Verslag plenaire vergadering
Actuele vraag over de berichten inzake besparingen op de veiligheid van de Oosterweelverbinding en de reactie ter zake van de BAM
Verslag
De heer Penris heeft het woord.
Mevrouw de voorzitter, dames ministers, als er vandaag één job is die ik niet zou willen doen, is het wel die van woordvoerder van de BAM. De man in kwestie wordt weliswaar niet slecht betaald en hij wordt bovendien begeleid door een van de beste en duurste reclameadviesbureaus in Vlaanderen, maar toch heeft hij het moeilijk. Zijn instelling slaagt er immers telkens in om in het oog van de storm te belanden, en elke keer moet de woordvoerder de zaken zien recht te trekken. Dat is geen gemakkelijke opdracht. En telkens als hij denkt klaar te zijn, begint het verhaal opnieuw.
In juni dachten de leden van de commissie die de hele geschiedenis volgt dat ze alles wisten en dat alles in een keurig opgesteld rapport stond. Afgelopen vrijdag kwam de krant De Morgen echter met het bericht dat er toch weer iets aan de hand is waarvan we niet op de hoogte zijn. De krant meldde dat er een nieuw terechtwijzend bericht - dat is een aanvulling op een oorspronkelijk lastenboek - verschenen was. In dit dossier was er een oorspronkelijk lastenboek waaraan alle kandidaat-deelnemers moesten voldoen. Sinds dat eerste boek zijn er al zeven - wij wisten niet dat het er zoveel waren - terechtwijzende berichten gekomen die het contract moeten helpen verduidelijken.
Het zevende en laatste bericht stelt dat de laatst overgebleven kandidaat-bouwer zal moeten besparen. De rekening zal niet meer mogen bedragen dan 1,85 miljard euro. De bouwer zal moeten besparen op een aantal essentiële elementen in zijn constructies. Hij zal moeten besparen op het gebruikte beton, de hoogte van de tunnel, de lengte van de aanloopstroken voor de tolhuisjes, de dikte van de branddeuren en de eventuele brandbestrijding. Hij zal kortom moeten besparen op een aantal elementen die betrekking hebben op de veiligheid van de gehele constructie. En daar heeft de publieke opinie het moeilijk mee.
In een aantal dossiers mag en moet men besparen. Voor mijn part mag men besparen op het esthetische aspect van zo'n grote constructie, maar op de veiligheid kan en mag men nooit besparen.
Het feit dat De Morgen dat nieuws uitgebracht heeft en dat de publieke opinie daar bezorgd over is, wijst erop dat we in dit dossier niet goed bezig zijn. De bevoegde ministers hebben dat ook al met zoveel woorden toegegeven. Minister Van Mechelen drukte het nog voorzichtig uit: hij heeft een aantal zaken opgevraagd en eist dat de betrokkenen tekst en uitleg komen geven bij de nieuwe toelichtende nota. Minister Van Brempt gaat een stap verder en zegt onomwonden dat niet mag worden bespaard op de veiligheid. Ze verwijst naar het onderzoek dat het Rekenhof momenteel voert naar de rechtmatigheid van het gunningsproces. Als het Rekenhof vaststelt dat het spel niet volgens de regels gespeeld is, moeten er maatregelen genomen worden, zegt ze.
Mevrouw de minister, ik neem dat u namens de hele Vlaamse Regering kunt antwoorden. Hebt u het laatste terechtwijzende bericht al ontvangen? Hebt u tekst en uitleg gevraagd? Hoe reageert u op het feit dat wordt beknibbeld op veiligheidsinvesteringen?
U zegt dat er maatregelen genomen moeten worden als het Rekenhof bepaalde onregelmatigheden vaststelt. Aan welke maatregelen denkt u dan?
De heer Peumans heeft het woord.
Mevrouw de voorzitter, dames en heren ministers, ik begin met een citaat uit de beleidsverklaring van 2001 van toenmalig minister-president Dewael: "Dit najaar legt minister Steve Stevaert een ontwerp van decreet Beheermaatschappij Antwerpen aan het parlement voor. Dit ontwerp richt een operationeel instrument op om belangrijke en noodzakelijke infrastructuurwerken van het Antwerpse Masterplan aan te vatten. In Antwerpen viel daarbij de keuze op het strategisch project Oosterweel."
