Verslag plenaire vergadering
Verslag
De heer De Klerck heeft het woord.
Mevrouw de minister, een tijdje geleden stelde u dat het goed was dat de mannen zich in het luierdebat zouden mengen. Ik voeg vandaag de daad bij het woord.
De ladder van Lansink gaat ook op voor het luierdebat. We moeten sorteren en recycleren in plaats van te storten en te verbranden zodat onze ecologische voetafdruk kan verminderen. Er zijn twee elementen, enerzijds het hergebruik en anderzijds het selectief inzamelen.
Steeds meer Vlaamse gemeenten bieden herbruikbare luiers aan, maar er is een probleem voor de jonge gezinnen die de tijd noch de mogelijkheden hebben om daarop in te spelen, zoals u zelf zei. Ik volg u daar volledig in. In de toekomst moeten we bijkomende acties ondernemen. Niettegenstaande er voor incontinentieluiers, voornamelijk voor volwassenen, wordt gezocht naar mogelijkheden om ze te verwerken, kan dat vandaag nog niet.
Inzake de inzameling en verwerking van wegwerpluiers kan er nog veel gebeuren. Het restafval fluctueert momenteel rond 160 kilogram per jaar per inwoner. Als we de wegwerpluiers selectief zouden ophalen, dan zouden we maximaal 8 kilogram winnen. Sommige gemeenten, waaronder Torhout, zijn volop bezig om die vuilvracht te verminderen. Soms gaat dat tot 6 kilogram, maar ook tot 1 of 2 kilogram. Dat zijn de slechtste broertjes van de klas, die bijkomende mogelijkheden kunnen gebruiken.
De belangrijkste verwerker van die luiers, de firma Knowaste uit Arnhem, is failliet gegaan, waardoor er in dit proces een hiaat komt. Dat is jammer want die fabriek draaide goed en leverde heel interessante producten. Door de extractie van vocht uit de luiers werd papier gemaakt, eerst pulp en op het einde schrijfpapier. Er waren ook plastieken derivaten, onder andere tuinmeubelen. Ook het slib werd na selectie en behandeling toegepast in de landbouw. Zijn er oplossingen om dit hiaat op te vangen?
Ondertussen heeft de VVSG de alarmbel geluid. Die vraagt om de selectieve inzameling van luiers te stoppen. Dat is nogal radicaal. Gemeenten die daar al langer mee bezig zijn, wordt gevraagd om de zaken op een laag pitje te zetten. Mevrouw de minister, wat is uw standpunt daarover?
OVAM doet een studie over de economische kwaliteit en haalbaarheid en de ecologische mogelijkheden van die zaak, waarbij ook het aspect vergisting aan bod komt. In de landbouwsector worden heel interessante mogelijkheden geboden voor de vergisting. Hoever is die studie al gevorderd? Zijn er resultaten beschikbaar?
In het kader van het samenwerkingsprotocol met de lokale overheden worden er ook financiële stimuli gegeven om in die richting verder te gaan. Dat zou een goede zaak zijn, mits de verwerkingscapaciteit er is. Anders vallen we terug op het oude systeem, de klassieke verbranding, en wordt onze voetafdruk opnieuw groter.
Minister Crevits heeft het woord.
Mijnheer De Klerck, u geeft inderdaad het goede voorbeeld door zich als man te mengen in het debat over de luiers. De problematiek is hier al vaker het voorwerp van debat geweest, ik heb daar zelf als volksvertegenwoordiger geregeld aan deelgenomen.
De problematiek van de selectieve inzameling van luiers is recent wat groter geworden. Enerzijds stellen we vast dat de pilootprojecten die in de voorbije jaren van start zijn gegaan, waarbij gemeenten gestart zijn met selectieve inzameling, een zeer groot succes kennen. Mensen zijn blijkbaar enthousiast over die selectieve inzameling. Luiers vormen een gemakkelijk in te zamelen fractie. Anderzijds ben je met een selectieve inzameling niets indien je niet kunt overgaan tot de verwerking ervan tot nieuwe, nuttige producten.
U stelt terecht dat er een probleem ontstaan is doordat de belangrijkste verwerker van luiers de deuren gesloten heeft. Onmiddellijk na het vernemen van dat nieuws heb ik de opdracht gegeven om te zoeken naar mogelijke alternatieven. Die alternatieven bestaan. U hebt er zelf ook één genoemd, namelijk de vergisting, die al toegepast wordt in Vlaanderen. We hebben het daar enkele maanden geleden overigens al over gehad, naar aanleiding van een actuele vraag.
