Verslag plenaire vergadering
Verslag
De heer Koninckx heeft het woord.
Mevrouw de voorzitter, de laatste maanden heb ik de Vlaamse Regering geregeld, en vaak terecht, horen zeggen dat ze goed bezig is. Wat de verkeersveiligheid betreft, spijt het me te moeten zeggen dat we niet goed bezig zijn.
Een maand geleden zijn cijfers van de federale verkeersbarometer in de pers verschenen. Ik heb toen al een boompje over dit onderwerp opgezet. Voor het eerst in vijf jaar vertonen de statistieken stijgende cijfers. Het aantal verkeersongevallen en het aantal slachtoffers zijn gestegen.
Het kon een toevalligheid zijn, hoewel het voorspelbaar was. De cijfers van de verkeersbarometer van juli 2007 tonen vergelijkende jaarcijfers. Daaruit blijkt dat de kleine stijgende tendens is omgebogen in een enorme stijging. Dat is zeer verontrustend. We hebben 13,4 percent meer letselongevallen dan vorig jaar. Dat is een inspanning van jaren die plots wordt omgebogen waardoor er tientallen slachtoffers meer zijn, niet alleen dodelijke maar ook en vooral zwaargewonden. Als die stijging aanhoudt - en ik verwacht dat die zal aanhouden omdat er geen nieuwe maatregelen zijn - dan zullen we nooit het streefcijfer halen van 750 dodelijke slachtoffers op jaarbasis tegen 2010. Dat streefcijfer is opgelegd in de staten-generaal. In 2010 zou het aantal slachtoffers moeten worden gehalveerd van 1500 naar 750. We zullen dat niet halen. Er moeten dan ook krachtige maatregelen worden genomen.
Mevrouw de minister, ik wil u daarom een aantal dringende vragen stellen en er enkele suggesties aan koppelen. Sommige dingen die we zouden moeten kunnen realiseren om het tij te keren, kunnen we in Vlaanderen niet doen omdat ze niet tot onze bevoegdheden behoren. Het is het uitermate geschikte moment om eens na te denken of we niet kunnen peuteren aan een aantal bevoegdheden. Ik ben ervan overtuigd dat, als we die zouden hebben, we het in Vlaanderen wel beter zouden doen.
Wat betreft de infrastructuur zijn we zeer terecht bezig met het wegwerken van 800 zwarte punten. Kan dat niet versneld gebeuren? Wat zal er gebeuren als de 800 zwarte punten zijn aangepast? Kunnen we nu niet al een nieuw programma op poten zetten om aan te sluiten op dat zwartepuntenprogramma?
Op het gebied van educatie en attitudevorming zijn we goed bezig maar nog niet goed genoeg. Pas is het project 'Rijbewijs op school' opgestart. Ik ben al jaren pleitbezorger om leerlingen in het secundair onderwijs voor te bereiden op het behalen van het rijbewijs, maar onder secundair onderwijs versta ik meer dan enkel 17- en 18-jarigen en vooral meer dan enkel mensen met de auto leren rijden. Een rijbewijs hebben is nuttig om op de arbeidsmarkt te komen, maar 14- tot 16- jarigen zijn de zwakke schakels in het verkeer. Daar wordt voorlopig nog niets aan gedaan. Is het niet mogelijk om in Vlaanderen netoverschrijdend alle leerlingen in het secundair onderwijs, vooral de fietsers, voor te bereiden op hun deelname aan het verkeer? Onlangs is nog gebleken dat jonge fietsers, meer bepaald 12- tot 15-jarigen, helemaal niet geschikt zijn om aan het verkeer deel te nemen omdat ze voorrangsregels niet eens kennen. Misschien is onze infrastructuur ook niet aan hen aangepast.
Dan is er de controle en handhaving. Ik weet dat we daar weinig vat op hebben, maar ik wil nog twee belangrijke cijfers meegeven. Onlangs las ik dat het aantal snelheidsovertredingen dat in Nederland wordt beboet op jaarbasis, tien miljoen bedraagt. Ik heb de cijfers bij ons opgevraagd. De federale politie doet er 350.000 en de lokale politie 250.000. Dat is dus maar een fractie van het aantal bekeuringen in Nederland. De pakkans bij ons is bijzonder klein en daar moeten we iets aan doen. Die pakkans is nog dubbel zo klein omdat in Nederland 99 percent van de boetes wordt geïnd terwijl dat in België, afhankelijk van de parketten, schommelt tussen 45 en 90 percent. Dat is ongeveer één vijfentwintigste tot één veertigste van de pakkans in Nederland.