Binnenkort krijgen we de achtste voortgangsrapportage. Ik vind het dan ook wat vervelend dat we nu opnieuw een aantal vragen moeten stellen. Het terechtwijzend bericht nummer zeven was aangekondigd bij de laatste voortgangsrapportage door Jan Van Rensbergen. Als ik echter de crisiscommunicatie lees in de kranten sinds het artikel van Douglas De Coninck in De Morgen is verschenen, dan raak ik verontrust door een aantal zaken.
Een van de argumenten is dat de veiligheidsvereisten voor tunnels op het trans-Europees netwerk reeds bestaan sinds 2004. Die zijn decretaal verankerd tijdens de periode toen de heer Peeters nog minister van Openbare Werken was. Ik lees echter dat men overweegt om in het viaduct te evolueren van drie naar twee rijstroken, met een koppeling naar de veiligheid van de tunnel. Ik baseer me op de uitleg in de kranten van Patrick Debaere, de projectleider.
Volgens de woordvoerder van de BAM, de heer Orbaen, waren de vereisten die tot nu toe in het lastenboek stonden, waanzinnig. Na het lezen van nog een aantal andere reacties stel ik me de vraag wat er nu eigenlijk aan de hand is met de BAM en met Noriant. Ik heb al meermaals gevraagd hoe men aan het bedrag van 1,8 miljard euro komt. Ik heb daar nog altijd geen antwoord op gekregen. Ik lees in de krant dat het voorstel van Noriant 2,2 miljard kost. Waar zit het verschil? Gaat het om maatregelen die nu worden genomen en waardoor het project goedkoper wordt zodat het kan worden toegewezen?
Mevrouw de minister, ik heb ook heel duidelijk gevraagd welke communicatieprestaties nu worden geleverd. Ik heb 3,5 maand moeten wachten op het antwoord op die schriftelijke vraag. Het antwoord dat ik heb gekregen, is heel uitgebreid, maar u stuurt me met een kluitje in het riet. Ik wil graag op korte termijn volledige duidelijkheid krijgen over wat er precies aan de hand is met het terechtwijzend bericht zes en zeven. Ik hoop dat ik naast een antwoord, ook de nodige schriftelijke elementen krijg zodat we de berichtgeving uit de kranten kunnen beoordelen.
Minister Van Brempt heeft het woord.
Mijnheer Penris, ik stel u gerust: de BAM heeft een heel goede woordvoerder. De heer Nick Orbaen doet dat in vaak moeilijk omstandigheden. De BAM is dan ook niet op zoek naar een nieuwe woordvoerder.
Er wordt veel gezegd en geschreven over de BAM. Vaak gaat het om terechte kritische vragen, maar vaak gaat het ook over zaken die voor interpretatie vatbaar zijn en die aanleiding geven tot verkeerde interpretaties.
Wat het aspect veiligheid betreft, herhaal ik wat ik al eerder heb gezegd, namelijk dat er geen sprake van kan zijn te beknibbelen op veiligheid.
Dat is eigenlijk een heel logische uitspraak, en ook minister Van Mechelen heeft dat gezegd. Er kan niet worden beknibbeld op de veiligheid van de nieuwe constructie. De BAM is het daar uiteraard volledig mee eens. Ik verwijs ook naar de uitgebreide persconferentie van vorige maandag. U kunt ook alle documenten terzake inkijken. Dat moet een eerste inzicht verschaffen over de discussie in verband met het soort beton, het soort branddeuren enzovoort.
Voor alle duidelijkheid, de BAM moet met de toekomstige aannemer onderhandelen over de uiteindelijke kostprijs. Het is niet alleen een opdracht, maar de verdomde plicht van de BAM om dat te doen. Ze moet nagaan hoe de kosten kunnen worden gedrukt. Dat staat zelfs los van de cap die de regering voorop heeft gesteld, met name de befaamde 1,85 miljard euro. Los daarvan is het de plicht van de BAM om te onderhandelen over het drukken van de kosten voor die constructie. Ik zou iedereen die een huis bouwt of verbouwt, aanraden hetzelfde te doen. Natuurlijk moet dat niet leiden tot het opbouwen van een onveilige steunmuur.
Ik wou zeker die politieke boodschap geven omdat ik, net zoals u, bang ben dat bij de publieke opinie de idee zou ontstaan dat voor een heel belangrijke cap de veiligheid in het gedrang zou komen. Daar kan natuurlijk geen sprake van zijn. Ik kan dat niet genoeg benadrukken.
