Verslag plenaire vergadering
Verslag
Dames en heren, aan de orde is de verklaring van de Vlaamse Regering betreffende de algemeen maatschappelijke situatie en betreffende de krachtlijnen van de begroting 2008.
Minister-president Peeters heeft het woord.
Mevrouw de voorzitter, dames en heren Vlaamse volksvertegenwoordigers, beste collega's, de Vlaamse Regering begint aan haar vierde en dus voorlaatste beleidsjaar. Van de ruim 900 projecten uit het regeerakkoord is inmiddels meer dan 85 percent gerealiseerd of in uitvoering. De regering zit dus op schema om de prioriteiten van haar regeerakkoord tegen midden 2009 waar te maken. Volgens de recente VRIND-enquête is meer dan 90 percent van de Vlamingen tevreden, maar de meesten van hen zijn tezelfdertijd nogal pessimistisch over de toekomst en vrezen dat hun kinderen het moeilijker zullen hebben dan zijzelf.
De Vlaamse Regering wil daarom vandaag zeker één boodschap meegeven: wij kunnen ons geen stilstand of achteruitgang veroorloven. Willen wij een uitdagende toekomst geven aan onze jeugd, een boeiend leven aan onze actieve mensen, aan onze ondernemers, een veilige haven aan onze ouders, zieken, armen en personen met een handicap, dan zal er meer actie moeten komen in Vlaanderen. Een actie waarbij iedereen gelijke kansen krijgt om mee aan de toekomst te bouwen.
In dat perspectief, mevrouw de voorzitter, beste collega's, zet de Vlaamse Regering onverdroten haar werk verder en zal zij onder meer zes belangrijke beleidslijnen van het regeerakkoord verdiepen in 2008.
Ten eerste, de uitvoering van de competentieagenda om talent maximaal tot zijn recht te laten komen en iedereen gelijke kansen te bieden om competenties te ontwikkelen. Onze samenleving schreeuwt om talent. Vlaanderen heeft dat talent, maar het moet meer ontwikkeld en bevorderd worden.
Ten tweede, de uitvoering van het innovatiepact om onderzoek en ontwikkeling te stimuleren. Vlaanderen heeft uitmuntende onderzoeksinstellingen en onze bedrijven leveren inspanningen op het vlak van O&O, maar we behoren vooralsnog niet tot de top-innovatieregio's.
Ten derde, het terugdringen van de wachtlijsten in de zorg door de inzet van bijkomende middelen.
Ten vierde, de uitvoering van het klimaatbeleidsplan met het oog op onze duurzame ontwikkeling.
Ten vijfde, de vruchten plukken van de bestuurlijke reorganisatie door de kwaliteit van de dienstverlening aan de burgers en de ondernemingen te optimaliseren.
Ten slotte, het voeren van een algemene politiek van lastenverlaging.
De begroting voor 2008 bevestigt dat de Vlaamse Regering investeert in de toekomst. Deze Vlaamse Regering is en blijft een investeringsregering. Ook volgend jaar investeren we in onze prioritaire aandachtspunten, in talent en in zorg, in innovatie en in duurzaamheid, in cultuur en in sport, in onze administratie, in mobiliteit en in onze havens en luchthavens.
Mevrouw de voorzitter, beste collega's, elke mens streeft ernaar gelukkig te zijn. Het is de essentiële opdracht van de Vlaamse Regering om de voorwaarden te creëren waaronder elke Vlaming geluk kan vinden en zijn levensplan kan realiseren. Daarom moet de Vlaamse Regering vooruitzien. En om vooruit te kunnen zien, moet zij weten waar Vlaanderen staat vandaag. Pas dan kunnen we door reflectie en door actie de problemen van vandaag oplossen en de uitdagingen van morgen aanpakken.
Welnu, collega's, waar staat Vlaanderen? De Vlaamse administratie heeft een vergelijkende studie gemaakt van 130 Europese regio's. In die internationale vergelijking bevindt Vlaanderen zich in de hogere middenmoot, maar we behoren nog niet tot de Europese topregio's. En daar, collega's, moet onze ambitie liggen.
Het vergelijkend onderzoek toont onze hoge productiviteit en onze performante sociale zekerheid. Tegenover die sterke troeven staan ook enkele zwakke punten: een lage werkzaamheidsgraad bij de beroepsbevolking tussen 55 en 64 jaar, hoge loonkosten, nog geaccentueerd door een zware fiscale druk en enkele duurzaamheidsindicatoren die tegenvallen als gevolg van onder meer onze beperkte oppervlakte, dichte bevolking en industriële weefsel.
Mevrouw de voorzitter, collega's, tegen die achtergrond is de uitdaging waarvoor we staan ambitieus. We moeten een dynamische economische groei realiseren en tegelijk ook sociaal en ecologisch erop vooruit gaan. Pas dan zullen we geslaagd zijn. De groei verzekert immers onze welvaart en legt de basis voor ons welzijn. De duurzaamheid bestendigt die groei voor de komende generaties.
