Verslag plenaire vergadering
Verslag
Bespreking (Voortzetting)
De heer Van Eyken heeft het woord.
U komt nadien aan het woord, mijnheer Verstrepen.
Het gaat me om het principe. Ik vraag me af hoe de volgorde van sprekers wordt bepaald.
Ik zal geen betoog houden over de Septemberverklaring.
Mevrouw de voorzitter, mijnheer de minister-president, dames en heren, het is misschien wat lastig om de draad met de bespreking weer op te nemen. Wees gerust, ik zal niet doen zoals sommigen deze morgen, en u gedeeltelijk in het Frans toespreken. Ik zal dat volledig in het Nederlands doen.
Mijnheer de minister-president, uw eerste Septemberverklaring was die van een bedrijfsleider, die zijn ambities voor het komende jaar niet alleen aan zijn topmanagers voorstelde maar aan het hele bedrijf. Ik zou het kunnen samenvatten als volgt: hoewel wij de voorbije jaren lieten uitschijnen dat we een bloeiend bedrijf waren, is het zo dat we nog niet de top hebben behaald. Ambities dus om nog beter te presteren. De economie moet nog beter worden, beter presteren, het onderwijs beter afstemmen op het beroepsleven en er moeten meer 55-plussers terug in het arbeidscircuit geraken, de fiscale druk moet verlaagd worden, er moet worden geïnvesteerd. Alles draait om de economie en een beter presterend bedrijf.
Daarnaast slechts enkele paragrafen over cultuur en ontspanning. De Septemberverklaring was een koele, zelfs koude kijk op een economische realiteit. En de mensen daarin? Ik bleef op mijn honger wanneer het ging over de visie op onze samenleving: er komen geen nieuwe impulsen. Wat doen we met de vergrijzing? Met de groeiende vraag om de zorgen van deze steeds groter wordende bevolkingsgroep? Wat is de samenlevingsvisie van de Vlaamse Regering daarop? Hoe zal zij omgaan met de grote vraag naar opvang voor zorgbehoevenden?
En dan hebben we het onderwijs. Schooldirecteurs breken zich het hoofd over het onderhoud van hun gebouwen. Vaak worden leerkrachten en ouders ingeschakeld om de handen uit de mouwen te steken. Er worden benefietfeestjes georganiseerd om materiaal aan te kopen. Wat wordt er gedaan om de infrastructuren van onze onderwijsinstellingen te moderniseren en aan te passen aan de noden van de huidige pedagogiek?
Welke houding wordt aangenomen tegenover culturele problemen? Alle nieuwkomers aanzetten om Nederlands te leren is niet de oplossing waarmee alle problemen van de baan zullen geraken. Dit zal niet beletten dat er in grootsteden wijken zullen zijn waar inwoners van buitenlandse afkomst een grote meerderheid zullen vormen omdat de huisvesting er goedkoper is en vooral niet aan de maatstaven van ons Westers comfort voldoet. Wat wordt juist bedoeld met het inburgeringsbeleid uitbreiden tot oudkomers die een beroep doen op een werkloosheidsuitkering of een leefloon? Welke middelen zullen er worden aangewend om een sociale mix te creëren in onze grootsteden, om generatie-overschrijdende projecten uit te werken waar de bejaarden niet uitgerangeerd worden maar waar ze te midden van de jongere bevolking blijven leven?
Mijnheer de minister-president, in een paragraaf over Brussel zegt u: "Open en verdraagzaam, dat geldt ook voor onze relatie met Brussel, kruispunt van culturen en gemeenschappen." Welke rol wordt hierdoor aan Brussel toebedeeld? Beschouwt u het Brusselse Gewest als een volwaardig gewest? Er blijft in de politiek een haat-liefdeverhouding bestaan tegenover Brussel. Waar staat Brussel in het confederale project van de Vlaamse Regering?
Inzake mobiliteit stelt u dat onze toegangswegen niet mogen dichtslibben, maar duurzaam toegankelijk moeten worden gemaakt. U ijvert voor de verdieping van de Westerschelde, voor de Liefkenshoekspoorverbinding, de heringebruikname van de IJzeren Rijn en het START-project voor de luchthaven van Zaventem. Deze projecten maken geen deel uit van de sector van het wegverkeer. Nochtans hebben we de meeste problemen op onze wegen met de files.
