Verslag plenaire vergadering
Actuele vraag over de mogelijke schade aan het internationale imago van Vlaanderen door de vragen van de VN betreffende het eventueel discriminerende karakter van de Vlaamse Wooncode
Verslag
Het antwoord wordt gegeven door minister Keulen. Eventueel zal de minister-president zich aansluiten.
De heer Van Overmeire heeft het woord.
Mijnheer de minister, collega's, vandaag luidt een grote titel in De Morgen: "VN halen hard uit naar Vlaanderen".
Het VN-comité dat de strijd tegen rassendiscriminatie bewaakt, heeft een rapport opgesteld over België dat niet minder dan 31 punten bevat, en de belangrijkste daarvan belangen ons zeker aan. Ze gaan immers over de Vlaamse Wooncode en daaraan gekoppeld de beslissing van de Zaventemse gemeenteraad over sociale kavels, over het Vlaams Belang en de reden waarom de partij niet verboden is, over de oververtegenwoordiging van vreemdelingen in de gevangenissen, want de rechters zouden vreemdelingen strenger beoordelen, en over de oververtegenwoordiging van vreemdelingen in sociale woonwijken.
Het is het een of het ander: ofwel raakt men er niet gemakkelijk genoeg in, ofwel zitten er te veel in. Ik begrijp het eerlijk gezegd niet goed. Het rapport handelt ook over de Belgische houding tegenover asielzoekers. Blijkbaar treedt men in dit land veel te streng op.
Mijnheer de minister, ik wil het niet hebben over de inhoud van dit rapport, dat volgens mij te gek is voor woorden. Over de Vlaamse Wooncode hebben we het in dit parlement al gehad. Het Grondwettelijk Hof en de Raad van State hebben ter zake een duidelijke stelling ingenomen. Wat het Belgische asielbeleid betreft, wijst een recent rapport van de Erasmusuniversteit van Rotterdam er net op dat het soepele Belgische asielbeleid een aanzuigeffect heeft op immigranten. In dit door racisme geteisterde land, althans volgens het VN-rapport, is intussen een zesde van de bevolking van vreemde origine en zijn er meer dan 100.000 illegalen. De oververtegenwoordiging in gevangenissen en sociale woningen heeft zo zijn redenen, die volgens mij weinig of niets met racisme te maken hebben.
Mijnheer de minister, hoe komt men tot zo'n rapport? Hoe komt het dat een VN-instantie een dergelijk rapport schrijft? Is dat het werk van een 'nutty professor' in Genève, of zit er meer achter? Volgens mij zit hier meer achter. Dit is geen toeval meer. Na Columberg, Nabholz-Haidegger, Cilevičs en het Comité van de Lokale Besturen krijgen we nu dit. Hier zit een systeem achter, collega's. Er is sprake van systematische agitatie van de Franstaligen tegen Vlaanderen, waarbij de Franstaligen alle internationale fora gebruiken om Vlaanderen zwart te maken en in het defensief te dringen.
Ook hier zien we dat de Franstaligen en de Franstalige Liga voor de Rechten van de Mens - een vlag die de lading absoluut niet dekt - de pen hebben vastgehouden. Dat blijkt uit heel wat details. Men schrijft bijvoorbeeld 'Vlaams Block' met -ck, zoals in het Frans. Men heeft het over 'French and Flemish speaking', een letterlijke vertaling van het Franse 'francophone et flamandophone', en dus niet over Nederlandstaligen. Dat zijn duidelijke indicaties dat de Franstaligen ook hier opnieuw aan het lobbyen zijn.
Het gaat hier niet over de inhoud van het rapport. We moeten ons niet in het defensief laten dringen. Wij moeten ons niet verantwoorden. Wat we zeker kunnen missen, zijn Vlamingen die aan nestbevuiling doen en zeggen dat wat er in het VN-rapport staat, juist is.
De vraag die vandaag aan de orde is, luidt: hoe komt het dat wij opnieuw met een dergelijk rapport geconfronteerd worden? Hoe komt het dat Vlaanderen op internationaal vlak niet meer slagkracht heeft?
Met wat voor een amateurisme worden wij hier geconfronteerd, mijnheer de minister? U zegt in De Morgen: "De VN hebben nooit met mij of mijn kabinet contact opgenomen om uitleg te vragen over de wooncode. Maar in het rapport van de VN lezen we: "The committee appreciates the attendance of a large delegation, which includes representatives of the Francophone and Flemish communities and regions." Ofwel wist u van niets, mijnheer de minister, ofwel waren die mensen daar inderdaad aanwezig. De derde mogelijkheid is dat de communicatie tussen de Vlaamse ministers zo slecht is, dat men over zo'n belangrijk dossier niet met elkaar communiceert.