Mevrouw de minister, is het niet mogelijk om daadkrachtig op te treden? Welke maatregelen stelt u in het vooruitzicht?
Minister Van Brempt heeft het woord.
Mevrouw de voorzitter, dames en heren, ik wil eerst iets zeggen over de cijfers. Ik wil ze niet nuanceren, omdat dergelijke cijfers best niet worden genuanceerd. Ik wil ze wel in perspectief plaatsen. Enerzijds stellen we vast dat er na jaren van constante daling een stagnatie en zelfs een stijging is.
Er is wel een verschil tussen het aantal doden en het aantal gewonden. Het aantal doden daalt licht in Vlaanderen, maar spijtig genoeg geldt dat niet voor het aantal gewonden in het verkeer.
Het is mijn stijl niet om te zeggen dat Vlaanderen goed bezig is, of dat we het beter doen dan elders. Toch is het zo dat de cijfers aantonen dat we veel beter evolueren dan aan de overzijde van de taalgrens. Dat toont aan dat we in het verleden meer aandacht aan het probleem hebben geschonken, en we blijven dat ook vandaag doen. We blijven herhalen wat we hier met zijn allen altijd al hebben gezegd: we willen meer mogelijkheden om nog coherenter te kunnen optreden.
U had het ook over het handhavingsbeleid. De toestand op dat vlak frustreert me. Er moet veel gebeuren op het vlak van de drie e's. Wat de enforcement betreft, hebben we bijna niets te zeggen, met als uitzondering het plaatsen van flitscamera's. Op dat vlak doen minister Crevits en ik dit en volgend jaar een extra inspanning. Later zullen we nog uiteenzetten hoe dat in zijn werk zal gaan. In elk geval gaan we, toch in een eerste fase, een beetje tegen de publieke opinie in en zullen we fors investeren in nieuwe flitscamera's. Dat is nodig om betere cijfers te realiseren.
Zowel u als journalisten vragen me wat de oorzaken zouden kunnen zijn van het feit dat de daling zich niet doorzet. Ik denk dat er twee heel belangrijke oorzaken zijn. De eerste reden is de blijvende toename van het verkeer. De groei van het vrachtverkeer is daar niet vreemd aan. We moeten dat goed bekijken. De tweede reden heeft te maken met het feit dat Vlaanderen en België het in het verleden zo slecht deden dat we de afgelopen jaren gemakkelijk quick wins hebben kunnen realiseren. De moeilijke fase begint nu: het thema hoog op de politieke agenda houden en duurzaam op het gedrag van de mensen inwerken. Dat laatste is de echte pijler van het verkeersveiligheidsplan dat we aan het schrijven zijn en hopelijk nog deze maand door de Vlaamse Regering kan worden besproken.
Dergelijk verkeersveiligheidsplan is belangrijk om een aantal aspecten geïntegreerd te kunnen aanpakken. Een van de zaken waarop bij prioriteit zal worden ingezet, is educatie. U hebt het zelf gehad over het project 'Rijbewijs op school'. Dat is een belangrijk voorbeeld. Verder zijn er extra inspanningen nodig voor het vrachtverkeer. Ik zal niet nalaten om over de aanpak met de sector te overleggen. Ik verwijs ook naar de positieve effecten die zullen voortvloeien uit het inhaalverbod voor vrachtwagens dat vanaf 1 januari van kracht wordt.
Vandaag kan ik nog niet concreet ingaan op het plan, want de Vlaamse Regering moet het nog bespreken. Ik beperk me tot de grote lijnen. Er is voor 2008 extra geld opzijgezet: 4,4 miljoen euro. Voor 2009 gaat het over een bedrag van 6,3 miljoen euro. Dat geld wordt enkel besteed voor mijn eigen bevoegdheden inzake verkeersveiligheid. Het is dus niet zo dat we enkel nieuwe ideeën spuien, ook de middelen zijn er.