Mevrouw de voorzitter, dames en heren, beste collega's, ruim een jaar geleden, op 11 juli 2006, stelde de Vlaamse Regering haar project 'Vlaanderen in Actie' voor. Als opvolger van Yves Leterme heb ik kunnen vaststellen dat er al heel wat actie in Vlaanderen is gekomen. De eerste van de 34 VIA-projecten zijn ondertussen al volledig uitgevoerd, de andere zijn volop in uitvoering en verschillende nieuwe projecten staan op stapel.
Vlaanderen kan en mag geen vrede nemen met een plaats ergens in het midden van het peloton van de Europese regio's, de zevenentwintigste bijvoorbeeld, als het op het bruto binnenlands product per inwoner aankomt. Vlaanderen kan pas tevreden zijn als het zich op een duurzame wijze in de absolute top hijst van de Europese regio's. Om die uitdaging aan te gaan, moet Vlaanderen visionair, internationaal en ambitieus zijn.
In de komende weken en maanden zal de Vlaamse Regering krachtig het voortouw nemen van 'Actie in Vlaanderen' en we zullen op drie niveaus werken. Ten eerste zal elke minister de concrete projecten die hij of zij op 10 juli 2006 heeft toegezegd, afwerken. We zitten op schema voor de meeste van de 34 projecten, zoals voorzien is dat ze worden afgerond. Maar onze ambitie reikt veel verder. De Vlaamse Regering zal daarom, ten tweede, in permanente dialoog met dit parlement, de lokale besturen , het middenveld en de bevolking, en in samenwerking met het Sociaal-economisch Forum, nieuwe projecten op touw zetten.
En ten slotte zullen we door communicatie en informatie de Vlamingen actief betrekken bij de verwezenlijking van deze gedeelde ambitie. 'Actie in Vlaanderen' is bovenal een kwestie van de mentaliteit van eenieder. Het is niet alleen de Vlaamse Regering die in actie moet komen. De Vlaamse Regering verwacht ook een positieve reactie van heel Vlaanderen en van elke Vlaming. De winnende ploeg heeft niet altijd de beste spelers of de beste techniek, maar wel altijd een ijzersterke wil om te winnen.
Winnen begint op school. Onderwijs is het instrument bij uitstek om mensen kansen te geven en talenten tot ontwikkeling te laten komen. Daarom zorgt de Vlaamse Regering voor onderwijs dat goed is voor de sterken en sterk voor de zwakken. Het onderwijs in Vlaanderen is kwalitatief van wereldklasse. Kwantitatief halen we hoge participatiecijfers in het kleuter- en hoger onderwijs, maar veel, te veel leerlingen, waaronder naar verhouding veel allochtonen, moeten een jaartje overdoen. Van de jongeren verlaat 10 percent de secundaire school zonder diploma of getuigschrift. In Vlaanderen gaat veel, te veel talent verloren, en dat mag niet, zeker niet in een kennismaatschappij en een kenniseconomie als de onze. We moeten voluit gaan voor elk talent.
Dat begint met iedereen gelijke kansen op onderwijs van hoge kwaliteit te geven. Dit jaar hebben we de grondslag gelegd voor een sterke kostenbeheersing in het basisonderwijs. Volgend schooljaar voeren we de maximumfactuur in, zodat de keuze van de ouders niet langer hoeft te worden bepaald door de kosten die een school aanrekent. Het nieuwe financieringssysteem zal voor heel wat extra middelen zorgen, die kostenbeheersing mogelijk maken. Het moet tegelijkertijd het sluitstuk worden van het gelijkekansenbeleid in het onderwijs. Hierdoor zullen scholen met meer kansarme leerlingen over meer middelen kunnen beschikken.
Gelijke kansen creëren heeft echter niet alleen met centen te maken. Het heeft ook te maken met warme en sterke scholen, die openstaan voor problemen van kansarme kinderen en hun ouders, maar ook eisen durven te stellen en grenzen doen respecteren. Een vroege kleuterparticipatie, een weloverwogen studiekeuze, de strijd tegen spijbelen, de betrokkenheid van ouders bij de school en een volgehouden aandacht voor de Nederlandse taal zullen ertoe bijdragen dat op termijn nog maar weinig jongeren die middelbare school zonder diploma verlaten.
In het hoger onderwijs is, 40 jaar na de eerste democratiseringsgolf, een nieuwe, tweede democratiseringsbeweging nodig, om bijkomende talentenreserves aan te boren. Met een performant en kwaliteitsbedreven financieringssysteem moeten de universiteiten en de hogescholen de motor worden van gelijke kansen, talentontwikkeling en kenniscreatie. De mooie inschrijvingscijfers voor het nieuwe academiejaar aan onze universiteiten wijzen erop dat we in de goede richting gaan.
