Verslag plenaire vergadering
Actuele interpellatie over de reactie van de minister-president op het voorstel van Vlaams minister van Financiën en Begroting Dirk Van Mechelen om 600 miljoen euro aan de gemeenten te geven voor hun schuldaflossing
Verslag
(Voortzetting)
De heer Sannen heeft het woord.
Mijnheer de minister-president, heren ministers, collega's, wij kennen minister Van Mechelen als een wijs, plichtbewust man. Hij is geen tafelspringer. Nochtans heeft hij vorige vrijdag voor de nodige verbazing en verwarring gezorgd. Verwarring bij ons parlementsleden, omdat hij bij de inleiding van de begrotingsbespreking met geen woord gerept heeft over zijn voorstel.
Ook bij de gemeenten was er verbazing. Ik heb de VVSG gehoord. De gemeenten weten niet in welk kader dit verhaal past.
Bij de Vlamingen heerst verbazing. De gewone man in de straat begrijpt dit niet. Terwijl de Vlaamse Regering blijkbaar over zoveel geld kan beschikken, heeft hij het steeds moeilijker om de levensduurte aan te kunnen. Hij kan dit verhaal al evenmin plaatsen, hoewel het om zijn belastinggeld gaat.
De overige leden van de Vlaamse Regering waren al even verbaasd. Afgelopen vrijdag hebben minister Vanackere en de minister-president gereageerd. Ik heb de minister-president nog nooit zo scherp op een ander lid van de Vlaamse Regering weten reageren. Zijn reactie heeft op zich al voor bijkomende verbazing gezorgd.
De uitspraken van minister Van Mechelen hebben ook voor heel wat verwarring gezorgd. De woorden van de vorige sprekers tonen aan dat die verwarring nog niet is opgeklaard. De leden van de commissie voor Begroting begrijpen nog steeds niet ten volle om welk geld het gaat of waar dit geld vandaan komt. Het antwoord dat de minister gisteren in de Commissie voor Algemeen Beleid, Financiën en Begroting heeft gegeven, heeft die verwarring wel gedeeltelijk uit de wereld geholpen.
Minister Van Mechelen heeft dinsdag tevens verklaard dat de Vlaamse Regering de reserves van het Vlaams Zorgfonds volgend jaar niet meer wil spijzen. Dit is een problematisch standpunt. Ik vraag me af waarom die beslissing nu wordt aangekondigd en waarom tezelfdertijd 600 miljoen euro aan de Vlaamse gemeenten kan worden gegeven. Gaat het hier om kasgelden, of om de nog niet ingevulde beleidsruimte die de Vlaamse Regering voor 2008 heeft gecreëerd? Hoe verhouden beide elementen zich tot elkaar? Hoe zit het met de andere engagementen van de Vlaamse Regering over de structurele financiering van de gemeenten?
Mijn partij is van mening dat we de gemeenten structureel moeten financieren. Uit de uiteenzettingen van de heren Vermeiren en Verfaillie blijkt dat heel het Vlaams Parlement op dit vlak vragende partij is. We weten met welke uitdagingen de gemeenten worden geconfronteerd. De aanwezige Vlaamse burgemeesters kunnen de situatie allicht beter dan ik beschrijven. De heer Verfaillie heeft terecht gevraagd naar de relatie tussen het door minister Van Mechelen vermelde bedrag van 600 miljoen euro en de engagementen van de Vlaamse Regering ten aanzien van de Vlaamse gemeenten.
Ook is er verwarring over de verdeling van deze middelen. Hoe en onder welke voorwaarden kunnen deze middelen onder de gemeenten worden verdeeld? Alle gemeenten stellen momenteel hun begroting en hun meerjarenbegroting op. Welke plaats moet dit door minister Van Mechelen aangekondigde initiatief krijgen? Kunnen deze bijkomende middelen al in de begroting voor 2008 worden ingeschreven? Sommige gemeentebesturen moeten hun inwoners om bijkomende inspanningen vragen om hun begroting en hun meerjarenbegroting in evenwicht te krijgen. De uitlatingen van minister Van Mechelen ondergraven het draagvlak voor deze vraag naar bijkomende inspanningen. Volgens mij kunnen de gemeentebesturen de door minister Van Mechelen in het vooruitzicht gestelde middelen nog niet in hun begroting of in hun meerjarenbegroting inschrijven.
Bij de Vlaamse bevolking heerst er verwarring: enerzijds krijgen de burgers de indruk dat er voldoende geld is, anderzijds merken ze dat er elders tekorten zijn. Ze vragen zich af hoe het met de levensduurte zit. Minister Van Mechelen heeft gisteren een technische en allicht correcte uitleg gegeven. Volgens hem kost het uitdelen van die 600 miljoen euro begrotingmatig niets. De gemiddelde Vlaming begrijpt die technische uitleg evenwel niet. Het is in elk geval geld van de Vlaamse belastingbetaler.
Ik veronderstel dat de minister-president de houding van de gemiddelde Vlaming kan inschatten. Het voorstel van minister Van Mechelen roept vragen op en dreigt de onderhandelingspositie van de overige leden van de Vlaamse Regering met betrekking tot andere maatschappelijke vragen en eisen te ondermijnen.
De verwarring binnen de regering was ook heel groot. Minister Vanackere eiste ook plots geld op voor zijn verlanglijstje. Mijnheer de minister, hoe terecht misschien ook, maar als ik de minister van Begroting goed heb verstaan, hebt u het niet helemaal begrepen omdat dat geld daar niet voor kan worden gebruikt. Er heerst binnen de regering dus grote verwarring. Die verwarring wordt nog eens versterkt door de communicatie van de minister-president vrijdag en gisteren over zijn globaal pact. Waar moet ik dit globaal pact plaatsen? Dit is misschien terecht en relevant, maar het is mij niet helemaal duidelijk.