Er was zelfs een vertegenwoordiger van het federale niveau, namelijk de heer Bart Ouvry, die onder uw partijgenoot Karel De Gucht functioneert, aanwezig op de bijeenkomst waar het rapport opgesteld is.
Na verschillende rapporten, waarin Vlaanderen internationaal aan de schandpaal wordt genageld, moeten we opnieuw vaststellen dat Vlaanderen op internationaal vlak onvoldoende slagkracht heeft om dergelijke rapporten te vermijden.
Mijnheer de minister, wat is uw mening over dit rapport? Neemt u dit überhaupt ernstig? Beseft u dat hier een waar Franstalig offensief tegen Vlaanderen aan de gang is en dat men elk mogelijk forum gebruikt tegen Vlaanderen? Wat denkt u daar eindelijk aan te gaan doen? (Applaus bij het Vlaams Belang)
Mevrouw Dua heeft het woord.
Mijnheer de minister-president, ik wil eerst mijn appreciatie uitspreken voor het feit dat u hier aanwezig bent. U had mij gezegd dat u de vraag niet zou beantwoorden. Had ik geweten dat u er zou zijn, dan was ik niet tussengekomen bij de eerste actuele vraag.
Mijnheer de minister-president, het is duidelijk dat dit rapport niet goed is voor Vlaanderen.
Het Committee on the Elimination of Racial Discrimination…" De Verenigde Naties is een achtenswaardig orgaan. Een geluk dat het er is. Het zou me verbazen dat het communautaire gehakketak al is doorgedrongen tot in de hoogste regionen van de Verenigde Naties. Die mensen hebben gekeken wat er in Vlaanderen gebeurt. Zij waarschuwen ons nu voor het discriminerende effect van de Vlaamse Wooncode. Zij zijn bezorgd dat de Vlaamse Gemeenschap een decreet heeft uitgevaardigd dat de toegang tot sociale woningen beperkt tot mensen die Nederlands spreken of zich daartoe bereid verklaren. Zij geven dus dezelfde kritiek als die die wij altijd hebben gegeven op dit decreet. Een taalvereiste opleggen als voorwaarde voor de toegang tot sociale huisvesting is in de praktijk gericht op bepaalde groepen en dus potentieel discriminerend, zeker wanneer dit systeem wordt overgenomen door de privéhuurmarkt en privé-eigenaars. U begeeft zich op een heel gevaarlijk spoor wanneer u die taalvereiste gebruikt als argument om mensen te weigeren.
Mijnheer de minister, ik heb de indruk dat u boos bent. Dat is een eerbaar gevoel. Ik heb dat ook vaak. Het is dan ook geen verwijt.
Ik heb goed naar u geluisterd. U zegt dat u die maatregel hebt genomen om de leefbaarheid van de wijken te garanderen. De link die u legt tussen het niet spreken van het Nederlands en dus vreemde afkomst enerzijds en het bedreigen van de leefbaarheid anderzijds is geen automatische link. Ik vind dat heel onverstandig. (Opmerkingen bij het Vlaams Belang)
Indien ik me in de hoogste regionen van de Verenigde Naties zou bevinden, dan zou ik dat ook een heel merkwaardige link vinden. Het is niet omdat iemand het Nederlands niet beheerst, dat hij ook automatisch een bedreiging vormt voor de leefbaarheid.
Mijnheer de minister, mijnheer de minister-president, er moet een duidelijk antwoord komen op dit rapport van de Verenigde Naties. Deze situatie is niet goed voor Vlaanderen. Ik wil u dan ook vragen om te overwegen om die maatregel op zijn minst anders te formuleren en liefst zelf uit de Vlaamse Wooncode te schrappen.
Minister Keulen heeft het woord.
Ik ben inderdaad boos. Mijnheer Van Overmeire, die commissie heeft noch met mijn kabinet, noch met mezelf contact opgenomen om tekst en uitleg te vragen bij het project van de Vlaamse Wooncode.
Het gaat over een voorlopig rapport. We krijgen een jaar de tijd om tekst en uitleg te geven. We zullen dat doen met inhoudelijke argumenten.