De sterke daling van de afgelopen jaren heeft inderdaad te maken met het feit dat we vroeger zo slecht scoorden, maar ook met een aantal goede maatregelen die zijn genomen. Ondanks de sterke daling van de afgelopen jaren is het echter nog steeds zo dat onze noorderburen veel minder verkeersdoden tellen. Wij tellen 102 doden per miljoen inwoners; de Nederlanders hebben er maar 43 per miljoen inwoners. Wij kenden een daling, maar de anderen hebben ook niet stilgezeten. Wat we goed hebben gedaan, verdwijnt in het niets omdat we stilvallen en blijven hangen op een niveau dat in vergelijking met dat van onze Nederlandse collega's erg slecht is.
In uw antwoord zegt u dat de maatregelen niet altijd in dank zullen worden afgenomen. Ik wil daarover een Nederlander citeren.
Hij zegt: "Zonder politieke wil lukt niets. Wij hebben aangetoond dat het snel kan gaan als de politieke wil er is. Maar weet u wat ook zeer interessant is? Mensen straffen strenge politici niet af. Integendeel, 80 à 90 percent van de Nederlanders vinden dat het best nog wat strenger mag op voorwaarde dat de roekeloze enkelingen uit het verkeer gehaald worden." We moeten dus echt geen schrik hebben om de strenge toer op te gaan. De mensen beschouwen de veiligheid in het verkeer, zeker de veiligheid voor de eigen voordeur, als prioritair en vinden dat deze moet worden gegarandeerd. We mogen daarvoor geen enkele inspanning noch centen sparen.
De heer Huybrechts heeft het woord.
Mevrouw de minister, in uw beleidsnota van 2004-2009 hebt u gezegd dat het de bedoeling is om de achterstand op de Europese koplopers op het vlak van de verkeersveiligheid te halveren. U spreekt zelfs van een slachtoffervrij systeem als ultiem doel. U wilt daarom op vier terreinen werken. U wilt tegen 2010 vooreerst het aantal doden halveren, maar ook het aantal zwaargewonden. Nog ambitieuzer zijn uw doelstellingen wat het aantal doden bij de min-26-jarigen betreft. En het risico met lichte verwondingen tot gevolg moet met gemiddeld 2,5 percent per jaar dalen. Dat zijn lovenswaardige doelstellingen en initiatieven.
Uw partijgenoot Flor Koninckx stelt nochtans dat u niet goed bezig bent. Ik zwijg dan nog over de talrijke interpellaties en vragen om uitleg over verkeersonveiligheid in de bevoegde commissie. Ik kan enkel besluiten dat u er tot op heden niet veel van terecht hebt gebracht.
Vandaar mijn vraag. Hoe zult de doelstellingen zoals omschreven in uw beleidsnota effectief nog verwezenlijken?
De heer Peumans heeft het woord.
Ik stel twee zaken vast. Van de zone 30, die op federaal niveau is ingevoerd maar waarvoor wij de werken hebben mogen uitvoeren, is nog niet bewezen dat die bijdraagt tot een betere verkeersveiligheid. Ik zeg dat niet, het Steunpunt Verkeersveiligheid stelt dat. Een tweede voorbeeld. Er zijn ontzettend veel flitspalen opgesteld, zo'n 1200 à 1300. Iedereen beweert dat het plaatsen van de camera's bijgedragen heeft tot meer verkeersveiligheid. Dat is inderdaad zo. Maar ik had graag geweten welke elementen echt hebben bijgedragen tot meer verkeersveiligheid, al weet ik dat u daar vandaag niet kunt op antwoorden en dat het debat in de commissie moet worden gevoerd. Ik heb daar nog nooit enig uitsluitsel over gezien. De ene zegt dat het de flitspalen zijn, de andere de zone dertig of de zwarte punten. We hebben vorige week van de minister begrepen dat er van de 800 zwarte punten, 300 in de pijplijn zitten. Tegen 2014 zal het hele plan waarschijnlijk gerealiseerd zijn. Ik weet niet precies welke obstakels er nog allemaal zijn. Dat is één aspect van het verhaal.
Ik hoor echter veel te weinig spreken over bijvoorbeeld de invloed van de educatie. Zoals de heer Koninckx zegt, moeten we veel meer tijd en energie steken in de educatie van de 16-jarigen. Dat moet onze opdracht zijn. We spreken te veel over infrastructurele maatregelen en veel te weinig over het belang van educatie.