Mensen hebben altijd meer waardering voor wie werkt met het hoofd dan voor wie werkt met hoofd en handen. We moeten het beeld verbeteren van de technische beroepen en van onderwijsopleidingen die daarop voorbereiden. Techniek en technologie moeten een vanzelfsprekend onderdeel worden van de vorming in iedere schoolloopbaan. De competentieagenda fungeert als convergentiepunt van maatregelen die de wereld van het leren en die van het werken dichter bij elkaar brengen. Voor de periode 2007-2009 is hiervoor 38 miljoen euro uitgetrokken. Met onder meer het Actieplan Wetenschapsinformatie streven we ernaar om het aantal hogere diploma's in wiskunde, wetenschappen en technologie tegen 2010 met 15 percent te verhogen, zeker bij de meisjesstudenten, die gemiddeld meer humane wetenschappen studeren.
Mevrouw de voorzitter, beste collega's, talentontwikkeling houdt niet op aan de schoolpoort. Ook in het levenslang en levensbreed leren zijn er bijkomende inspanningen nodig. Het aandeel van de Vlamingen dat er opleiding volgt, neemt de jongste jaren lichtjes toe, maar met 8,4 percent zitten we nog altijd een flink stuk onder de Lissabondoelstelling van 12,5 percent in 2010. Ook voor het bereiken van die doelstelling zal de competentieagenda uitermate nuttig zijn.
Als Vlaanderen economische groei wil realiseren, heeft het niet alleen talenten nodig, het heeft talenten nodig die zich willen ontwikkelen tot ondernemers. Ondernemen is het risico durven nemen om nieuwe wegen in te slaan en om nieuwe dingen te doen. Ondernemerszin is de zin om dat zelf te doen en we moeten jongeren die zin, die 'goesting', doen krijgen. Vlaanderen heeft te weinig jonge ondernemers, al doen de allochtonen het hier opvallend goed. Welnu, in 2008 kan elke jongere alvast één week lang ondernemen. Met de tweede editie van de ondernemersklasseweek, een van de concrete projecten van 'Vlaanderen in actie', brengen we in februari 2008 het ondernemerschap opnieuw naar de klassen van het secundair onderwijs.
Ondernemen moet opnieuw een werkwoord zijn. Een waaier van financieringsinstrumenten helpt de ondernemers te starten en te groeien. ARKimedes, de Winwinlening, de waarborglening, het Business Angels Network Vlaanderen en het Vlaams Innovatiefonds beginnen op volle kracht te komen. Via de ondernemerswebsite van Vlaanderen kunnen ondernemers vandaag op een gebruiksvriendelijke manier een beroep doen op de steuninstrumenten van de Vlaamse overheid.
Mevrouw de voorzitter, collega's, ondernemen is economisch noodzakelijk, maar moet maatschappelijk en ecologisch verantwoord zijn. Op 5 oktober vindt een 'Vlaanderen in actie'-rondetafelconferentie over dit thema plaats. Wie de wereld wil verwonderen, heeft ruimte nodig om te ondernemen. In 2008 investeert de Vlaamse Regering in voldoende kwalitatieve ruimte om te ondernemen en wordt een regelgevend kader uitgewerkt dat juridisch vorm geeft aan ruimtelijke autonomie. Innovatie en onderzoek en ontwikkeling creëren economische groei en welvaart. Om aansluiting te vinden bij de Europese kennismaatschappij hebben we, ook voor de innovatie in onze industrie, voldoende middelen nodig. Een opstap van 75 miljoen euro in de begroting van 2008 en nog eens 25 miljoen euro in 2009 zorgen ervoor dat de afspraken van het Innovatiepact worden nageleefd. De Vlaamse Regering heeft bovendien beslist om de toekomstige begrotingsoverschotten prioritair in te zetten voor onderzoek en ontwikkeling.
Naast middelen hebben we ook een goed onderbouwd instrumentarium nodig. Vlaanderen voert een beleid op basis van feiten en cijfers. Alleen een moedig innovatiebeleid dat onze tekortkomingen onder ogen ziet en alternatieven aangeeft, kan Vlaanderen op wereldniveau handhaven. Daarom is een expertenwerkgroep gevraagd om tegen volgende maand het Vlaamse innovatie-instrumentarium grondig door te lichten.
Innovatie is mensenwerk. In een kleine regio zonder grondstoffen zijn hersenen ons kapitaal. Het Odysseus- en het Methusalemprogramma leggen de hoekstenen voor een volwaardig academisch excellentiebeleid. De rechtstreekse dialoog die de Vlaamse Regering is aangegaan met de onderzoekers onder de noemer 'Hersentoer' zal leiden tot een volwaardig actieplan ter bevordering van de onderzoeksloopbaan.