Mevrouw Dua, wat u doet, vind ik intellectueel niet eerlijk en niet zuiver. De Vlaamse Wooncode is tot stand gekomen in samenspraak met en gedeeltelijk op aangeven van de sector van de sociale huisvesting. Toen ik op werkbezoek was in Antwerpen, stond ik op een bepaald moment voor een van die grote torengebouwen. Het bleken de Chicagoblokken te zijn. De directeur van de huisvestingsmaatschappij wees me erop dat ik verantwoordelijk ben voor sociale huisvesting aan de ene kant en voor stedenbouw en inburgering aan de andere kant. Hij wou me laten zien hoe een grootstad functioneert. In die blokken zitten tientallen nationaliteiten samen en er worden tientallen talen gesproken, aldus de directeur van de huisvestingsmaatschappij. Niemand verstaat of spreekt er een woord Nederlands. Nochtans hebben al die mensen gekozen om in Vlaanderen een toekomst uit te bouwen. Zij komen in een isolement terecht. Bovendien zouden die mensen bij brand of een andere ramp de noodroepen niet eens begrijpen.
Deze uitspraken van de directeur van de huisvestingsmaatschappij hebben me bewogen om de Vlaamse Wooncode uit te werken met de steun van de hele meerderheid. Wij willen zorgen voor meer leefbaarheid. We willen ervoor zorgen dat de mensen die in die sociale woonwijken en appartementen terechtkomen, in staat zijn om met elkaar te communiceren. Het Nederlands is nu eenmaal de gemeenschappelijke toegangstaal tot onze samenleving.
Vandaag stellen we vast dat sommige mensen die hier al een half leven wonen en die uitgenodigd worden op de kantoren van de huisvestingsmaatschappij, hun kinderen van acht, negen of tien jaar, die lager onderwijs volgen, moeten meebrengen omdat zij als tolk moeten fungeren in de communicatie tussen hun ouders en de verantwoordelijken van de huisvestingsmaatschappij.
Dit laten betijen en zeggen dat dit sociaal is, terwijl het gewoon om onverschilligheid gaat, en van iemand die daartegen ingaat een halve of een hele racist maken, dat is gewoon onverantwoordelijk. Ik kom daartegen in opstand. Ik vind het dan ook zo erg dat een organisatie zoals de Verenigde Naties, die net van de strijd tegen racisme en discriminatie werk maakt, ons over die kam scheert. Men kan nagaan wat we hebben beslist. We worden juridisch gedekt door adviezen van de Raad van State, van het hoogste rechtscollege. In heel wat continenten, in heel veel landen worden nog altijd veel te veel mensenrechten massaal geschonden. Wij worden nu met de vinger gewezen, terwijl de kwaliteit van het leven voor oude en nieuwe Vlamingen, voor iedereen die hier terechtkomt en een beroep doet op de gezondheidszorg, de huisvesting, het onderwijs, het beste is van de wereld.
We investeren nu precies in mensen die al te lang in een isolement zitten. We willen ze activeren. Hoe men het ook draait of keert, taal is bij actief burgerschap een belangrijke factor. Als we dan in de racistische hoek worden gezet, dan word ik echt kwaad. Als men daar niet kwaad over wordt, heeft men gewoon geen hart. Ik heb er al te veel energie en tijd in gestoken om dat zomaar blauwblauw te laten. Ik moet daarop reageren. Wat dat betreft, maak ik van mijn hart geen moordkuil.
Wat ons bij de beeldvorming alleszins parten speelt, is dat we hier in een van de meest internationale steden van de hele wereld zijn. Al die internationale organisaties hebben ook vestigingen in Brussel. De vertegenwoordigers volgen de Belgische actualiteit op de voet. Hun informatiebron is vaak alleen de Franstalige media. Laten we wel wezen, als het over die zaken gaat, schrijven ze daar nogal eens anders over dan wat daarover verschijnt in de Vlaamse kranten of wat in het Vlaams Parlement wordt gezegd.
Zo zal men nooit in de Franstalige pers lezen dat vijf Franstalige professoren die aan de vier Franstalige universiteiten doceren, zeggen dat de Vlaamse Wooncode misschien ook van toepassing zou kunnen zijn in Wallonië en Brussel. De problemen zijn daar van dezelfde orde of misschien nog meer uitgesproken. In de Franstalige media staat dat nooit. Dat komt nooit aan bod.
Mijnheer Van Overmeire, blijkbaar was de Vlaamse vertegenwoordiger bij de UNO in Genève wel op de hoogte van dat hele proces. Hij heeft in elk geval mij of mijn kabinet niet geïnformeerd. Ik onderzoek hoe de vork aan de steel zit.
We moeten binnen het jaar een antwoord geven. Ik heb argumenten die zijn ingegeven uit oprecht medeleven met alle mensen die hier in Vlaanderen terechtkomen. We willen dat mensen mee kunnen. We staan daar niet onverschillig tegenover.