Ik las onlangs een voorspelling dat het fileprobleem over enkele jaren zou duren tot middernacht. Het is alom gekend dat het fileprobleem en het tijdverlies dat hiermee gepaard gaat een groot verlies is voor onze economie. Elke dag stellen wij vast dat een incident op onze wegen verstrekkende gevolgen heeft. De monsterfiles zijn bijna een dagelijks fenomeen geworden. Kan het vervoer per spoor of via het water vandaag nog een alternatief bieden voor het vervoer over de weg? Is onze bedrijfswereld daar wel toe bereid? Of beantwoordt deze vervoersmodus aan de huidige bedrijfseisen?
Er is geen woord te bespeuren over de denkpistes van de Vlaamse Regering over de problematiek van de luchthaven en de lawaaihinder. Hoe zit het met het aantal nachtvluchten? Welke houding zal de Vlaamse Regering aannemen in de gesprekken met de nieuwe federale minister van Mobiliteit?
Mijnheer de minister-president, vanuit de invalshoek van het bedrijfsleven begrijp ik uw zorg, en in uw Septemberverklaring was er aandacht voor elk van uw ministers, maar concrete antwoorden op twee van de zes prioriteiten heb ik niet gehoord. Uw beleidsploeg engageert zich om de wachtlijsten terug te dringen. Hoe zal dit concreet gebeuren? U wilt burgers en bedrijven een betere dienstverlening garanderen. Welke concrete maatregelen zullen worden genomen gedurende het volgende jaar? Het is een Septemberverklaring met een grote economische, maar veel minder met een sociale en humane inslag.
Minister-president Peeters heeft het woord.
Mevrouw de voorzitter, beste collega's, ik wil alle sprekers van harte danken. Ik heb heel aandachtig geluisterd naar de betogen, en af en toe had ik de indruk dat mijn Septemberverklaring niet goed overgekomen is, of dat men iets anders gehoord heeft dan wat ik gezegd heb. Ik zou de hele Septemberverklaring opnieuw kunnen voorlezen, maar ik begrijp dat u daar geen vragende partij voor bent. (Gelach)
Enerzijds zegt men dat het nog altijd een vrij lange opsomming is, maar anderzijds verwijt men mij dat ik niet gesproken heb over Zaventem, over de missing links, enzovoort. Men moet weten wat men wil. Ik heb in deze Septemberverklaring zes prioriteiten gelegd waaraan ik in 2008, samen met de collega's, heel hard verder zal werken. Die zes prioriteiten zijn niet alleen economisch van aard. Ik denk dat wij de juiste prioriteiten gesteld hebben: de competentieagenda, innovatie, de wachtlijsten, het klimaatbeleidsplan, de bestuurlijke reorganisatie en een algemene politiek van lastenverlaging.
Men noemt deze prioriteiten economisch, ik zeg dat het een evenwichtig geheel is waarin ook het sociale en het culturele aspect aanwezig zijn. Voor het eerst is in een Septemberverklaring verwezen naar Documenta, naar de Koningin Elisabethwedstrijd, enzovoort, maar blijkbaar hebben sommigen dat allemaal niet gehoord. Uiteraard is het economische belangrijk in deze Septemberverklaring, maar er zitten ook heel duidelijk andere accenten in waar hard aan gewerkt wordt.
Men zegt dat ook de benchmarking economisch is. Mevrouw Vogels, ik heb u gezegd dat we op de derde plaats staan wat armoede betreft. We gaan ervoor zorgen dat we nog hoger op de ranglijst komen te staan. Armoede is een belangrijk probleem, maar je kunt het mijns inziens moeilijk economisch noemen. Bij de benchmarking is niet alleen het economische in aanmerking genomen, ook tal van andere elementen tellen daarin mee.
