Verslag plenaire vergadering
Verslag
De heer Peeters heeft het woord.
Mevrouw de voorzitter, mevrouw de minister, collega's, vorige week verschenen de resultaten van een onderzoek over de tevredenheid van de weggebruikers over de wegen in twaalf Europese landen. Dit onderzoek werd afgenomen in de grensgebieden van die twaalf Europese landen. 841 representatieve weggebruikers hebben hun tevredenheid kunnen uitspreken over bepaalde parameters van het wegennet.
Dat is ook gebeurd voor de Waalse en Vlaamse wegen. Uit het onderzoek bleek dat 44 percent tevreden is over de kwaliteit van de wegverharding van ons wegennet. 44 percent is weinig in vergelijking met het Europees gemiddelde van 61 percent. We scoren dan ook heel laag in de rangorde. We staan op de voorlaatste plaats. Dat toont aan dat de weggebruikers niet tevreden zijn over de toestand van het huidige wegennet. Wanneer het gaat over de openbare verlichting, is 78 percent van de weggebruikers in ons land tevreden ten opzichte van 64 percent van het Europese gemiddelde.
Aan dit onderzoek wil ik ook de enquête van de Vlaamse administratie koppelen. Daaruit blijkt dat er een historische achterstand is opgebouwd inzake het onderhoud van het Vlaamse wegennet.
En deze historische achterstand is ontstaan in de jaren negentig, maar ook nog in het lopende decennium. Er werd te weinig geïnvesteerd, met alle gevolgen van dien.
Vlaanderen kiest ervoor om zijn strategische rol en zijn troeven binnen Europa uit te spelen. Ik heb het dan vooral over de logistieke functie die de regio in het kader van Vlaanderen in Actie wil invullen.
Tegelijkertijd stellen we vast dat het aantal ongevallen en verkeersslachtoffers op het Vlaamse hoofdwegennet opnieuw toeneemt. Dat is een spijtige zaak. Verkeersveiligheid is voor de Vlaamse Regering een prioriteit. Indien we willen werken aan oplossingen voor onze mobiliteitsproblemen, als we werk willen maken van de uitbouw van Vlaanderen als logistieke draaischijf in Europa en als we onze doelstellingen inzake de verkeersveiligheid willen halen, dan moeten we het geweer van schouder veranderen.
Gelukkig is er een kentering aan de gang. Bij de budgetcontrole van juni werd 7 miljoen euro extra vrijgemaakt. Ik ben ook blij met het voorstel van de Vlaamse Regering, en meer in het bijzonder van onze minister, om het bedrag in de begroting voor 2008 op te trekken tot 80 miljoen euro. Dat is heel belangrijk. Op die manier kan worden gestart met een inhaalbeweging.
Mevrouw de minister, in het rapport-Helleven staat echter ook dat we jaarlijks om en bij 85 miljoen euro nodig hebben om de groeiende achterstand te stoppen. Ik besef heel goed dat het niet mogelijk is om een historische achterstand die gedurende jaren is opgebouwd, op één, twee of drie jaar weg te werken en zo het kwaliteitsniveau van het wegennetwerk te verhogen. Bent u bereid te starten met een inhaalbeweging op het vlak van structureel onderhoud van het Vlaams wegennet en op die manier tegelijkertijd te investeren in de kwaliteit en de duurzaamheid van dat netwerk om de doorstroming en de verkeersveiligheid te verbeteren of te verhogen?
Minister Crevits heeft het woord.
Mijnheer Peeters, ik kan niet anders dan bevestigend antwoorden op uw vraag of ik bereid ben te zorgen voor een inhaalbeweging op het vlak van het onderhoud van de wegen. Die inhaalbeweging is al een aantal jaren bezig.
Ik heb een overzicht gemaakt van de middelen. Als we een vergelijking maken tussen de middelen voor het louter structurele onderhoud in 2004 en de middelen die nu zijn vrijgemaakt, dan stellen we een stijging vast van 30 miljoen euro per jaar naar 80 miljoen euro per jaar. In 2004 werd 18 percent van de totale investeringsmiddelen gebruikt voor structureel onderhoud, terwijl dat nu 35 percent is.
Ook de algemene investeringsmiddelen werden fel opgetrokken van 158 miljoen euro van de algemene middelen voor investeringen in wegen in 2004 naar 225 miljoen euro vandaag. Ik zeg dat omdat er naast het structurele onderhoud immers ook andere wegenwerken zijn, waarvoor ook een deel van de laagbedekking moet worden vernieuwd. Op die manier wordt eveneens een deel van de achterstand ingehaald.
Ik heb dan nog geen rekening gehouden met het budget voor de zwarte punten, waarvoor per jaar 100 miljoen euro is uitgetrokken. Ook daar is een aantal vernieuwingen en structurele onderhoudswerken inbegrepen. Als we de middelen voor structureel onderhoud samentellen en nagaan wat uit de investeringspot wordt gehaald, dan zien we dat 80 miljoen euro naar structureel onderhoud gaat. Daarbij komt nog 20 miljoen euro dat afkomstig is uit andere werken, maar waar ook in een nieuwe laagbedekking wordt voorzien. Op dit ogenblik zitten we dus ongeveer aan 100 miljoen euro per jaar.
U verwijst heel terecht naar het rapport-Helleven. In de tabellen van dat rapport zien we dat 100 miljoen euro wordt gebruikt om de achterstand te stoppen en om te zorgen voor een kentering. Het duurt natuurlijk een tijdje vooraleer we terug bijgebeend zijn.
Het rapport maakt echter ook een belangrijke nuancering. Als er wegenwerken worden gepland, betekent dit dat er bij de uitvoering ook meer hinder zal zijn. We moeten ervoor zorgen dat we niet te snel van stapel lopen en daardoor files veroorzaken.
Ik vat mijn antwoord even samen. Er is momenteel een achterstand. De inhaaloperatie is aan de gang. We zijn bereid om, bijvoorbeeld naar aanleiding van de eerstvolgende begrotingscontrole, in meer middelen te voorzien. Dit blijft voorlopig evenwel koffiedik kijken.
Wat het rapport-Helleven betreft, wil ik nog een kleine nuance naar voren brengen. Het rapport controleert de wegen op basis van vier parameters, met name spoorvorming, stroefheid, beschadigingen en vlakheid. De twee eerste parameters betreffen de verkeersveiligheid. De twee laatste parameters betreffen het comfort. We scoren beter op de veiligheidsparameters dan op de comfortparameters. De comfortparameters bepalen echter het beeld dat tijdens bevragingen aan bod komt. Dit is allicht de reden waarom we op die parameters slechter scoren.
Indien we in het structureel onderhoud van onze wegen investeren, investeren we in eerste instantie op die plaatsen waar we op de veiligheidsparameters het slechtst scoren. Hoewel het hier om een inhaaloperatie gaat, komen de comfortparameters pas nadien aan bod.
Ik ben tevreden met het antwoord van de minister. De kentering is ingezet. De middelen zijn fors verhoogd. Ik zal bij de volgende begrotingsbesprekingen en begrotingscontroles echter aandacht voor het structureel onderhoud van onze gewestwegen blijven vragen.
Het incident is gesloten.