Ik weet hoe de sector van de sociale huisvesting in elkaar zit. Ik neem deze maatregelen met de steun van de hele sector. Ik zal daar geen millimeter van afwijken. Ik blijf mijn principes gestand. Ik word daarbij gesteund door de Raad van State en door het hele parlement. (Applaus bij CD&V, Open Vld en de N-VA)
Mevrouw de voorzitter, over één zaak zijn we het eens: dit is geen goede zaak voor Vlaanderen. Bij het rest plaats ik toch wel vraagtekens. Mevrouw Dua, u schat dat orgaan hoog in. Ik heb niet de gewoonte mensen te beoordelen op basis van hun naam, maar wel op basis van het werk dat ze afleveren. Ik zie dat dit orgaan is samengesteld uit vertegenwoordigers van fijne democratische landen zoals Rusland, China, Burkina Faso, Pakistan. Dat zijn dus de experts die oordelen over Vlaanderen. (Applaus bij het Vlaams Belang)
Ik zeg niet dat die mensen geen goed werk kunnen afleveren. We mogen echter ook niet naïef zijn. De vraag is door wie die mensen geïnformeerd worden. Blijkbaar is dat niet Vlaanderen. Keer op keer komt die informatie van de Franstaligen.
Laten we het dus niet hebben over de inhoud van de wooncode. Mijnheer de minister, u kunt die strijd niet winnen! Enerzijds wordt u aangepakt omdat u de wooncode hebt ingevoerd en anderzijds omdat de concentratie van vreemdelingen in de sociale woonblokken te groot is.
Zelfs als u de Wooncode afschaft, dan verhoogt die concentratie en wordt u nog meer aangepakt. Ga dus niet in op de inhoud. U kunt hier niet winnen.
De vraag is hoe de Vlaamse Regering dit zal aanpakken. Dit is geen alleenstaand geval. We hebben eerst Columberg gehad, dan Nabholz, dan Cilevičs, dan het Comité van de Lokale Besturen en nu dit. Als ik hoor wat er is gebeurd, dan val ik van mijn stoel. Dit rapport wordt opgesteld in aanwezigheid van een ambassaderaad van de federale regering, en die vertikt het om u daarvan op de hoogte te brengen. Dit rapport wordt opgesteld met een vertegenwoordiger van Vlaanderen, en die vertikt het om u daarvan op de hoogte te stellen. Uw antwoord is dat we nog een jaar hebben om de schade te repareren. Wanneer zal Vlaanderen stoppen met aan nestbevuiling te doen en proberen om Vlaanderen op een professionele manier op de kaart te zetten en de Vlaamse belangen in het buitenland te verdedigen? Dat is de vraag die voorligt en niet de inhoud van het rapport. (Applaus bij het Vlaams Belang)
Mevrouw de voorzitter, ik wil eerst op de inhoud ingaan omdat we voor een deel de discussie herhalen die we vroeger al hebben gevoerd.
Mijnheer de minister, voor alle duidelijkheid: ik ben een enorme voorstander van het stimuleren van de taalkennis bij iedereen in Vlaanderen. Ik wil dat tot uit den treuren herhalen. U hebt daar echter uw Inburgeringsdecreet voor. Wij waren ook medestander om een verplicht inburgeringstraject op te leggen opdat zo veel mogelijk mensen die de taal niet beheersen, toch kennis zouden krijgen van het Nederlands. Als u het niet spreken van de taal gebruikt als argument om iemand een sociale woning te weigeren, dan begeeft u zich op een zeer smalle strook van wat kan en wat niet kan. Iedereen praat hier over de ambtenaren die betrokken waren bij het advies. Zou het kunnen dat sommige ambtenaren ook vinden dat dit op het randje is van wat wettelijk kan? Naar aanleiding van de wooncode is ook vanuit het middenveld heel wat kritiek gekomen op deze bepaling. Nochtans wil iedereen eigenlijk hetzelfde, ook ik: het aanpakken van de leefbaarheidsproblemen en zorgen dat zo veel mogelijk mensen de Nederlandse taal beheersen. We moeten daarbij opletten dat er geen maatregelen worden genomen die discriminerend kunnen zijn voor bepaalde bevolkingsgroepen.
Mijnheer de minister-president, u zit inderdaad met een probleem als dit rondgaat en de VN dergelijke uitspraak doet over ons land en onze regio. Ik verwacht dan ook een zeer assertief optreden van de Vlaamse Regering om het imago van Vlaanderen terug op te krikken.
De heer Vermeiren heeft het woord.
