Verslag plenaire vergadering
Actuele vraag over de VRT-actie `In godsnaam geen kerstgedoe voor 15 december'
Verslag
Mevrouw Hermans heeft het woord.
Mevrouw de voorzitter, er is hier al heel wat over zoeternijen en speculaties gesproken.
Alle gekheid op een stokje.
Ik wil het hebben over de stickeractie van de VRT 'In godsnaam geen kerstgedoe voor 15 december'. Het gaat om iets waar we al jaren mee werden geconfronteerd. Ik zeg wel 'werden'. Mijnheer de minister-president, u hebt destijds een convenant afgesloten om een beetje tegen te gaan dat Sinterklaas zijn zak aan de Kerstman doorgeeft. Ik begrijp ook de bezorgdheid van ouders omdat het een vreemde bedoening was: de kinderen hadden nog maar nauwelijks afscheid genomen van de ene gever, of de andere kwam er al aan. Daar is dan iets aan gedaan.
Nu komt die stickeractie. Mijnheer de minister-president, u hebt zich in een programma uitgesproken als promotor van deze actie. Daar komt reactie op vanuit de commerciële wereld en van de handelaars. Ik vind het dan ook een beetje vreemd dat u daar niet meteen rekening mee hebt gehouden. Hoe ernstig moet die datum van 15 december worden genomen? Is dat afgetoetst? Begrijpt u de bekommernis van de handelaars?
Ik heb nog een vraag voor minister Bourgeois. Mijnheer de minister, we worden de laatste jaren nogal veel met zulke acties geconfronteerd op de VRT. Ik begin me daar vragen bij te stellen. In hoeverre is dat allemaal controleerbaar en terecht? Waarschijnlijk heeft dat wel zijn waarde, maar is het nog in de hand te houden? Ik vind het vreemd dat dit genre programma's er een heel bijzondere mening op nahoudt, waar wij als politici steeds achterna hollen.
De heer Decaluwe heeft het woord.
Mevrouw de voorzitter, leden van de regering, dames en heren, mevrouw Hermans heeft de problematiek al geschetst. Het is wel met enige schroom dat ik deze vraag stel. Ik wil het niet hebben over de programmering en de programma-inhoud. We moeten erg voorzichtig zijn om daarover te debatteren in het parlement. Ik wil de problematiek opentrekken naar de maatschappelijke taak van de openbare omroep.
De doelstelling van wat is gebeurd, is op zich nobel. Het is ook niet de eerste keer dat daarover wordt gedebatteerd. Voormalig parlementslid Van Cleuvenbergen heeft daarover in 2000 een voorstel van resolutie ingediend dat uiteindelijk niet is goedgekeurd. Het kan inderdaad niet dat de Kerstman voor Sinterklaas komt, dat ze samen in de straat lopen en dat er gezamenlijke reclamecampagnes zijn. Er is geprobeerd om daar wat aandacht voor te vragen. Het voorstel van resolutie is uiteindelijk niet goedgekeurd, maar op initiatief van onder andere UNIZO zijn op vrijwillige basis toch een aantal initiatieven genomen.
Ik verwijs ook naar het advies van de Kinderrechtencommissaris dat zegt: "Een strikt optreden van de overheid lijkt moeilijk, maar is niet overbodig aangezien de commerciële sector zich tot op heden niet als een verdediger van de kinderbelangen heeft laten kennen. Dit belet niet dat er samengewerkt kan worden met de sector en andere relevante groepen om zo tot haalbare afspraken te komen. In concreto kan van een sperperiode inzake kinderfeesten niet alle heil worden verwacht, maar een signaal is zeker en vast welkom."
Ik heb er dan ook geen probleem mee dat de openbare omroep een signaal geeft. Ik heb er wel een probleem mee dat daar de datum van 15 december op wordt geplakt en dat samen met een commerciële partner, meer bepaald Humo, stickers worden verspreid. Dat zet grote commerciële groepen zoals warenhuisketens onder druk en brengt hen in de problemen, wat geen taak is van de openbare omroep. Ik heb vooral problemen met die 15e december. Men wist dat er een afspraak was en dat daar de voorbije jaren goed is mee omgegaan. Er waren slechts een aantal kleine overtredingen.
