Verslag plenaire vergadering
Actuele vraag over het overleg met de federale overheid betreffende de geplande btw-verhoging bij aankoop van gronden en panden
Verslag
De heer Strackx heeft het woord.
Mevrouw de voorzitter, mijnheer de minister-president, collega's, vorige week hebben we gedebatteerd over de plannen om voortaan btw te heffen op bouwgrond die wordt verkocht samen met een nieuwbouwwoning. Die federale plannen zouden vooral de Vlaamse kopers treffen, niet het minst omdat de bouwgrond in Vlaanderen driemaal duurder is dan in Wallonië. Een Vlaamse koper zou voor een modale woning gemiddeld 15.000 euro meer betalen. Hij zou ook niet kunnen genieten van het abattement voor starters, dat 15.000 euro bedraagt. Hij zou ook vroeger betaalde registratierechten niet in mindering kunnen brengen en helemaal niet kunnen genieten van de meeneembaarheid.
Mijnheer de minister-president, ik heb vorige week gezegd dat de federale plannen niet ingegeven zijn door het fameuze Europese Breitsohl-arrest, wat minister Reynders ons oorspronkelijk wilde wijsmaken, maar dat ze alles te maken hebben met de wens van het Waalse Gewest om voortaan de btw die ze betalen voor de sanering van hun vervuilde fabrieksterreinen, te kunnen recupereren. Dat zou hen een voordeel opleveren van vele tientallen miljoenen euro, zeker als we weten dat er in Wallonië zo'n 3500 vervuilde fabrieksterreinen liggen.
Toen ik dat vorige week zei, zat men mij hier een beetje verbaasd aan te kijken. Mijn bewering werd ondertussen vanuit verschillende hoeken bevestigd, in de eerste plaats min of meer door federaal minister Reynders zelf in de federale Kamer, maar ook door u, mijnheer de minister-president. U vertelde vrijdag na afloop van de ministerraad aan een krant: "Reynders stelde de maatregel voor alsof er geen speld tussen te krijgen was en België verplicht was zich aan te passen. De werkelijkheid blijkt heel anders te zijn." U betreurde dat men er een draai aan probeerde te geven. De conclusie is heel duidelijk: de Vlaamse kopers van nieuwbouwwoningen zullen betalen voor de sanering van de Waalse fabrieksterreinen. Dat zal een nieuwe btw-transfer van Vlaanderen naar Wallonië tot gevolg hebben van tientallen, zo niet van honderden miljoenen. De vraag is wat er nu gaat gebeuren.
Het parlement heeft hier vorige week een resolutie goedgekeurd. Het is een resolutie die ons ontgoochelde omdat ze van niet erg veel politieke moed getuigde. (Rumoer)
De resolutie stelde dat de federale maatregel moet worden bijgestuurd, maar er staat niet bij in welke zin of richting dat moet gebeuren. Voor ons, mijnheer de minister-president, is bijsturen niet genoeg. Wij willen dat deze federale maatregel uit de federale programmawet wordt geschrapt. Zelfs al zou men erin slagen om de federale maatregel volledig te compenseren zodat het zowel voor de koper als voor de Vlaamse schatkist een nuloperatie wordt, dan blijft nog steeds de grote financiële transfer naar Wallonië bestaan. Dit zou voor ons geen goede maatregel zijn.
Na afloop van de ministerraad vorige vrijdag hoorden we stoerdere taal van de Vlaamse Regering. Minister Van Mechelen zei: "Reynders moet bakzeil halen". Het Nieuwsblad schrijft:"Dat er op de beslissing zelf niet zou worden teruggekomen, wordt in de Vlaamse Regering op hoongelach onthaald." Mijnheer de minister-president, u zei: "Die vlieger gaat niet op, dat is onvoldoende." En viceminister-president Vandenbroucke zei: "Ik denk dat Reynders op zijn stappen zal moeten terugkomen." (Rumoer)
Ik kom tot mijn vraag.