Mevrouw de voorzitter, mijnheer de minister, mijnheer de minister-president, dames en heren, ik ben iemand die in de politiek is gegaan uit idealisme, zoals zeer velen onder ons. Ik ben niet boos over het verslag van de VN, maar diep geschokt en ontdaan. Ik heb deze morgen een brief verstuurd naar de VN om ze uit te nodigen in mijn gemeente. Ze mogen met velen komen.
Ik leef in een gemeente met 30.000 inwoners, waarvan 5274 vreemden van 134 verschillende nationaliteiten. We zijn er gedurende decennia in geslaagd om een warmtegevoel te creëren, werk te creëren, vriendschap te creëren, een rijk gemeenschapsleven te creëren en mensen dicht naar elkaar toe te brengen. We hebben echter op een bepaald moment vastgesteld dat de warme benadering die we beogen en waarvoor we aan politiek doen, min of meer verdween. We hebben naar middelen gezocht en één daarvan is de wooncode. We hebben honderden wijkfeesten georganiseerd waar ik persoonlijk en vele van mijn collega's moambe, couscous, Vlaamse stoverij en tarte al djote hebben gegeten. Tijdens die feesten werd duidelijk dat mensen binnen de appartementsgebouwen en in de sociale woonwijken naast elkaar konden leven. Wat zien we? Binnen de vredegerechten neemt het aantal geschillen toe.
We proberen hier iets aan te doen door de mensen bij elkaar te brengen. We proberen bij iedereen een gevoel van warmte te creëren. We proberen iedereen op een goede, gezellige, menswaardige en humane wijze dezelfde taal te laten spreken. Dat betekent niet dat we geen respect voor ieders cultuur moeten aankweken. We moeten er bestendig op letten dat al die culturen niet verdwijnen. Net om die reden organiseren we, overigens met veel succes, Spaanse, Marokkaanse, Arabische en allerlei continentale feestjes. Ik nodig de auteurs van het rapport van de VN uit om die feestjes eens te komen bewonderen.
Onze bedoelingen zijn goed. De Vlaamse Wooncode is eigenlijk een inspanning om een warm gevoel te creëren en om de mensen dichter bij elkaar te brengen. De vraag is wat we eigenlijk moeten doen. Hoe ontstaan dergelijke berichten eigenlijk? Waarom worden bepaalde mensen nu al gedurende zes maanden als een gekwetste kip opgejaagd door een journalist van The Washington Post, die daarvoor speciaal van Washington komt, en door journalisten uit Londen en Amsterdam? Al die journalisten stellen me steeds dezelfde vragen. Ik geef steeds dezelfde antwoorden. Ik formuleer ze gewoon anders dan ik hier nu doe.
Hoe kan een klein zweertje tot een zwaar kankergezwel uitgroeien? We hebben getracht het goede te doen. Eén persoon, behorend tot een welbepaalde politieke partij, heeft om electorale redenen een bericht naar een welbepaalde Franstalige krant verstuurd. Dit is beginnen groeien. Ik heb alle achting voor mevrouw Dua. Uiteindelijk hebben we met betrekking tot de grond van de zaak dezelfde betrachting. Ik vraag me enkel af waarom dit om electorale redenen uitgelokt incident zo is gegroeid. Mensen die op een dergelijke manier politiek bedrijven, zullen nooit iets bereiken. Het zweertje is een kankergezwel geworden. We worden nu geïdentificeerd met gedachten waar we eigenlijk van huiveren en tegen strijden. Ik vind dit persoonlijk heel erg. Dit raakt me heel diep.
Tot slot wil ik hier nog opmerken dat ik, net als zovelen hier, een echte ideoloog en idealist ben. Ik zal, samen met de minister en alle andere aanwezigen, voor deze zaak blijven ijveren. Ik nodig iedereen die wil komen, uit om eens te komen proeven hoe we het aanpakken om mensen elkaar te laten beminnen, te respecteren en op dezelfde wereldbol te laten leven. Er is een fout gemaakt. Bepaalde mensen hebben de bal ernaast geslagen. Ze hebben zich laten beïnvloeden door mensen die uit electoraal eigenbelang van een klein vliegje een olifant hebben gemaakt. Ik betreur dit ten zeerste. Zo lang ik kan en de moed en kracht heb, zal ik tegen dergelijke ideeën blijven vechten. (Applaus bij de meerderheid)
De heer Van Rompuy heeft het woord.
Mevrouw de voorzitter, mevrouw Dua heeft daarnet verklaard dat de VN een eerbiedwaardige instelling is. Volgens mij zijn het Vlaams Parlement en de gemeente Zaventem eveneens eerbiedwaardige instellingen. Het gaat hier om mensen met een open en sociale geest, die een bepaalde regel hebben ingesteld. We hebben in Zaventem een sociale beslissing genomen.