Vlaanderen in Actie is een belangrijk project dat mijn voorganger, de heer Leterme, gelanceerd heeft. In dat project zitten heel wat belangrijke analyses en uitgangspunten. Ik heb in de eerste plaats besloten om geen nieuw plan te lanceren. Het is heel belangrijk dat we na amper twee jaar niet met een nieuw plan aankomen, maar het bestaande plan, waar heel de regering achter staat, nu effectief verder uitvoeren.
Mevrouw Vogels, ik heb geen communicatiedeskundige ingehuurd om over te stappen van Vlaanderen in Actie naar Actie in Vlaanderen. Dat was een kleine bijdrage van mezelf, het was dus volledig gratis. Het geeft aan dat we niet met nieuwe plannen en discussies moeten komen aanzetten, maar dat er actie moet komen.
Aan de heer Dewinter, die bij zijn tussenkomst een Chinees spreekwoord citeerde, wil ik zeggen dat hij niet alleen moet luisteren naar onze woorden, maar vooral ook kijken naar onze daden. Wij hebben al op een aantal punten actie ondernomen - denk maar aan de competentieagenda van minister Vandenbroucke en zo meer - en andere projecten zijn volop in uitvoering. Het enige verschil is dat dit nu gepresenteerd wordt als Actie in Vlaanderen in plaats van Vlaanderen in Actie. De daden zijn de komende weken en maanden belangrijker dan de woorden. Ik ga ervan uit dat we daar met heel de Vlaamse Regering verder hard aan werken.
Er is al hard gewerkt maar we zullen daar in de toekomst een betere communicatie over voeren met de Vlamingen.
Ik weet niet of we nog ambitieuzer kunnen zijn dan we nu al zijn. Wij willen de topregio worden, niet alleen economisch maar ook op andere vlakken. Op basis van zes projecten zetten we daartoe de nodige stappen.
We hebben het daarstraks al gehad over BBB. Er worden veel kranten gelezen, wat op zich een goede zaak is. Wanneer die kranten echter onvolledige of onjuiste informatie geven, dan is het belangrijk dat wij dat hier rechtzetten.
Op dit moment zitten er 440 voltijdse equivalenten op de kabinetten. Het besluit laat er 490 toe. Er is dus geen sprake van 500 of meer. Minister Bourgeois kan dat bevestigen.
Wat de problematiek van de verankering betreft, heeft de heer Peeters daarstraks verwezen naar wat er in de Kempen is gebeurd. En dat is wellicht niet het laatste dossier. Wanneer we echter geen hefbomen en eigendomsstructuur in handen hebben, dan zijn we zwaar gehandicapt. Het verankeringsdebat dat vroeger is gevoerd, wil ik opnieuw aangaan. Ik wil immers nagaan hoe we bedrijven kunnen verankeren in Vlaanderen. We hebben dat al gedaan met Indaver, dat tegelijkertijd is verkocht en verankerd. We hebben daarvoor een mooie prijs gekregen. Minister van Begroting Van Mechelen kan dat bevestigen. Er zijn dus mogelijkheden maar daartoe moet een mentaliteitswijziging worden doorgevoerd. We moeten aan de 'captains of capital' laten weten dat het belangrijk is dat we zelf investeren in bedrijven die te koop staan, en niet toelaten dat de buitenwereld alles in handen krijgt.
Mijn collega's hebben al gereageerd op een aantal opmerkingen die hier zijn geformuleerd. Zo is minister Vanackere dieper ingegaan op het probleem van de wachtlijsten. Verder heeft minister Van Mechelen terecht onderstreept dat we de afgelopen jaren heel zuinig zijn geweest en extra inspanningen hebben geleverd. Daardoor kunnen we in 2008 1,263 miljard euro extra middelen investeren. Ik heb met al mijn collega's overleg gepleegd om er zeker van te zijn dat de prioriteiten die we voor 2008 hebben vastgelegd, de juiste zijn. Mijn collega's hebben schitterend werk geleverd en zullen dat ook in 2008 en 2009 doen.
