Verslag plenaire vergadering
Actuele vraag over de doorstart van de Vlaamse Regering
Actuele vraag over de contacten van de Vlaamse minister-president met de informateur betreffende concrete communautaire dossiers
Verslag
De heer Dewinter heeft het woord.
Mijnheer de minister-president, u zult wel begrijpen dat ik u niet kon laten gaan zonder u nog een ultieme vraag te stellen.
Met gemengde gevoelens nemen we vandaag afscheid van u. Aan de ene kant blijf ik erbij dat een kapitein op zijn schip moet blijven tot op het moment dat het in de haven gearriveerd is, zijnde de Vlaamse verkiezingen van juni 2009. Hij moet niet voortijdig overboord springen, ook al zwemt hij naar een groter, luxueuzer en beter uitgerust schip.
Aan de andere kant ben ik tevreden dat u nu eindelijk de beslissing hebt genomen om de Vlaamse Regering toe te laten door te starten. Het zal overigens nog moeten blijken of ze dat doet. U hypothekeert de regering niet langer met allerlei zaken die hier niet aan de orde zijn, zoals de federale regeringsvorming.
Dat brengt me tot een aantal vragen. Ik stel ze vandaag, en ik zal ze morgen opnieuw stellen aan uw opvolger, aan toekomstig Vlaams minister-president Peeters. Ze gaan over de communautaire strategie van de Vlaamse Regering, voor zover ze er al een heeft. Daar zult u me wel welwillend een antwoord op willen geven.
Vrijdag gaat de nieuwbakken minister-president naar de informateur. Hij zal hem ongetwijfeld meedelen hoe de Vlaamse Regering de zaken ziet: wat willen wij? Wanneer willen wij dat? Hoe willen wij dat gerealiseerd zien?
Uiteraard is dat wat in het regeerakkoord staat: de splitsing van Brussel-Halle-Vilvoorde, de timing in dat verband. Kan dat gebeuren na 2009? Kan er worden gezorgd voor een staatshervorming in verschillende etappes? Of vindt de Vlaamse Regering dat die hervorming nu moet worden gerealiseerd? Kan de splitsing worden losgekoppeld van de andere eisen die we terugvinden in het regeerakkoord, in de resoluties van het Vlaams Parlement? Dat zijn allemaal fundamentele vragen waarvan ik meen, althans hoop dat de Vlaamse Regering er zich over heeft gebogen voor en na de federale verkiezingen.
Tot slot, mijnheer de minister-president, wil ik nog een bedenking maken. Ik ben ondertussen toe aan de vijfde minister-president in dit halfrond. U was niet de beste. Voor mij blijft dat nog altijd de heer Van den Brande, een partijgenoot van u. Dat is echter een magere troost. U was zeker niet de slechtste: die bevonden zich in het kamp van een andere politieke partij.
Toch kan ik u geen voldoende geven op uw rapport. Een student die zijn eindexamen niet aflegt - en voor een Vlaams minister-president is dat de dag van de Vlaamse verkiezingen in juni 2009 -, krijgt een onvoldoende. U krijgt niet meer punten ondanks uw succes, uw 800.000 voorkeurstemmen tijdens de federale verkiezingen.
Ik ben ervan overtuigd dat we de degens elders nog wel zullen kruisen. In ieder geval wil ik mijn vraag niet besluiten zonder u succes te wensen in uw persoonlijke politieke carrière. (Applaus bij het Vlaams Belang)
Mevrouw Vogels heeft het woord.
Mevrouw de voorzitter, ik wil me graag aansluiten bij de laatste opmerking van de heer Dewinter.
Mijnheer de minister-president, met uw persoonlijke agenda houdt u dit parlement en de Vlaamse Regering al zes maanden in de ban. Eerst was de vraag: Doet hij het of doet hij het niet? Wordt hij de topman van CD&V voor de federale verkiezingen? U deed het. U vond ook dat u die taak kon combineren met het voorzitterschap van de Vlaamse Regering.
U kreeg een overweldigend mandaat van de kiezer. Toch bleef u nog een tijdje van twee walletjes eten. U wilde eerst jobzekerheid aan de overkant voor u hier wilde vertrekken.