De technische werkgroep kwam vorige vrijdag voor de eerste maal bijeen. Ik heb niet de indruk dat er al witte rook uit de schoorsteen is gekomen, maar ik had graag van u vernomen, mijnheer de minister-president, wat de eerste bevindingen van de technische werkgroep zijn. Hebben u en uw collega's in de Vlaamse Regering nog stappen ondernomen of nog overleg gepleegd met uw collega's in de federale regering teneinde deze onzalige federale maatregel ongedaan te maken?
De heer Sannen heeft het woord.
Mevrouw de voorzitter, mijnheer de minister-president, collega's, het is nu wel duidelijk denk ik: minister Reynders heeft CD&V en Open Vld gerold met de programmawet. Eén voordeel: Open Vld had dat snel door en heeft een duidelijk standpunt ingenomen. Van CD&V was ik niet zo zeker toen ik de voorzitter ad interim dit weekend nog eens hoorde.
Mijnheer de minister-president, ik kan deze stelling ook baseren op een interessant artikel dat vandaag in De Tijd staat. Het stelt duidelijk dat het Breitsohl-arrest bij een vertaling naar België enkel van toepassing zou zijn op niet-beroepsoprichters, een kleine sector. Het zou dus helemaal niet van toepassing zijn op beroepsoprichters. Als dat klopt, dan is dit nogmaals een duidelijk teken dat de hoogdringendheid en noodzakelijkheid om de btw-regeling door te voeren, er niet is.
De Tijd verwijst overigens naar een Europees toegestane standstillclausule, waardoor de regelgeving van 1 januari 1978 nog van toepassing zou zijn.
Mijnheer de minister-president, wanneer uw partijvoorzitter blijft volharden in de boosheid en stelt dat dit gerealiseerd moet worden en de andere partijen zelfs verwijt dat ze dat nooit geïmplementeerd hebben, word ik ongerust. Het is immers niet alleen de heer Beke die dit stelt. Ook minister Reynders zegt duidelijk dat deze maatregel doorgang zal vinden. En premier Leterme zegt dan blijkbaar op een sussende toon dat ze er op 23 juni wel zullen uitkomen.
Zelfs als we al een regeling zouden vinden waarin we alle nadelige maatregelen voor Vlaanderen ongedaan kunnen maken, moeten we niet alleen bijkomende fiscale bevoegdheden hebben, maar moeten we ook eigen bijkomend decretaal werk doen om het te kunnen realiseren. De programmawet stelt dat deze btw-regeling op 15 augustus van kracht zou worden. Het is onmogelijk om dit decretaal werk dan al gerealiseerd te hebben.
Ik denk dan ook dat er wat de huidige programmawet betreft, voor de Vlaamse Regering maar één standpunt mogelijk is, namelijk de schrapping van deze artikelen uit de programmawet. Is dat, na het overleg en rekening houdend met de duidelijkheden die er nu gekomen zijn, ook het standpunt dat de Vlaamse Regering in de werkgroepen aanneemt en op 23 april zal innemen tegenover de federale regering? (Applaus bij sp.a-spirit)
Minister-president Peeters heeft het woord.
Mevrouw de voorzitter, collega's, je hebt altijd collega's die publiek gaan en collega's die hard werken en proberen te realiseren wat hier wordt afgesproken. U moet daar in de toekomst bij uw vraagstelling rekening mee houden, mijnheer Sannen, zeker wanneer u mij bevraagt. Wij werken hard en zoeken niet altijd de media op. Ik voer geen politiek om elke dag in de media te komen. (Rumoer)
Collega's, deze kwestie is op 23 maart in de Vlaamse Regering besproken, nog voor het allemaal in de kranten stond. Wij hebben toen afgesproken dat we overleg zouden vragen aan de federale regering, omdat deze maatregel, zoals hij was voorzien in het ontwerp van programmawet, voor ons onaanvaardbaar is. Wij hebben dan ook gemeld dat er overleg moest komen en dat het hoofdstuk in kwestie niet goedgekeurd mocht worden zolang de kwestie niet was uitgepraat.
