Verslag plenaire vergadering
Verslag
De heer Penris heeft het woord.
Mevrouw de voorzitter, mijnheer de minister-president, volgende zondag is het 1 april en dan herdenken we de val van Den Briel. De val van Den Briel was een belangrijk historisch maritiem moment omdat het de inzet van en de aanzet tot de scheiding der Nederlanden is geweest. Wat toen begon, voltrok zich een tiental jaren later in 1585 met de val van Antwerpen. Sindsdien zijn de verhoudingen tussen de broedervolkeren Vlaanderen en Nederland niet meer vanzelfsprekend geweest.
Mijnheer de minister-president, ook in dit huis ondervragen wij u regelmatig over die verhoudingen, zeker voor wat de grensoverschrijdende verkeersdossiers betreft. Zo hebben wij u en uw voorgangers al regelmatig gevraagd hoe het nu zit met de IJzeren Rijn, met de verdieping van de Schelde, met de tweede zeesluis van Gent enzovoort.
Mijnheer de minister-president, wij hebben begrepen dat u daar begin deze week met uw Nederlandse ambtgenoot Balkenende een diepgaand overleg over hebt gehad.
Helaas werd dat overleg een beetje overschaduwd door een deeldossier, met name dat over het wegenvignet. We zullen het daar straks nog over hebben. U hebt uitspraken gedaan die minstens contesteerbaar en door sommigen als ongelukkig worden beschouwd. U hebt in één pennentrek een heel artikel uit uw regeerakkoord overboord gegooid. Daarin stond dat Vlaanderen voorstander was van dat wegenvignet, dat het zou worden ingevoerd en dat er zou worden gezorgd voor een compensatie voor de eigen ingezetenen. U hebt daarover gisteren verantwoording afgelegd in de commissie voor Openbare Werken. De discussie over dat punt heeft twee uur geduurd. Het was een interessant debat, dat zeker nog niet is uitgeput.
U hebt meegedeeld dat u het idee moest intrekken omdat Europa daar vragen over had. We zullen straks aantonen dat de Europese redenen allesbehalve dwingend zijn. We volgen ter zake de scepsis van uw coalitiepartners Open Vld en sp.a-spirit.
Maar, mijnheer de minister-president, we hadden u nog kunnen volgen als u vanuit het Catshuis in Nederland ook positieve berichten had meegebracht. Wat wij van uw reis naar Nederland en uw onderhoud met Balkenende hebben onthouden, is dat Vlaanderen op vraag van Nederland het wegenvignet inslikt. We zouden van u echter willen weten wat de Nederlanders daarvoor in ruil hebben gegeven. Als een dergelijk belangrijk element uit het regeerakkoord wordt opgegeven, als op een eenzijdige eis van de Nederlanders wordt ingegaan, dan moet daar toch iets tegenover staan!
Mijnheer de minister-president, ik hoop dat ik met deze vraag een voorzet geef en dat u de bal in een open doel kunt trappen. We zouden van u willen weten wat de Nederlanders u in ruil hebben gegeven. Wij waren vragende partij voor de verdieping van de Schelde. Wat is daar de stand van zaken? Welke toegevingen hebt u van Nederland bekomen? Gaan de Nederlanders trouw de afgesloten akkoorden uitvoeren? Of gaan ze meer doen dan dat? Gaan ze in plaats van de bekomen 13,10 meter tij-ongebonden diepgang u 14, 15 of 16 meter geven?
Gaan ze ons tegemoetkomen in het dossier over de IJzeren Rijn? Daarover bestaan internationale arbitrageuitspraken die Vlaanderen in het gelijk stellen. Nederland moet zo snel mogelijk de IJzeren Rijn reactiveren. Heeft minister-president Jan Peter Balkenende daarover toezeggingen gedaan?
Heeft Nederland, ten slotte, een toezegging gedaan voor een eventueel bijkomende zeesluis ter hoogte van Terneuzen?
Minister-president Leterme heeft het woord.
Mevrouw de voorzitter, ik wil beginnen met te zeggen dat elkeen zijn methode heeft. Dit soort dossiers worden, wat mij betreft, niet betrokken bij een ruil- of koehandel.
