Verslag plenaire vergadering
Verslag
De heer Caron heeft het woord.
Mevrouw de voorzitter, mijnheer de minister, collega's, vandaag stond in de krant dat Telenet voorstelt om de voetbalrechten te delen met andere partners.
Vandaag bezit Belgacom de voetbalrechten en betaalt daar overigens erg veel geld voor, ik denk een slordige 35 miljoen euro per jaar. Ik vraag me ook af in welke mate dat voor Belgacom de moeite waard is geweest, maar daar gaat mijn vraag niet over.
Ik wil hier niet de belangen verdedigen van de ene of de andere, maar het valt op dat er vandaag een tendens is, waarbij dit soort dure rechten niet meer geambieerd worden door televisiezenders, die een directe relatie hebben met kijkers, maar door distributeurs, signaalverdelers. In Vlaanderen gaat het dan over Telenet, Belgacom, maar ook over de iNDi-groep en TV Vlaanderen, die satelliettelevisie verspreidt.
Daar kunnen we toch vragen bij stellen. Er ontstaat een fenomeen waarbij televisiecontent niet meer wordt aangeboden door daarvoor gespecialiseerde bedrijven, maar steeds meer - en meestal in betaaltelevisie - door de distributeurs. Telenet heeft vandaag ook al de PRIME sportzenders, waar voetbal en andere sporttakken worden aangeboden. Die tendens gaat altijd maar verder.
We moeten daar misschien niet bang voor zijn, maar we kunnen ons wel afvragen of de kijker daar op termijn niet, figuurlijk, de rekening voor zal betalen. Ik ben ongerust dat sport in open net, dus toegankelijk voor iedereen, daardoor misschien wat aan banden wordt gelegd.
Mijn angst is ingegeven door wat vandaag in De Standaard gezegd wordt door de topman van Belgacom. Hij vindt dat het commerciële succes voor Belgacom te laag was, omdat er te veel voetbal in het open net wordt aangeboden. Er is blijkbaar toch wel een relatie tussen die twee.
Ik zeg niet of het wel of niet moet kunnen. Ik vind alleen dat de kijker, die graag in open net zo veel mogelijk dingen ziet, ook toegang moet krijgen tot minstens verslaggeving van topsportwedstrijden.
Mijnheer de minister, die evolutie is blijkbaar niet alleen in Vlaanderen aan de gang, maar ook internationaal. Hoe moet die verder gaan? Als wordt aangeboden om samen te werken, zou men kunnen spreken van een feitelijk monopolie of een de-factomonopolie, waarbij de verschillende distributeurs van televisiesignalen - het gaat hier uiteraard over digitale televisie - gaan samenwerken en één aanbod doen aan de voetbalbond, die trouwens de volgende weken het lastenboek zal verspreiden.
Mijnheer de minister, kan dat allemaal? Hoe staat u daar tegenover? Wat moeten we ons van deze evolutie voorstellen?
Minister Bourgeois heeft het woord.
Mijnheer Caron, u hebt terecht gewezen op een evolutie die bezig is. We moeten een aantal evoluties in ogenschouw nemen om deze vraag te beantwoorden.
Het eerste fenomeen dat zich voordoet, is inderdaad de convergentie tussen distributie en content. Die evolutie is al een hele tijd en wereldwijd bezig. Die was er al bij ons met Telenet en Canal+ en is er nu met Telenet en PRIME. Die evolutie is spectaculair geworden voor alle Vlamingen met Belgacom TV. Toen Belgacom TV de voetbalrechten aankocht, was dat een schok voor heel veel mensen. We zien die evolutie wereldwijd, met steeds meer platformen die content en kanalen aanbieden. Meestal is dat 'beperkt' tot sport en film, maar sport is precies het voorwerp van deze vraag. Ik denk dat die evolutie zich overal zal doorzetten. Het is een fenomeen waar we akte van moeten nemen.
Een tweede evolutie is dat steeds meer sportuitzendingen achter decoder verdwijnen en dus tegen betaling worden aangeboden. Ook dat is, vrees ik, een onafwendbare evolutie, want we zien twee fenomenen. Ten eerste is er de commercialisering van de sport, in dit geval de voetbalsport. Ten tweede is er de commercialisering van de media. Dat fenomeen grijpt overal om zich heen, ook bij ons.
We hebben daar in Vlaanderen twee goede correcties op. We hebben de evenementenlijst en de regeling voor de korte berichtgeving en de vrije nieuwsgaring, die onder druk komt door de nieuwe audiovisuele richtlijn van Europa. De korte berichtgeving zal behouden blijven, maar ingeperkt worden tot 90 seconden en tot algemene nieuwsprogramma's.
Je hebt veel zulke modellen in diverse landen met een mix van programma's die achter de decoder verdwijnen. Deze evolutie is marktgedreven en die hebben wij niet in handen. Andere spelers kunnen daar afspraken over maken. Ik kom daar straks op terug.