Mevrouw de voorzitter, dames en heren, innovatie betekent ook samenwerken: van de wetenschap naar de industrie en het zakenleven, en van de industrie en het zakenleven naar de wetenschap.
Het Industrieel Onderzoeksfonds aan de universiteiten wordt gevoelig versterkt. Omgekeerd verhogen we de betrokkenheid van de bedrijfswereld bij het strategisch basisonderzoek.
Kennis en innovatie zijn echter niet beperkt tot 'spitstechnologie' of 'toponderzoekers'. Ze zijn een zaak van ons allemaal. Innovatie is dé manier, de enige manier om onze hele economie, onze hele industrie, onze hele dienstensector te doen draaien. Innoverend werken staat daarom haaks op hokjesdenken. Het innovatiebeleidsplan betrekt alle sectoren en alle beleidsdomeinen bij de noodzakelijke mentaliteitswijziging. Van biotechnologie over gezondheidszorg tot bejaardenzorg: in 2008 innoveert iedereen, om alle mensen werk te geven, ook de minder geschoolden.
Want inderdaad, hoewel er een krapte is op de Vlaamse arbeidsmarkt, slagen we er nog niet in alle mensen werk te geven. Bij een lage werkloosheid van 5 percent bedraagt de werkzaamheidsgraad van de 55-plussers nauwelijks meer dan 30 percent, maar de inspanningen van de VDAB en het activeringsbeleid beginnen hun vruchten af te werpen. Met de tewerkstellingspremie voor 50-plussers en via het specifieke wervingsinstrument Jobkanaal moedigen we bedrijven aan oudere werknemers in dienst te nemen. Ook het onlangs opgestarte expertisecentrum Leeftijd en Werk, en de 'ervaringsclubs' van de VDAB en de vakorganisaties hebben als doel oudere werkzoekenden te laten doorstromen naar duurzaam werk.
We zouden nóg beter kunnen doen indien het werkgelegenheidsbeleid volledig op het Vlaamse niveau gecoördineerd zou worden. (Applaus bij het Vlaams Belang)
Bij bedrijfsherstructureringen, zoals er vorige week enkele werden aangekondigd, verwachten we van de ondernemingen dat ze ernstige inspanningen doen om nieuwe jobperspectieven te creëren voor de getroffen werknemers, onder meer via een degelijk outplacementaanbod. De Vlaamse Regering zal haar deel doen via het Herplaatsingsfonds en de tewerkstellingscellen. In de schoot van het Vlaams Agentschap voor Ondernemen werd een subcommissie preventief bedrijfsbeleid opgericht in overleg met de SERV-partners. Deze subcommissie zal adviezen geven die specifiek gericht zijn op het voorkomen en oplossen van ernstige continuïteitsproblemen in ondernemingen.
Daarnaast zal de Vlaamse Regering door flankerend ondersteuningsbeleid en nieuwe ruimtelijke en infrastructurele werken bijdragen aan de creatie van nieuwe opportuniteiten, onder meer in het kader van het Economisch Netwerk Albertkanaal. Onze groeimogelijkheden worden geconditioneerd door de ecologie: zonder duurzaamheid geen menswaardige groei. Het is precies de creatieve innovatie die verhindert dat het tot een verstandshuwelijk moet komen tussen economie en ecologie. Slimme uitvindingen en verstandige investeringen zullen ervoor zorgen dat mens en natuur een nieuw evenwicht vinden.
De Vlaamse Regering blijft investeren in de waterkwaliteit. De enkele nog ontbrekende grote zuiveringsstations zijn nu in aanbouw, het gemeentelijke rioleringsnet wordt versneld uitgebouwd, en het regenwater wordt afgekoppeld van de riolering.
Verder werkt de Vlaamse Regering aan een nieuw decreet Ruimtelijke Ordening en heeft Vlaanderen ook een strategie voor zijn 20.500 hectare vervuilde industriële terreinen, de zogenaamde brownfields. Door het Brownfielddecreet ontstaat een win-winsituatie: het terrein wordt gereinigd door de privépartner die het aan voorwaarden krijgt die de reiniging de moeite waard maken.
De opwarming van de aarde blijft een van de grote wereldwijde uitdagingen. Over twee maanden, op 26 november 2007, heeft in het kader van Vlaanderen in Actie de tweede grote Vlaamse Klimaatconferentie plaats. Er wordt gerapporteerd over het Vlaams Klimaatbeleidsplan 2006-2012 en nagedacht over 'wat na Kyoto', want een post-2012 Klimaatverdrag zal noodzakelijk zijn.
