Verslag plenaire vergadering
Actuele vraag over de investering in de jeugdopleiding van de voetbalsport en de splitsing van de Koninklijke Belgische Voetbalbond (KBVB)
Actuele vraag over de investering in de jeugdopleiding van de voetbalsport en de splitsing van de Koninklijke Belgische Voetbalbond (KBVB)
Verslag
De heer Deckmyn heeft het woord.
Mijnheer de minister, u heeft zich bij het begin van deze legislatuur geëngageerd tot het splitsen van de resterende unitaire bonden. Ik moet zeggen dat u op het eerste zicht in uw opzet lijkt te gaan slagen. Ik zei wel degelijk 'lijken', want de plannen die nu voorgesteld worden zijn allesbehalve concreet.
Het akkoord dat gemaakt is, is eigenlijk geen echt akkoord. Het Vlaams Belang is altijd een voorstander geweest van een totale splitsing. Maar wat krijgen we nu? Een engagement om eventueel te splitsen vanaf derde klasse, maar zonder concrete garanties.
Er gaat 3,3 miljoen euro naar de Belgische voetbalbond de komende jaren, zonder enige garantie. Er is ook een planning vanuit de Nationale Loterij. Staatssecretaris Tuybens heeft een beslissing genomen om 600.000 euro via de Nationale Loterij door te sluizen naar de voetbalbond, bedoeld voor de jeugdopleiding.
We zien geen echte, concrete engagementen. Wat mij betreft, komen we niet tot een oplossing. U engageert zich voor de splitsing van een voetbalbond. Er wordt geld uitgetrokken, 10 miljoen euro voor de komende 3 jaar. Daarna 6,1 miljoen euro per jaar. Maar er komt geen echte oplossing uit voort.
Welke garanties heeft u dat de voetbalbond zal splitsen? Want uiteindelijk geeft de voetbalbond u die garanties niet. Wat is het minimumengagement dat u verwacht? U zegt dat er 10 miljoen euro naar de voetbalbond zal gaan, zonder een akkoord.
Ik zou willen, mijnheer de minister, dat zo'n akkoord er alleen maar komt als u een concreet engagement hebt van de voetbalbond, maar u hebt dat niet.
Uiteindelijk zult u, op het einde van de legislatuur, met lege handen staan, aangezien dan de clubs en de jeugdopleidingen het geld dat u hen biedt, gebruikt zullen hebben. Nu geeft u 10 miljoen euro, een blanco cheque van 10 miljoen.
Ik heb nog nooit een blanco cheque geweten waar een bedrag op staat.
Mijnheer de minister, er gaat nu 10 miljoen euro naar de voetbalbond, zonder concrete engagementen. (Opmerkingen van minister Bert Anciaux)
Naar de jeugdopleiding van de voetbalbond, mijnheer de minister, gaat 10 miljoen euro, met daarbovenop 6,1 miljoen euro na deze legislatuur. Uiteindelijk weten we allemaal heel goed dat er geen concrete plannen zijn. Men beweert dat het plan erin bestaat dat men zal splitsen vanaf derde klasse.
Mijnheer de minister, ik dacht dat dat het plan-Preud'homme was, dat werd afgeschoten door de voetbalbond. Ik vraag me af waar we uiteindelijk zullen eindigen. Ik vrees dat we zullen uitkomen bij een scenario waarbij de 10 miljoen euro zal opgebruikt zijn door de jeugdopleidingen van de voetbalbond, maar dat uw opvolger andere maatregelen zal moeten nemen en puin zal moeten ruimen. De jeugdopleidingen die eerst geld hebben gekregen, zullen waarschijnlijk worden gestraft op het moment dat het engagement van de voetbalbond niet waargemaakt wordt.
De heer Sauwens heeft het woord.
Mijnheer de minister, ik denk dat vroeger voor u 6 december een heel bijzondere dag was. Sinterklaas moet in uw jeugdjaren een enorme indruk gemaakt hebben. Als u 's avonds voor de spiegel staat en u ziet uzelf, denkt u ongetwijfeld terug aan deze goede man.