Ik wil het ook even hebben over de staatshervorming. Er is hier vandaag heel wat Frans gesproken. Ik zal dat niet doen, maar ik wil wel een kleine bijdrage leveren. U weet dat ik de fiches die zijn opgemaakt in het kader van de staatshervorming, aan het parlement heb bezorgd. Aangezien hier echter steeds meer Frans wordt gesproken, heb ik de in het Frans vertaalde fiches bij me. Ik zal ze aan de voorzitter van het parlement bezorgen.
We hebben vandaag ons referentiekader voor de staatshervorming herhaald. De heer Dewinter luistert misschien nog altijd ergens mee. (Opmerkingen van de heer Filip Dewinter)
Nee, mijnheer Dewinter, u vergist zich. Uw collega's zullen u zo dadelijk wel vertellen wat ik allemaal heb gezegd. De reacties waren, hoe kan het anders, trouwens zeer interessant.
Wat de staatshervorming betreft, wil ik het toch even hebben over de stilte en de meerwaarde ervan. Het is natuurlijk het resultaat dat telt. Ik zal hier niet honderden keren hetzelfde herhalen en met mijn armen beginnen molenwieken. Het is heel duidelijk en ook in de Septemberverklaring staat het nadrukkelijk. Het heeft echter weinig zin om dat hier nog eens allemaal te herhalen. Vandaar dat ik tot op zekere hoogte respect heb voor de stilte en de meerwaarde ervan. (Gelach. Applaus)
Wat de vennootschapsbelasting betreft, mijnheer Dewinter, moet ik u zeggen dat u de resoluties niet meer kent. U zegt dat u ze bij hebt. Over de vennootschapsbelasting staat heel duidelijk dat we gaan voor een korting, voor een regionaal onderdeel van die belasting. De heer Peumans heeft het voorgelezen. Daar staat duidelijk in dat we gaan voor een korting.
Ik hoopte dat u die fout zou maken. Ik heb de tekst van de resolutie van het Vlaams Parlement van 3 maart van 1999 inderdaad bij. Het gaat hier over de uitbouw van de financiële en fiscale autonomie. Daarin staat over de versterking van de financiële en fiscale autonomie: "Fiscale autonomie van de deelstaten dient in de eerste plaats verstrekt via de volledige overdracht van de bevoegdheid inzake de personenbelasting."
Vennootschapsbelasting is niet hetzelfde als personenbelasting. Ik dacht wel dat u die fout zou maken en u hebt ze ook gemaakt. (Gelach. Applaus)
Ik heb in mijn toespraak geciteerd wat u in Trends hebt gezegd. Daar gaat het wel degelijk over de personenbelasting.
De twee, les deux! Bij de vennootschapsbelasting staat alleen korting. Daar had ik het daarnet over. U zei dat ik een fout had gemaakt. Lees even voor wat in de resolutie staat over de vennootschapsbelasting!
De heer Van Hauthem heeft het woord.
Mevrouw de voorzitter, ik zal kort zijn. Mijnheer de minister-president, u zegt dat u respect hebt voor de stilte. Ofwel zwijgt u, ofwel spreekt u. Als u a zegt, moet u ook b zeggen. Ik begrijp het niet als u zegt dat u respect hebt voor de stilte, zeker omdat op het federale niveau zaken aan bod komen die repercussies hebben op ons beleid en op bepaalde zaken die in ons regeerakkoord staan. Ik denk dan met name aan de resoluties: het regionaliseren van de personenbelasting, de vennootschapsbelasting, de korting enzovoort.
Als we nu vaststellen dat de onderhandelingen over, bijvoorbeeld, de personenbelasting absoluut niet in die richting gaan, dan vind ik dat de Vlaamse Regering niet moet zwijgen. Als we kijken naar het regeerakkoord - en ik veronderstel dat we u daarover toch nog mogen aanspreken - moet de Vlaamse Regering niet zwijgen. In dat regeerakkoord staat net een aantal doelstellingen.