Vlaanderen moet dus energie besparen, of beter gezegd: iedereen moet energie besparen. Het energieprestatieplan wordt daarom het speerpunt van onze actie in 2008. Iedereen, elke bewoner, ook de huurder van een sociale woning en de beheerder van een schoolgebouw, moet de E-waarde van zijn pand kennen. De actie wordt ondersteund door de netbeheerders. Tezelfdertijd loopt een programma van energierenovatie en worden energieconsulenten ingezet. In het onderwijs wordt geïnvesteerd in energiezuinige en passieve schoolgebouwen. Ten slotte zullen we door een uitgekiend mobiliteitsbeleid ons energieverbruik verder beperken.
Mevrouw de voorzitter, collega's, moet Vlaanderen besparen op energie, het spaart alvast zijn creatieve talenten niet. Wie deze zomer naar het theaterfestival in Avignon geweest is, wie in Kassel Documenta ging bekijken, wie, dichter bij huis, de Koningin Elisabethwedstrijd voor piano volgde, of wie dezer dagen even de tijd neemt om in de Louizawijk in Brussel Cityscape van Arne Quinze te bezichtigen, beseft hoezeer onze creatieve krachten, en met name onze kunstenaars hun land vooruit zijn en de samenleving een voorbeeld van talent en een spiegel van openheid en verdraagzaamheid voorhouden.
Voor de openheid en verdraagzaamheid van onze samenleving zijn cultuur, sport, jeugdverenigingen en volwassenenorganisaties van onschatbare waarde. Ze maken onze samenleving warmer en brengen mensen bij elkaar. De Vlaamse Regering zal nog sterker inzetten op participatie door het stimuleren van een rijk en verscheiden aanbod, door het aanspreken van zoveel mogelijk mensen en groepen, niet het minst kinderen en jongeren.
Mevrouw de voorzitter, beste collega's, de Vlaamse samenleving is een veelkleurige, interculturele samenleving. Interculturaliteit respecteert en stimuleert de identiteit van mensen, want enkel mensen die zich zeker voelen en gerespecteerd in hun eigenheid, vinden aansluiting bij onze samenleving, vanuit een gevoel van verbondenheid en vertrouwen. Hierdoor groeien ook hun engagement en hun daadwerkelijke betrokkenheid.
De diversiteit van onze samenleving is een verrijking en houdt veel kansen in, maar zet ook de sociale samenhang onder druk. Het inburgeringsbeleid geeft aan nieuwkomers die zich permanent in Vlaanderen willen vestigen, een ruime toegangspoort. Precies omdat het belangrijk is een minimale kennis van het Nederlands te hebben en inzicht in de basisregels van onze samenleving, scherpen wij de sancties op het weigeren van een inburgeringstraject aan. Het inburgeringsbeleid wordt uitgebreid tot oudkomers die een beroep doen op een werkloosheidsuitkering of een leefloon. Tegen het einde van de legislatuur zullen jaarlijks bijna 30.000 mensen een inburgeringstraject volgen.
In een open en verdraagzaam Vlaanderen heeft iedereen recht op gelijke kansen. Vlaanderen mag en zal discriminatie nooit tolereren. Het decreet Gelijke Behandeling is een eerste stap om iedereen die gelijke kansen te geven. Op het terrein is een belangrijke taak weggelegd voor de Vlaamse integratiesector, die hervormd zal worden tot een echte diversiteitsector.
Open en verdraagzaam, dat geldt ook voor onze relatie met Brussel, kruispunt van culturen en gemeenschappen. De Vlaamse Regering blijft zich ten volle voor haar hoofdstad engageren, met een leefbaar project waarin participatie, diversiteit, verbondenheid en respect voor de ander centraal staan. Vlaanderen neemt vanuit al zijn bevoegdheden een duidelijke verantwoordelijkheid op voor de Brusselse bevolking, wat vorige week nog bleek uit de uitbreiding van de zorgverzekering en de thuiszorg.
Brussel is een venster waardoor Vlaanderen met een open blik op de wereld kijkt. Indien wij in de internationale competitie vooruitgang willen boeken, moeten wij zwaar inzetten op onze positie als exportregio bij uitstek.
Tachtig percent van de Belgische export is Vlaams. In 2006 groeide onze export nog met meer dan 5 percent. Op het vlak van export is Vlaanderen in hoge mate en misschien wel te afhankelijk van de nabije buurlanden. Het grootste deel van onze uitvoer gaat naar de vijf buurlanden. De Europese Unie is goed voor bijna 75 percent, de verre markten voor slechts 25 percent. Met de buurlanden moeten we onze banden versterken op een pragmatische maar ook op een institutionele wijze, zoals door grensoverschrijdende samenwerkingsverbanden. Ik heb het dan over de Euregio's aan de grenzen van Limburg en West-Vlaanderen.