Mijnheer de minister, ik zeg dat, omdat elke persmededeling die van uw kabinet komt, zegt dat de minister miljoenen investeert in goede werken. Wij wensen dat te ondersteunen. Wij vinden het goed dat u middelen hebt kunnen vrijmaken voor de jeugdopleiding voetbal en voor sport in het algemeen, maar naar aanleiding van uw persmededeling wil ik u toch wel enkele vragen stellen.
De KBVB heeft zich nog niet aangepast aan de Vlaamse decreten en toch wilt u met een vrij groot bedrag over de brug komen, zelfs iets meer dan in de commissie in het vooruitzicht werd gesteld. Dat werd eigenlijk als een soort beloning aan de KBVB aangeboden, op het ogenblik dat de bond zou toetreden. In die zin begrijp ik de heer Deckmyn, die vraagt welk engagement u hebt.
Mijnheer de minister, in uw persmededeling zegt u dat we het geld niet aan de KBVB geven, maar aan een vzw. Hoe ziet die vzw eruit? Wie zal daarin zetelen? Hoe zal dat geld daar besteed worden?
U verwijst naar vijf opleidingscentra voor jeugdvoetbal in de provincies. (Opmerkingen van minister Bert Anciaux)
Er gaan elf centra opgericht worden? Maar met vijf coördinatoren, ik denk één per provincie. Zijn dat de huidige centra van de Koninklijke Belgische Voetbalbond of zijn dat andere? Graag iets meer duidelijkheid daarover.
We hebben geen andere tekst dan de persmededeling, want er is naar mijn weten geen ontwerp van decreet of een regeringbeslissing die voor advies is overgemaakt aan de Vlaamse Sportraad. In de perstekst spreekt u ook over de amateurclubs. U stapt mee in de redenering van de KBVB, die spreekt over een splitsing tussen het profvoetbal en het amateurvoetbal. Dat zou een primeur zijn, want in de huidige decreten is dat niet bepaald.
In hoeverre gaat u de decreten aanpassen of initiatieven nemen om aan dit parlement te vragen om de Vlaamse sportdecreten aan te passen om deze operatie mogelijk te maken?
Mij lijkt dit een ietwat duister verhaal. We vinden het goed dat er inspanningen gebeuren om de KBVB en de grootste en populairste sport in Vlaanderen, het voetbal, te betrekken bij het Vlaamse sportbeleid. Dat is een goede zaak. We hebben u echter altijd al gezegd dat het binnen het decretale kader moest gebeuren.
Dat brengt mij tot mijn tweede vraag. Wat doet u dan met de andere sportfederaties die zich al jaren geleden hebben aangepast en op dit ogenblik enorme inspanningen leveren maar, omdat ze waarschijnlijk niet zo populair zijn, de genereuze steun van deze goede minister niet kunnen ontvangen? Er zijn vragen naar verduidelijking, en tegelijkertijd ook naar een rechtvaardige behandeling van alle sporten in Vlaanderen.
De heer Van Dijck heeft het woord.
Mevrouw de voorzitter, mijnheer de minister, collega's, het kader is door de voorgaande spreker uitvoerig geschetst. Dat hoeft geen duiding meer. Als ik sommige teksten herlees en uitspraken van u in commissies op een rijtje zet, komt uw huidige voorstel niet als een verrassing. Er is de nadruk op het verschil tussen het professionele en het amateuristische voetbal. Ook stelt u dat u de clubs niet kunt laten wachten. Daarmee heb ik geen probleem. U wilde een tweespalt brengen op het terrein. Enerzijds zijn er de vele vrijwilligers met een grote bereidheid om goed werk af te leveren en anderzijds is er de sportfederatie, de KBVB.
Al verrast uw voorstel niet, het roept wel vragen op. Ik heb eerst en vooral vragen van praktische aard. Ze zijn al voor een gedeelte door de heer Sauwens naar voor gebracht. Op welke manier zullen deze elf centra werken? Zijn er al afspraken over gemaakt? Wie bepaalt de selectie? Wie staat er voor de kosten in? Komen er nog financiële middelen bij? Levert de KBVB zelf een bijkomende financiële inspanning, los van de 600.000 euro? Ik heb daarover vorige week al de bemerking gemaakt dat ieder niveau zich aan zijn taken moet houden. Ik refereer aan mijn standpunt over de Nationale Loterij.
