme geen ethische problemen met het feit dat de consumptieprijzen van voedingsmiddelen de pan uitswingen, terwijl de landbouwbedrijven daar niets van voelen, geen hogere prijzen krijgen en omwille van de hogere brandstofprijzen minder inkomsten hebben. Daar heeft hij blijkbaar geen ethische problemen mee.
Mijnheer de minister-president, wij hebben ethische problemen met het feit dat de premier, de vroegere minister van Landbouw, zulke bochten neemt. Net als uzelf, heeft hij steeds over een constant overleg met de federale overheid gesproken. Is er momenteel nog overleg tussen uw voorganger en uzelf over deze situatie? Deelt u de mening van premier Leterme? Hebt u ook ethische problemen?
Als u die ethische problemen niet hebt, hoe zult u premier Leterme dan wijzen op zijn fenomenale blunder? In hoeverre zult u de aangevatte politiek ten behoeve van de landbouwer en de landbouwinkomens voortzetten?
Mevrouw Dua heeft het woord.
Mevrouw de voorzitter, mijnheer de minister-president, mijn vraag gaat over hetzelfde, maar met een iets andere teneur. We gebruiken liever de term agrobrandstoffen dan biobrandstoffen, omdat dit weinig te maken heeft met bio.
Dit thema staat volop ter discussie. Het gaat over de fundamentele vraag of het evident is om voedsel te gebruiken als brandstof om de tank van onze wagens te vullen. Die discussie wordt wereldwijd gevoerd, en we zien al de gevolgen van de 'boom' van agrobrandstoffen in de wereld. Er is de stijging van de voedselprijzen. In veel landen kunnen mensen hun basisbehoeften niet meer kopen omdat alles veel te duur is. De armoede en honger nemen toe, en ondertussen kapt men bossen om overal die energieteelten aan te planten. Daar is heel wat discussie over.
Belangrijke personen hebben daar al uitspraken over gedaan. De voorzitter van het Internationaal Monetair Fonds spreekt van een mogelijke wereldwijde voedselcrisis en over een eventuele dreiging van oorlogen. Onze Europees Commissaris, de heer Michel, heeft ook al gewezen op de gevaren die zijn verbonden aan de agro-industrie. Er is zelfs een VN-rapporteur die spreekt van een misdaad tegen de menselijkheid.
Ook bij ons hebben we de energieteelten, de agrobrandstoffen die worden gesubsidieerd. Ik was dan ook verrast om te lezen wat premier Leterme heeft gezegd, namelijk dat hij als Vlaams minister van Landbouw al ethische vragen had bij het gebruik van voedsel voor het aandrijven van motoren. Voor alle duidelijkheid, mijnheer de minister-president, ik ben geen fan van de heer Leterme. Ik ben absoluut geen fan. Ik heb hem ook de voorbije maanden niet zo heel veel verstandige dingen horen zeggen, maar dit vind ik een terechte bemerking ten aanzien van een zeer belangrijke problematiek.
Met het koolzaad dat nodig is voor het vullen van een tank van een 4x4 kunnen we omgerekend één persoon in de derde wereld een heel jaar eten geven. Dat is de essentie van het probleem. Het is kiezen tussen voedsel en tanken, kiezen tussen agrobrandstoffen of voedingsgewassen.
Mijnheer de minister-president, wat is uw standpunt ten aanzien van de uitlatingen van premier Leterme, waar we in de voorbije jaren weinig van hebben gehoord? Zijn ontboezemingen komen redelijk laat, maar beter laat dan nooit. Wat is uw standpunt over het gebruik van voedsel als brandstof? Denkt u niet dat het goed is dat we deze praktijken ten aanzien van de Vlaamse boeren niet langer aanmoedigen, maar veeleer ontmoedigen? Welk standpunt zal de Vlaamse Regering innemen op Europees niveau ten aanzien van de Europese richtlijn die zegt dat we tegen 2020 10 percent biobrandstof moeten halen, wetende wat daarvan de gevolgen zijn en wetende dat daar veel discussie over is? Bent u bereid om erover te onderhandelen om dit af te zwakken? Bent u als minister van Landbouw bereid om op de eerstkomende Landbouwraad volledig in de geest van wat premier Leterme heeft gezegd, te pleiten voor het afschaffen van de subsidies voor de teelt van agrobrandstoffen?
Minister-president Peeters heeft het woord.
Mevrouw de voorzitter, dames en heren, ik wil eerst onderstrepen dat als u premier Leterme iets wilt vragen of niet akkoord gaat met zijn uitlatingen, u dat best rechtstreeks aan hem zegt. U kunt uw collega's in de Kamer of Senaat vragen om de premier daarover te interpelleren. Ik vind dit niet correct omdat premier Leterme zich hier niet kan verdedigen. Vraag hem dat in de Kamer of Senaat waar hij dat wel kan.