Ook met verre landen zoals China en India moeten we de banden aanhalen door onder meer maximaal gebruik te maken van onze technologie-attachés. De bedrijven ter plaatse moeten we heel gericht benaderen, in samenwerking met de Vlaamse Raad voor Wetenschapsbeleid en in samenspraak met de O&O-clusters in Vlaanderen.
Wij moeten streven naar een immer positieve balans, niet alleen naar een positieve handelsbalans in termen van importexport. We moeten ook meer brains invoeren dan we uitvoeren, dat is de zogenaamde 'reverse brain drain'. Vlaamse eigenaars moeten meer ondernemingen in het buitenland overnemen dan er Vlaamse bedrijven door buitenlanders worden overgenomen. Dat is wat ik bedoel met de zogenaamde 'reverse take over'. Dit is geen kwestie van bekrompenheid, maar integendeel van ambitie. Een land of een regio kan zich maar handhaven als zijn bewoners zelf een aantal hefbomen in handen houden. Vlaamse innovatiekracht en Vlaams ondernemerschap in een zelfbewust en flexibel Europa zijn daartoe onmisbaar.
Europa, of de Europese Unie, waarbinnen Vlaanderen het beleid mee vorm geeft, is goed voor meer dan 60 percent van onze regelgeving. Vlaanderen moet maximaal en in het vroegste stadium wegen op het Belgische aandeel in het Europese besluitvormingsproces. De voorbereiding van dit proces is al aanzienlijk verbeterd. Wij zijn overtuigde 'Europeeërs'.
Met een grotere Vlaamse impact op het Europese besluitvormingsproces komt ook een grotere verantwoordelijkheid. Wij werken daarom aan een verdere verbetering van de omzetting van Europese richtlijnen in Vlaamse regelgeving. De volgende zeven jaar stroomt ruim 925 miljoen euro aan Europese middelen naar Vlaanderen. We moeten die steun optimaal gebruiken, want elke niet gebruikte euro is een verloren euro.
Wanneer Brussel een poort is op de wereld voor Vlaanderen, dan is Vlaanderen een poort op Europa voor de rest van de wereld. Onze toegangswegen mogen dan ook niet dichtslibben, maar moeten duurzaam toegankelijk worden gemaakt. De verdieping van de Westerschelde, de Liefkenshoekspoorverbinding, de heringebruikname van de IJzeren Rijn en het START-project voor de luchthaven van Zaventem getuigen van deze ambitie. Onze rol als toegangspoort creëert een intense logistieke activiteit die drager is van een belangrijke toegevoegde waarde, die constant, in samenwerking tussen overheid en industrie, geoptimaliseerd moet worden. De uitbouw van een geïntegreerde Flanders Port Area voor de vier Vlaamse zeehavens is daar een heel goed voorbeeld van.
Ook in Vlaanderen mogen de wegen niet dichtslibben. Nu de basismobiliteit gerealiseerd is, blijft er nood aan meer openbaar vervoer, vooral op plaatsen waar de vraag het grootst is. Door gericht te investeren in nieuwe lijnen, tramprojecten en stationsomgevingen, zal het openbaar vervoer voor nog meer verplaatsingen een volwaardig alternatief worden. Omdat het regulier openbaar vervoer nooit alle mobiliteitsnoden zal kunnen lenigen, werd dit jaar het Pendelfonds opgericht waarmee al 32.000 werknemers worden bereikt.
Duurzame mobiliteit is ook veilige mobiliteit. Er komt ook een geïntegreerd veiligheidsplan en een offensief beleid van verkeerseducatie. En in het handhavingsbeleid worden voor het eerst digitale flitscamera's ingezet.
Mevrouw de voorzitter, collega's, zoals in het verkeer probeert Vlaanderen ook in de zorg te voorkomen liever dan te genezen. In 2008 zoomen we in op de gezonde voeding en beweging op school, en voeren we de strijd tegen drugs, alcohol en tabak op. We innoveren de preventieve aanpak van darmkanker en onderbouwen beter de voorkoming van zelfdoding, onder meer door het thema van de geestelijke gezondheid bij de publieke opinie bespreekbaar te maken.
In de kinderopvang en de jeugdhulpverlening versterken we het aanbod en voeren we vernieuwde en vernieuwende methodologieën in. In het verlengde daarvan vermeld ik de actie rond inschakeling van jonge werkzoekenden in het jeugdwerkloosheidsplan in dertien steden, een plan dat vruchten afwerpt en afgeworpen heeft, in het bijzonder voor de jonge werkzoekende allochtonen. En om die reden wordt het jeugdwerkloosheidsplan uitgebreid tot heel Vlaanderen.
Een zorgaanbod voor personen met een handicap versterken we door vanaf 1 september 2008 het aanbod te verhogen. Daarvoor zetten we op jaarbasis meer dan 32 miljoen euro in. Zo realiseren we de komende jaren een betekenisvolle knik in de ontwikkeling van de wachtlijsten. Daarnaast biedt de krapte op de arbeidsmarkt perspectief voor een betere integratie van personen met een handicap op die arbeidsmarkt.