Eén ding is bewezen: de aankondigingspolitiek van minister Van Mechelen - misschien had hij toch enige heimwee naar een cultuur uit de voorbije jaren (Rumoer) - heeft ervoor gezorgd dat het debat over de financiering van de gemeenten meer dan actueel is. Dat is een positief punt. De noden en behoeften van de gemeenten worden opnieuw voldoende naar voren geschoven en misschien voldoende erkend.
Aan de andere kant is er dat fiscaal pact. Hoe verhoudt het fiscaal pact dat minister Keulen moest realiseren met daarbij een aanvulling van het Gemeentefonds zich tot dit globaal pact? Voor ons is dergelijk fiscaal pact wenselijk, rekening houdend met onze voorstellen en ook met het regeerakkoord. Forfaitaire belastingen zouden moeten worden afgeschaft, maar daar staat een compensatie tegenover. In het parlement ligt een voorstel voor de verlaging van de onroerende voorheffing voor energiearme woningen. De gemeenten vragen terecht wat daar tegenover staat. Los van een eenmalige impuls voor de schuldafbouw van de gemeenten, zoals minister Van Mechelen voorstelt, denk ik dat minister Keulen of u dringend met meer structurele antwoorden moeten komen voor de financiering van de gemeenten met recurrente inkomsten. Mijnheer de minister-president, ik hoop dat uw globaal pact daar een antwoord op zal bieden. Als ik het goed heb begrepen, zal dit pact nog enige tijd vragen. De gemeenten zullen dus pas duidelijkheid krijgen bij de begrotingscontrole 2008 en niet bij deze begroting. Ze moeten dus nog werken met de huidige cijfers en middelen.
Mijnheer de minister-president, kunt u duidelijkheid geven over het statuut van de aankondiging van minister Van Mechelen? Hoe verhouden deze mogelijke uitgaven van 600 miljoen zich tot de bijkomende beleidsruimte die is gecreëerd voor 2008? Wat bedoelt u met het globaal pact? Welke initiatieven zijn er om naast eenmalige schuldverlichting de gemeenten meer structureel en recurrent tegemoet te komen? Wanneer krijgen we over dit alles duidelijkheid? Zal dit inderdaad pas bij de begrotingscontrole 2008 zijn? (Applaus bij sp.a-spirit)
De heer Peumans heeft het woord.
Mevrouw de voorzitter, leden van de regering, ik werd vrijdagmorgen wakker met een leuke mededeling in het kader van de evangelische omroepopdracht van de Vlaamse Regering. Ik ben al 25 jaar verantwoordelijk voor de gemeentelijke financiën en we zullen dit dienstjaar met een tekort afsluiten. Ook de komende jaren zullen we met tekorten kampen. Dit is niet alleen mijn probleem, maar van vele collega's. Ik hoorde dat we 100 euro per inwoner zouden krijgen. Voor 16.000 inwoners betekent dit 1,6 miljoen euro. Wie kan tegen dergelijk vroegtijdig sinterklaasgeschenk zijn? Uit de kranten bleek dat andere gemeenten, gebrieft door 'blauwe excellenties', reeds verder waren gegaan.
Zo lezen we in de kranten dat een burgemeester van een zeer belangrijke West-Vlaamse gemeente - die overigens nog lid van dit parlement is geweest - op basis van vertrouwelijke informatie van een lokale federale staatssecretaris dit bedrag reeds in de gemeentelijke begroting heeft ingeschreven.
Iedereen tevreden. Er werd een beetje gediscussieerd of er al dan niet rekening moet worden gehouden met de financiële draagkracht van de gemeenten. Men vroeg zich af of er geen verschil moet worden gemaakt tussen landelijke en stedelijke gebieden, want Sint-Martens-Latem is heel rijk en Riemst heel arm… Verder zijn er een aantal gemeenten in het Heuvelland die ook een steuntje zouden kunnen gebruiken.
Maar eigenlijk waren dat luxeproblemen. Iedereen was tevreden met het manna dat uit de hemel viel. Maar tegen vrijdagmiddag was het blauwe ballonnetje al doorprikt. Er was helemaal geen akkoord over de aanwending van die middelen. Het was een soloslim van de minister. De kranten logen er zaterdagochtend dan ook niet om. Terwijl er allerlei tabelletjes verschenen over de middelen die de Vlaamse gemeenten zouden uitsparen, waren de krantencommentaren vernietigend voor minister Van Mechelen: "de aankondigingspolitiek van paars is terug"; "dit maakt politici ongeloofwaardig" of "hij zal op de blaren moeten zitten". Pijnlijk voor de prille viceminister-president die zo graag door het leven gaat als de dossierkenner - en dat is hij ook - en die deugdelijk bestuur hoog in het vaandel voert.
Uiteraard weerde minister Van Mechelen zich. Het ging louter om een kasmaatregel die geen invloed heeft op de begroting, zo legde hij gisteren in de commissie uit. Met die kasmiddelen mag enkel geld worden belegd of aan schuldafbouw worden gedaan. En dus hoopte hij met die injectie de financiële positie van de gemeenten - die een gezamenlijke schuld hebben van 8,8 miljard euro - te verbeteren. Hij "hoopte" - andere kranten spreken van "eiste" - dat de gemeenten in ruil voor deze nieuwe maatregel hun belastingen niet zouden optrekken. Boze tongen beweren dat dit een strategie van een bepaalde politieke partij die zo belastingverhogingen wil vermijden.