De voedselschaarste is een wereldwijd, ernstig probleem. Er sterven meer mensen dan nodig en dan aanvaardbaar is door een gebrek aan voedsel. De heer Wymeersch zei in de commissie al dat dit gevolgen heeft voor de landbouwsector - niet alleen voor diegenen die voedselgewassen telen, maar ook voor de varkenssector bijvoorbeeld. Deze schrijnende toestand noopt ons om prioriteiten in ons grondstoffenbeleid te stellen. Enkele jaren geleden is dit debat ook gevoerd, maar in een andere context.
Grondstoffen moeten in de eerste plaats voor het voeden van mensen worden gebruikt. We moeten er alles aan doen om dat te realiseren. In tweede orde kunnen we nagaan of en hoe we grondstoffen kunnen aanwenden voor het opwekken van hernieuwbare energie. Dat is de orde van belangrijkheid.
Europa is een andere zaak. Mevrouw Dua had het er al over. Europa verplicht ons om tegen 2010 het aandeel van biobrandstoffen op te trekken tot 5,75 percent; nadien wordt dat cijfer 10 percent. We mogen alleszins geen stop-and-gopolitiek voeren. We zijn nog ver verwijderd van dat cijfer van 5,75 percent. We moeten onze verbintenissen honoreren. Maar over de tweede fase, als we het cijfer moeten optrekken tot 10 percent, moeten we, gezien de omstandigheden, opnieuw het debat voeren. Ik zal op de volgende Europese landbouwraad, zoals op de bijeenkomst in Luxemburg, het probleem van de voedselprijzen en de voedselschaarste aankaarten.
Het probleem van de voedselprijzen en de voedselschaarste door de bevolkingsaangroei en de gestegen koopkracht in landen zoals China is een wereldwijd probleem. We moeten dat op Europees en op wereldvlak aanpakken. De Wereldhandelsorganisatie is volop met onderhandelingen bezig.
Ik besluit. Er mag geen enkele twijfel over bestaan dat grondstoffen in de eerste plaats moeten dienen voor voedsel. Verbintenissen inzake hernieuwbare energie en de afspraken over de doelstelling van 5,75 percent moeten we aanpakken op een verstandige manier, dankzij de biobrandstoffen van de tweede generatie, en ook met andere nieuwe technieken. De doelstelling van 1 percent moeten we wel opnieuw bekijken.
Ik dank u voor het antwoord. Uiteraard gaan we akkoord met uw stelling en met de stelling dat de landbouwproducten in de eerste plaats moeten dienen voor de voedselvoorziening. Maar u herinnert zich toch zeker de discussies die we hier en in de commissie hebben gevoerd? Ik herinner me een unaniem goedgekeurde resolutie waarin vooral sprake was van het telen van koolzaad. Toen en ook nu was het de bedoeling om koolzaad te gebruiken voor de productie van biobrandstoffen, want er is niet genoeg koolzaad om ook voor voedseldoeleinden te gebruiken.
De vorige minister van Landbouw heeft daarvoor impulsen gegeven. Ik stel me de vraag of het inderdaad wel ethisch verantwoord was om in die tijd, vier jaar geleden, de landbouwers voor te houden dat de problemen met hun inkomen zouden worden opgelost door het telen van gewassen voor biobrandstof.
Als u terecht bij uw stelling blijft, dan was de stelling van de vorige minister van Landbouw ethisch niet verantwoord. Na alles wat we al over uw voorganger hebben gehoord, wil ik afsluiten met een boutade: wie gelooft die man nog?
Mevrouw de voorzitter, mijnheer de minister-president, het is goed dat de Vlaamse Regering zich beraadt over de houding die ze zal aannemen ten aanzien van Europa. Men kan zich inderdaad ethische vragen stellen bij het feit dat men nu echt voedsel gaat gebruiken om de tank van de auto te vullen. Dat is een slechte zaak.
Ik had wel een duidelijker antwoord verwacht. Ik heb begrepen dat u de 10 percent ter discussie zal stellen bij Europa. Het gegeven blijft wel dat een Vlaamse boer als hij bijvoorbeeld koolzaad teelt voor energie, een premie krijgt maar niet als hij koolzaad teelt voor voedingsdoeleinden of als bodemverbeteraar.
Dit is momenteel de vraag: gaan we ons verzetten tegen de Europese politiek van het subsidiëren van het verwerken van voedsel tot brandstof? Zult u als minister van Landbouw niet alleen het punt op de agenda brengen, maar zult u effectief een standpunt innemen en zult u aandringen bij de Europese Commissie om het subsidiëren van dit soort praktijken te stoppen?
De heer De Meyer heeft het woord.
Mevrouw de voorzitter, mijnheer de minister-president, ik constateer dat voor landbouw en voedselvoorziening de slinger van de klok snel gaat. Enkele jaren geleden waren er in Europa nog overschotten in de landbouw en was dat een groot probleem. Het was zelfs verplicht om gronden braak te laten liggen. Vandaag zijn er geen overschotten meer en een misoogst kan zware consequenties hebben.