Als de openbare omroep consequent is, dan moet hij ook stoppen met nu al reclame te maken voor de eigen kerstshows.
Ik heb één vraag voor minister Bourgeois: vindt u dat het tot de maatschappelijke taken van de openbare omroep behoort om op te roepen een publiciteitsembargo in te stellen dat ingaat tegen de belangen van winkels en warenhuizen, goed wetende dat daarover al concrete afspraken bestaan?
Minister-president Peeters heeft het woord.
Mevrouw de voorzitter, collega's, mensen van de radio hebben me meegedeeld dat men een actie zou ondernemen om te vermijden dat Sinterklaas op hetzelfde moment rondloopt als de Kerstman. Ze vroegen me of ik die actie kan steunen. Ik heb hen gezegd dat ik het een goede zaak vind dat eerst Sinterklaas komt, en de Kerstman pas opduikt als Sinterklaas weg is. Men vroeg me ook om het parlement daarvan te overtuigen. Ik heb hen geantwoord dat ik in het parlement niets te zeggen heb, laat staan dat ik hier stickers zou kunnen uitdelen. Dankzij deze vraag is nu echter wel voor iedereen duidelijk dat die stickers bestaan.
Mevrouw Hermans, ik ga ervan uit dat iedereen op vrijwillige basis de chronologie respecteert en eerst Sinterklaas en dan de Kerstman laat optreden. Dat is niet alleen voor de kinderen een goede zaak. Dat dit vrijwillig gebeurt, lijkt me evident. In 2002, in een vorig leven, heb ik zelf een code uitgewerkt waarin de mensen werden opgeroepen zich daaraan te houden.
De datum van 15 december is niet te nemen of te laten: het komt erop aan de ene gever te laten komen als de andere is vertrokken. Dat is de boodschap van het programma, en ik sta daar achter. In die zin heb ik mijn antwoord gegeven, niet meer of niet meer. Commerciële kringen hebben daarop gereageerd. Ik denk dat die kringen er alle belang bij hebben daar verstandig mee om te gaan en ervoor te zorgen dat er geen verwarring ontstaat.
Minister Bourgeois heeft het woord.
Mevrouw de voorzitter, collega's, ik ben blij dat de heer Decaluwe in zijn vraag een goede klemtoon legde. Mevrouw Hermans pakte dat een beetje anders aan. Laat me nogmaals herhalen dat de VRT autonoom zijn programma bepaalt, ook als het gaat over consumentenprogramma's. Ik neem aan dat in dat soort programma's thema's worden behandeld waarvan men oordeelt dat ze maatschappelijk relevant zijn. Dat dit onderwerp maatschappelijk relevant is, vinden we allemaal. Het is een thema dat velen beroert en vanuit pedagogisch oogpunt belangrijk is. Er wordt voor gepleit om dat allemaal een beetje uit de commerciële sfeer te houden. U zegt evenwel dat dit op een andere manier moet worden aangepakt.
Het thema wordt aangekaart in een programma dat niet onder de verantwoordelijkheid van de nieuwsdienst valt. Men kan vragen stellen over de opportuniteit van het naar voren schuiven van een datum en het werken met stickers. Net zoals de minister-president noteer ik dat de programmamakers een en ander wat relativeren. Niet alleen zeggen ze dat 15 december niet als 'heiligmakend' moet worden geïnterpreteerd, bovendien is het niet de bedoeling om welk verbod dan ook aan warenhuizen, tuincentra en winkels op te leggen om tegen hun commerciële belangen in voor 15 december bepaalde kerstproducten te verkopen. Voor sommige handelaars is dat laatste essentieel.
Ik dank de minister voor zijn antwoord. Ik wilde even duidelijk maken dat we de geest van wat er gebeurt en de code die is opgesteld, volledig ondersteunen. Dat is de logica in het belang van het kind, maar misschien nog meer van de ouders, die zich vaak nog meer laten verleiden dan de kinderen. Dat neemt niet weg dat ik de vraag stelde omdat ik het raar vond dat we enerzijds een stickeractie zouden houden, terwijl we jaren geleden een actie hebben gevoerd tegen stickers, en anderzijds dat er een commerciële partner bij wordt betrokken. De vraag is in hoeverre we hier niet buiten onze opdracht gaan. Dat is geen opdracht van de VRT meer. Dat is mijn zorg.
