Verslag plenaire vergadering
Verslag
De heer Daems heeft het woord.
Mevrouw de voorzitter, mevrouw de minister, collega´s, ik heb een boek meegebracht dat ik gisteren heb gekocht in de Standaard Boekhandel. Ik denk dat het een aanrader is voor iedereen in dit halfrond. Het is trouwens niet zo duur, het kost 34 euro. Ik heb het vooral meegebracht omdat het een zeer wetenschappelijk gefundeerd werk is dat bovendien heel mooi is geïllustreerd en toegankelijk is geschreven. Het is geschreven door de diensten van de minister, het INBO, en met de medewerking van het Agentschap voor Natuur en Bos.
De inhoud van dit boek is niet echt om vrolijk van te worden. Een aantal kranten heeft er de afgelopen dagen al een stuk over geschreven. De kwaliteit van de natuur, samengevat onder de moeilijke term biodiversiteit, gaat erop achteruit. Het is Eckhart Kuijken zelf, tot voor kort administrateur-generaal van het INBO, die de steen in de kikkerpoel heeft gegooid. Volgens hem is de staat van de Vlaamse natuur ronduit belabberd.
Het INBO heeft zich in dit boek gebaseerd op de Europese beschermde natuurgebieden, bij ons beter gekend als de vogel- en habitatrichtlijngebieden, samen goed voor 163.000 hectare in Vlaanderen. Op zich is dat een vrij indrukwekkend cijfer. In vergelijking met de rest van Europa is dat echter niet bijster veel. Het is dan ook belangrijk dat dit areaal goed wordt beheerd en dat de biodiversiteit ervan wordt bevorderd.
Mevrouw de minister, u beschikt over tal van kapstokken om daar werk van te maken. Zo is er het Vlaamse regeerakkoord, het Structuurplan Vlaanderen, het milieubeleidsplan en de Europese wetgeving die bepaalt dat de instandhoudingsdoelstellingen moeten worden gerealiseerd. We hebben het decreet integraal waterbeheer, het decreet natuurbehoud enzovoort. Mijnheer de minister-president, ik heb die kapstokken de afgelopen drie jaar meermaals, jammer genoeg meestal tevergeefs, gebruikt om meer aandacht te vragen voor de kwaliteit van de natuur. In het verleden waren we wel bondgenoten voor het toegankelijk maken van natuurgebieden en bossen. We waarderen de inspanningen die u hebt geleverd voor het creëren van bosgroepen in Vlaanderen, waardoor de bossen gebiedsdekkend toegankelijker zijn gemaakt.
Maar jammer genoeg is het niet, of amper, gelukt voor wat de versterking van de kwaliteit van natuur, van de biodiversiteit betreft. Dat is net waar het boek over gaat. Dat zou bijvoorbeeld vertaald kunnen worden door verhoogde budgetten voor de aankoop van kwetsbare gebieden, van natuurgebieden, zelfs van landbouwgebieden, maar ook door iets daadkrachtiger vooruit te gaan bij de afbakening van die kwetsbare gebieden die voor ons belangrijk zijn, zoals het Vlaams Ecologisch Netwerk, u zeker niet onbekend.
Mevrouw de minister, eigenlijk is het nog niet te laat. Ik zou van de overheveling van bevoegdheden gebruik willen maken om opnieuw meer aandacht te vragen voor biodiversiteit, voor natuurbeleid. Ik hoop dat de begroting voor 2008 daarop binnenkort positieve antwoorden zal geven. Ik hoop ook dat er de volgende jaren iets meer daadkracht tentoon zal worden gespreid bij de afbakening van de landbouw- en natuurstructuur.
Mevrouw de minister, ik zou veel vragen kunnen stellen. Ik zou echter vooral willen weten of u bereid bent om iets meer gehoor te geven dan in het verleden het geval was aan een betere bescherming van de kwaliteit van de natuur en aan de biodiversiteit.