Het overleg is nu nog steeds aan de gang. Op 23 april is er een overlegcomité. De houding van de Vlaamse Regering is dat deze maatregel, zoals hij voorzien is in het ontwerp van programmawet, in de zakken van de mensen zit, in de zakken van de Vlaamse Regering zit en op een fundamentele manier het beleid van de Vlaamse Regering inzake sociale correcties op de registratierechten wijzigt. Die drie elementen zullen in het verdere overleg een afdoend antwoord moeten krijgen. (Opmerkingen van de heer Joris Van Hauthem)
Ik heb mij nog niet laten rollen, mijnheer Van Hauthem. En mocht dat toch gebeuren, dan zal ik het u zeggen.
Op 11 april is er een eerste technische werkgroep samengekomen, met mensen van het federale niveau, de verschillende Vlaamse kabinetten, Wallonië en Brussel. In die werkgroep is gevraagd wat de standpunten van de verschillende regeringen zijn.
Daar is toen het standpunt van de verschillende regeringen meegedeeld. U hebt gelijk dat we in België gebruik maken van de standstill. Dat betekent dat wij in België de wetgeving die bestond bij de invoering mogen doortrekken. Ik heb het dan meer bepaald over de registratierechten zoals wij die kennen in Vlaanderen. Wij mogen die doortrekken zolang die overgangsperiode duurt. U maakt de nuance dat voor beroepsoprichters een wijziging wel mogelijk zou zijn.
In zijn antwoord van februari 2001 heeft minister Reynders naar die standstill verwezen. Er is geen urgentie inzake de toepassing van het arrest in België. Dat betekent niet dat we het vroeg of laat moeten aanpassen en er een oplossing aan geven.
Wanneer er een oplossing wordt gevonden, dan moeten we die drie uitgangspunten daarin terugvinden. Mijnheer Sannen, ik weet dat u dat samen met ons zult opvolgen. Wanneer er geen afdoende oplossing komt, dan is de vraag voor een belangenconflict niet ver weg.
Op dinsdag 15 april hebben alle regeringen, ook de drie deelstaatregeringen, hun opmerkingen overgemaakt. Deze namiddag is er opnieuw een technische werkgroep bijeen om dat verder te bekijken. Wanneer er een oplossing zou komen in het ontwerp van programmawet, dan kan die pas worden goedgekeurd wanneer die drie belangrijke uitgangspunten daarin terug te vinden zijn. Zo niet is er een probleem vanuit het Vlaams Parlement met de resolutie en vanuit de Vlaamse Regering. Ik denk dat ik niet duidelijker kan antwoorden. (Applaus bij CD&V en Open Vld)
Mijnheer de minister-president, ik vind uw antwoord nogal warrig en confuus. Wat ik vooral heb onthouden, zijn de drie elementen die u hebt opgenoemd. U vergeet echter een zeer belangrijk vierde element, met name de transfer van financiële middelen die hoe dan ook zou plaatsvinden van Vlaanderen naar Wallonië ter recuperatie van de btw op de sanering van de Waalse vervuilde fabrieksterreinen. Wanneer u gaat remediëren aan de maatregel zonder dat de maatregel volledig wordt geschrapt, blijft die transfer gewoon bestaan. We krijgen dan een nieuwe stroom van ontzettend veel financiële middelen bij die btw-recuperatie.
Ik wil u het Breitsohl-arrest voorlezen. Mevrouw Breitsohl wilde een garage openen. De kelder van de garage was al af. De vrouw had niet voldoende middelen voor die garage, wilde de garage verkopen en de btw daarop recupereren. Dat arrest gaat over bedrijfsgebouwen en is niet van toepassing op particuliere woningen.
Tot slot wens ik mijn vreugde en genoegen uit te drukken dat sp.a is afgestapt van haar spreidstand van vorige week en resoluut kiest voor ons voorstel, meer bepaalde de volledige schrapping van dit artikel uit de programmawet. (Applaus bij het Vlaams Belang)
Mijnheer de minister-president, laten we niet rond de pot draaien. U zegt dat er geen urgentie is. Ik steun uw drie uitgangspunten. Het Vlaams Parlement heeft die ook in de resolutie naar voor gebracht.