Hij weerde zich verder door te stellen dat hij bevoegd is voor het kasbeheer van de Vlaamse overheid. Volgens het delegatiebesluit is dat juist. Gisteren zei minister Keulen in het Vlaams Parlement, in zijn antwoord op interpellaties van de heren Van Hauthem en Demesmaeker over de niet-benoeming van drie burgemeesters in de faciliteitengemeenten: "Volgens het delegatiebesluit van de Vlaamse Regering ben ik ten volle bevoegd." Hij had het over de eventuele benoeming van die burgemeesters. En hij zei ook: "Gezien het soortelijk gewicht van de beslissing vond ik het raadzaam dat ik mijn beslissing eerst op de Vlaamse Regering bij wijze van mededeling zou brengen. Kwestie dat mijn collega's mijn belangrijke beslissing niet in de kranten zouden moeten lezen. Dat zou niet netjes zijn." Dat zijn de wijze woorden van minister Keulen.
Minister Van Mechelen steekt zijn collega en partijgenoot blijkbaar nog meer stokken in de wielen. Reeds lange tijd poogt minister Keulen een fiscaal pact met de gemeenten tot stand te brengen. Dit pact zou er in 2008 moeten komen en daartoe heeft de minister in zijn begroting in 25 miljoen euro voorzien. Op het eerste gezicht doorkruist minister Van Mechelen zijn beleid volledig. Enige samenspraak was ons inziens wenselijk geweest. Of kadert zijn initiatief in de herfinanciering van de gemeenten en is er hierover dus wel met minister Keulen gesproken? Zo ja, waarom schrijft minister Keulen hierover dan niets in zijn recente beleidsbrief?
Het feit dat hij plots, zonder medeweten van de Vlaamse Regering, zoveel geld uit zijn hoed tovert, bewijst volgens ons dat er iets schort aan de transparantie van het systeem. Hoe kan het dat hij op een goede vrijdag zomaar aankondigt dat hij zoveel geld heeft gevonden? Ook ik lees elke maand de nieuwsbrief over het kasbeheer en ik weet dus ook dat er 2,4 miljard beschikbaar is. Maar toch roept het op zijn zachtst gezegd vragen op dat dit geld nu uit de hemel komt vallen. Betekent dit dat er investeringen zijn geschrapt of een forse vertraging kennen? Dan zou ik graag vernemen welke, aangezien het voor een investeringsregering niet kan dat geplande investeringen gewoon onder de mat worden geveegd. Er wordt nu al een voorafname gedaan op het te verwachten kasoverschot dat op het einde van het jaar wordt verwacht, en dit ten bedrage van 600 miljoen.
Graag kregen we duidelijkheid over de exacte cijfers en bestemmingen van het kasoverschot. Waarom is een dergelijk groot kasoverschot te verwachten? Wat zijn de achterliggende mechanismen? Is er een onderbenutting of een achterstand bij het FFEU waar te nemen?
Ook begin 2007 bijvoorbeeld was er een kasoverschot van 400 miljoen euro. Valt ook in de toekomst een dergelijk groot kasoverschot te verwachten? Wat impliceert dit voor de opmaak van de meerjarenbegroting? In hoeverre is dat nu achterhaald? Wat zijn de implicaties van een bijkomende schuldafbouw van de schulden van de gemeenten voor de bijdrage die Vlaanderen, de Vlaamse overheid en de lokale besturen, dan doet om het gemeenschappelijk Belgisch vorderingensaldo te realiseren?
Vandaag wordt voor de lokale besturen, de Vlaamse en de Waalse samen, door de Hoge Raad voor Financiën een vorderingensaldo in evenwicht vooropgesteld. Zou het niet logischer zijn, daar de gewesten sinds Lambermont de voogdij-overheid zijn van de lokale besturen, dat er binnen de HRF een aparte begrotingsnorm komt voor de Vlaamse, de Waalse en de Brusselse lokale besturen?
Klopt het dat de plannen om 600 miljoen euro te geven aan de gemeenten een effect hebben van een vermindering van 1 percent op de gewone uitgaven van de gemeenten, zoals de VVSG berekent? Klopt de bewering van de VVSG dat dit geen structurele sanering is van de gemeentefinanciën? De vereniging stelt immers dat om een structureel effect te sorteren, er jaarlijks een dergelijke operatie moet plaatsvinden. Welke recurrente initiatieven zijn hier mogelijk?
Ik zou willen dat er op korte termijn een duidelijke communicatie wordt gevoerd naar de gemeentebesturen over wat precies staat te gebeuren. Het enige element waarover we nu beschikken, is de omzendbrief van 18 juli 2007 over de begroting 2008. De gemeenten en de hele bevolking hebben het recht om te weten wat er van deze 600 miljoen nu aan is. Of gaat het hier gewoon om een ballon die nu doorprikt wordt?
Ik ben zeer benieuwd naar uw antwoord, mijnheer de minister. (Applaus)
De heer Verstrepen heeft het woord.
Als ik tot nu toe luister wat er het afgelopen uur is gezegd, kan ik het samenvatten in enkele woorden. Ik hoor hier verwarring, onduidelijkheid, onbegrip en verbazing. Dat zijn de woorden van de partijen van de meerderheid. Het is voor mij dan ook duidelijk wat ik hier zie gebeuren. De minister deed maar wat. Het was niet overlegd of doorgepraat, er is dus geen bindmiddel, het is een verzameling van losse elementen. Als men dat een coalitie of regering noemt, dan weet ik het niet meer. Dat is de samenvatting van de gazetten.
De aankondigingspolitiek is terug van weggeweest. Ik heb het hier al meerdere malen gehoord. Daarnet is gezegd dat de sint vroeger en vroeger komt. Voor mij is het eerder de gulle weldoener met minister Lambik in de hoofdrol en de minister-president als Jerommeke die de minister wil tegenhouden om domme dingen te doen.
600 miljoen euro wordt aan de gemeenten overgeheveld. Welke conclusie dringt zich op? Vlaanderen heeft te veel geld in kas. Tegen te veel geld kan men niet tegen zijn, behalve als men communist is of extreemlinks aanhangt. En dan nog want zij hebben ook graag geld. Dat stond in de geschiedenis van de gazetten.