U was misschien onder de indruk van wat op 22 juni op de weblog van de heer Van Rompuy verscheen en waaruit ik daarstraks heb geciteerd. Vorige maandag hebt u dan aangekondigd dat u vandaag ontslag zou nemen en dat uw opvolger tijdens deze woensdagvergadering de eed zou afleggen.
Ik betreur dat u dat niet hebt gedaan door middel van een mededeling in dit parlement, een parlement dat u tenslotte het mandaat van minister-president geeft en dat al maanden vraagt wat uw plannen zijn. Ik betreur dat u het nodig vond om dat via een aantal interviews in de media te doen, en er dan ook meteen maar aan te voegen wie uw opvolger is. Ik zei het u vanmorgen al: het is niet omdat u 800.000 stemmen haalt, dat u keizerlijke allures moet tentoonspreiden.
Wat mij vooral bezighoudt, is een vraag die ik u wil stellen - deze laatste keer dat ik, een beetje onverwacht, u toch nog vragen kan stellen. Ik stel de vraag in uw belang, opdat u als minister-president niet de geschiedenis zou ingaan als de eeuwige twijfelaar. Waarom, mijnheer de minister-president, zijn de plannen gewijzigd om niet woensdag maar donderdag uw ontslag aan te bieden? Daardoor verplicht u dit parlement om opnieuw te doen wat wij absoluut niet wilden. Ik citeer nog maar eens de heer Van Rompuy: "Timing is in de politiek soms belangrijker dan communicatie. Parlementen mogen niet het gevoel hebben te moeten werken op het ritme van persoonlijke en partijpolitieke agenda's. … Minister-president Leterme beloofde en heeft respect voor de instellingen. Daarom zal hij snel duidelijkheid scheppen. Zo kennen we hem. En het Vlaams Parlement heeft er recht op."
Het Vlaams Parlement heeft het recht, mijnheer de minister-president, om in uw laatste antwoord te vernemen waarom wij vandaag verplicht waren deze vaudeville op te voeren in plaats van ons te houden aan de agenda. Het had een mooie agenda kunnen zijn, met vandaag de eedaflegging en de verklaring van de nieuwe regering, en morgen de begrotingswijziging en de bespreking van de begrotingswijziging van de andere ontwerpen.
Waarom doet u ons dit aan en waarom doet u een beetje wat u niet had willen doen: langs de achterdeur vertrekken? Verlos ons uit onze onzekerheid en geef ons de reden.
De heer Caron heeft het woord.
Mijnheer de minister-president, ik wil u ook geluk toewensen met het vervolg van uw politieke carrière. Wij nemen met enige spijt afscheid van een goede leider.
Het moet mij even van het hart dat wij vandaag in dit parlement geen blijk hebben gegeven van een vorm van parlementaire controle die ons zou sieren. Ik sluit mij ten dele aan bij sommige critici, die stellen dat u op die manier inderdaad geen begroting mag hanteren. Maar goed: 's lands bestuur gaat voort. Dus doen we dat. Maar eigenlijk is het niet netjes.
Laat mij tot mijn punt komen. Ik wilde een vraag stellen aan de minister-president, en dat blijkt u te zijn. Ik had hier de heer Peeters verwacht. De heer Peeters zit op de regeringsbank, dus kan ik mijn boodschap meteen aan u beiden doorgeven.
Vrijdag ontvangt de federale informateur de ministers-presidenten van de deelregeringen. Ik wil vandaag kort stilstaan bij de communautaire thema's. Ik wil deze thema's verbinden met de concrete problemen van de mensen.
Mijnheer Leterme, u hebt het zelf nog gezegd op Rerum Novarum: elke hervorming moet worden afgewogen aan haar concreet nut voor alle mensen, waar ze ook in ons land wonen. Dat is juist. Ook wij willen dat er stappen worden gezet die goed zijn voor de mensen, die logisch zijn en die de kwaliteit van het bestuur verbeteren. Dat kan op veel domeinen.
Ik geef een paar voorbeelden. Is het logisch dat wij inzake openbaar vervoer bevoegd zijn voor de bus en niet voor de trein; wel voor cultuur en niet voor auteursrechten; wel voor onderwijs maar niet voor het begin van de leerplicht; wel voor de media maar niet voor het doorsturen van televisie via de telefoonlijn; wel voor de opvang van delinquente jongeren maar niet voor de wijze van bestraffing; wel voor sociale huisvesting en niet voor huurwetgeving?