Belangrijk is ook dat de goede jeugdopleidingen worden ondersteund. Zijn er al afspraken over gemaakt? Wie zal dat bepalen? Welke criteria worden gehanteerd? Komen er ook doorlichtingen? Dat is de praktische kant van de zaak.
Ik heb voorts ook vragen bij uw 3,3 miljoen euro. Het doet bij mij het beeld ontstaan van de wortel die wordt voorgehouden: "Ik participeer als men zich conformeert aan de federale logica." Ik verwacht van u echter een duidelijk politiek statement op het moment dat zal blijken dat de bereidheid er niet is. Eenmaal de trein op de sporen is gezet, wordt het immers moeilijk te stoppen met subsidiëren want op dat moment zullen honderden kinderen en jongeren al aan het trainen zijn en dan zou u een consequente, maar heel onpopulaire maatregel moeten nemen.
Hoe zult u kunnen motiveren dat u deze middelen vrijmaakt? Op welke manier zult u dat doen, los van de erkenning en subsidiëring van de federaties? De KBVB kan dat op dit ogenblik nog niet, dat kan pas als de federalisering volledig achter de rug is. Zult u met een voorstel naar het Vlaams Parlement komen?
Minister Anciaux heeft het woord.
Mevrouw de voorzitter, ik ga eerst even in op de grond van de zaak. Zoals de heer Van Dijck eigenlijk al heeft gezegd, is wat ik heb voorgesteld helemaal niets nieuws. Dit was al verweven in de beleidsbrieven die ik heb ingediend in dit parlement, in de begroting die door dit parlement is goedgekeurd en in de uitleg die keer op keer is verstrekt in de commissies. Ik bouw gewoon voort op wat we in het verleden al hebben gesteld.
Mijnheer Sauwens, ik keek inderdaad op naar Sinterklaas, maar wat u zegt, verbaast me een beetje. Ik kan immers alleen maar goochelen met het geld dat u en het parlement me ter beschikking stellen en dat in de begroting is opgenomen. Wie is dan de echte Sinterklaas? Tijdens de begrotingsbesprekingen hebben we het heel uitdrukkelijk gehad over twee specifieke punten. Er was het nieuwe bedrag van 1,7 miljoen euro dat in de begroting is opgenomen voor regionale voetbalopleidingscentra. Er was ook het heel concrete bedrag van 600.000 euro voor een jeugdopleidingsfonds. Dankzij het parlement is dit goedgekeurd in de oorspronkelijke begroting. Dan heb ik het niet eens over de begroting die nu nog voorligt. Ik heb gewoon uitvoering gegeven aan alle besprekingen die we ter zake in de commissie hebben gevoerd en aan wat ter zake in de beleidsbrieven staat. Zo duister en vreemd is dit dus niet.
Hetzelfde geldt voor de zogenaamde splitsing tussen professioneel voetbal en amateurvoetbal. Vanaf het begin heb ik steeds gezegd dat het niet de bedoeling kan zijn dat wij Vlaams geld ter beschikking stellen voor het profvoetbal. Dat staat ook zo in de beleidsdocumenten die zijn ingediend. Ik weet dat althans twee van de drie vraagstellers me daarin steunen. Ik denk niet dat de profvoetballers in dit land nood hebben aan financiële steun. Waaraan het mangelt, is aan ondersteuning voor jeugdopleiding. Een kamerbrede meerderheid stond daar achter. Dat zet ik nu om in de praktijk. Er is geen sprake van steun voor het profvoetbal, wel voor het amateurvoetbal.
In het begin aanvaardde de Koninklijke Belgische Voetbalbond dat helemaal niet. De bond ging helemaal niet akkoord met een splitsing tussen enerzijds de eerste en tweede klasse van het betaalde ligavoetbal en anderzijds de rest, met wat mij betreft zelfs de jeugdploegen van eerste en tweede klasse erbij, en uitdrukkelijk ook het vrouwenvoetbal, dat te weinig aan bod komt. Dit alles zou deel moeten uitmaken van die nieuwe Vlaamse voetballiga. Ik verzin dit nu niet: er bestond een grote consensus over in dit parlement. Ik trek die lijn nu door.