Minster Van Mechelen pakte met het voorstel uit om per inwoner 100 euro te besteden aan schuldafbouw. Lokale besturen hebben moeilijkheden om rond te komen. Dat is de teneur. Dat is vreemd want de gemeenten zagen een stijging van het Gemeentefonds gebeuren dat hen financiert van 36 percent over 8 jaar. We mogen de compensatieheffing van 83 miljoen per jaar ook niet vergeten. Ik vind niet dat de gemeenten opeens moeten klagen dat ze niet meer rondkomen. De minister zei dit te doen onder dwang van de burgemeesters. (Rumoer)
Het geroezemoes is leuk voor de ambiance. Ik vind het lachwekkend en treurig. (Opmerkingen van de heer Eric Van Rompuy)
Het is lachwekkend en treurig, want het is ook in strijd met de elementaire beleefdheid.
Het is trouwens ook in strijd met wat de VLD in haar verkiezingsprogramma beloofde. Daar staat letterlijk in: "Steden en gemeenten dienen aangepord te worden de tering naar de nering te zetten en zuinig om te springen met het belastinggeld." Dus blijkbaar is er ook al een bijsturing geweest in de visie van hoe dat gefinancierd moet worden.
In plaats van de steden en de gemeenten te verplichten hun belastingen te verminderen, geeft minister Van Mechelen hun de mogelijkheid om nog meer geld uit te geven doordat ze kunnen besparen op hun rentelasten. Als er geld over is, dan is het wegwerken van de wachtlijsten bij de gehandicapten toch wel de eerste prioriteit naast armoedebeleid en kinderopvang.
Die aankondigingspolitiek werd onmiddellijk in de kiem gesmoord door minister-president Peeters. Hij stelde dat het om een persoonlijke denkpiste gaat die niet besproken is binnen de regering. Meer en meer hoor ik hier persoonlijke uitspraken. Ik vraag me af wat dat gaat geven over anderhalf jaar wanneer we dichter bij de verkiezingen komen.
Maar blijkbaar vergeten de ministers dat ze ruziën over geld dat de belastingbetaler eerst op tafel heeft moeten leggen. Dat is de essentie van het verhaal. Vlaanderen krijgt het merendeel van zijn inkomsten van de Belgische regering en die wil ons laten geloven dat ze de belastingen vermindert. De Vlaamse Regering van haar kant heeft geld te veel en legt spaarpotjes aan. Intussen staat ons land aan de top in alle hitlijsten over belastingdruk. De burger betaalt dus te veel belastingen, vinden wij. En een overheid die leeft van gekregen geld werkt niet efficiënt. Als de Vlaamse Regering alsnog zou beslissen een deel van de schuld van steden en gemeenten af te betalen, dan zou je de gemeenten toch kunnen verplichten hun opcentiemen op de onroerende voorheffing of op de personenbelasting te verminderen.
Ik had aan de minister - maar hij is er natuurlijk niet - graag gevraagd waarom hij afstapt van het gezond liberaal principe dat iedere belastingverhoging uitgesloten is en dat belastingverlagingen de beste manier zijn om onze economie sterker te maken en de welvaart voor iedereen te verhogen. Maar dat zal ik hem schriftelijk moeten vragen. Als hij daar niet meer in gelooft, dan is hij ver weg van het liberalisme. Maar dat weten we want de VLD staat nu al links van de CD&V. Waarom verplicht hij de steden en gemeenten niet om hun belastingen te verlagen? Zal minister Van Mechelen rekening houden met de uitspraken van minister-president Peeters? Of zal hij als beheerder van het spaarboekje van de nv Vlaanderen alleen beslissen?
Tot slot, gemeenten die schulden hebben, zijn gemeenten die jarenlang boven hun stand hebben geleefd. Schulden worden gemaakt door besturen die geen oog hebben voor de verhouding van inkomsten en uitgaven. Elke onderneming en elk bedrijf moet altijd de tering naar de nering zetten. Met wat je binnenkrijgt, moet je toekomen. Als je daar niet mee toekomt, dan ben je slecht aan het besturen. Misschien hebben de gemeenten een schuldbemiddelaar nodig die de boekhouding overneemt en hen zegt dat één euro één euro is en dat je niet meer kan uitgeven.
Minister-president Peeters heeft het woord.
Mevrouw de voorzitter, geachte collega's, ik dank alle collega's die hier een toelichting hebben gegeven. Ik heb als minister-president vanmorgen de zaken doorgepraat met minister Van Mechelen en ik zal hier antwoorden. Hopelijk kan ik de verwarring de wereld uit helpen.
De verbazing is er geweest. Ik denk dat minister Van Mechelen - toen hij het voorstel bekendmaakte in Het Laatste Nieuws en ook op de radio - zelf benadrukt heeft dat het om een persoonlijk voorstel ging. Een persoonlijk voorstel dat gezien de verschillende reacties in dit parlement, heel wat losweekt.
Het is heel belangrijk te onderstrepen dat het geen sinterklaascadeau is en ook niet als zodanig gekwalificeerd mag worden. Minister Van Mechelen heeft geprobeerd om het te duiden, hoewel dat niet zo eenvoudig is.
Die 600 miljoen euro hebben te maken met kasoverschotten. Een aantal mensen hebben gezegd dat het gaat om het geven van 600 miljoen euro aan de gemeenten, maar dat is het niet. Men wekt nogal snel de indruk, ook bij mensen die niet onmiddellijk thuis zijn in ESR en andere opgelegde regels - thesaurie, thesaurieoverschotten en kasoverschotten - dat de regering weer geld over heeft. De eerste keer ging om een bijkomende beleidsruimte van 1,263 miljard euro, en nu nog eens 600 miljoen erbij, waardoor de indruk ontstaat dat de Vlaamse Regering bulkt van het geld. Dan rijst natuurlijk de vraag hoe het mogelijk is dat men dat niet op andere domeinen inzet. Bij de mensen komt dat op die manier over. Als minister-president wil ik dat beeld corrigeren en ervoor zorgen dat de mensen maximaal weten wat de toestand is, hoe we daarmee omspringen en het met heel grote zorgvuldigheid aanpakken.