Daarnet hebben twee collega's in een vraag aan minister Keulen een lang betoog gehouden over de sociale woningbouw. Als vandaag meer dan 317.000 mensen recht hebben op een sociale woning, en er maar 180.000 in wonen, en we dus nog lange wachtlijsten hebben, dan is dat misschien wel het gevolg van een slechte bevoegdheidsverdeling. Op de privémarkt betalen mensen gemiddeld 173 euro meer voor een woning: dat kunnen we alleen maar betreuren. We moeten veel sociale woningen bouwen, maar misschien moeten we ook nadenken of we niet ook die huurwetgeving in dezelfde hand moeten houden als de sociale huisvesting.
Dan kunnen we ten minste een coherent woonbeleid voeren. Dan kunnen we ingrijpen op de huurwetgeving en er via huursubsidies en andere fiscale maatregelen voor zorgen dat meer mensen in Vlaanderen in goede woningen kunnen wonen. Dat zijn concrete dingen die goed zijn voor de mensen.
Wat doen we met Brussel-Halle-Vilvoorde, mijnheer de minister-president? Wat doen we met de vele Vlamingen die zich ergeren aan de kilo's vaak hatelijke Franstalige propaganda die ze in hun bus krijgen? Ik kan nog even doorgaan. Denk aan het arbeidsmarktbeleid, activering enzovoort.
Mijnheer de minister-president, welke dossiers zult u bij de informateur op tafel leggen? Is de huurwetgeving daarbij? Wat zijn uw prioriteiten?
Minister-president Leterme heeft het woord.
Mevrouw de voorzitter, ik wil de collega's eerst danken voor de vriendelijke woorden bij wat voor mij het afscheid is van het Vlaams Parlement. Ik heb ondertussen mijn twee brieven en die van minister Vervotte aan u overgemaakt. Bedankt voor de wensen over de grenzen van meerderheid en oppositie heen.
Ik heb vorig weekend contact gehad met de informateur over het gesprek met de regeringsleiders van de gefedereerde entiteiten. Dit is gepland voor vrijdag. Minister Peeters heeft ondertussen een uitnodiging gekregen om om 16.40 uur langs te gaan bij de informateur.
De leidraad voor mij, de Vlaamse Regering en de meerderheid in het Vlaams Parlement zijn de resoluties die in 1999 zijn goedgekeurd en de tekst van het Vlaamse regeerakkoord. Dat is voor mij zo als voorzitter van de Vlaamse Regering, en ik veronderstel dat dit ook de leidraad is voor mijn opvolger en alle leden van de Vlaamse Regering. Vrijdag is er eerst nog een vergadering van de ministerraad. Ik veronderstel dat collega Peeters daar in zijn wijsheid zal overleggen om het gesprek met de heer Reynders voor te bereiden.
Mijnheer Caron, u vroeg naar prioriteiten. Het lastenboek van de Vlaamse Gemeenschap dat in het Vlaams Parlement is vastgelegd, moet op tafel worden gelegd door de Vlaamse Regering. Dit is het standpunt en maakt integraal deel uit van het regeerakkoord.
Inzake het dossier Brussel-Halle-Vilvoorde verwijs ik naar de bijstelling van het regeerakkoord van 18 mei 2005. Daarin hebben we herhaald dat er moet worden gestreefd naar de splitsing van Brussel-Halle-Vilvoorde, zowel het gerechtelijk als kiesarrondissement. De politieke realiteit leert dat dit best gebeurt bij de start van een federale regering. Dit is imminent en moet voor mij worden opgelost.
Mevrouw Vogels, u zegt dat ik u 6 maanden in suspense heb gehouden. U moet de zaken niet omdraaien. Ik heb aan het hoofd van de Vlaamse Regering het beste van mezelf gegeven zonder rekening te houden met de verkiezingskalender en de voortijdig gestarte campagnes van andere partijen. Ik heb op het juiste moment wat in het kieswetboek vastligt als de limiet voor het neerleggen van de kandidaturen, duidelijk gemaakt wat mijn positie was. Voor het overige heb ik ervoor gezorgd dat de Vlaamse Regering verder bestuurde, week na week beslissingen nam in belangrijke dossiers. Ik heb heel doelbewust gewacht tot op het einde om mijn beslissing kenbaar te maken omdat ik wist dat we dan in campagne zouden zijn. Dat mocht voor mij nauwelijks weerslag hebben op de werkzaamheden van de Vlaamse Regering.