Mijnheer Sauwens, echt nieuw in dit verhaal is dat de KBVB voor de eerste maal zelf zegt zich te zullen aanpassen aan onze decreten. De bond zegt te werken aan een Vlaamse voetballiga. Dat had ik hen nog nooit horen zeggen. Dat is een nieuw feit. Dat zou ons minstens moeten verheugen. Mijn frustratie was immers dat, door de koppigheid van de KBVB, Vlaanderen niet de mogelijkheid had om te investeren in voetbal, de meest populaire sport in Vlaanderen, terwijl iedereen ziet dat investeringen in jeugdopleiding hoognodig waren. De voorzitter van de bond heeft duidelijk zijn nek uitgestoken. De leden van de meerderheid weten dat ik al enkele maanden een gesprek voer met de KBVB om die aanpassing voor te bereiden. Ik geef toe dat het technisch iets ingewikkelder is dan indien we van nul zouden vertrekken. Dit is een oude tante, en we gaan er een jong ding van maken.
Dat is niet zo eenvoudig. Dat vraagt tijd. We hebben daarvoor een specialist, die u kent en die voor u heeft gewerkt, de opdracht gegeven om de oprichting van de Vlaamse voetballiga inhoudelijk en juridisch mee te begeleiden. Dat is de essentie van het verhaal.
Ik geef toe dat het verhaal van de Nationale Loterij niet in overleg is gebeurd. Het is niet collegiaal, maar het kan wel complementair zijn. Ik heb ook bedenkingen bij de werkwijze, maar het is niet tegengesteld omdat het tegemoet komt aan een onderdeel van ons plan, namelijk de ondersteuning van de opleiding van de trainers. Ik had het liever anders gezien en ik hoop dat die middelen bij één persoon verzameld worden.
Aan de splitsing zelf werkt men constructief. Daarnaast geloof ik echt dat dit plan, dat tegemoet komt aan de nood van het veld om te investeren in jeugdopleiding, een breekijzer is. Het is een drukkingsmiddel om de Vlaamse voetballiga te verwezenlijken. Om dit te realiseren, moet men een aanvraag lanceren op 1 september van het jaar voordien. Om op 1 januari 2008 in werking te gaan, moeten we een aanvraag indienen op 1 september 2007. Dat gaan we niet halen. Mijn streefdoel voor de volledige oprichting van de Vlaamse voetballiga is 1 januari 2009.
Een van uw amendementen bij de aanpassing van het decreet op het lokaal en regionaal sportbeleid was ook dat de KBVB zelf verantwoordelijk wordt. Indien de KBVB, los van de eigen problemen, niet verder gaat in de oprichting van de Vlaamse liga is alleen zij verantwoordelijk voor het wegvallen van al deze middelen. Waarom vallen deze middelen weg? Decretaal volgens het Cultuurpact heb je op het gebied van Cultuur, Jeugdbeleid en Sport geen andere mogelijkheid dan te werken via decreten, behalve via een reglement dat maximaal drie jaar kan duren. Dit reglement is een project. Daarvoor is geen decretale wijziging nodig. Dit is in alle stukken voorzien. De middelen zijn ook voorzien. Ik denk niet dat de KBVB, of wat er op dat moment van overblijft, die verantwoordelijkheid zal nemen. Dat zou een opstand betekenen van het hele veld. Daar ben ik van overtuigd. Ze zijn bovendien goed bezig om stappen vooruit te zetten.
Mijnheer Sauwens, u vroeg naar de vzw. De vzw is het bewijs dat we geen geld geven aan de KBVB. We richten een vzw op die de middelen ter beschikking krijgt. Ik heb eigenlijk de KBVB gebruikt als coördinator om alle clubs te bereiken. Alle middelen gaan ten voordele van de clubs, niet ten voordele van de voetbalbond. Er is helemaal geen koerswijziging. Ik heb altijd gezegd: laat ons deze plannen realiseren met de KBVB als het kan, zonder de KBVB als het moet. De clubs zijn de doelgroep, nooit de bond.