Het gaat hier over een kasoverschot, over thesaurie. Ik probeer het in gewone termen te vertalen. Een gezin heeft een nieuwe keuken besteld en daarvoor wordt gespaard. Men komt de keuken niet plaatsen en het geld staat op een bankrekening, maar als op een bepaald moment de keuken komt, moet men die wel betalen. Het gaat dus om de problematiek van de matching tussen beleidskredieten en betaalkredieten, wat voor gevolg heeft dat er een thesaurie-overschot is.
Mijnheer Gatz, ik denk dat u moet opletten met het woord immoreel. We kunnen dat geld inzetten binnen de ESR-regels, voor het wegnemen van schulden van de gemeenten of het overnemen van schulden van de gemeenten. Maar we kunnen dat ook doen voor Aquafin, wat we ook beslist hebben. We kunnen dat ook doen voor UZ-Gent, De Lijn of de pensioenvoorzieningen van de VRT. Er zijn tal van mogelijkheden. De problematiek of het nu moreel of immoreel is, heeft daar niets mee te maken.
Het is belangrijk om de problematiek die op tafel ligt, ook aan te pakken. Gemeenten en steden - en de heer Verfaillie heeft daar terecht naar verwezen - hebben niet alleen een zware opdoffer gekregen met het wegvallen van de dividenden door de liberalisering van de elektriciteitsmarkt, ze hebben ook bijkomende opdrachten gekregen zoals politie, brandweer enzovoort.
Er is een probleem met de financiële gezondheidstoestand van onze gemeenten en steden. Het is belangrijk dat de Vlaamse Regering zegt dat er een probleem is. Het lijkt me ook vanzelfsprekend dat we dat probleem aanpakken. We hebben dat al gedaan. In het kader van de vrijstelling van de Elia-heffing hebben we gezegd dat we dat gaan compenseren. We doen een inspanning van 83 miljoen euro om voor de gemeenten het wegvallen van de Elia-heffing goed te maken.
Er zijn nog andere zorgen, die hier ook terecht werden geformuleerd. Voor de problematiek van de rioleringen hebben al heel wat gemeenten inspanningen gedaan, maar andere moeten nog zware inspanningen doen om tegen 2015 te voorkomen dat boetes worden opgelegd. Er werd terecht ook verwezen naar de overname van provincie- en gemeentewegen. Dat staat ook in het regeerakkoord en men kijkt ernaar uit hoe dat kan worden aangepakt. Er is de problematiek van het OCMW en er zijn nog andere mogelijkheden wat tegemoetkoming betreft naar de gemeenten, om de gezondheidstoestand van de gemeenten aan te pakken.
Beste leden, ik zeg u in alle duidelijkheid, en dat is het positieve van dit debat, zoals de heer Sannen heeft gezegd, dat er een antwoord zal komen van de Vlaamse Regering op deze problematiek van de steden en gemeenten. Het persoonlijke voorstel van minister Van Mechelen wordt daarin meegenomen. Er zijn tal van vragen gesteld, ook gisteren in de commissie. Men vraagt hoe het zit, hoe het verder zal worden georganiseerd en op basis van welke criteria het zal gebeuren. Het overleg binnen de Vlaamse Regering is opgestart. De minister-president is niet alleen de hoeder van het regeerakkoord maar ook van de samenhang van de Vlaamse Regering. Met alle leden van de regering zullen we zeer snel tot een akkoord komen niet alleen over het fiscaal pact, de 25 miljoen in 2008 en de 75 miljoen in 2009, maar ruimer dan dat. Ik ben er zelf voorstander van om het nog uit te breiden met andere elementen zoals riolering en wegen, om tot een globaal duurzaam antwoord te komen over de situatie van de steden en gemeenten.
Ik kan dat antwoord nu niet geven omdat het technisch nog volledig moet worden uitgeklaard en omdat er overleg moet zijn met mijn collega's. Ik zeg wel dat het voorstel van minister Van Mechelen ook op tafel ligt en wordt meegenomen omdat het een interessant voorstel is. We zullen dat met technische vragen en antwoorden die daarop worden geformuleerd, verder uitklaren.
Ik zal er alles voor doen om dat zo snel mogelijk te doen. De steden en gemeenten hebben nu gehoord dat er iets kan komen. Ik wil er snel een antwoord op geven om te voorkomen, mijnheer Janssens, dat bepaalde steden en gemeenten te lang in het ongewisse zouden blijven. Ik zal met mijn collega's een uitermate inspanning doen om zo snel mogelijk een antwoord te geven.
Geachte leden, ik sta er garant voor ten eerste dat ik en al mijn collega's zeer zorgvuldig omspringen met het geld van de Vlaamse belastingbetaler, ten tweede dat er duidelijkheid over gegeven wordt met alle technische antwoorden en ten derde dat dit in een globaal kader wordt geplaatst zodat andere zorgen van andere collega's antwoorden kunnen krijgen. Natuurlijk is een thesaurieproblematiek en een kasoverschot iets anders dan recurrent beleid. We zullen er zeer zorgvuldig over beraadslagen en er antwoorden op geven. Dat zeg ik u vandaag. Verder ga ik niet. Mocht ik dat doen, dan zou ik de uitgangspunten die ik zelf heb geformuleerd, met voeten treden en dat wil ik niet. Ik wil overleg, duidelijkheid en zo snel mogelijk voor dit parlement en naar alle steden en gemeenten. (Applaus bij de meerderheid)
Mijnheer de minister-president, het is ondertussen duidelijk dat minister Van Mechelen een zeer grote verdienste heeft: de regering gaat nu eindelijk eens een serieuze discussie voeren over het pact met de gemeenten en wat ze met het overschot gaat doen. Minister Van Mechelen zwengelt op zijn manier die discussie aan.