Je ziet die evolutie. Het is ideaal dat je komt tot een mix van brede samenvattingen in open net met onvermijdelijk een aantal zaken achter decoder. Ik heb gezien dat er ook uitspraken zijn van onder andere Belgacom TV dat dat moet worden teruggedrongen. Andere spelers laten andere geluiden horen en zeggen dat de distributeurs en de omroepen moeten samenwerken. Ik denk dat dat een goede zaak zou zijn. Wij moeten daar akte van nemen. Straks komt er een nieuw voetbalcontract en zal het zaak zijn dat die spelers op de markt zullen samenwerken dan wel dat ze de rechten nog zullen opdrijven. Ik stel alleen vast dat overal de bedragen die worden gegeven voor voetbalrechten, nog toenemen en dat we steeds meer in de tendens zitten van groeiende bedragen die daarin worden geïnvesteerd. Ik vrees dat dit ook bij ons het geval zal zijn.
Laatst en niet het minst denk ik dat de voetbalbond hier een belangrijke rol in speelt. Het is de voetbalbond die het lastenboek opmaakt, die de pakketten bepaalt en die kan zeggen dat hij die pakketten op die en die manier toegewezen wil zien. De voetbalbond moet de keuze maken of ervoor zal worden gezorgd dat de beelden toegankelijk blijven voor iedereen of dat wordt toegelaten dat er een aanbod achter de decoder zit. Ik vrees dat straks, bij de toepassing van de Europese richtlijn, een nog schraler aanbod op open net komt, beperkt tot nieuws en beperkt in de tijd. Deze zaak is marktgedreven. Ik zie de commercialisering overal gebeuren. Er is de convergentie. Ik meen dat de voetbalbond daar een verantwoordelijkheid in heeft.
Mijnheer de minister, ik dank u voor uw antwoord. Het is mijn bekommernis dat we ernaar moeten streven om topsport zo veel mogelijk in open net en niet achter de decoder aan de kijkers aan te bieden. Daar ligt ook een verantwoordelijkheid voor de politiek binnen de moeilijke contouren van de Europese richtlijn 'Televisie zonder grenzen', die het zeker niet makkelijker maakt.
Anderzijds denk ik dat de voetbalbond, en in het bijzonder de Profliga, die het lastenboek voor de voetbalrechten beheert, daar ook eens dubbel en dik over moet nadenken. Wereldwijd is duidelijk dat sport in open net niet noodzakelijk contraproductief is voor de levende belangstelling voor de sport in de stadions en op de terreinen. Er is nog nooit zoveel publiek geweest voor voetbal of de Ronde van Frankrijk als uren op de televisie. Er is blijkbaar een zekere samenhang. Ik wil waarschuwen voor een te verregaande commercialisering. Ik wil ook de voetbalbond, die het op dit ogenblik al niet fantastisch maakt, aansporen om zich ten aanzien van die vele Vlaamse voetballiefhebbers wat 'sympathiek' op te stellen.
De heer Decaluwe heeft het woord.
Ik kan me grotendeels aansluiten bij de vragen en bekommernissen. De analyse van wat de topman van Belgacom zegt, is dat men zich in de eigen voet heeft geschoten door buiten proporties middelen te geven die nooit gecommercialiseerd konden worden. Het grote slachtoffer zal straks niet Belgacom, Telenet, de openbare omroep of de kijker zijn, maar zullen in de eerste plaats de voetbalploegen zelf zijn. Het geld dat men krijgt, zal op een vrij spectaculaire manier naar beneden gaan. Een bedrag van 1,3 miljard Belgische frank per jaar voor de Belgische voetbalcompetitie is gewoon niet commercialiseerbaar.
De oproep van Telenet op dat vlak vind ik een goed voorstel. We hebben in de commissie al verschillende keren ten aanzien van sportevenementen opgeroepen om te zoeken naar mogelijkheden tot samenwerken van de commerciële en de openbare omroepen om die evenementen zo veel mogelijk tegen de laagste prijs bij het brede publiek te krijgen. Dat moet worden benadrukt. Ook de distributeurs kunnen samen met de omroepen nagaan op welke manier dat voorstel van Telenet, dat een goed voorstel is, naar voren kan worden gebracht.
Mijnheer de minister, u verwijst naar de Europese richtlijn. Een evenementenlijst is één. Die staat ook onder druk omwille van Europa. Dat gaat over rechtstreekse uitzendingen.
Ik ken het decreet op de vrije nieuwsgaring toevallig zeer goed. Er heeft een tijd een enorme veldslag over gewoed met de voetbalbond, maar de voetbalbond mag nu blij zijn dat dit bestaat. Belangrijk is dat we altijd strenger kunnen zijn dan de Europese richtlijn. Vlaanderen mag alleszins niet toegeven om die tijdsspanne in de Europese richtlijn voort te beperken. We hebben daar een grote mate van vrijheid.