Zo kom ik bij het tweede aspect van de vraag van de heer Penris, namelijk over het rapport van het Rekenhof. Ik veronderstel dat u enkel blij kunt zijn dat de regering het rapport bijzonder au sérieux neemt. Zoals steeds als het om dit project gaat, gaan we er zeer voorzichtig mee om. Tot het rapport er is, moeten volgende stappen met veel voorzichtigheid worden gezet. Dat is een vraag van de parlementsleden. Die vraag wordt ook ondersteund door de regering.
Het is trouwens in dat rapport dat de terechtwijzende berichten, de TWB-berichten, zullen worden bekeken. Het gaat met name om de verhouding tussen de TWB-berichten en het feit dat voordien al twee aannemers niet zijn opgenomen in de verdere procedure. Die verhouding zal ook daar worden bekeken. Ik stel voor dat we wachten tot de audit van het Rekenhof er is. Dat duurt niet meer zo lang.
Het is nogal evident en logisch dat we er conclusies uit zullen trekken. Ik kan niet zeggen wat die zullen zijn, want ik weet niet wat in het rapport zal staan. Als echter in het rapport staat dat er problemen zijn met de procedure, dat er zaken gebeurd zijn die niet door de beugel kunnen, dan moeten we daar de gepaste conclusies uit trekken. In eerste instantie is dat het aanwijzen van de verantwoordelijke. In tweede instantie moeten we dan ook ten gronde het project bekijken. Ik ga er immers van uit dat er op dat moment een probleem is met het maatschappelijk draagvlak. Ik wil hiermee enkel zeggen dat we het rapport van het Rekenhof bijzonder au sérieux nemen.
Als uit het rapport blijkt dat er geen fouten gemaakt zijn, hoop ik ook dat we met uw steun vooruitgang kunnen boeken. Ik meen dat ook ten zeerste. Het Masterplan is een heel belangrijk plan voor de regio Antwerpen. Dat geldt voor het hele plan, inclusief de Oosterweelverbinding. Het is belangrijk dat nog eens te benadrukken.
We hebben het vandaag - terecht - over de veiligheid van die verbinding. De veiligheid van de hele mobiliteit in Antwerpen hangt echter samen met het masterplan. Ik denk dan aan de onveiliger wordende Antwerpse ring door het toenemende vrachtwagenverkeer. In de toekomst kan dat verkeer niet meer door de Kennedytunnel, maar moet dan via de nieuwe Oosterweelverbinding rijden. Dat leidt tot een spectaculaire vooruitgang van de verkeersveiligheid om en rond Antwerpen. Dat is één van de vele redenen waarom het Masterplan moet worden voltooid.
Ik herhaal echter dat we de resultaten moeten bekijken van de audit van het Rekenhof. Ik stel voor dat we daarop wachten, ook als het gaat om de relatie met de TWB-berichten.
Minister Crevits heeft het woord.
Collega's, er is al veel gezegd. Eerst en vooral sluit ik me aan bij de woorden van minister Van Brempt.
Aanvullend wil ik het nog hebben over twee elementen. Ik heb het zelf nog niet gecommuniceerd, ook nog niet in de media. Het hele halfrond heeft een en dezelfde wens, met name dat het project voldoet aan alle veiligheidsnormen die initieel werden aangenomen. De regels, wetten, decreten en alle reglementeringen daarover moeten strikt worden gevolgd. Dat is uw en mijn bezorgdheid, en de bezorgdheid van iedereen.
U hebt daarnet heel correct aangestipt dat er terechtwijzende berichten zijn gestuurd. Dat is een gebruikelijke techniek. Het is van belang, en dat is meteen ten dele een antwoord op de vraag van de heer Peumans, dat we het kader scheppen met de voorwaarden waaraan zo'n bericht moet voldoen. Je kunt het bestek aanvullen of veranderen zodat het project beter wordt, maar er zijn drie elementen waaraan steeds moet worden voldaan. Dat is ook hier het geval en het zal deel uitmaken van de studie van het Rekenhof. Eerste voorwaarde: de eerdere besluitvorming mag door een terechtwijzend bericht niet terug op de helling worden geplaatst. Tweede voorwaarde: de scope - de oorspronkelijke krachtlijnen van het ontwerp - mag niet op de helling komen te staan. Drie: het gelijkheidsbeginsel mag niet worden geschaad. Alle terechtwijzende berichten, ook de nummers zes en zeven, moeten voldoen aan deze drie voorwaarden.