De omzetting moet niet op korte termijn gebeuren. Er is een iets breder overleg en een iets bredere regelgeving voor nodig. Het kan dan ook niet dat deze artikelen in de huidige programmawet blijven staan. Dat is het enige duidelijke standpunt dat kan worden ingenomen.
Met deze programmawet kunnen we niet realiseren wat we willen realiseren. Het is niet enkel de federale overheid die de regelgeving moet aanpassen. Ook Vlaanderen zal dat moeten doen.
Mijnheer de minister-president, ik ga er ook van uit dat het standpunt van de Vlaamse Regering is dat het nu niet kan, dat we de zaak nu niet kunnen realiseren, en dat dit ook niet hoogdringend is. Later kan via overleg een oplossing worden gevonden, waarbij uw drie uitgangspunten overeind blijven.
De heer Peumans heeft het woord.
Ik zal heel kort zijn. De uitspraken van de heer Sannen verwonderen me enigszins. Van de heer Strackx begrijp ik dat: zijn partij zit in de oppositie.
Vorige week hebben we nog een voorstel van resolutie goedgekeurd. Daarin staat heel duidelijk dat we de zaak koppelen aan het overleg dat plaatsvindt in het Overlegcomité van 23 april. Mijnheer Sannen, u weet toch ook dat daaraan informeel overleg vooraf gaat. Het is op basis van de beslissing van 23 april dat we een standpunt zullen innemen. Als het nodig mocht blijken, zal mijn fractie in het federaal parlement haar goedkeuring niet geven aan de beslissing.
De heer Strackx heeft natuurlijk wel een punt als hij zegt dat er een bijkomende transfer ontstaat richting Wallonië. Dat valt niet te ontkennen.
Mevrouw de voorzitter, het verwondert me toch enigszins dat deze vraag wordt gesteld. Tussen vorige woensdag en vandaag is er eigenlijk niets veranderd.
De heer Van Rompuy heeft het woord.
Mevrouw de voorzitter, de heer Strackx en de heer Sannen hebben naar onze fractie verwezen. Het standpunt van CD&V is duidelijk. Gisteren heeft de Kamercommissie vergaderd over de programmawet. Normaal moest daarover gestemd worden. Die stemming is echter uitgesteld. Minister Reynders heeft verwezen naar het overleg met de gewesten.
De uitgangspunten die minister-president Peeters naar voor heeft gebracht - geen kostenverhoging voor degenen op wie de nieuwe regelgeving van toepassing is, geen negatieve impact op het Vlaamse budget, geen decretale wijziging - zijn ook de onze. Binnen dat kader moet een oplossing worden gevonden.
Vorige week heeft het Vlaams Parlement duidelijk gezegd dat als de huidige regeling behouden blijft, de meerderheid een belangenconflict zal inroepen. Minister Van Mechelen heeft dat expliciet gezegd.
In deze zaak maakt de heer Sannen deel uit van de oppositie. Ik begrijp de terechte bekommernis van de oppositie. Minister-president Peeters is zeer duidelijk. Zelden heb ik een minister-president zo duidelijk weten antwoorden op een vraag over een federaal dossier. (Opmerkingen bij het Vlaams Belang)
Hij was zeer duidelijk in zijn bemerkingen over de belangen van de Vlaamse belastingbetaler, over de regeling in verband met de registratierechten. Hij verdient daarvoor een pluim. (Applaus bij CD&V/Opmerkingen bij het Vlaams Belang)
Mevrouw Guns heeft het woord.
Mevrouw de voorzitter, mijnheer de minister-president, ik wil enkel herhalen wat ik vorige week heb gezegd. Als we naar de btw-regeling zouden overstappen, weten we wat de gevolgen zullen zijn. Het inkomen gaat dan niet meer naar de Vlaamse overheid, maar naar de federale regering. Door het verschil tussen de registratierechten en de btw, stijgen bovendien de prijzen van de huizen. Ook de sociale correcties in verband met het klein beschrijf, de meeneembaarheid en de belastingvrije schijf voor de eerste 15.000 euro zouden niet meer van toepassing zijn.