De titel van het rapport van de VN luidt 'International convention on the elimination of all forms of racial discrimination'. Dit betekent dat de VN ons eigenlijk van racisme beschuldigt. Dit is hetzelfde als een klacht bij het Centrum voor Gelijkheid van Kansen en Racismebestrijding tegen een door het Vlaams Parlement goedgekeurd decreet of tegen een door de gemeenteraad van Zaventem unaniem genomen beslissing. Ik vind dit zeer erg.
Ik betreur dit vooral omdat de Vlaamse Wooncode en de toepassing ervan in Zaventem de sociale integratie moet stimuleren en mensen met elkaar moet leren communiceren.
Het gaat erom mogelijkheden te geven aan mensen die met minder middelen een stuk grond willen kopen. In de Vlaamse Rand kost op dit ogenblik een stuk grond bijna 400 euro per vierkante meter. Weet u wat dat betekent? Wij proberen dat tegen een lagere prijs te verkopen, maar geven daarbij mogelijkheden en maximale kansen aan jonge gezinnen die zich hier willen integreren. Dat heeft niets met discriminatie of racisme te maken.
U als Groen! kiest de kant van de Verenigde Naties, die maar een dekmantel zijn voor de infiltratie en de opinievorming die vanuit de RTBF, Le Soir, La Libre Belgique en de hele Franstalige media worden georganiseerd. De heer Vermeiren als burgemeester en ikzelf als schepen van Ruimtelijke Ordening worden al maanden door de Franstalige media geterroriseerd. De Spaanse televisie en de Washington Post, gevoed door de Franstalige media, trachten de Vlamingen voor te stellen als racisten, die de discriminatie organiseren. Het is een methode die de Franstaligen een paar weken geleden ook al hebben toegepast bij de Raad van Europa. De Raad van Europa zendt iemand naar Vlaanderen om de niet-benoeming van de burgemeesters van Wezembeek en Kraainem voor te stellen als een aantasting van de democratie en van de mensenrechten.
Ze beschouwen de mensenrechten als hun recht om waar dan ook Frans te spreken en hun zogenaamde cultuur te exporteren. Al wie daarmee niet akkoord gaat, wordt beschuldigd van racisme.
We moeten daar inderdaad zeer zwaar aan tillen. Ik dank trouwens de minister voor zijn antwoord. De Verenigde Naties zijn in de hele wereld met mensenrechten bezig. Het is de belangrijkste organisatie die de laatste 60 à 70 jaar in alle conflictgebieden in Afrika en Azië actief was. Nu houden ze zich bezig met de gemeente Zaventem en een wooncode die de bedoeling juist heeft om de integratie van mensen te bevorderen en een grotere sociale cohesie tot stand te brengen. Dan zeg ik: "United Nations, shame on you." (Applaus bij CD&V, NVA en het Vlaams Belang)
De heer Peumans heeft het woord.
Ik wil nog een ander aspect van dit rapport naar voren brengen. Er is ook waardering uitgesproken voor de inspanningen die de federale overheid en de deelstaten doen voor de integratie. Dat is de andere kant van het verhaal.
Een beetje merkwaardig is wel dat de Franstalige Liga voor de Rechten van de Mens een soort van schaduwrapport heeft opgemaakt en een informeel overleg heeft gehouden met de leden van de commissie die de heer Van Overmeire zeer uitgebreid heeft opgesomd. Dat wijst natuurlijk eerder op de inbreng van de Franstalige diplomatie. Daarin speelt ook de verantwoordelijkheid mee van de federale minister van Buitenlands Beleid. We moeten de verhoudingen juist schatten.
De vraag is of u zelf bij het opstellen van het rapport betrokken bent. Als ik het goed heb begrepen, was dat blijkbaar helemaal niet het geval. Er zou een systeem van wederwoord moeten bestaan zoals het Rekenhof dat toepast.
Ik sta wat verwonderd over de houding van de directeur van het centrum die ik vanmorgen op de radio heb gehoord. Ik heb ook u gehoord, mijnheer de minister. De heer De Witte, niet de gouverneur, hekelt iets wat hier democratisch is beslist. Dat draagt niet bij tot de integratie. Het is een federale ambtenaar, maar ik zou toch mijn ongenoegen laten horen. Ik vind het getuigen van een gebrek aan stijl dat een directeur ondergraaft wat men beoogt en wat hier kamerbreed is beslist.
De heer De Cock heeft het woord.