Is het nog verantwoord dat in Europa schitterende landbouwgronden tijdelijk worden braak gelegd? De verplichting voor de verschillende lidstaten is gelukkig weggevallen, maar landbouwers die vrijwillig gronden braak leggen - en de betere landbouwgronden van de wereld bevinden zich in Europa - kunnen subsidies krijgen.
Als u dit probleem op de Europese Ministerraad voor de Landbouw brengt, dan vraag ik u ook het probleem van de braaklegging voor te leggen, evenals de vraag 'Is dit nog ethisch verantwoord?'.
De heer De Cock heeft het woord.
Mevrouw de voorzitter, mijnheer de minister-president, geachte collega's, mevrouw Graça Machel - de weduwe van Samora Machel en de vrouw van Nelson Mandela - heeft vorige week een doctoraat honoris causa gekregen van de Gentse universiteit. Ze heeft duidelijk gezegd dat voedsel niet kan worden gebruikt om energie op te wekken. Zij komt natuurlijk uit een streek waar het probleem veel prangender is. Ze zei dat voedsel dient om opgegeten te worden door de mensen.
Dat is de ethische vraag waar we vandaag voor staan. Ik denk dat u een goed antwoord geeft op de uitdaging van gewijzigde inzichten. U hebt gelijk als u zegt dat we het percentage van de hernieuwbare energie zeker moeten halen. In Der Spiegel van vorige week stond dat er zelfs al een derde generatie planten was om biobrandstoffen te maken. Het ging om snelgroeiend struikgewas dat je steeds kan maaien en tussenteelten zoals zonnebloemen, klaver, lupinen enzovoort. Bij nateelt kan je ook een vindingrijke volgorde promoten.
We moeten ons allemaal de vraag stellen of het gebruik van voedsel, maar ook het gebruik van palmolie, zo interessant is. Er is de CO2-kost van het verschepen van die olie en in de zuiderse landen moet men percelen, waar men anders voedsel kan winnen, vrijmaken of er tropisch oerwoud voor kappen. Is dat mondiaal gezien een winst? Ik twijfel daaraan. Ik vermoed dat het antwoord negatief zal zijn.
Mijnheer de minister-president, ik ben het met u eens dat we daar heel grondig over na moeten denken. Met moderne technologie is ook veel mogelijk. We moeten daar echt niet van afwijken. Als we de tweede en derde generatie in ogenschouw nemen en geen voedsel gebruiken, zijn we al een heel eind op weg.
Mevrouw Dua, ik heb de gewoonte om, als ik naar een landbouwraad ga, daar te spreken en niet enkel te luisteren naar wat de collega's zeggen. U begrijpt wel dat we op Belgisch niveau altijd moeten overleggen met de ministers uit Wallonië en Brussel. Dat overleg is volop bezig, om een duidelijk Belgisch standpunt in te nemen, waar ook Vlaanderen zich in terug kan vinden.
Ik ben ervan overtuigd dat we ook het Europese landbouwbeleid eens opnieuw boven het licht moeten houden. Ik ben onlangs nog bij een landbouwer geweest en we staan daar voor bijkomende, nieuwe vragen. Gaat we heel onze landbouwsector, bijvoorbeeld de varkenssector, opgeven en varkensvlees uit Zuid-Amerika invoeren of gaan we een gecorrigeerde aanpak op Europees niveau doorvoeren, zodat het ook mogelijk is om hier landbouwproducten te produceren en verder te telen.
We zitten in een nieuwe situatie met nieuwe uitdagingen. Ik denk dat het heel belangrijk is om de prioriteiten duidelijk te maken. Door de uiteenzettingen van de verschillende parlementsleden zijn die prioriteiten nog eens duidelijk gemaakt. Ik denk dat het er nu op aankomt om die ook te concretiseren en uit te voeren, maar met de nodige doortastendheid en wijsheid.
Een overschakeling gebeurt niet van de ene dag op de andere. Dat vraagt heel wat aanpassingen. Ik zou niet graag het signaal geven aan de landbouwers die de omschakeling hebben gedaan, dat ze morgen de teelt mogen vergeten en een nieuwe wending moeten nemen. We moeten dat met de nodige zorg en overwegingen op Europees en op wereldniveau, maar ook op Belgisch en Vlaams niveau verder doorvoeren.
Mijnheer de minister-president, ik zou toch willen aandringen om een krachtig standpunt te verdedigen op de landbouwraad. U zegt dat we eerst tot een gemeenschappelijk standpunt moeten komen, maar zeker in de premier hebt u al een zeer belangrijke bondgenoot, meen ik begrepen te hebben. Hij zal zeker mee aandringen om een sterk standpunt te verdedigen, ten voordele van voedsel en ten nadele van de agrobrandstoffen. Want de honger in de wereld is een te belangrijke problematiek om er ons in Europa niets van aan te trekken.
Het incident is gesloten.