Sommigen zullen misschien zeggen dat ze zich beklagen dat het Vlaamse regeerakkoord zo gedetailleerd is over zaken waarover de federale overheid een beslissing moet nemen. Dat is dan maar zo. Enerzijds bepaalde zaken in een Vlaams regeerakkoord opnemen en anderzijds samen met ons vaststellen dat de onderhandelingen inzake de resoluties in het regeerakkoord niet de goede richting uitgaan, dat kan niet. We vinden dat de Vlaamse Regering ook in de loop van de onderhandelingen kleur moet bekennen. Dat houdt iets meer in dan gewoon zeggen dat het om een referentiekader, een toetssteen gaat.
We zullen volgende week zien hoe er volgende week wordt gestemd over de motie die is ingediend naar aanleiding van het debat over de federale regeringsonderhandelingen. Ik vind het echter iets te gemakkelijk u in een mutisme te hullen terwijl er een heel duidelijk regeerakkoord is en terwijl u heel duidelijk kunt zien dat het niet de goede kant opgaat.
De minister-president van de Waalse regering doet daarover wel uitspraken. Maar hij heeft daarover zelfs geen eigen regeerakkoord. Wij hebben dat hier wel. En als wij daar vragen over stellen, dan zegt u dat u zwijgt en dat u de stilte respecteert. Dan blijft het bij vage intenties: 'referentiekader' en 'toetssteen'. Terwijl het voor ons een minimum minimorum is want het staat als dusdanig in het regeerakkoord. Beken nu eens eindelijk kleur met betrekking tot waar het volgens u nu naartoe moet. Zelfs naar aanleiding van het debat over de Septemberverklaring, en daarin het luik staatshervorming, is het ook voor de meerderheidspartijen absoluut niet duidelijk waar ze nu uiteindelijk zelf, conform hun eigen regeerakkoord, willen landen. (Applaus bij Vlaams Belang)
Ik ben verwonderd, mijnheer Van Hauthem. U spreekt over toegevingen, over pistes die worden bewandeld. Welke pistes? Waarover hebt u het? Hoe kan de Vlaamse Regering hier nu oordelen over onderhandelingen die bezig zijn en waarvan blijkbaar niemand echt weet wat er op dit ogenblik op tafel ligt? U komt hier in het Vlaams Parlement een regeringsleider vragen dat hij waardeoordelen zou vellen over iets dat nog niet bestaat?
Ik vraag geen waardeoordeel. Ik zeg dat hij zich actief moet mengen in het debat. Omdat het ook gaat over ons beleidsniveau. U hebt toch ook de formateursnota gelezen? De eerste én de tweede, enzovoort. Vandaag maken we in de kamercommissie Binnenlandse Zaken mee, mijnheer Van Rompuy, dat Pieter De Crem, voorzitter van de commissie, die gezegd had dat de commissie vandaag lang zou duren, om vijf uur vroeg om te stoppen. En wie heeft er voor gestemd voor het stoppen van de besprekingen deze week? Alle Franstaligen en de CD&V. Dan weten we welke kant het uitgaat.
Dit is het Vlaams Parlement. Wat aan de overkant gebeurt, daarvoor moet u aan de overkant zijn.
Ook nu zegt u dat dat federaal is. Dat is juist. Maar ook over Brussel-Halle-Vilvoorde, ik kan daar niets aan doen, staan er heel duidelijke zaken in uw Vlaams regeerakkoord. Ik mag u daar toch over aanspreken? Daarin staat toch dat de partijen zich engageren om onverwijld de wetsvoorstellen die ingediend zijn, goed te keuren? Ik mag u daar toch over aanspreken? Het staat toch in uw regeerakkoord? Blijkbaar is het vervelend dat parlementsleden de minister-president ondervragen over zijn eigen regeerakkoord. U had het er misschien niet moeten inzetten, maar dat is dan het probleem van deze meerderheid. Ik toets wat er aan de overkant gebeurt aan wat hier in dit Vlaamse regeerakkoord staat, ook wat Brussel-Halle-Vilvoorde betreft, en ik stel ook daar vast dat het nog geen millimeter is opgeschoven. Overigens, en ik zal u daarover nog ondervragen, zegt u dat er wat Brussel-Halle-Vilvoorde betreft verschillende mogelijkheden zijn. Excuseer, dat is niet waar. In uw Vlaams regeerakkoord staat er één mogelijkheid: onverwijld en zonder prijs. Dat staat er letterlijk in. Ik mag u daar toch over aanspreken? Als u vaststelt dat er allerlei pistes op tafel liggen, dan mogen wij toch zeggen: 'Maar, mijnheer de minister-president, reageer nu eens op basis van uw regeerakkoord.' Neen, u respecteert het stilzwijgen. Ik vind, mijnheer de minister-president en mijnheer Van Rompuy, dat het wat dat betreft absoluut niet de goede kant uitgaat.