Mevrouw De Ridder heeft woord.
Ik betreur eveneens dat de cijfers weer omhoog zijn gegaan, maar er duiken ook hier en daar berichten op dat er bepaalde oorzaken aan verbonden zijn. Ik vraag dan ook om deze oorzaken te willen nakijken. Men spreekt bijvoorbeeld over de afgelopen zachte winter die er is geweest, waardoor de motorrijders veel vroeger zijn beginnen te rijden en ze niet op tijd zijn gewaarschuwd. Daardoor zijn ze vaker in een ongeval betrokken geraakt.
Dat moet onderzocht worden en het hangt samen met de vraag naar een verkeersongevalleninstituut. We hebben het er deze middag nog over gehad. Op het federale niveau is er al een aanzet toe gegeven, namelijk binnen de schoot van het Belgisch Instituut voor de Verkeerveiligheid (BIVV). Het wordt almaar op de lange baan geschoven. We moeten er op toezien dat het zeer snel gerealiseerd wordt. Als het niet wenselijk zou zijn dat het op het federale niveau gebeurt, moeten we het aandurven om onze verantwoordelijkheid op het Vlaamse niveau te nemen.
Wat de flitspalen aangaat, is er de wens geuit om er nog meer te plaatsen en de mensen nog meer te sensibiliseren. Maar ik wens toch duidelijk te stellen dat de pakkans door de Vlaming nu al hoog wordt geacht. De pakkans, of 46 percent kans om tegen de lamp te lopen bij een te hoge snelheid, wordt als heel hoog ervaren. Het is belangrijk dat de controles worden uitgevoerd en de flitspalen geplaatst waar het risico reëel is en niet waar de plaatsing het gemakkelijkst verloopt of het meeste geld opbrengt.
De heer Vandenbroucke heeft het woord.
Mevrouw de minister, u hebt bij het begin van uw antwoord een kleine kanttekening gemaakt bij de ongevallencijfers. U zei dat het aantal letselongevallen weliswaar licht gestegen is, maar dat het aantal dodelijkeletselongevallen licht gedaald is.
Ik wil er nog een kanttekening bij maken. Als men een onderscheid maakt tussen gewone wegen en autosnelwegen, ziet men dat op autosnelwegen het aantal letselongevallen gestegen is met 6 percent en het aantal dodelijkeletselongevallen met 9,4 percent. Ik denk dat we dus vooral een groot probleem hebben op onze autosnelwegen.
We hebben er al een paar keer over gediscussieerd. Vlak voor de zomer zei u dat u 2,25 miljoen euro zou vrijmaken, samen met minister Crevits, om flitspalen te plaatsen langs autosnelwegen. Na de zomer heeft minister Crevits gezegd dat er een werkgroep bezig is met het opmaken van een locatieplan en het aanduiden van prioritaire plaatsen voor flitspalen langs autosnelwegen. Hebt u een stand van zaken? Wanneer zullen we die flitspalen langs de autosnelwegen zien?
U spreekt over de regelgeving inzake het inhaalverbod voor vrachtwagens op 2 X 2 rijstroken dat in principe van kracht wordt op 1 januari 2008. Zullen we gezien de ernst van de problematiek op de autosnelwegen in Vlaanderen dat inhaalverbod doorvoeren zonder uitzonderingen op alle 2 X 2 rijstrokenautosnelwegen?
Geachte collega's, ik ben het eens met de heer Koninckx dat de weg nog lang is, als we vergelijken met de ons omringende landen. Dat is ook de reden waarom we een verhoogde inspanning moeten leveren, en u mag die ook van mij verwachten. Ik zou een hele boom kunnen opzetten over het federale beleid en over wat er in het deelakkoord misschien niet of misschien wel staat, maar ik ga dat niet doen.
Aangezien er waarschijnlijk toch geen bevoegdheden overgeheveld zullen worden, zal het heel belangrijk zijn om met de federale overheid een goede verstandhouding uit te bouwen om ook daar een versnelling te kunnen doorvoeren. Ik krijg echter niet de beste signalen over het verkeersveiligheidsfonds. Ik hoop dat het Vlaams Parlement mij zal steunen op het moment dat er moet worden gestreden om de middelen van het verkeersveiligheidsfonds te kunnen aanwenden voor de verkeersveiligheid en niet voor andere politiezaken. Heel wat bevoegdheden blijven immers federaal.