Mijnheer de minister-president, Open Vld blijft bij haar standpunt. Op de vergadering van 23 april moet u erop aandringen dat de regeling geen gevolgen mag hebben voor de burger, dat de lasten niet mogen verhogen, dat de sociale correcties moeten blijven bestaan. Het Vlaamse beleid, dat gericht is op de verwerving van de woning en op het creëren van mogelijkheden voor de burger, ook voor degenen met minder financiële slagkracht, moet verzekerd blijven.
Mijnheer Strackx, als democraten zijn we van mening dat we in eerste instantie voor overleg moeten kiezen. Indien dit op 23 april 2008 niets oplevert, kunnen we naar de andere middelen grijpen die tot onze juridische mogelijkheden behoren. We zijn in elk geval niet van mening dat we onmiddellijk een conflictmodel moeten hanteren. Overleg levert vaak meer op dan conflicten.
Ik denk eigenlijk dat alles al is gezegd. Aangezien sommigen dit niet willen horen, herhaal ik nogmaals dat het artikel, zoals het nu in de programmawet is opgenomen, voor ons onaanvaardbaar is. De vraag is of dit artikel zwaar zal worden geamendeerd of dat een andere oplossing zal worden gekozen. Dit maakt deel uit van het overleg. Ik begrijp het onderdeel van de vraagstellers. Ik begrijp dat over dit onderwerp vragen worden gesteld. De heer Peumans heeft er echter terecht op gewezen dat de meerderheid een resolutie heeft goedgekeurd. In die resolutie wordt voor overleg gekozen. Op 23 mei komt het Overlegcomité samen. Na die vergadering zullen we samen onze conclusies trekken. Ik wil, samen met de overige leden van de Vlaamse Regering, al het mogelijke doen om verder overleg mogelijk te maken. Een oplossing moet in elk geval vertrekken vanuit de drie uitgangspunten die de heer Van Rompuy net heeft vermeld. Zodra een voorstel op tafel ligt, zullen we onze conclusies trekken. Het huidige artikel in de programmawet is in elk geval niet aanvaardbaar.
De toespraken van de verschillende vertegenwoordigers van de meerderheidspartijen nemen mijn ongerustheid niet weg. Ik blijf op een volledige schrapping van de artikelen aandringen. Ik vrees dat anders aan de regeling zal worden geprutst. Dit zou tot een klassiek Belgisch compromis leiden. We zijn dat gewoon. Hierbij wordt wat gegeven en genomen. Uiteindelijk blijven de transfers naar Wallonië bestaan.
De minister-president heeft verklaard dat de regeling geen financiële gevolgen voor de Vlaamse burger mag hebben. Een transfer naar Wallonië heeft echter, zelfs is dit niet rechtstreeks merkbaar, wel degelijk financiële gevolgen voor de Vlaamse burger. Het gaat om een uitbreiding van het geheel der transfers. De Vlaamse burger wordt hier sowieso door getroffen.
Ik wil me eerst tot de heer Peumans richten. Tussen vorige woensdag, de dag waarop de resolutie is goedgekeurd, en vandaag is een en ander gebeurd. De Vlaamse Regering heeft vergaderd. Technische werkgroepen zijn samengekomen. Belangrijke mensen, zoals de heren Reynders, Leterme en Beke, hebben verklaringen afgelegd. Het Vlaams Parlement moet waakzaam blijven. Ik wil geen conflict. Ik ben het eens met mevrouw Guns. Ik wil tot een oplossing komen voor de situatie in een belangenconflict uitmondt. De minister-president heeft duidelijk verklaard dat deze artikelen in de programmawet niet kunnen. Dit geldt ook voor ons. Deze artikelen moeten eruit.
Het incident is gesloten.