Mevrouw de voorzitter, mijnheer de minister, mijnheer de minister-president, collega's, ik ben eveneens bezorgd, ik ben heel bezorgd. Ik ben een gretige lezer van de internationale pers. Wat is de perceptie van ons in de internationale pers?
Ik percipieer dat zo niet, maar zij doen dat wel. België wordt voorgesteld als een eerder raar land, dat af en toe wel sympathiek oogt en troeven heeft, maar toch wel met problemen kampt, en daar getuigen de lange formatiebesprekingen van. Verder is de regio in het noorden van het land tamelijk bruin, en ik heb het dan niet over de huidskleur van de mensen. Hoe jammer het ook is, dat is de perceptie van onze regio in de internationale pers.
Hoe komt dat? In dit land zijn tal van journalisten, want de NAVO is hier gevestigd en we zijn ook de hoofdstad van Europa. Die journalisten beheersen het Nederlands niet. Ze gaan af op wat de Franstalige pers schrijft, en die Franstalige pers geeft geen objectief beeld van ons. Dat laatste is het minste wat men kan zeggen. Ik vind dat de regering en het parlement daar iets moeten aan doen. Er is vandaag veel op het getouw gezet om België internationaal te promoten. Ik denk dat het echt vijf, misschien wel twee voor twaalf is om Vlaanderen internationaal te promoten. Ik nodig iedereen uit om daarover grondig na te denken.
Minister-president Peeters heeft het woord.
Mevrouw de voorzitter, collega's, vooreerst vind ik dat de VN een eerbiedwaardige instelling is, zoals het parlement en het college en het gemeentebestuur van Zaventem dat ook zijn. De VN verdient ons respect, en dat staat niet ter discussie. Men moet wel rapporten opmaken die steek houden. Ik sluit me daarom aan bij de verontwaardiging in dit parlement over dit rapport en de perceptie die daarmee in de wereld wordt gecreëerd. We willen heel snel onderzoeken waar er communicatiestoornissen zijn of waar zelfs helemaal niet is gecommuniceerd. Er is terecht gezegd dat dit niet kan. We hebben mensen op het federale en het Vlaamse niveau die de bevoegde minister moeten informeren. Als dat niet gebeurt, is er een probleem. We zullen dat onderzoeken en de passende maatregelen treffen.
Minister Keulen heeft gezegd dat we, in samenwerking met het parlement, zeer snel een goed onderbouwd wederwoord zullen opstellen. We hebben daarvoor één jaar tijd, maar elke dag dat dit sneller kan, moeten we benutten. Op dat vlak zal minister Keulen de nodige stappen zetten. Ten slotte is het juist dat ik als minister-president, in afspraak met de Vlaamse Regering, initiatieven wil ontwikkelen om Vlaanderen in de wereld op een correcte manier voor te stellen. We hebben veel troeven en kwaliteit in huis, en het kan niet dat we zwart worden gemaakt. Op dat vlak zullen we dus acties ondernemen. (Applaus bij de meerderheid en het Vlaams Belang)
Mevrouw de voorzitter, collega's, tot mevrouw Dua wil ik nogmaals zeggen dat ze zeer goed weet dat geen enkele woning wordt geweigerd op basis van een negatieve taaltest. Ik heb dat trouwens ook omstandig gezegd tegen de heer De Witte, de directeur van het Centrum voor gelijkheid van kansen en voor racismebestrijding. Het gaat om een inspanningsverbintenis en geen resultaatsverbintenis. Op dat vlak zijn we uiteraard, zoals het hoort, coulant. We willen sociale grondrechten zoals het recht op een sociale woning niet ontzeggen aan mensen die de intellectuele capaciteiten niet hebben om een taal te leren. Het volgen van de cursussen is verplicht, en dat staat toe om kennis te maken met noties van het Nederlands. Dat laatste staat toe om aan onze samenleving te participeren, en is het begin van een actief burgerschap.
Dit is een moreel rapport. Men zal ons dus nooit kunnen verplichten om de wetgeving zelf bij te sturen. Dat moet duidelijk zijn. Zoals de minister-president ben ik erop gebrand om de VN zo snel mogelijk tekst en uitleg te verschaffen, met alle inhoudelijke en juridische argumenten die we hebben.