Wij blijven bekommerd om onze ouders, en willen het hen mogelijk maken zo goed mogelijk voor zichzelf te zorgen. Senioren blijven immers het liefst zo lang mogelijk zelfstandig. Indien zij lang in goede gezondheid zijn, heeft dat trouwens een belangrijke impact op de uitgavenontwikkeling voor gezondheids- en ouderenzorg. De Vlaamse Regering voert met het Ouderenbeleidsplan 2006-2009 meer dan ooit een 'inclusief' beleid. De thuiszorg is daarvan één aspect, waarop we in 2008 bijkomend inzetten door de uitkering van de zorgverzekering te verhogen. Maar een inclusief beleid veronderstelt veel meer dan zorg alleen, en het vergt een gecoördineerde actie in alle beleidsdomeinen: welzijn en gezondheid, arbeid, huisvesting en mobiliteit, onderwijs.
Mevrouw de voorzitter, collega's, hoewel Vlaanderen welvarend is, mogen we niet uit het oog verliezen dat er ook vandaag bij ons mensen in armoede leven en uitgesloten worden. Vlaanderen staat met 10 percent armen op de derde plaats inzake armoedebestrijding, samen met Nederland. Maar een regio die de ambitie heeft tot de wereldtop te behoren, kan en mag daarmee geen vrede nemen. Het belangrijkste wapen tegen armoede is arbeid en, daarbij aansluitend, onderwijs en opleiding. Een ander cruciaal wapen is de huisvesting. Arbeid, opleiding en sociale huisvesting, dat zijn Vlaamse bevoegdheden, althans gedeeltelijk.
Wonen is duur geworden. De Vlaamse Regering blijft inzetten op het aanmoedigen van eigendomsverwerving, en helpt actief in het creëren van een aanbod van betaalbare bouwgronden. Maar voor de Vlamingen die niet in staat zijn zelf te bouwen of een bestaande woning te verwerven, betrachten we de betaalbaarheid van privéhuurwoningen te verzekeren. Door de uitbreiding van het toepassingsgebied van het huursubsidiestelsel, kan het aantal nieuwe begunstigden stijgen van 1700 naar 10.000 per jaar. De nieuwe huurprijsberekening voor sociale woningen garandeert de betaalbaarheid voor alle sociale huurders, in het bijzonder die met de laagste inkomens.
Iedereen heeft recht op energie. Om menswaardig te leven wordt niet langer 6, maar 10 ampère gratis ter beschikking gesteld. In 2008 zal bovendien, in uitvoering van het decreet dat dit parlement heeft aangenomen, nog enkel in gevallen waar indicaties zijn van misbruik tot het afsluiten van de elektriciteit worden overgegaan.
Mevrouw de voorzitter, beste collega's, solidariteit houdt niet op aan de grenzen. Naast de vierde wereld aan onze voordeur is er de derde wereld ver weg van hier. De Vlaamse Regering neemt de 0,7-percentnorm ernstig. Het totaalbedrag dat de Vlaamse Regering besteedt aan ontwikkelingssamenwerking is verdrievoudigd sedert 2000 en bedraagt ongeveer 35 miljoen euro. Daarvan gaat het grootste gedeelte naar de bilaterale samenwerking met onze drie partnerlanden: Zuid-Afrika, Mozambique en Malawi. Ruim een kwart van de middelen wordt ingezet in de strijd tegen hiv en aids.
Mevrouw de voorzitter, dames en heren, de Vlamingen willen een krachtig bestuur. Daartoe is een toegankelijke voorspelbare en efficiënte overheid nodig en een klantvriendelijke dienstverlening.
De operatie van de drie B's - Beter Bestuurlijk Beleid - was uiteraard geen doel, maar een middel om de kwaliteit van de dienstverlening te verhogen. De Vlaamse Regering zal op geregelde tijdstippen nagaan of die kwaliteit effectief gerealiseerd is en zal vanzelfsprekend, in overleg met dit parlement, bijsturen waar nodig.
Eind vorig jaar keurde de Vlaamse Regering een algemeen dienstverleningscharter goed. De klant mag immers rekenen op een redelijke behandelingstermijn van zijn vragen en op een helder en correct gemotiveerd antwoord. Het is onze taak om de medewerkers en de middelen van de Vlaamse overheid zo efficiënt mogelijk in te zetten. In dit kader startten we twee jaar geleden met een 'geen groei, geen snoei'-operatie. We moeten dit beleid actief voortzetten, en gericht op zoek gaan naar verdere verhoging van de efficiëntie.