Ik heb ook een iets meer technische vraag. Ik was heel erg verrast dat het Instituut voor Natuur- en Bosonderzoek stelde dat bij de afbakening nog altijd landbouwgebieden worden aangeduid of herbevestigd en dat aan een aantal gebieden die een Europese bescherming genieten, geen bijkomend ecologisch beschermingsstatuut wordt gegeven. In de raming van het INBO gaat het toch om ongeveer 20.000 hectare in Vlaanderen. Dat is niet niks. Klopt die informatie? Indien ja, bent u dan bereid om daar heel snel iets aan te doen?
Minister Crevits heeft het woord.
Mevrouw de voorzitter, collega's, mijnheer de minister-president, mevrouw de viceminister-president, ik zal de vragen van de heer Daems in omgekeerde volgorde beantwoorden. Het technisch probleem van de herbevestiging is immers niet onbelangrijk.
Mijnheer Daems, u weet net zo goed als uw collega's in dit halfrond dat de Vlaamse Regering op 3 juni 2005 "beslist heeft om een procedure vast te leggen wat de afbakening van de gebieden betreft". Daar werd de keuze gemaakt om enkel de consensusgebieden af te bakenen en te herbevestigen als agrarisch gebied. Agrarische gebieden die tevens gelegen zijn binnen de perimeter van de vogel- of habitatrichtlijngebieden, worden niet beschouwd als consensusgebieden. Daarvoor kan er dus geen herbevestiging gebeuren. Dat blijkt ook uit het antwoord van 2 maart 2007 van minister Van Mechelen op een vraag van de heer Sannen. Hij heeft toen hetzelfde gezegd.
Het gaat zelfs nog wat verder. Ook gebieden die in aanmerking zouden kunnen komen om een speciale bescherming te krijgen, worden op dit ogenblik niet bevestigd. Deze informatie werd me ook deze morgen nog gegeven.
Betekent dit dat er geen herbevestiging mogelijk is? Op die vraag moet ik met enige voorzichtigheid antwoorden. Eigenlijk kan dat wel. De toets daarvoor is opgenomen in artikel 36ter van het decreet op het natuurbehoud. Er moet een passende beoordeling gebeuren. Op termijn is een herbevestiging dan ook mogelijk. Zoals u zelf hebt gezegd, moet dan wel worden voldaan aan de passende ecologische randvoorwaarden.
Mijnheer Daems, ik heb het boek uiteraard op mijn bureau liggen. Het ligt zelfs binnen handbereik. Er staan heel mooie foto's en heel wat informatie in. Ik denk inderdaad dat op korte termijn werk moet worden gemaakt van een instandhoudingsdoelstellingenbesluit, een besluit waarin de doelstellingen voor al die habitatrichtlijngebieden bepaald worden. Dat besluit is er vandaag nog niet. De diensten maken daar nu werk van. Ik hoop dat het werk hier in de volgende maanden wordt voortgezet.
Op die wijze hebben we meteen een toetsingskader. Dat zal een nuttig instrument zijn om de gebieden af te bakenen.
Wat mijn intenties betreft, mijnheer Daems: ik ben als lid van de regering uiteraard gebonden aan het Vlaamse regeerakkoord. Straks komt er een beleidsbrief voor 2008. Ik hoop dat u daarover tevreden zult zijn. (Applaus bij CD&V)
Dank u wel, mevrouw de minister. Ik kijk zeker uit naar uw beleidsbrief. We zullen hem, zoals de vorige beleidsbrieven, zeer goed doornemen.
Ik blijf toch een beetje op mijn honger zitten. Ik wilde vooral het volgende punt maken. Onze biodiversiteit gaat erop achteruit. Er loopt momenteel op Vlaams niveau een procedure met betrekking tot de afbakening en herbevestiging van landbouwgebieden. Sinds 2004 staat de teller van de creatie van extra natuurgebieden nog altijd op hetzelfde niveau, ongeveer 80.000 tot 90.000 hectare. Die procedure van consensusgebieden zal nog een tijdje duren. We hebben vijftien buitengebiedregio's in Vlaanderen. Vandaag zijn er twee gerealiseerd. Ik ben er nogal zeker van, mevrouw de minister, dat er tegen het einde van deze legislatuur geen extra natuurwinst geboekt zal zijn. Dat baart mij zorgen.