U hebt gelijk wanneer u zegt dat het geen sinterklaascadeau is. Het is wel een cadeau, of een poging tot, maar dan een van Van Mechelen. Een cadeau is iets wat men geeft zonder tegenprestatie en liefst op een onverwacht moment zodat men wat verrast is. Dat is de essentie van wat de minister voor de gemeenten probeerde te doen, namelijk een cadeau van Van Mechelen geven.
U zult proberen het beeld te corrigeren van een Vlaamse Regering, bulkend van het geld. Ik raad u dat echt aan, want dat beeld is er, en ik denk dat u dat niet meer weg krijgt. U maakt me niet wijs dat de discussie over dat geld enkel gaat over thesaurie en kas. Er zit natuurlijk geld in de kas, maar als je het overhevelt naar een ander bestuur, gaat het niet alleen over beleggen en kasbeheer, maar over het overhevelen van middelen omdat je daar ruimte voor hebt, weliswaar in het kader van Europese regelgeving waardoor je niet alles kunt doen wat je wilt.
Belangrijk voor dit parlement, en ook binnen de meerderheid en binnen de regering, is dat daarbij wordt bekeken wat binnen de regelgeving de alternatieve bestedingen zijn. Het is pas als die verschillende mogelijkheden bekend zijn, en er wordt een keuze gemaakt, dat er aan politiek en aan beleid wordt gedaan. Voor het parlement is het belangrijk dat de regering zo open is te zeggen wat de mogelijkheden waren en wat de uiteindelijke beslissing is die ze ter discussie en bekrachtiging voorlegt aan het parlement.
Mijnheer de minister-president, ik heb uw uitleg aandachtig beluisterd. Shakespeare heeft ooit een toneelstuk geschreven getiteld 'Much Ado About Nothing'. Ik heb de indruk dat we dat toneelstuk opnieuw aan het opvoeren waren. Als ik uw woorden mag geloven, hebben we nu gedebatteerd over niet meer en niet minder dan een blauw ballonnetje dat uw minister van Financiën in eigen naam heeft opgelaten.
We hebben een kasoverschot omdat we bepaalde keukens nog niet moeten afbetalen, misschien omdat ze niet worden opgeleverd. We mogen dat kasoverschot eventueel, misschien, met een beetje geluk besteden, alleen weten we nog niet hoe we dat gaan besteden. Zoals het een regering als de uwe past, zal daarover een grondig overleg worden gepleegd. U had dat overleg mogen plegen voor u uw minister met zijn blauwe ballonnetje het veld liet ingaan.
Ik heb alvast genoteerd dat dit overleg niet gemakkelijk zal verlopen. Ik heb de Open-Vld-fractie gehoord, die nogal uitdrukkelijk de kaart van de gemeenten trekt. Daar zijn misschien een aantal argumenten voor te vinden. Ik heb de sp.a gehoord, die stelt niet te weten welke richting het uit moet. Ze hebben heel veel technische vragen, en misschien ook een aantal politieke bedenkingen. De fractie is er nog niet zo zeker van dat dit aan schuldafbouw zal moeten worden besteed. Misschien is er meer beleidsruimte mogelijk.
Dan heb ik de CD&V-fractie gehoord, die vandaag met twee stemmen heeft gesproken. Er was enerzijds de heer Van Rompuy, de grote specialist inzake Financiën, die andere, mindere goden in dit halfrond even heeft terechtgewezen. Anderzijds was er de strekking van de CD&V-burgemeesters van Vlaanderen. Als ik hen goed heb beluisterd, hier, maar ook in de wandelgangen, konden ze blijkbaar toch wel sympathie hebben voor dat blauwe ballonnetje dat Zwarte Piet Van Mechelen vorige vrijdag heeft opgelaten. Ik wens u veel succes met het overleg, mijnheer de minister-president. Voor de zoveelste maal stellen we vast dat er ruis zit op uw radio. Er zijn andere dossiers waarmee u met uw meerderheid problemen hebt. Uit uw eigen meerderheid komen er vaak en terecht heel kritische vragen met betrekking tot bepaalde grote pps-projecten. Binnen uw eigen meerderheid zijn er heel wat discussies over het door uw regering gevoerde mobiliteitsbeleid. Er zijn nog andere onderwerpen. Naar aanleiding van de begroting zullen we het daar misschien uitgebreider over kunnen hebben. Ik voel dat er wat frictie is in uw fractie. Misschien is dat een verkeerd gevoel, maar het doet me vandaag alleszins deugd dat ik het mag voelen. Ik trek daar lering uit en wens u veel succes.
De heer Sauwens heeft het woord.
Mevrouw de voorzitter, mijnheer de minister-president, geachte leden, het is duidelijk dat er wat moet worden gepraat binnen de regering. Dat moet nu en dan eens gebeuren. Ik spreek uit ervaring. Ik denk dat de regering er wel zal uitgeraken. Dat is echter niet de kern van het verhaal. Mijnheer de minister-president, namens onze fractie wil ik u zeggen dat het goed is dat deze regering erkent dat er een probleem is van structurele onderfinanciering van het lokale niveau. Dat is gebeurd bij monde van de minister van Financiën en Begroting. U hebt dat zelf erkend.
Ik wil er vandaag op wijzen dat, los van de vraag over hoeveel geld het gaat, er nood is aan een structurele ondersteuning. Belangrijk is de vraag volgens welke criteria dat geld zal worden verdeeld. Ik wil pleiten voor de kleinere gemeenten, die op het gebied van de planlast steeds nieuwe taken en opdrachten opgelegd krijgen door de diverse overheidsniveaus, en in verhouding te weinig middelen hebben om dat goed te kunnen doen.