Ik ben tevreden met het antwoord. Ik zou wel een oproep willen lanceren tot de openbare omroep om consequent te blijven. Ik herhaal dat men bij de promotie van de eigen producten de rangschikking en de rangorde moet volgen zoals ze door de beide ministers naar voren is gebracht.
De heer Marginet heeft het woord.
De basis van het hele verhaal is de absurditeit vanuit commercieel en menselijk oogpunt dat de Kerstman en de sint elkaar de hand zouden schudden. Er is voorzichtigheid gewenst gezien de grote invloed van de reclame op de kinderen. Maar we moeten ook rekening houden met het feit dat het hoogdagen zijn voor de winkeliers die niet via acties en reclame hun waren aan de jonge klant kunnen aanbieden. Het is de bedoeling om een evenwicht te zoeken en te vinden.
Het is fundamenteel evident dat het niet de taak van de journalisten van de openbare omroep is, in casu journalisten van de VRT, die samen met Humo een dergelijke actie voeren. Dat hoort niet echt thuis bij de deontologie van de journalistiek. De bewijzen zijn geleverd. Kijk maar naar de reacties en het grote aantal vragen. De actie werkt provocatief. Als het al nodig zou zijn om hierover regelingen te treffen, is het niet aan de journalist om daarover te oordelen maar eerder aan de overheid.
De heer De Meyer heeft het woord.
Kort en bondig en met een tikkeltje humor wil ik het volgende vertellen. Eergisteren hielden we in het huis van de sint en in de stad van de sint, in Sint-Niklaas, een persconferentie. De sint heeft me gevraagd om hier de boodschap over te brengen dat er wat meer respect zou worden betoond voor zijn periode. Mocht dat niet het geval zijn, zal zwarte piet wel eens meekomen naar hier.
De heer Verstrepen heeft het woord.
Ik wil mij niet mengen in het inhoudelijke aspect van het werk van radiomakers of mediamensen. Het stoot me wel wat tegen de borst dat collega Hermans, allicht zonder het zelf te beseffen, zich wel met het inhoudelijke aspect van het werk van creatieve mensen moeit. Als er vandaag een actie tegen de paashaas wordt gevoerd of een nepuitzending over de splitsing van het land met journalisten de ether ingaat, so be it. Een kerstman opvoeren in de zomer kan trouwens interessant uitpakken. Ik heb dat ooit eens gedaan. Op dat vlak zijn we tegen elke vorm van betutteling op welke manier dan ook, en tegen de inperking van de creatieve vrijheid.
Ik wil even een bruggetje naar de middenstander maken. Als men hem meer regels oplegt, wordt dat al gauw betutteling. Het feit dat de minister-president de actie ondersteunt, is een ander punt. Ik ga ervan uit dat hij in alle richtingen is gemediatraind, van boven naar onder en omgekeerd en 's morgens, 's middags en 's avonds, zo niet geef ik hem wel mijn kaartje.
Ik vind het wel vreemd dat hij zegt dat hij werd opgebeld en dat hij het initiatief dan maar heeft gesteund. Dat is misschien wel waar, maar daardoor verleent hij de hele actie een officieel karakter. Hier gaat hij wat te soepel door het bochtje. Als signaal voor de ondernemers kan ik er begrip voor opbrengen en de middenstanders kunnen ermee uitpakken dat de minister-president van de regio Vlaanderen hen ondersteunt. Commercieel is deze periode voor sommige mensen immers een hoogmis. Ze moeten er hun omzet van het hele jaar mee goedmaken. Ik kan me indenken dat de zaak gevoelig ligt. Als men dat gaat inperken naar een of twee weken, los van wie er eerst komt, is dat een moeilijke zaak. Voor mij mogen de sint, zwarte piet en de Kerstman een feestje bouwen in de Carrefour. Daar lig ik niet wakker van. We moeten er wel wat mee opletten. Als men dergelijke acties nogal gemakkelijk ondersteunt, stel ik de vraag hoe de steun zal uitpakken als er acties worden gevoerd tegen andere maatschappelijke, meer gevoelige thema's.