Gisteren heeft de BAM op een persconferentie heel uitvoerig uiteengezet waarom zij meent dat de terechtwijzende berichten nodig zijn en waarom aan alle voorwaarden, ook de drie genoemde, werd voldaan. Volgens mij was die persconferentie heel duidelijk. Mijnheer Peumans, u zegt de persberichten niet te vinden op de website. Ik heb de persberichten bij me. Ik heb ze zelf gevonden en wil ze u gerust straks bezorgen zodat u ze nog eens kunt nalezen. De communicatie over deze zaak is toch heel duidelijk.
Wat betreft uw opmerking over de communicatie: er is aan u inderdaad een heel uitvoerig antwoord bezorgd op een schriftelijke vraag. Er is straks in de bevoegde commissie opnieuw een bespreking van de voortgangsrapportage. Ik stel dan ook voor en ik reken erop en ik ben ervan overtuigd dat het hele communicatieluik op deze plaats zal worden besproken. Ik denk dat u een van de eminente woordvoerders in dit debat zult zijn. Er is gisteren door de BAM zelf heel duidelijk en volgens mij volledig gecommuniceerd over de noodzaak van de terechtwijzende berichten zes en zeven.
Dank u, mevrouw de voorzitster. Geachte ministers, ik ben blij dat u beiden onderstreept dat veiligheid belangrijk is en belangrijk blijft. U weet dat de BAM voor het viaduct uiteindelijk heeft gekozen voor een dubbeldeksconstructie. Dat is sowieso al minder veilig dan een enkeldeksconstructie. En binnen de dubbeldeksconstructies heb je nog varianten. De collega's die hun parlementair werk doen, zijn uiteraard in het bezit van het brandveiligheidsdocument dat de vergelijking maakt tussen de twee dubbeldeksconstructies - de niet weerhouden en de wel weerhouden dubbeldeksconstructie - en weten dat de Noriantconstructie inzake brandveiligheid veel minder geschikt is dan de niet goedgekeurde Lorovariant. Zowel rookafwikkeling als hitteontwikkeling zijn gevaarlijker in de Noriantconstructie, die we uiteindelijk zullen behouden. Dat heeft alles te maken met de gekozen bouwmethode. Ik hoop dat we, als er ooit iets met die constructie gebeurt, nog allemaal in de spiegel zullen kunnen kijken. Ik beschik over elementen die zouden kunnen suggereren dat de optie die we uiteindelijk hebben behouden, niet de veiligste is.
Tot daar aan toe. Maar wat nu belangrijker is, is de procedure. We hebben een nieuw terechtwijzend bericht, bericht nummer zeven. We wisten dat het ging komen. Ik neem aan dat we dat stuk, dat ik nog niet heb kunnen inkijken, aan het Rekenhof zullen kunnen overmaken. Het is voor het Rekenhof van essentieel belang met de inhoud van dit stuk rekening te kunnen houden bij de toetsing die het Rekenhof op dit ogenblik moet uitvoeren. Ik hoop dat we op de een of andere manier officieel in het bezit van dit stuk zullen worden gesteld. Anders moeten we de BAM vragen dat zij het zeer snel, voor zover het al niet is gebeurd, overmaakt aan het Rekenhof, met het uitdrukkelijke verzoek dat het Rekenhof ook met deze nieuwe laatste elementen rekening houdt in zijn eindbeoordeling.
Dank u wel, dames ministers. Enkele antwoorden die ik heb gekregen, lokken misschien weer nieuwe vragen uit. Als minister Crevits zegt dat zij mij het persbericht zal bezorgen, zegt dat natuurlijk iets over de communicatie van de BAM.
Met alle respect, maar er zijn journalisten die de opmerking maken dat ze die persberichten zelfs niet op de website van de BAM kunnen vinden. We zijn dus verkeerd bezig.
Het lijkt me de logica zelve dat veiligheid boven alles staat. Twee dingen kunnen er echter bij mij niet in. Ten eerste, er is tot nu toe 60 of 70 miljoen euro uitgegeven aan erelonen voor studiebureaus. Dat is bijna 3 miljard Belgische frank! Dat mag eens worden gezegd. Nu moet plots worden overwogen of er van drie naar twee rijstroken wordt gegaan. Ten tweede moet er nu blijkbaar een nieuwe studie worden uitgevoerd in verband met de verkeersstromen, die nagaat of we van drie naar twee rijstroken moeten gaan. Ik heb dat via de pers vernomen. Ik vraag me af wat er dan op voorhand eigenlijk is bestudeerd, zelfs door buitenlandse consultants? Dat getuigt niet van een goede aanpak van dit dossier.