Er groeit dus een onevenwicht tussen de besturen die wel over voldoende draagkracht beschikken om dit te doen, en de besturen die niet over voldoende draagkracht beschikken. Als men louter de criteria van het Gemeentefonds en het Stedenfonds hanteert en die blijft hanteren om de beschikbare middelen te verdelen onder de gemeenten - of het nu om de 25 miljoen gaat waarover men het had of over een gedeelte van het bedrag waarover minister Van Mechelen het had - dan zal de kloof nog groter worden. De criteria bevatten immers heel strenge correcties voor de centrumfunctie en ook de sociale parameters zijn belangrijk. Er zijn gemeenten in Vlaanderen die het in 2006 moesten doen met een structurele financiering vanuit Vlaanderen van minder dan 100 euro per inwoner. Andere gemeenten en steden, bijvoorbeeld Gent, krijgen wegens hun centrumfunctie en wegens de concentratie van sociale en ander problematieken, 1050 tot 1070 euro per inwoner van Vlaanderen als de structurele basisfinanciering.
Ik pleit ervoor dat in overleg met de VVSG rekening wordt gehouden met dit gegeven. We moeten ervoor zorgen dat de kloof niet nog groter wordt. De kloof zou kleiner worden indien eenzelfde bedrag extra per inwoner wordt gegeven. Het herbekijken van de parameters van het Gemeentefonds lijkt me alleszins ook het overwegen waard. Ik pleit voor de vele lokale bestuurders die vandaag werkelijk tussen hamer en aambeeld zitten. Ze willen de lokale belastingen niet verhogen, maar ze worden wel geconfronteerd met bijvoorbeeld de cultuurbeleidscoördinator, de preventieadviseur of de zoveelste nieuwe opdracht van de federale overheid in het licht van de veiligheid of van de brandweerhervorming. Laat het duidelijk zijn dat dit alles niet langer te financieren is.
Het is goed dat dit debat gevoerd wordt. Ik besef dat het probleem niet in enkele dagen tijd opgelost kan worden. Voor wat 2008 betreft, zullen de gemeenten hun plan moeten trekken, maar ik pleit ervoor dat op relatief korte termijn de structurele financiering van het lokale niveau, ook door deze regering en met steun van het parlement, wordt opgelost.
Mevrouw de voorzitter, ik heb de minister-president aandachtig beluisterd. Ik wil nog een aantal kleine dingen kwijt. Mocht ik de indruk gewekt hebben dat ik morele lessen wens te geven, dan benadruk ik dat dit niet het geval is. We hebben elkaar in dit parlement in het algemeen trouwens geen morele lessen te geven. Ik heb alleen maar willen zeggen dat het moeilijk te verantwoorden zou zijn dat de Vlaamse Regering op een berg kasgeld zou zitten en daar niets mee zou doen, behalve het beleggen en als bankinstelling fungeren.
Mijnheer de minister-president, een aantal collega's verwees ook naar de aankondigingscultuur. Ik zal de geschiedenis van de laatste 10 jaar Belgische en Vlaamse politieke feiten niet overlopen. Ik zou kunnen verwijzen naar de uitvinder er die cultuur, de heer Stevaert ten tijde van het Kijk- en Luistergeld, maar dat hebben anderen al gedaan. Ik zou ook kunnen verwijzen naar een bezoek van uw voorganger aan Nederland en de hele discussie over het Wegenvignet. Niet langer dan 10 dagen geleden had ik de gelegenheid om een constructieve discussie in de commissie voor Financiën en Begroting te voeren over uw persoonlijk denkspoor - dat gaf u ruiterlijk toe - om de Limburgse Reconversie Maatschappij een andere financieringsachtergrond te geven. De aankondigingspolitiek moet niet de regel zijn, daar zijn we het allemaal over eens, maar wie zonder zonde is, werpe de eerste steen.
Mijnheer Tavernier, als de indruk zou gewekt zijn dat de huidige Vlaamse Regering in het geld zwemt, dan is die indruk een beetje verkeerd. We hebben 10 jaar lang hard gewerkt, zowel de voorgangers van deze regeringsploeg als de huidige ploeg, om schuldenvrij te worden. We gaan daar toch niet negatief over doen, want we zijn bijna schuldenvrij. De volgende fase is nu ingetreden: bekijken wat we met de vrijgekomen middelen kunnen doen. Dat is een andere benadering van heel dit debat.
Mevrouw de voorzitter, collega's, het is duidelijk dat de politieke vader van dit idee over de schuldenlastleniging van de gemeenten, minster Van Mechelen is, maar we weten ook dat een goed idee altijd vele politieke vaders heeft. We bieden meer dan grootmoedig en in alle sereniteit het co-ouderschap aan aan alle fracties van de meerderheid en uiteraard ook aan de minister-president. Mijnheer de minister-president, ik heb u goed beluisterd en ik ben blij dat u dat co-ouderschap hebt aanvaard. (Applaus bij de VLD)
Ik wil aan het Vlaams Belang duidelijk maken dat wij voorstander zijn van een bijkomende financiële ondersteuning van de gemeenten. Laat daar geen twijfel over bestaan.
De toelichting van de minister-president heeft duidelijk gemaakt dat de communicatie van minister Van Mechelen niet zo gelukkig was. Door dit antwoord is de verbazing, en vooral ook de verwarring weggenomen. Ons interesseert het niet wie in de toekomst als grote weldoener van de gemeenten door het leven zal gaan, wel dat er snel meer middelen komen. Ik heb begrepen dat dit verworven is, er zullen meer middelen naar de gemeenten vloeien. Ik hoop dat het aangekondigde globaal plan een snel en duidelijk antwoord geeft aan de gemeenten, tegen maart, april ten laatste. Zo kan dit bij de eerste budgetcontrole worden geïmplementeerd in de begroting. Daar hebben de gemeenten recht op.