Bovendien stellen wij sinds 2003, 2004, 2005 - afhankelijk van de parameter - op verschillende indicatoren, de gezondheid van de bossen, de verzuring, enzovoort, opnieuw een neerwaartse trend vast.
Wilt u alstublieft een tandje bij steken? Er is echt werk aan de winkel op het vlak van het creëren van meer natuurkwaliteit. Wij zijn bondgenoten in de strijd voor meer toegankelijkheid, voor meer speelbossen en dergelijke. Dat is ook nodig. Maar het is vooral nodig terreinwinst te boeken voor de biodiversiteit. Daar bestaat nog altijd een zeer grote leemte.
Mevrouw de minister, ik las in De Standaard ook de titel "Vlaanderen lapt de Europese verplichtingen voor natuurbescherming aan zijn laars". Dat is een scherpe maar ook verontrustende formulering. Ook informatie die wat rustiger gebracht wordt, zegt dat Vlaanderen nog een grote uitdaging wacht om aan de Europese regelgeving inzake natuurbeleid te voldoen. Blijkbaar, mevrouw de minister, is de erfenis die u vorige week inzake natuurbeleid hebt gekregen, toch niet al te rooskleurig. Er wacht u op dit gebied heel veel werk.
Er is inderdaad niet alleen dat mooie boek. Uiteindelijk zult u Europa een rapport moeten overmaken over de evaluatie van het beleid dat wij voeren inzake de Europese beschermde gebieden. Dat rapport zou klaar zijn en op uw tafel liggen. Het zou interessant zijn indien wij, parlementsleden, het ter beschikking zouden krijgen. Met dat rapport zult u volgens het INBO bij Europa niet dadelijk goede punten krijgen. U zult ook maatregelen moeten treffen om deze weinig rooskleurige situatie recht te trekken. De heer Daems heeft er al op gewezen: enkel een besluit zal hier niet volstaan.
Wilt u rekening houden met de aanbevelingen van het INBO en ze concreet uitwerken om ervoor te zorgen dat Europa u de volgende zes jaar opnieuw wat vertrouwen geeft? Op basis van de huidige evaluatie zal dat vertrouwen, zoals ik heb vernomen, niet worden gegeven. Dat kan alleen op basis van nieuwe en versterkte maatregelen die u zou moeten voorstellen.
Uiteraard is er zoals in alle sectoren ook in de sector van het natuurbeleid heel wat werk aan de winkel. Ik ben me daar ten volle van bewust. Ik heb daarnet al geantwoord dat de aanbevelingen die in het boek van het INBO staan, bijzonder interessant zijn om te komen tot een besluit dat de instandhoudingsdoelstellingen bepaalt. (Opmerkingen)
Dat besluit kon er al tien jaar geweest zijn, maar het is er tot op vandaag nog steeds niet. Daaraan moet worden gewerkt. Het Natuurdecreet laat dit sinds twee jaar toe en ik hoop dat het besluit er kan komen en dat het de basis kan zijn om in de toekomst te werken.
Ik wil nog een cijfer meegeven. Er is nog werk aan de winkel, maar de budgetten voor beheersubsidies aan erkende natuurreservaten zijn tussen 2004 en 2006 met een half miljoen effectieve uitbetalingen gestegen. Ook het aantal erkende natuurreservaten is gestegen, alsook het aantal hectaren oppervlakte. Het zijn kleine dingen, maar ze tonen wel aan dat er inspanningen zijn en worden geleverd.
Mevrouw de minister, ik kijk vooral uit naar de begroting 2008 en naar uw beleidsbrief. Dat wordt een belangrijke toetssteen voor onze fractie ten aanzien van u, de nieuwe minister van Natuur en Leefmilieu.
Het incident is gesloten.