Ik heb nog altijd, - en ik ben bereid om me te verantwoorden tegenover de kiezer, wat ik trouwens ook heb gedaan -, het gevoel dat ik mijn job heb gedaan en dat ik het belang van de Vlaamse Regering, de Vlaamse Gemeenschap en de Vlaamse bevolking heb laten voorgaan op partijpolitieke opstellingen. Ik heb de avond van de verkiezingen voor mezelf uitgemaakt dat ik de eed zou afleggen op 28 juni in de Senaat. Ik heb daarover maandag duiding gegeven. Een bepaald mandaat kan niet naast zich neer worden gelegd. Ik wil in geen geval het mandaat van voorzitter van de Vlaamse Regering gebruiken als drukkingsmiddel op federale regeringsonderhandelingen. Ik ben door de mensen verkozen als senator. Ik heb een duidelijk mandaat gekregen van de kiezer, en daarom heb ik maandag aangekondigd dat ik dat mandaat zou opnemen.
Ik heb dat pas maandag aangekondigd, want ik wou niet verdwijnen als een dief in de nacht en wou tot het laatste moment mijn verantwoordelijkheid als voorzitter van de Vlaamse Regering opnemen.
Nog even iets over uw opmerking dat ik een twijfelaar zou zijn. Ik daag u uit om mensen uit mijn partij en andere mensen die me kennen, over die vermeende karaktertrek te ondervragen. Ik denk dat ze u een ander verhaal zullen vertellen.
Ten slotte, wat betreft de timing van de verkiezing en de inzwering van de nieuwe minister-president en de nieuwe ministers, de heren Peeters en Vanackere en mevrouw Crevits. De voorzitter van dit parlement kan getuigen dat ik dinsdagochtend, samen met mevrouw Vervotte, haar kantoor ben binnengegaan. Ik heb haar voorgesteld om dat hier, in deze vergadering, te organiseren. Wegens agendaproblemen en de aansluiting van de ene functie op de andere achtten we het wenselijk om dat niet vandaag maar wel zo snel mogelijk na vandaag te doen. Het precieze tijdstip is vastgelegd na overleg met de kabinetschef van de koning over de inzwering van de nieuwe minister-president.
Ik heb begrepen dat mevrouw Vogels niet aanwezig was waar ze moest zijn: in het Uitgebreid Bureau, waar dat is vastgesteld. Ik heb me daar niet mee te bemoeien. Ik deel u dat dus gewoon mee en verder komt het aan het parlement zelf toe om zijn werkzaamheden te regelen. (Applaus bij CD&V en N-VA)
Mijnheer de minister-president, laten we in schoonheid en niet met gebekvecht eindigen. Toch wil ik u nog drie zaken zeggen. Een: wat betreft de splitsing van Brussel-Halle-Vilvoorde is het eigenlijk vrij simpel. Morgen, wanneer sommigen hun eed in het federale parlement zullen afleggen, zullen we u onmiddellijk de kans geven om de splitsing van Brussel-Halle-Vilvoorde te realiseren. Morgen zullen we immers in het federale parlement het wetsvoorstel dat CD&V en N-VA een tijdje geleden hebben ingediend opnieuw indienen. Dat biedt u de mogelijkheid om met de Vlaamse meerderheid, die we graag zullen steunen, in de loop van de komende weken de splitsing van Brussel-Halle-Vilvoorde te realiseren. (Applaus bij het Vlaams Belang)
Dat is dus al één probleem minder voor u om uw ambitie als eerste minister waar te maken.
Twee: ik wil een schot voor de boeg van uw opvolger geven. Ik hoop dat minister Peeters, als hij morgen als nieuwbakken minister-president namens de regering een verklaring zal afleggen, duidelijk het regeerakkoord zal herbevestigen namens alle regeringspartijen - dus ook sp.a, ook spirit, ook de VLD. Want tijdens de verkiezingscampagne heb ik uit de mond van de heer Vande Lanotte, de heer Verhofstadt en anderen toch heel andere standpunten gehoord over de splitsing van de gezondheidszorg en andere doelstellingen die nochtans in het regeerakkoord en de Vlaamse resolutie staan.