Vandaar dat de verenigingsondersteuners en -trainers louter ter beschikking worden gesteld van de clubs, dat de regionale centra dienen voor de clubtraining en niet voor iets anders, en dat het fonds ten voordele is van de clubs en op geen enkele wijze van de bond. Laat het duidelijk zijn: alles wordt afgestemd op de jeugdopleiding en helemaal niet op de ondersteuning van de structuur.
Wat de andere federaties betreft, geef ik u een nieuw feit mee. Het huidige decreet, waar we allemaal achter staan, ook de sportfederaties, bevat een aantal moeilijke onderdelen. U weet dat ik van plan ben om een aantal wijzigingen aan te brengen. Ik denk dat we dat via uitvoeringsbesluiten kunnen doen. Het grote probleem van de jeugdopleidingen vormt op dit moment een heel moeilijke aangelegenheid. Ik wil het decreet voor 100 percent uitvoeren, dit jaar en zeker ook volgend jaar. Als we in extra middelen voorzien en die omvormen tot een jeugdfonds, dan is dat ten voordele van iedereen. Inzake het probleem van de andere federaties, van de recreatieve voetbalfederaties, kan vandaag reeds een beroep worden gedaan op de ondersteuning van het decreet. Ze worden helemaal niet benadeeld. Integendeel, het gaat om een overgangsmaatregel om te komen tot een complete inpassing in het decreet. We zullen het decreet herzien, maar wachten de audit af om te weten welke richting we uit moeten gaan.
Mijnheer de minister, ik meen te begrijpen dat u geen overleg hebt gehad met de Nationale Loterij, noch met staatssecretaris Tuybens over de 600.000 euro die jaarlijks naar de voetbalbond gaan. Ik vind dat jammer, want sport is een regionale bevoegdheid. Het beleid zou van u moeten komen, niet van andere verantwoordelijken zoals staatssecretaris Tuybens of van de Nationale Loterij. Ik had minstens verwacht dat u daarbij betrokken zou worden.
Voor de rest, mijnheer de minister, antwoordt u niet echt concreet op de vraag. De belangrijke vraag die ik u heb gesteld, betrof de verbintenissen van de voetbalbond. U geeft 10 miljoen euro voor de komende 3 jaar, weliswaar in een vzw-structuur, maar daartegenover staat er enkel een plan in wording. Zo heb ik het gelezen: er is geen plan. Als er een akkoord wordt gemaakt, mogen we verwachten dat er aan de ene kant een subsidiekanaal is en aan de andere kant een plan. Dit is nu niet het geval. De voetbalbond huivert van het woord splitsing. Dat werd al zo gecommuniceerd. Men wil van identificatie spreken - what's in a word? Dit duidt toch op een zekere wrevel, op een zekere terughoudendheid wat het aangaan van concrete verbintenissen betreft. Ik wil wel eens zien waar we na 3 jaar zullen uitkomen.
De belangrijkste vraag waarop ik geen antwoord kreeg, was de volgende. Wat is voor u het volstrekte minimum voor de splitsing? Vanaf wanneer zult u zeggen dat de engagementen voor een splitsing werden nagekomen? Het kan niet dat er geen plan is, dat we niet zwart op wit kunnen lezen waar we heen willen met de voetbalbond. Dit staat trouwens los van het feit dat de voetbalbond een beperkte splitsing vooropstelt en wij veel verder willen gaan, namelijk naar een totale splitsing. In elk geval moet een akkoord worden gemaakt bij iets dat op papier staat. Dit staat niet op papier. Wat is het minimum minimorum dat u verwacht van de voetbalbond? Wat verstaat u onder 'splitsing'?
Mevrouw de voorzitter, mijnheer de minister, u hebt in grote mate geruststellende bijkomende informatie verschaft. U zegt immers dat het zeker niet de bedoeling is om de KBVB of het voetbalgebeuren constant in een uitzonderingspositie te houden. Ik ben het met u eens dat we ons bij deze moeilijke en complexe onderhandelingen positief en constructief moeten opstellen. Ik heb dat al bij meerdere gelegenheden gezegd.