Ik zal kort even ingaan op het dossier van het wegenvignet. Voor mij was het uitgesloten om een risico te lopen. De opinie van de Europese Commissie daarover was zeer duidelijk. Ik wil niet het risico lopen om aan elke bezitter van een wagen opnieuw een forfaitaire taks van 60 euro op te leggen zonder dat enige vorm van compensatie mogelijk was. Ik wilde het risico op die extra belasting voor de Vlaamse gezinnen niet lopen.
Mijnheer Penris, u had het over drie infrastructuurdossiers. Wat de Scheldeverdieping aangaat, hebt u waarschijnlijk ook de actualiteit gevolgd. U zult weten dat door de verkiezingscampagnes voor zowel de Tweede Kamer als voor de Provinciale Staten, die pas zijn afgelopen, bepaalde procedures niet verder in het parlement werden behandeld. Daarnaast is er in de publieke opinie, onder meer in Zeeland, ook heel wat te doen geweest over bepaalde aspecten van de dossiers die het voorwerp uitmaken van vier verdragen. In Vlaanderen moeten we daar nog twee of drie stappen zetten vooraleer de hele procedure is afgerond.
Over de verdieping van de Schelde is afgesproken dat het engagement correct wordt nagekomen door Nederlandse regering. De ratificatieprocedure zal eerst op het niveau van de Tweede Kamer en nadien van de Senaat worden doorlopen. De timing zal daarbij worden gerespecteerd.
Vandaag heeft er nog een vergadering over de procedure plaatsgevonden. Minister-president Balkenende heeft verzekerd dat de ratificatie in de Tweede Kamer volgens schema verloopt. Normaal moet nog voor het reces, dat in Nederland op 6 juli begint, het ratificatieproces afgerond zijn.
Er is een toezegging gebeurd op het vlak van de vergunningverlening voor de aanvang van de werken. Ook bij ons kunnen er tijdens de vergunningsprocedures onverwachte zaken opduiken. Bij een normaal verloop kunnen de werken worden aangevat in de loop van 2007. Minister Peeters heeft het dan steevast over 'de eerste spadesteek'. Voor een waterloop als de Schelde kan ik me echter niet concreet voorstellen hoe dat gebeurt.
Het is een dossier dat zeer, zeer lang heeft aangesleept en waarover iedereen altijd sceptisch heeft gedaan. Ik stel vast dat wij, minister Peeters en ikzelf, erin zijn geslaagd om het dossier vlot te trekken en tot nu toe perfect volgens de timing te laten verlopen. Dat gebeurt trouwens in een zeer goede verstandhouding met de Nederlandse regering.
Met betrekking tot de IJzeren Rijn heb ik eerder al aangegeven - en u hebt dat niet vermeld - dat daarvoor in eerste instantie de federale regering verantwoordelijk is. Wij zijn uiteraard vragende partij. Ik heb over dit dossier een informeel gesprek gehad met federaal staatssecretaris Tuybens, vooraleer hij een ontmoeting had met de nieuwe minister voor Verkeer en Waterstaat, de heer Camiel Eurlings. Het onderhoud tussen de heer Tuybens en de heer Eurlings heeft intussen plaatsgevonden, ik denk op 22 maart. Het heeft, volgens de beide bewindslieden, als resultaat opgeleverd dat de afspraken ook daar correct worden nageleefd, dat de uitvoering van de werkzaamheden er effectief op het goede spoor zit en dat, volgens mijn federale collega, het dossier perfect verloopt. Onze rol is daar, ten behoeve van de Vlaamse economie en onder meer de haven van Antwerpen, om te zorgen voor de verbetering van de modal split via de IJzeren Rijn. Daarom nemen wij iedere gelegenheid te baat om zowel bij de Nederlandse regering als bij de federale collega's aan te dringen op spoed.
U zult zich herinneren dat ik voor dit dossier zelfs naar Nordrhein-Westphalen ben geweest, om daar de belangen van de haven van Antwerpen te behartigen.
Ook met betrekking tot de maritieme toegang Gent-Terneuzen verloopt alles volgens schema. De stand van zaken is dat er dienaangaande een studieopdracht is gegeven. Die wordt normaal gezien opgeleverd tegen 2008. Ik vermoed dat deze oplevering effectief zal kunnen gebeuren. Op basis daarvan zullen de juiste beslissingen op het juiste moment kunnen worden genomen.