De beeldvorming gebeurt door de vertegenwoordigers van de internationale instanties die hier gevestigd zijn. Die mensen lezen vooral de Franstalige pers. Maar mijnheer Van Overmeire, u bepaalt voor een deel ook ons internationaal krediet. Dat is dus ook het geval. (Rumoer bij het Vlaams Belang)
Als wij beslissingen nemen over de burgemeesters in Kraainem, in Linkebeek en in Wezembeek-Oppem, en als jullie dan buiten met vlaggen staan te zwaaien, vuurtjes stoken en een voorbijganger ook nog eens een tik verkopen, dan betalen wij dat internationaal. De eenzijdige beeldvorming in de Franstalige pers aan de ene kant en jullie gedrag aan de andere kant, bepalen mee dat we internationaal vaak in het defensief worden gedreven en dat is onheus tegenover de talrijke Vlamingen die daar niets mee te maken hebben. (Applaus bij de meerderheid en Groen!) (Rumoer bij het Vlaams Belang)
Mevrouw de voorzitter, het was voorspelbaar dat deze vraag ging uitdraaien op een anti-Vlaams Belangnummertje.
Ik was tevreden met het antwoord van de minister-president, maar wat minister Keulen er nog aan heeft toegevoegd, is plat populisme. (Applaus bij het Vlaams Belang)
Ikzelf en andere mensen van mijn fractie hebben hiervoor tien jaar geleden al gewaarschuwd. Tien jaar geleden hebben we al gezegd dat we het op internationaal vlak niet goed deden. De internationale media baseren zich op Franstalige kranten, waardoor ze geen correct beeld van Vlaanderen krijgen. Tien jaar lang is er niets gebeurd of is er veel te weinig gebeurd.
Nu moeten we twee dingen doen. We moeten ophouden met aan nestbevuiling te doen. Het is heel gemakkelijk om na te gaan of een samenleving een warme, open, solidaire en internationaal gerichte samenleving is of niet. Men bekijkt gewoon hoeveel mensen er weg willen en hoeveel mensen er bij willen. Vlaanderen is dus een internationaal georiënteerde samenleving die gastvrij is voor de mensen die hier komen wonen die zich aan ons aanpassen. Dat is de essentie: zich aan ons aanpassen.
Daarnaast moeten we onze naïviteit opgeven, want dit is geen misverstand of geen stelling van een toevallig verkeerd geïnformeerde journalist of professor. Dit is een gestructureerd offensief van de Franstaligen om ons in het defensief te dwingen.
En wat zegt u? Een ambtenaar die zijn werk niet gedaan heeft? U zult er eens mee gaan praten want misschien had die ambtenaar wel een ander idee over de wooncode. Mijn God, waar zijn we mee bezig?
Ik ben heel teleurgesteld in uw antwoord. Ik hoop dat wat de minister-president zegt, zal gebeuren namelijk dat we eindelijk op een professionele manier Vlaanderen op de kaart zullen zetten en eindelijk op een professionele manier een buitenlands beleid kunnen voeren. Want één ding is duidelijk: op de federale regering kunnen we niet rekenen. Telkens als Vlaanderen in de verdrukking komt, geeft de federale regering niet thuis. Ik hoop dat de Vlaamse Regering er eindelijk eens werk van maakt - en de woorden van de minister-president zijn hoopgevend - en dat het eens iets anders is dan die 'Only in Belgium'-campagne. Vlaanderen staat alleen, en alleen de Vlaamse Regering kan daar iets aan veranderen.
Steek het niet op het Vlaams Belang. U weet hoe klein de rol is die we kunnen spelen. U en de Vlaamse Regering zijn in de eerste plaats verantwoordelijk. (Applaus bij het Vlaams Belang)
Mevrouw de voorzitter, geachte collega's, ik wil reageren op wat de heren Van Rompuy en Vermeiren hebben gezegd.
Ik ben er rotsvast van overtuigd dat een aantal belangrijke mensen die aan de basis liggen van dit decreet, inderdaad goede bedoelingen hadden, ook de minister. Ik ben er rotsvast van overtuigd. Maar mijnheer de minister, u zegt zelf dat extreemrechts zorgt voor een negatief beeld.
Ik denk dat alle jaren van het overgieten met gif van de Vlaamse bevolking en de politiek, ook de politiek voor een deel heeft doen opschuiven. Tien jaar geleden was deze bepaling nooit in de wooncode gekomen.
Ik herinner me dat het Centrum voor gelijkheid van kansen en voor racismebestrijding, op het moment dat de code hier werd besproken, ook gezegd heeft dat het een gevaarlijke bepaling is. Men was zo sterk bezig met het antwoord op extreemrechts en eventuele leefbaarheidsproblemen, dat die moeilijke grens voor een deel overschreden is.
Ik blijf bij mijn idee dat de bedoelingen goed waren. Ik heb nooit anders gezegd. Ik twijfel niet aan de intenties van de mensen die het decreet hebben goedgekeurd, maar we bevinden ons op een zeer gevaarlijk pad, dat ook internationaal niet zo evident is.
Het incident is gesloten.