We moeten er ook voor zorgen dat de logica van onze Vlaamse decreten gehandhaafd kan blijven. We zijn het vanuit CD&V met u eens dat onze decreten, ook voor wat de administratieve verplichtingen betreft, eenvoudiger moeten worden. We zullen wat dat betreft meehelpen om het huidige decreet inzake de sportfederaties eenvoudiger te formuleren en om een stuk planlast weg te nemen.
Ik stel voor dat we in de commissie verder praten over de vzw. Naast de huidige officiële federatie richt u een vzw op. Wie zal daarin zitten? Wie bepaalt welke centra en clubs aan bod zullen komen, waar de 60 kunstgrasvelden komen? Het is onze verantwoordelijkheid dat dit op een correcte manier verloopt.
Inzake de splitsing tussen amateurs en profs hebt u de enigszins stoute opmerking gemaakt dat we het profvoetbal toch niet zouden subsidiëren. Dat is nooit de bedoeling geweest. Maar het is wel belangrijk dat we de jeugdopleiding van boven tot onder blijven ondersteunen. (Opmerkingen van minister Anciaux)
U praat over amateurclubs. Is het niet hoog tijd dat we de jeugdopleidingen in het Waasland extra ondersteunen?
Natuurlijk is dat zo. Ik heb altijd gepleit voor jeugdopleidingen in het algemeen. Zelfs de jeugdopleiding van Anderlecht hoort daarbij.
Ik denk dat zelfs Lierse een club is die bijzonder graag in de Vlaamse decreten instapt, om zo een ondersteuning voor een betere jeugdopleiding te kunnen krijgen.
Het is niet zo eenvoudig om een onderscheid te maken tussen de profliga en het amateurvoetbal. Vandaag ben je amateur, morgen prof, en andersom. Ik stel voor dat we de constructie sui generis nader onderzoeken en nagaan op welke manier we daar in het parlement verder gevolg aan kunnen geven.
Mijnheer de minister, uw toelichting heeft duidelijkheid geschapen. De bedoeling is om het jeugdvoetbal te ondersteunen en de starre structuur tot mobiliteit aan te zetten. U hebt ook gezegd dat er geen decretaal initiatief komt, maar dat er binnen drie jaar wat moet bewegen.
Het is duidelijk dat u het over alle jeugdopleidingen hebt. Kunnen alle Brusselse clubs toetreden? Is de poort naar de Franse Gemeenschap dan gesloten? Kunnen de Brusselse clubs uit twee ruiven eten als ook de Franse Gemeenschap initiatieven neemt? Of moeten ze kiezen tussen de Vlaamse en de Franse Gemeenschap?
Het zou goed zijn om hierover in de commissie van gedachten te wisselen. We zullen een initiatief nemen in die richting.
Het minimumscenario over de splitsing is heel duidelijk. Het Vlaamse decreet moet worden nageleefd. Er moet een Vlaamse voetballiga worden opgericht, een afzonderlijke vzw met de bevoegdheden en minimumvereisten zoals gepland in het decreet. Daar bestaat geen twijfel over. Dat wil niet zeggen dat er geen koepel is. Alle Vlaamse liga's hebben een unitaire koepel met steeds minder bevoegdheden. Daarover laat het decreet wat vrijheid bestaan, om bepaalde opdrachten uit te besteden via de federale bond.
Het engagement is nog nooit zo groot geweest. Natuurlijk werken we op basis van teksten. Alleen zijn die teksten nog niet helemaal klaar. Het feit dat de voorzitter van de KBVB voor de eerste keer publiek een persconferentie geeft, uitgerekend met de Vlaamse minister van Sport, is nooit gezien. Daarin zegt hij dat hij een Vlaamse liga zal oprichten.
U kunt moeilijk zeggen dat dit een processie van Echternach is. We gaan hier wel degelijk vooruit.
Uw opmerking over de sui-generisconstructie is niet juist. Het is een vzw, zoals er in Vlaanderen honderden vzw's ondersteund worden voor projecten. Honderden vzw's worden rechtstreeks ondersteund in het terrein waar ik de verantwoordelijkheid voor draag. Het is vanzelfsprekend op basis van een project, een plan, een overeenkomst, dat die subsidies, die sowieso tijdelijk zullen zijn, gegeven worden. Uiteraard moeten we dat nog verder bespreken in de commissie.
Het incident is gesloten.