Het positieve aan dit debat is dat de opendebatcultuur is teruggekeerd. Dat kan ik alleen maar toejuichen. Ik hoop dat dit het debat in de komende weken interessanter zal maken. Een ander positief punt is dat niemand de moeilijke financiële situatie van de gemeenten betwist en dat we daar iets willen aan doen.
Onze fractie betreurt dat deze regering aan ballonnetjespolitiek doet met een hoog Stevaertgehalte. Dat minister Van Mechelen dat midden in de begrotingsbesprekingen doet en er met geen woord over rept in de commissie, is geen goed bestuur. Bovendien is het niet geoorloofd dat Vlaanderen 2 miljard euro in kas heeft. Beleidsmatig kunnen we daar veel mee doen. De uitdagingen op het vlak van wonen, zorg en leefmilieu moeten dringend aangepakt worden.
Ik wil een met reden omklede motie aankondigen.
Uiteindelijk zal de financiële situatie van de gemeenten voor een groot deel moeten worden betaald door de lokale bevolking. We moeten geen sfeer creëren alsof al het manna van de Vlaamse Regering de lokale problemen zal oplossen.
Het lijkt zinvoller om de discussie te voeren over het gemeentefonds, waartoe de heer Sauwens oproept, over het feit dat de rijken rijker worden en de armen armer. Ik hoop dat er op korte termijn een duidelijke boodschap wordt gestuurd naar de 308 Vlaamse gemeenten over wat er al dan niet met die 600 miljoen euro zal gebeuren. Nu worden allerlei verhalen verteld. Niet alle gemeenten volgen dit debat. Ze hebben deze informatie niet. We moeten daar heel duidelijk over communiceren.
Ik heb begrepen dat de gemeenten binnen afzienbare tijd duidelijkheid zullen krijgen, en dat er met de budgetcontrole een globaal pact zal komen voor de lokale besturen. De Vlaamse Regering kan op korte termijn de 25 miljoen euro voor het fiscaal pact in 2008, toevoegen aan de Elia-middelen, zodat de lokale besturen nu al wat centen krijgen.
Mijnheer Peumans, ik ga akkoord met de zorg voor gemeenten die het moeilijk hebben. We moeten toch ook voorzichtig zijn dat we de gemeenten die goed hebben gewerkt, niet straffen. Ik heb de indruk dat we de gemeenten betuttelen, dat we hun autonomie inperken.
Ik heb de indruk dat wij opnieuw een administratieve meerlast gaan opleggen aan de gemeenten. Een vijftiental jaren geleden is men begonnen met jeugdwerkbeleidsplannen, milieuconvenanten, sportbeleidsplannen, cultuurbeleidsplannen, enzovoort. Men schonk aan de gemeenten een bepaald bedrag, op voorwaarde dat ze die administratieve invulling deden. We zijn daar heel ver in gegaan en ik denk dat de gemeenten er op dat vlak stilaan genoeg van hebben. We moeten er dan ook over waken dat we bij de opmaak van fiscale, globale en andere pacten de gemeenten niet opnieuw een administratieve meerlast opleggen.
Collega's, ik wil nog eens onderstrepen dat wij het waardevolle idee van minister Van Mechelen in overweging zullen nemen. We zullen het voorstel de komende dagen in een ruimere context bekijken. Ik zal er alles aan doen om snel een antwoord te kunnen formuleren en duidelijkheid te kunnen geven.
Daarnaast ga ik ervan uit dat we een dergelijke operatie niet zonder meer kunnen uitvoeren. Wanneer we een deel van de schulden van de gemeenten overnemen, lijkt het mij evident dat daar ook enige richtlijnen of verplichtingen aan gekoppeld worden. Ik heb een groot vertrouwen in de steden en gemeenten, maar we kunnen een dergelijke operatie niet zomaar, zonder kader, uitvoeren. En ik beschouw dat niet als betutteling, mijnheer Callens.
Mijnheer Sauwens, u merkt terecht op dat we rekening moeten houden met de verschillen tussen kleine gemeenten en grote steden.
Mijnheer Daems, met kasoverschotten kan men geen recurrent beleid voeren. U maakt daar een denkfout die helaas ook vele Vlamingen maken. Het is niet zo dat wij 600 miljoen euro recurrent kunnen inzetten. Het gaat hier om een eenmalige operatie. De matching tussen beleidskredieten en betaalkredieten is essentieel. Het feit dat wij zo'n groot kasoverschot hebben, heeft onder meer te maken met het feit dat wij een investeringsregering zijn. Veel investeren betekent veel beleidskredieten, maar daar zit enige vertraging op, waardoor de matching met de betaalkredieten niet volledig conform verloopt met de kasoverschotten.
Mijnheer Penris, ik ga overleg plegen met de VVSG. In het kader van de modaliteiten en de rechten en plichten is het zeer belangrijk dat er ook vanwege de steden en gemeenten engagementen komen. In elk geval zullen we hier in het parlement zo snel mogelijk een antwoord brengen op de kwestie. Dat noem ik krachtig beleid. We hebben dat recent in andere dossiers ook gedaan.
Mevrouw de voorzitter, om te vermijden dat dit debat al te vrijblijvend blijft, kondig ik een met redenen omklede motie aan.
Met redenen omklede moties
Door de heer Penris, mevrouw Martens, de heren Van Hauthem, Boutsen en Van Dijck en mevrouw Michiels en door de heer Daems werden tot besluit van deze actuele interpellaties met redenen omklede moties aangekondigd. Ze moeten uiterlijk vrijdag 23 november 2007 om 17 uur zijn ingediend.
Het parlement zal zich daarover tijdens een volgende plenaire vergadering uitspreken.
Het incident is gesloten.