Want dan blijft het stilletjes. Als er een funfactor is, doet men mee. Maar als er belangrijke acties zijn, zie ik geen steun. (Opmerkingen van minister Kris Peeters)
Ik zal u de lijst wel bezorgen. Weet u waar ik deze discussie heb gevoerd? Ik wou eerst niet reageren, maar het is sterker dan mezelf. Ik heb deze week die discussie gevoerd met mijn dochter, in de kleuterklas. Ik vind het een beetje spijtig dat we die discussie over wie er nu eerst was, de sint of de Kerstman, hier moeten voeren. Er is genoeg gezond verstand bij de ondernemers en bij de handelaars, want als ze elkaar voor de voeten lopen doen ze elkaar pijn. Ik vind het een vreemde discussie.
De heer De Cock heeft het woord.
Mevrouw de voorzitter, geachte collega's, zelf lig ik er niet wakker van omdat ik geen kleine kinderen meer heb. Maar heel wat ouders met kleine kinderen liggen er wel wakker van.
In mijn regio kent men Sinterklaas niet maar wel Sint-Maarten. In de regio Aalst, Lebbeke, Opwijk, in delen van Oost- en West-Vlaanderen en Limburg komt Sint-Maarten. Je kunt er donder op zeggen dat op 11 november, de dag van Sint-Maarten, VTM de aankomst van Sinterklaas uitzendt. Dan is het hek helemaal van de dam in die gezinnen waar Sint-Maarten komt, want de kinderen begrijpen er helemaal niks meer van.
Er is hier ooit eens gesproken over het 'pact der sinten'. Als je de Kerstman voor Santa Claus neemt, zijn ze met drie. Ik weet natuurlijk ook wel dat we dit niet kunnen normeren, maar men kan wel een signaal uitsturen om het ongebreideld mercantilisme dat daarmee gepaard gaat, een heel klein beetje in pedagogische banen te leiden. Want het is niet gemakkelijk voor ouders van heel kleine kinderen om het allemaal uit te leggen. Kunnen we van hier uit geen signaal sturen naar die mensen die dat wel nodig hebben voor hun omzet, om er een beetje koosjer mee om te gaan?
De heer Stassen heeft het woord.
Iedereen stelt de vragen die hij vindt dat hij moet stellen. Ministers kunnen antwoorden op vragen van radiomensen waar ze vinden dat ze moeten op antwoorden. Maar eigenlijk vind ik dat de VRT doet wat hij moet doen, namelijk een aantal maatschappelijke zaken op de agenda zetten.
We hebben als parlement afgesproken dat we ons niet zouden moeien met de programmering van de VRT. Ik vind het al verregaand dat we dit soort vragen stellen. Ik vind het een goede zaak dat de minister-president dit initiatief steunt. U bent mans genoeg om dit te verdedigen. Als we dit soort vragen blijven stellen, maken we de VRT het werken toch wel heel moeilijk.
Ik stel voor dat de heer De Cock een officiële kalender uitgeeft met een Vlaams logo erop en ondersteund door dit parlement, waarop staat wanneer wie mag binnenkomen en waar. Dit is een heel belachelijke discussie.
Ik heb enkel een kleine correctie voor de heer Marginet. Ik heb gezegd dat het geen programma van de nieuwsdienst is, het gaat dus niet over journalisten.
Ik wil nog even reageren op twee punten. Ik wil hier niet de discussie voeren over Sinterklaas of Sint-Maarten of de Kerstman. Die discussie is in het verleden gevoerd en we waren het erover eens dat er duidelijkheid moest zijn voor onze kinderen. Daarover gaat het.
Ik wil me zeker inhoudelijk niet moeien met wat de VRT programmeert. Daar gaat het absoluut niet om. Wat mij verbaasde was het engagement van de minister-president, rekening houdend met zijn achtergrond.
Het incident is gesloten.