Verslag plenaire vergadering
Verslag
De heer Verfaillie heeft het woord.
Mevrouw de voorzitter, mijnheer de minister, collega's, bij de meeste openbare werken moeten openbare besturen, de Vlaamse overheid, de provincies en de gemeenten, een bouwvergunning aanvragen. Er is geen enkel probleem dat de wettelijke procedures doorlopen en in acht genomen worden.
Maar hier en daar kan de situatie zich voordoen dat de Vlaamse overheid of de gemeente dringend moet optreden om erger te vermijden en die overheid een aantal dringende openbare werken dient te realiseren om voor de toekomst erger te vermijden. Zelfs voor die werken dienen stedenbouwkundige procedures gevolgd te worden.
Mijnheer de minister, ik kan u het concrete voorbeeld aanhalen van de A18-autosnelweg, waar sinds begin 2006 veertien dodelijke verkeersslachtoffers zijn gevallen, door wagens die de middenberm overschrijden, aan de andere kant van de autosnelweg terechtkomen en daar een ongeval veroorzaken. Op dit stuk autosnelweg tussen Nieuwpoort en Jabbeke zijn er sinds begin 2006 veertien dodelijke slachtoffers gevallen.
Ondertussen heeft de Vlaamse overheid onder mijn impuls beslist om op dat bewuste stuk autosnelweg een aarden berm aan te leggen. Men heeft niet gekozen voor vangrails of vangrails van het type 'New Jersey' omdat vangrails ook gevaarlijke situaties kunnen creëren terwijl een aarden berm voor een veel veiligere situatie zou zorgen.
Mijnheer de minister, de aanbesteding heeft plaatsgevonden. Groot is echter de verrassing bij de wegenadministratie dat bij de aanvraag van de stedenbouwkundige vergunning de diensten van Stedenbouw vragen dat er een openbaar onderzoek zou worden gevoerd. Dit openbaar onderzoek is momenteel bezig. Het dreigt echter de planning van de diensten om verder onheil te voorkomen in de toekomst, in gevaar te brengen, omdat het slechts zal afgesloten zijn begin mei. Dan moet Stedenbouw nog een definitieve beslissing nemen. De administratie had gepland dat de werken zouden worden uitgevoerd voor de aanvang van de vakantieperiode van 2008.
Mijnheer de minister, afgelopen zondag zijn op dit stuk autosnelweg opnieuw twee doden gevallen. Ik wil dit naar voren brengen als typevoorbeeld. Deze situatie doet zich immers niet alleen op dit stuk autosnelweg voor, ook andere gemeenten en provincies worden met dezelfde situatie geconfronteerd. We vragen heel concreet of er mogelijkheden zijn om een verkorte stedenbouwkundige procedure te kunnen voeren, indien de administratie, de gemeente of de provincie een aantal dringende werkzaamheden moet uitvoeren om verder onheil te voorkomen.
Minister Van Mechelen heeft het woord.
Mevrouw de voorzitter, ik bied namens de Vlaamse Regering mijn medeleven aan aan de betrokkenen en wens een spoedig herstel aan de gekwetsten.
Het is de gemeenschappelijke opdracht van alle overheden en overheidsdiensten om het maximale te doen om dit soort incidenten te voorkomen. De procedure, die u ongetwijfeld voldoende kent, mijnheer Verfaillie, is de volgende. Dit soort infrastructuurwerken is onderworpen aan de vergunningsprocedure van artikel 127 van het decreet van 18 mei 1999. Dat betekent dat bouwvergunningen voor dit soort van infrastructuurwerken worden afgeleverd door ofwel de provinciale stedenbouwkundig ambtenaar indien deze werken niet MER-plichtig zijn, ofwel de gedelegeerd stedenbouwkundig ambtenaar van het departement RWO wanneer het gaat over MER-plichtige werken.
Vooraleer een van beide instanties een stedenbouwkundige vergunning kan afleveren, moet ze daarvoor het advies inwinnen van de verschillende schepencolleges. Het zijn de schepencolleges die al of niet een openbaar onderzoek moeten organiseren, al naargelang de werken vallen onder het besluit van de Vlaamse Regering van 5 mei 2000 met betrekking tot werken die onderworpen zijn aan een openbaar onderzoek.
In dit geval gaat het over een aarden berm met een bodem van 3 meter en een hoogte van 1 meter over kilometers, en dit is door het besluit niet vrijgesteld van een openbaar onderzoek. Dat wil zeggen dat de gemeenten een openbaar onderzoek moeten organiseren.
Ik vestig er evenwel uw aandacht op dat de administratie van de wegen, gelet op de dringendheid, had kunnen opteren voor ofwel metalen ofwel cementen vangrails omdat die vrijgesteld zijn van een stedenbouwkundige vergunning en dus onmiddellijk hadden kunnen worden geplaatst.