Ik blijf altijd rustig en u mag mij blijven vragen stellen, dat is uw volste recht. Ik zal daarop blijven antwoorden. Ik heb 'de stilte' gezegd, niet 'het stilzwijgen'. Daar moet een nuance in worden aangebracht. Onlangs was er nog het interview waarin ik het had over de copernicaanse omwenteling. Als ik dan toch iets zeg, brengt dat meteen allerlei zaken teweeg. Ik heb niet gezwegen. Maar op een bepaald moment telt het resultaat. Als je in de media stoere taal verkoopt, is het de vraag of dat gevolgen heeft voor de onderhandelingen en of dat de juiste werkwijze is. "De stilte heeft een meerwaarde" betekent in eerste instantie: let op wat je communiceert en hoe je verder de zaken aanpakt. U mag er zeker van zijn: het regeerakkoord en de resoluties vormen het uitgangspunt en het referentiekader. Mijnheer Dewinter zei: "Ik wil nog eens van u in alle duidelijkheid horen of de regering nog altijd het standpunt inneemt dat die resoluties en wat in het regeerakkoord staat het referentiekader en de toetssteen vormen." Ik heb drie, vier keren herhaald dat dat zo blijft. Maar de heer Van Rompuy heeft gelijk - misschien een beetje meer dan ik, wat niet valt uit te sluiten - als hij zegt dat er op dit moment weinig op tafel ligt.
U moet zich maar zorgen maken wanneer op het federale niveau zaken zouden worden gezegd en beslist waar discussie over kan zijn op basis van de resoluties. U zult me daar dan opnieuw over ondervragen. (Opmerkingen van de heer Joris Van Hauthem)
Er is een verschil tussen zorgvuldig communiceren en het resultaat.
Mijnheer Dewinter, ik hoop dat de vennootschapsbelasting is uitgeklaard. De heer Peumans had het terecht over PPS en dergelijke. Er is in de Septemberverklaring een keuze gemaakt. Er zijn een aantal terechte aanvullingen aangebracht, zoals de evaluatie van PPS. Ook de dialoog met de andere regio's is belangrijk en daar zijn we mee bezig om concrete dossiers op te lossen. Ik hoop vrij snel resultaten te boeken om aan te tonen dat dit de juiste manier van aanpakken is.
Mijnheer Caron, het is belangrijk te onderstrepen dat we ook oog hebben voor de zwakken. In mijn tekst stond 'winnen'. U vertaalt dat naar de koers en de fiets. We rijden ook voor de zwakken om hen extra te ondersteunen. Mevrouw Gennez vroeg terecht om de juiste impulsen te geven aan onder andere gemeenschapsdiensten. De bevoegde ministers zullen daar de nodige aandacht aan besteden en belangrijke beslissingen nemen.
De Vlaamse administratie heeft gezegd dat 85 percent van het regeerwerk is uitgewerkt of opgestart. VRIND- en andere enquêtes tonen aan dat 90 percent van de Vlamingen godzijdank gelukkig is, maar zich zorgen maakt over de toekomst. Daar is het om te doen. Daar gaat 'Actie in Vlaanderen' over, om de toekomst voor de sterken en zwakken, voor iedereen in Vlaanderen te winnen, om dat woord nogmaals te gebruiken.
De koude uitstraling zal waarschijnlijk aan mijn persoon liggen, maar deze Septemberverklaring is er een met veel passie waar men warm van wordt, niet van de woorden maar van de daden die eruit voortvloeien. (Applaus bij de meerderheid)
Vraagt nog iemand het woord? (Neen)
De bespreking is gesloten.