De heer Decaluwe heeft het woord.
De heer Peumans had het over veiligheid. Zoals minister Crevits zegt, is de procedure wat ze is, met de terechtwijzende berichten dat daarover wordt onderhandeld en dat naar alternatieven wordt gezocht, zoals de stootbanden. Dat is logisch. Ik ben het met minister Van Brempt eens dat wat ook de uitkomst is, er aan alle basisnormen moet worden voldaan inzake veiligheid, brandweer, Europese normen enzovoort. Daar kan geen discussie over zijn.
We moeten nagaan wat de verantwoordelijkheid is van de mensen van de BAM zelf. Als ik de commentaar lees over de Europese richtlijn, dan wisten ze al op het ogenblik dat het bestek werd opgemaakt wat die normen waren. Ze moesten enkel nog in een decreet worden gegoten. De BAM is lichtzinnig met die elementen omgegaan. Hetzelfde geldt voor de communicatie. Men lekt bewust naar kranten. Men communiceert barslecht in het parlement en barslecht naar buiten. De heer Peumans heeft een punt. Ik vraag de Vlaamse Regering om er werk van te maken en de regeringscommissarissen de opdracht te geven dat ze nagaan of aan alle voorwaarden wordt voldaan. Het gaat om zeer dure communicatie. We zitten al aan een sommetje van meer dan 1,1 miljoen euro.
Ik wil nogmaals de discussie openen over hoe het contract tot stand is gekomen en hoe de controle is gebeurd. Naar mijn aanvoelen is dit niet correct gebeurd. We moeten daar zeer kritisch mee omgaan. De mensen van de BAM zelf hebben de negatieve perceptie gecreëerd met betrekking tot dit mooie project.
Ik heb nog een aanvullende vraag over drie of twee rijstroken. Geen enkele Europese richtlijn zegt over hoeveel rijstroken het moet gaan, maar heeft het wel over veiligheid en pechstroken. Heeft het daar iets mee te maken? Mevrouw de minister, als die aanpassing van drie naar twee gebeurt, dan zal het uitzicht of het profiel op een bepaalde manier veranderen. Zal de kwaliteitskamer daar ook nog een oordeel over geven? Dat is belangrijk.
Minister Van Brempt, u verwijst naar het Rekenhof en ik heb daar alle vertrouwen in. Blijkbaar zullen tot december of januari de gevolgen worden bestudeerd. De BAM kan slechts onomkeerbare beslissingen nemen als er zicht is op alles. Van drie naar twee rijstroken heeft mobiliteitseffecten, effecten op de tolheffing enzovoort. We moeten goed weten waar we aan toe zijn. Als dat allemaal is vervuld, pleit iedereen ervoor om zo snel mogelijk dit project te starten in een positieve perceptie.
De heer Caluwé heeft het woord.
Mijnheer Peumans, u vroeg waar de 1,85 miljard cap vandaan komt?
Minister Van Mechelen heeft die vraag in de commissie al beantwoord. De tolopbrengsten worden pessimistisch ingeschat. Men gaat niet uit van wat men gemiddeld mag verwachten. Men gaat dus niet uit van het oorspronkelijke bedrag van 262 miljoen aan opbrengsten, maar van 232 miljoen. Ervan uitgaande dat de bouw integraal wordt gefinancierd met de tolopbrengsten, mag de maximale bouwkost 1,85 miljard euro bedragen. Als dat de bouwkost is, heeft men de zekerheid dat het project integraal met de tolopbrengsten wordt betaald. Als in de toekomst wijzigingen aan het project worden aangebracht die mobiliteitseffecten hebben, dan moet natuurlijk de weerslag op de tolopbrengsten worden herbekeken en de maximale bouwkost worden herberekend.
Mevrouw de voorzitter, ik wil hier drie zaken aankaarten. Een: zoals al is gezegd, zijn de terechtwijzende berichten aanvullingen op lastenboeken. Als ik de afgelopen drie jaar op dat vlak overschouw, dan vind ik dat de BAM niet consequent in overeenstemming handelt met wat de maatschappij op de persconferentie van afgelopen maandag heeft gezegd. Mijns inziens prutst men met de terechtwijzende berichten aan de fundamentele uitgangspunten van het bestek. Ik vermoed dat dit gebeurt om op de kosten te besparen.