Mevrouw de voorzitter, dit dossier is besproken begin januari in een overleg tussen de administratie RWO en het Agentschap Wegen en Verkeer. Bij mijn weten is daartoe een stedenbouwkundige aanvraag ingediend op 26 februari. Op 27 maart heeft de administratie, na het dossier volledig te hebben bevonden, advies gevraagd aan de betrokken gemeentebesturen. Conform artikel 8 van het besluit van 5 mei 2000, worden de gemeentebesturen geacht tussen de vijf tot tien dagen het openbaar onderzoek op te starten.
Ik kan alleen maar vaststellen dat drie van de zeven gemeenten ondertussen het openbaar onderzoek hebben opgestart en dat vier gemeenten dit na één maand hebben nagelaten.
De bedoeling is dat we, na het advies van de betrokken colleges, zo snel mogelijk deze vergunning verlenen. Voor de volledigheid wil ik erop wijzen dat de werken werden aanbesteed op 3 april en dat het advies bij de Inspectie van Financiën ligt. Samen met u ga ik ervan uit dat dit nu zo snel mogelijk kan worden afgerond, na het advies van de colleges in kwestie.
Mijnheer de minister, ik dank u voor uw antwoord. Ik wil u er wel op wijzen dat wij als stadsbestuur van Veurne onze plicht hebben vervuld. We komen echter terecht in de heel vreemde situatie dat we voor een openbaar onderzoek voor werken uitgevoerd op een autosnelweg de borden voor het openbaar onderzoek op de autosnelweg moeten plaatsen. Er is een stationeerverbod op de autosnelweg. Het is verboden er te parkeren. Niemand kan dus die borden die het openbaar onderzoek aankondigen, raadplegen. Wat de aanvraag van een stedenbouwkundige vergunning betreft, hebt u het over 26 februari. Volgens mijn informatie zou dat 22 februari zijn geweest. Dat is waarschijnlijk het verschil tussen het versturen en het ontvangen van het dossier. De diensten van de afdeling Wegen en Verkeer West-Vlaanderen hebben op 4 maart zowel telefonisch als schriftelijk contact opgenomen met de diensten van Stedenbouw in West-Vlaanderen, met de vraag dit dossier als hoogst prioritair te behandelen. Er had immers opnieuw een ongeval plaatsgevonden. Slechts op 27 maart zijn de brieven vanuit Stedenbouw vertrokken naar de diverse gemeentebesturen, met de vraag tot een openbaar onderzoek. Er is dus een extra vertraging van 23 dagen geweest in dit dossier.
Mijnheer de minister, ik blijf enigszins met mijn vraag zitten. Op dit stuk autosnelweg zijn door middenbermongevallen tussen begin 2006 en vorige zondag veertien verkeersdoden gevallen. Elke verkeersdode is er een te veel. Ik dring er dus op aan te onderzoeken of er in de toekomst voor dergelijke dringende infrastructuurwerken geen verkorte stedenbouwkundige procedure mogelijk zou kunnen zijn. Het heeft immers totaal geen zin dat borden die een openbaar onderzoek aankondigen, op de autosnelweg staan.
Er is de dringendheid van werken en er is de ruimtelijke impact. Eén ding moet duidelijk zijn - en de heer Peumans is hier aanwezig: voor mij is de Oosterweelverbinding een dringend werk. Alleen vraag ik dat men tijdig en op een normale manier een bouwvergunning zou aanvragen; dan zullen wij de rest van het werk met plezier doen.
Ik wil er toch wel op aandringen voor dergelijke zaken, met veertien doden sinds begin 2006, te bekijken of er eventueel stedenbouwkundige uitzonderingen zouden kunnen worden gemaakt. Ik vind dat vooral omdat de administratie op 3 maart nogmaals heeft aangedrongen bij de diensten van Stedenbouw om dringend te beginnen met de nodige procedures, en dat dit nog meer dan drie weken op zich heeft laten wachten.
Er zou eens moeten worden bekeken waarom er geen gewone vangrail werd geplaatst, die niet onderworpen is aan de stedenbouwkundige vergunning, en men heeft gekozen voor een harde berm van 3 op 1 meter.
Ik heb dat aangegeven in mijn vraag. De administratie heeft specifiek voor een aarden berm gekozen, en niet voor vangrails of een betonnen wand, omdat bij het aanrijden van een vangrail of betonnen wand het voertuig op het eigen rijvak wordt teruggeslagen, zodat zich een verkeersongeval kan voordoen. Door een aarden berm komt het voertuig tot stilstand op die aarden berm. (Opmerkingen)
Het incident is gesloten.