Het onderzoek naar alternatieven loopt momenteel. Intussen heeft OVAM een algemeen toetsingskader uitgewerkt voor alle selectieve inzamelingen. Daarbij wordt bekeken hoe alles in zijn werk gaat, wat de mogelijkheden zijn voor de toekomst, wat rendabel is, enzovoort. Ook de luierinzameling wordt daarin getoetst. Ik verwacht de resultaten daarvan over enkele maanden, vermoedelijk in mei 2008.
Op dit ogenblik hebben we dus een situatie waarbij één afnemer weg is, maar waarbij enkele gemeenten al gestart zijn met de inzameling. Daarom wil ik een genuanceerde boodschap geven. Zolang er geen definitieve duidelijkheid is over de alternatieven, is het niet verstandig om nu nog meer gemeenten te stimuleren om te starten met selectieve ophaling. We moeten daar voorzichtig mee zijn.
De boodschap is eenvoudig: de gemeenten die het doen, kunnen voorlopig voortdoen, maar laat ons even wachten met het op stapel zetten van nieuwe projecten.
In het kader van de samenwerkingsovereenkomst leefmilieu is in de selectieve inzameling van luiers als een actie voorzien. Een gemeente die dat doet, krijgt daarvoor ook een bonus. Daar is voorlopig in voorzien, maar we moeten nu dus de resultaten van de evaluatie afwachten.
Die alternatieven zijn inderdaad een goede piste. Maar we zitten vandaag nog altijd met een kloof, en ik weet niet of de alternatieven snel genoeg zullen komen om die kloof te dichten die zich nu gemanifesteerd heeft. Dat is een probleem.
Ik wil even terugkomen op het economische aspect. OVAM is momenteel een studie aan het voeren. In de commissie heeft de heer Matthijs er terecht op gewezen dat het economische belang niet mag worden onderschat. Aspecten als mobiliteit en extra personeelskosten moeten daarbij bekeken worden. Voor 2006 is er een algemeen kostenplaatje van 750.000 euro naar voren geschoven, maar dat is voor de volledige fractie. Het lijkt mij niet onbelangrijk om dat eens te bekijken. Ik geef u het voordeel van de twijfel, maar ik zal u hier over enkele weken of maanden opnieuw over interpelleren.
De heer Verfaillie heeft het woord.
Mevrouw de voorzitter, mevrouw de minister, de luiers houden mij ook bezig. Je moet immers denken aan de toekomst.
Mevrouw de minister, uw stad en mijn stad waren voortrekkers in het systeem van de ophaling van luierafval. We hebben daar nog samen een persconferentie over gegeven op het containerpark van Veurne.
Wanneer ik de cijfers van mijn eigen stad bekijk, dan stel ik vast dat het restafval met vier kilo per inwoner is gedaald. Ik begrijp dat u vandaag op zoek bent naar andere technologieën. Een van de alternatieven is vergisting. Daarbij denk ik automatisch aan een composteringsinstallatie.
Ik heb een tip voor u, mevrouw de minister. In Ieper staat er een composteringsinstallatie die vandaag te kampen heeft met een overcapaciteit omdat er te weinig aanvoer is om de installatie rendabel te maken. Misschien kan samen met de bevoegde intercommunale worden nagegaan hoe de capaciteit kan worden geoptimaliseerd. Ik houd dan ook een warm pleidooi voor de gescheiden ophaling van afval. Het draagt bij tot het milieu en tot de vermindering van het restafval.
Mijnheer De Klerck, wat u zegt over de economische component, is terecht. Er kan op twee manieren worden omgegaan met die luiers. Er is een huis-aan-huisophaling mogelijk, wat echter extra verkeersbewegingen met zich meebrengt. Ook de vereniging van incontinenten is daar faliekant tegen. Zij vindt het niet gepast om die luiers aan de deur te zetten. Dat is het psychologische aspect.
Een andere mogelijkheid is de brengmethode. Daarbij brengen de mensen de ingezamelde luiers naar het containerpark, zoals ze dat ook doen met andere zaken. Dat betekent dat er geen extra verkeersbeweging is en dat er niet veel extra middelen moeten worden ingezet, bijvoorbeeld inzake personeel.
Wanneer u het dus hebt over de economische component, speelt de wijze waarop de inzameling wordt georganiseerd, een heel belangrijke rol.
Het incident is gesloten.