Zo diende terechtwijzend bericht nummer 4 of 5 om te zeggen dat enkel een dubbeldeksbrug mogelijk is. Er wordt nu een fundamentele wijziging aangebracht die ervoor moet zorgen dat de kostprijs met 100 of misschien zelfs 200 miljoen euro vermindert. Zoals de heer Penris zegt, vind ik het logisch dat het Rekenhof ook de terechtwijzende berichten 6 en 7 onderzoekt. Dat is de logica zelve.
Twee: als ik de krantenberichten mag geloven, dan zitten de rijstroken niet in de terechtwijzende berichten. Er gebeurt een onderzoek. Zal dat leiden tot een wijziging van het beleid? Verkeersstroomstudies uit het verleden hebben aangetoond dat drie volwaardige rijstroken een minimum is. Wie zal daaruit conclusies moeten trekken: de BAM of de regering?
Drie: in een Belgabericht zag ik dat de Vlaamse Automobilistenbond (VAB) aan de regering en de BAM een aantal vragen stelt. De VAB vraagt om een aantal aspecten opnieuw te bekijken. De organisatie heeft het dan onder meer over het feit dat de Kennedytunnel voor het vrachtverkeer zou worden afgesloten. De VAB vraagt zich ook af of het tracé van de Oosterweelverbinding wel het beste tracé is. Kunnen beide ministers meedelen of de BAM of de regering dat zal onderzoeken?
Ik ben het eens met wat de meeste sprekers hebben gezegd. Er is een dubbele afspraak. Tot de heer Daems wil ik zeggen dat we ons daarop moeten focussen. Een welles-nietesdiscussie over de vraag of de terechtwijzende berichten de uitgangspunten hebben gewijzigd en de procedures verkeerd zijn afgewerkt, heeft geen zin. We moeten het rapport van het Rekenhof afwachten, en de commissievoorzitter of ikzelf zullen goed nagaan of alle terechtwijzende berichten daarin zijn opgenomen.
We wachten dat rapport af en dan moeten we hier geen welles-nietesspelletje meer spelen. We zullen er de gepaste conclusies uit trekken.
De tweede afspraak is de voortgangsrapportage van begin november. Daar zullen de andere discussiepunten over communicatie enzovoort verder besproken kunnen worden.
Mijnheer Caluwé, ik heb daarnet de voorwaarden voor de terechtwijzende berichten geciteerd. Het Rekenhof controleert dus of de procedure correct gevoerd is. Een van de voorwaarden om een terechtwijzend bericht te kunnen uitvaardigen is net dat de scope niet mag worden gewijzigd. Men kan nu geen voorwaarden meer gaan stellen waardoor het project fundamenteel van initiële scope zou wijzigen. Ik veronderstel niet dat er in het Rekenhof enkel maar techniekers zijn die inhoudelijk kunnen zien. Maar het is wel zo dat elk terechtwijzend bericht dat geformuleerd wordt, aan die drie criteria moet voldoen, ook nummer zes en nummer zeven. De rijstrokendiscussie staat niet in nummer zes en ook niet in nummer zeven.
Ik dank iedereen voor zijn tussenkomst. Het belangrijkste is dat de twee laatste terechtwijzende berichten deel gaan uitmaken van het dossier dat in het Rekenhof ligt. Over het rijstrokenaantal hebben we nog geen enkele formele aanwijzing dat daarover nieuwe pistes in omloop zouden zijn. We hebben een aantal suggestieve vragen in die richting gehad. Er zijn de suggesties in de pers. Maar ik neem aan dat we de BAM daarover zelf ter verantwoording kunnen roepen op het moment dat we hen hier mogen ontvangen.
Ik hoor de heer Daems zeggen dat het verminderen van drie naar twee rijstroken niet in het terechtwijzend bericht staat. Ik heb vandaag het persbericht van BAM gelezen. Ik lees wat ik lees in de kranten over wat de projectleider van dit project zegt: "Wij doen op dit moment een onderzoek om van drie naar twee rijstroken te gaan op het viaduct." Dat lees ik in de krant en dat heeft volgens mij een aantal serieuze consequenties. We vallen eigenlijk van de ene verbazing in de andere want de antwoorden van beide ministers roepen nieuwe vragen op. Dat wijst erop dat dit project van kwaad naar erger gaat. Ik volg dit project al drie jaar in dit parlement. Ik kan nooit met goed nieuws over de BAM komen.
Het incident is gesloten.