Mijnheer de minister, hoe kunnen we daar een rol in spelen? Hoe kan de overheid, en daarmee bedoel ik u en de openbare omroep, initiatieven nemen om, bijvoorbeeld wat voetbal betreft, voor samenwerking te zorgen, ook binnen de Europese context? Dat laatste kan immers ook. Men heeft het altijd over die 1,3 miljard frank per seizoen van Belgacom, maar daarnaast besteedt de VRT per jaar 60 percent van de 8 miljoen euro die de zender heeft, om dit alles mogelijk te maken op de eigen zender. Dat is belastinggeld. Dat is een pak geld. Dan moet het nog eens worden vermenigvuldigd met drie. De vraag rijst hoe we dit beter kunnen besteden om meer sport in beeld te brengen. Hoe kunnen we samenwerking stimuleren tussen de openbare omroep en anderen, zoals de distributeurs en de commerciële jongens, in het belang van het voetbal en van de kijker?
De heer Verstrepen heeft het woord.
Ik deel de bekommernis, maar we kunnen deze kwestie herleiden tot een aantal discussiepunten. Ik heb een bijkomend vraagje. Iedereen zou dat natuurlijk willen op een open net, maar we moeten de vraag stellen of dit alles dan nog wel betaalbaar is. Die centen gaan immers ergens heen.
Mijnheer de minister, de essentie is de vraag wat u ervan vindt dat overheidsgeld rechtstreeks en onrechtstreeks mag worden gebruikt in het systeem van de commercialisering van sportrechten, om te bieden. Die discussie is al eens gevoerd in de commissie, maar dat is de essentie van de hele kwestie. Nu hebben we het over voetbal, maar het gaat ook over andere zaken. We kunnen er niet omheen dat bij het vorige contract de VRT of Belgacom met overheidsgeld de prijs hebben opgedreven. Andere commerciële partners hebben moeten afhaken. Zet men dat systeem voort waarbij overheidsgeld wordt besteed aan privésportrechten, die commercieel zeer aantrekkelijk en interessant zijn? Ik kan me inbeelden dat, hoe meer men achter de decoder gaat stoppen, des te meer mensen er zullen terugkeren naar de voetbalstadions. Alles heeft dus zijn voor- en nadelen. Daar zou ik wat meer aandacht voor willen zien. De door de heer Caron aangehaalde discussie over de distributeurs duikt regelmatig op. Die verschuiving is er daadwerkelijk: de distributeurs gaan steeds meer de content bepalen, beheren en brengen. We moeten dus af van die definities. Ik denk dat we het daar allemaal over eens zijn.
Mijnheer Decaluwe, we kunnen strenger zijn dan de Europese richtlijn, maar de nieuwe Europese richtlijn bepaalt dat maximaal 90 seconden mag worden uitgezonden. Die richtlijn heeft het niet over vrije nieuwsgaring, alleen nog over korte berichtgeving en dat alleen in de algemene nieuwsprogramma's. Ik wil er dus op wijzen dat dit nog strenger zal worden in de toekomst.
Verder werd de vraag gesteld naar het beleid van de VRT ter zake. Ik denk niet dat dit de essentie van het debat is. Er kan worden gediscussieerd over het Belgacom-VRT-Woestijnviscontract, maar dat is niet de essentie, mijnheer Verstrepen. Vandaag, net voor het lastenboek zal worden uitgeschreven, zegt Belgacom luidop dat het veel liever al die samenvattingen niet meer zou hebben. Ze zijn bereid meer te betalen, als ze het maar achter de decoder kunnen krijgen en het in open net wordt beperkt tot die korte berichtgeving. Dat is iets waar we ons zorgen over moeten maken. Er zijn de grote media-evoluties. Er is een convergentie tussen distributie en content. Ook is er de grote commercie in de media en de sport. Het gaat over zeer grote bedragen. De voetbalbond en andere sportbonden willen die bedragen recupereren. Daarom lijkt het me goed voor Vlaanderen dat er, zoals de heer Decaluwe suggereert, een of andere vorm van samenwerking en een mix zou kunnen zijn. We gaan dit niet kunnen tegenhouden, tenzij we de sport op dat niveau decommercialiseren, wat totaal utopisch is. Het zou goed zijn dat er op de ene of andere manier een mix zou komen. In andere landen zien we dat model ook. Tot nu toe was dat ook zo in Vlaanderen.
We zien dat degene die nu het voetbalcontract heeft uitgerekend, vandaag zegt dat hij er liefst van wil afstappen, de samenvattingen niet meer wil en liefst bijna alles achter de decoder wil stoppen. Dat vormt een uitdaging.
Ik herhaal dat de uitdaging in de eerste plaats bij de voetbalbond zit. De voetbalbond maakt het lastenboek op en heeft de sleutel in handen om bepaalde pakketten te veilen. De voetbalbond kan beslissen hoe alles verloopt, wat apart wordt aangeboden en welke pakketten ook op het open net moeten komen.
Het incident is gesloten.