Ik denk, in het algemeen, dat deze dossiers in goede zin evolueren. Ik voeg er aan toe dat ik vanuit mijn bevoegdheid voor Landbouw vorige week een contact heb gehad met mijn nieuwe collega van Landbouw, mevrouw Verburg, die ook verantwoordelijk is voor Natuur. Dat is in het dossier van de Scheldeverdieping een belangrijk aanknopingspunt met een probleem dat nog gerezen was en waarrond enige commotie was ontstaan. Ook daar gaan wij naar correcte en evenwichtige oplossingen.
Mijnheer de minister-president, ik noteer, en ik blijf noteren: de Nederlanders vragen en de Nederlanders krijgen. Zij hebben indertijd een ontkoppeling van de loodsentarieven gevraagd, zij hebben dat verkregen. Wij, Vlamingen, hebben vorige maand het verdrag terzake goedgekeurd. Destijds vroegen zij een TGV-tracé over een welbepaalde zone, zij hebben dat verkregen. Zij vroegen het afzien van het wegenvignet, zij hebben dat verkregen. U zegt dat u de Vlaamse belastingbetaler niet erger wilt belasten dan op dit ogenblik al het geval is. Ik vrees, mijnheer de minister-president, dat de alternatieven die nu door sommigen naar voren worden geschoven de belastingbetaler uiteindelijk nog zwaarder zullen treffen dan het wegenvignet met compensaties, dat in uw regeerakkoord was voorgesteld. We zullen daarop straks misschien terugkomen.
U hebt nu van Nederland twee toezeggingen verkregen. De ratificatie van de Scheldeverdragen zal gebeuren volgens de vastgelegde termijnen. Het zou er nog maar moeten aan ontbreken, mijnheer de minister-president. U weet zeer goed, en u geeft het aan, zonder de dingen bij naam te noemen: uw Nederlandse collega van Milieu en Landbouw heeft daar een probleem opgeworpen. Wij hebben dat hier in het Vlaams Parlement ook gedaan. De Nederlandse Tweede Kamer heeft voor haar uiteengaan voor de verkiezingen bijna eenparig een resolutie aangenomen die inhield dat gedwongen onteigeningen in het kader van het Scheldeverdiepingsverdrag uit den boze waren en niet konden. Wat heeft uw collega daarop geantwoord? Gaat men die resolutie naast zich neerleggen? Gaat men de gedwongen onteigeningen alsnog doorvoeren? Want het een hangt samen met het ander. Als je niet kunt overgaan tot gedwongen onteigeningen en gedwongen ontpoldering, dan staat het hele verdrag op losse schroeven.
Over de IJzeren Rijn zegt u zeer duidelijk dat het niet uw bevoegdheid is. Dat weet ik ook wel: het is een federale bevoegdheid. We weten dat u federale ambities hebt, en we waarderen ten zeerste dat u zich ook dat dossier hebt aangetrokken en dat u ook hier op bekwame spoed blijft aandringen. Maar aandringen op bekwame spoed, mijnheer de minister-president, zal niet voldoende zijn. U hebt dat gedaan, al uw voorgangers hebben dat gedaan, en er rijdt nog altijd geen trein over de IJzeren Rijn.
Het verschil tussen de huidige en vorige aanpak bestaat erin dat er resultaat wordt geboekt. Er is het akkoord dat getekend werd in Middelburg. De ratificatie verloopt volgens de normale procedure. De IJzeren Rijn wordt aangepakt. Men legt zich neer bij de uitspraak inzake arbitrage. De werken verlopen via de juiste volgorde op de juiste manier. In de havengemeenschap in Antwerpen en ruimer dan dat weet men de inspanningen van mijn Vlaamse Regering bijzonder te waarderen. Echt, u moet daar eens uw oor te luisteren leggen. (Applaus bij CD&V)
Mevrouw de voorzitter, mijnheer de minister-president, wees ervan overtuigd dat ik mijn oor te luisteren leg bij de Antwerpse havengemeenschap en ook bij andere havengemeenschappen in Vlaanderen. De geruchten die ik daar opvang, zijn minder positief dan wat u ons hier vandaag probeert te verkopen. (Applaus bij het Vlaams Belang)
Het incident is gesloten.