Men zal er dus niet zo gemakkelijk vanaf komen zoals in het verleden het geval is geweest met de nu nog zetelende minister-president. Een algemene herbevestiging volstaat niet. Morgen willen we een concrete herbevestiging. Als het kan, gebeurt dat op papier. Liefst gebeurt dat op papier, ondertekend door de verschillende fractieleiders van de meerderheid. Dat is de logica zelve, mijnheer Caluwé. Zonder dat engagement geloven we u niet meer. We hebben de heren Vande Lanotte, Verhofstadt en anderen het omgekeerde horen zeggen van wat in het regeerakkoord staat. U denkt toch niet dat we dat blijven slikken en geloven?
Ik ben ervan overtuigd dat morgen uw opvolger namens de hele meerderheid de herbevestiging van het regeerakkoord en de strategie om dat in concreto te realiseren, zal verwoorden. Mijnheer Peeters, dat impliceert ook dat u de fracties die de afgelopen weken en maanden dissonante geluiden hebben laten horen, moet durven zeggen dat ze moeten kiezen of delen: ofwel nemen ze deel aan de Vlaamse Regering op basis van het regeerakkoord, ofwel verlaten ze de regering. De schizofrenie die vandaag overheerst, is politiek onaanvaardbaar.
Tot slot heb ik nog een opmerking voor de minister-president. U bent drie jaar minister-president van Vlaanderen geweest. Ik hoop dat u in die korte tussenstop in uw carrière toch aangevoeld hebt dat er een aantal noden en verzuchtingen leven over meer bevoegdheden en een betere werking. De heer Caron had overschot van gelijk in de niet eens volledige opsomming die hij heeft gemaakt. Neem het mee naar de overkant en laat uw leidmotief als gewezen minister-president ook in de federale regering zijn: Vlaanderen en de Vlamingen eerst.(Applaus bij het Vlaams Belang)
Mevrouw de voorzitter, ik merk dat niet alleen voor de kranten en de buitenwereld minister Peeters al de feitelijke minister-president is, maar zelfs voor de informateur. Hij heeft, voor wij hier de nieuwe minister-president hebben aangeduid en voor die de eed heeft afgelegd in handen van de koning, hem al een uitnodiging gestuurd voor volgende vrijdag. Dat maakt het gebeuren hier in dit halfrond alleen maar hallucinanter.
Ik denk dat Eric Van Rompuy gelijk heeft. Onze parlementaire agenda heeft andermaal moeten wijken voor persoonlijke motieven en persoonlijke statuten, en ik betreur dat. U kunt blijven zeggen dat ik niet was waar ik moest zijn. Ik kon er niet zijn, het Bureau is snelsnel bijeengeroepen. Maar het Bureau zou me niet gevolgd zijn. Uiteindelijk is dit halfrond meester van zijn agenda. Zelfs als ik er gisteren zou geweest zijn, zou ik het vandaag opnieuw aangekaart hebben. Want ik vind deze manier van werken een blamage voor elk rechtgeaard parlementslid dat ook een mandaat heeft gekregen van de kiezer.
Ik wens u overigens veel besluitvaardigheid en weinig twijfel in uw volgend mandaat. Als ik de collega's hoor, zal dat absoluut van pas komen.(Applaus bij het Vlaams Belang en Groen!)
Minister-president Leterme, we rekenen in ieder geval op u. We weten dat er meer dan vijf minuten politieke moed zal nodig zijn om een en ander te realiseren op het communautaire terrein. Niettemin zou ik het adagio van het onverwijlde nog één keer willen aanhalen. Laat het tot het erfgoed van dit bestuur behoren.
Minister Peeters, ik wens u veel succes. Ik hoop dat u vrijdag bij de informateur - ik vind dat hij het lang aan het trekken is, maar misschien heeft hij op u gewacht - de agenda op tafel legt. We zullen u er op tijd en stond aan herinneren.
Het incident is gesloten.
Het Vlaams Belang, Groen!, de heer Jean-Marie Dedecker, mevrouw Monique Moens, en de heren Christian Van Eyken en Jurgen Verstrepen verlaten het halfrond.