Sinds begin 2005 zijn de administratieve lasten voor burgers en bedrijven met meer dan 39 miljoen euro afgenomen. Er wordt hard gemeten en gewerkt om nieuwe en vergaande administratieve lastenreducties te verwezenlijken.
In 2008 wordt de tweede fase van de lastenverlaging voor werkende Vlamingen doorgevoerd, zoals was afgesproken in het regeerakkoord. En in het kader van diezelfde politiek van lastenverlaging besliste de Vlaamse Regering de gezinnen en de bedrijven vrij te stellen van de Eliaheffing en de gemeenten daarvoor te compenseren. Dat komt neer op een belastingvermindering van liefst 83 miljoen euro. Deze beslissing is meteen de aanzet tot het Fiscaal Pact tussen de Vlaamse Regering en de gemeenten. Voor het Fiscaal Pact is in de meerjarenbegroting een bedrag gereserveerd van 25 miljoen euro voor 2008, oplopend tot 75 miljoen euro voor 2009.
In de begroting 2008 hebben we de budgettaire ruimte die ontstaan was als gevolg van het voorzichtige budgettaire beleid van de voorbije jaren daarvoor maximaal benut. De beleidskredieten voor 2008 bedragen 23,4 miljard euro. Dit is 1,2 miljard euro meer dan in 2007. Ik wil nadrukkelijk onderstrepen dat we tijdens de vorige drie jaren een hoger overschot hebben geboekt dan aanvankelijk met de federale regering was afgesproken. Omdat wij tijdens de vorige jaren een deel van onze middelen niet hebben uitgegeven, kunnen we in 2008 meer besteden. De Vlaamse Regering kan u overigens verzekeren dat de Vlaamse overheid tegen het einde van 2008 schuldenvrij zal zijn.
U ziet, mevrouw de voorzitter, dames en heren, er zit niet alleen actie in Vlaanderen, ook de Vlaamse Regering is zeer actief. Die actie is noodzakelijkerwijze veelzijdig, maar ze dient slechts één doel: Vlaanderen maken tot één van de meest dynamische en aantrekkelijke regio's om te wonen en te werken, met een brede kijk op de wereld en met oog voor de toekomst.
Openheid en verdraagzaamheid, en bereidheid tot samenwerking en dialoog, ook en meer dan ooit tevoren met de andere gewesten en gemeenschappen in dit land: dat is en zal ons handelsmerk zijn.
Voor een beter Vlaanderen is er nog meer Vlaanderen nodig. Vlaanderen heeft de voorbije kwarteeuw immers bewezen dat het zijn autonomie meer dan waard is: wat we zelf gedaan hebben, hebben we niet altijd, maar toch in de meeste gevallen beter gedaan.
De huidige federale discussies over de staatshervorming geven Vlaanderen de kans om meer Vlaanderen te worden, en op duurzame wijze nieuwe bevoegdheden te verwerven. Ik heb het dan over het integrale werkgelegenheidsbeleid. Maar daar mag het niet bij blijven. Ik herhaal nogmaals dat de vijf resoluties van het Vlaams Parlement van 3 maart 1999, die ook zijn opgenomen in het regeerakkoord, ons referentiekader blijven.
Als er vandaag één handicap is die een efficiënt en slagkrachtig beleid bemoeilijkt, dan is het de versplintering van bevoegdheden tussen het federale en het deelstatelijk beleid. Samen met dit parlement is de Vlaamse Regering vragende partij voor homogene bevoegdheden die de burger in staat stellen zich tot één loket te wenden en die het de bevoegde overheid mogelijk
maken om daadkrachtig te handelen, zonder overmatig door andere beleidsniveaus te worden gehinderd.
In het bijzonder de bevoegdheden die greep geven op de sociaaleconomische hefbomen moeten aan de deelstaten worden toevertrouwd. Pas dan, als die staatshervorming gerealiseerd is, als meer bevoegdheden op het Vlaamse niveau homogeen kunnen worden uitgeoefend, zal de Vlaming in zijn dagelijkse actie de eenvoud, de kracht en de kwaliteit van een bestuur ervaren waar zij of hij recht op heeft.
Mevrouw de voorzitter, collega's, de Vlaamse Regering vraagt uw steun, uw medewerking, uw inzichten en uw vertrouwen om haar toe te laten om dit ambitieus programma te realiseren. Van haar kant zal de Vlaamse Regering alles doen wat in haar macht ligt om goed en efficiënt met u te blijven samenwerken en om u tijdig te informeren en te consulteren. Op die manier willen wij samen met u bouwen aan de droom die ons elke dag drijft: een open en verdraagzaam, competitief en welvarend, gezond en zorgzaam Vlaanderen; een Vlaanderen van gelijke kansen.
Ik vraag dat het parlement zich in een stemming over deze verklaring uitspreekt. Ik dank u. (Applaus bij de meerderheid)