Ik wil het Vlaams Belang zeggen dat ik helemaal niet te beroerd ben om toe te geven dat we een versnelling hoger moeten schakelen voor verkeersveiligheid. Ik verwacht dan ook van het Vlaams Belang wat meer steun voor het plaatsen van flitspalen - daar is zelden enige steun voor gekomen - of voor het verhogen van de inspanningen voor het openbaar vervoer waarvoor ik ook nog maar zelden enige steun voor het beleid heb gezien.
Intuïtief ben ik geneigd om van mening te verschillen met de heer Peumans over zone 30. Ik geloof sterk in het positieve effect van snelheidsverlagingen. Ik vind dat we in Vlaanderen te weinig politieke moed hebben om nog verder te werken aan snelheidsverlagingen. Ik ben er heel erg van overtuigd dat zone 30 en zone 50 heel belangrijk zijn voor het verhogen van de verkeersveiligheid in dorpskernen en wijken. Ik verwijs ook naar de discussie van deze week over de fietssuggestiestroken. Ik heb dit onmiddellijk laten onderzoeken. Voor de verkeersveiligheid is gemengd verkeer aan lage snelheid veel beter.
Ik ben het helemaal met u eens over educatie. Als Vlaamse overheid zijn we daarvoor bevoegd, en daarom moeten we er volop op inzetten. De extra middelen die we de komende twee jaar willen spenderen, zijn grote bedragen en voor een groot deel zullen die geïnvesteerd worden in verkeerseducatie.
Als het plan klaar is, moeten we dat in de commissie zeker uitgebreid bediscussiëren, want ik geloof dat er heel veel winst in zit.
Mijnheer Koninckx, u hebt terecht verwezen naar de kwetsbare groep van 12 tot 16 jaar. We hebben nu een rijbewijs op school tussen 16 en 18 jaar, maar we moeten daar zeker naar kijken.
Over de snelwegen werd een heel terechte aanvulling gegeven. De evolutie van de verkeerscijfers op de snelwegen is heel verontrustend, want de cijfers zijn heel slecht. Ik heb verwezen naar de toename van het verkeer op onze wegen en in het bijzonder op onze snelwegen, dat daar zeker niet vreemd aan is. We moeten absoluut verhoogde inspanningen leveren voor onze snelwegen.
Het locatieplan voor nieuwe flitspalen zal er zijn tegen het einde van het jaar, want we moeten weten waar de extra middelen die we voor volgend jaar hebben ingeschreven - 5 miljoen euro extra, als jullie zo goed zijn de begroting goed te keuren -, ingezet zullen worden.
Mevrouw De Ridder, natuurlijk moeten de flitspalen geplaatst worden op de plaatsen waar de onveiligheid het grootst is. Op basis van de cijfers blijken die plaatsen zich steeds meer op snel- en ringwegen te bevinden.
Het locatieplan zal er tegen het einde van het jaar zijn. Dit geldt ook voor de mogelijke uitzonderingen voor het inhaalverbod. Ik heb daar geen dogma's over, we moeten gewoon doen wat het beste is voor de verkeersveiligheid. Dat zal mijn enige criterium zijn.
Mevrouw de minister, bedankt voor het antwoord. Mijnheer Huybrechts, dit is absoluut geen aanval op een of andere minister. Ik luid de alarmklok ten opzichte van de hele Vlaamse Regering, want we mogen dat niet uit het oog verliezen.
Mijnheer Peumans, in Nederland krijgt elke weg een veiligheidscode en mag maar een snelheidsbeperking worden ingesteld op het moment dat die weg voldoet aan een aantal criteria. In België wordt een zone 30 zomaar geplaatst, omdat men een zone 30 wil. U hebt volledig gelijk dat eerst de weg moet zijn aangepast voor we een zone 30 implementeren. Dat is een hint, want we moeten er ook eens werk van maken om veiligheidscodes aan onze wegen te geven en de snelheidslimieten daaraan aan te passen.
Het incident is gesloten.