Verslag plenaire vergadering
Actuele vraag over de toegankelijkheid van de toeristische voorzieningen voor mensen met een rolstoel, naar aanleiding van de nieuwe brochure Vlaanderen Vakantieland
Verslag
De heer Sintobin heeft het woord.
Mevrouw de voorzitter, mijnheer de minister, ik hoop dat de stad waar we beiden thuishoren, nog altijd Izegem is.
We gaan meestal voorbij aan het feit dat het boeken van een vakantie anno 2007 nog steeds niet evident is voor iedereen in Vlaanderen. Een belangrijke groep mensen verkeert nog altijd in de onmogelijkheid om een vakantie te beleven. Ze kampen met financiële, fysieke of mentale obstakels. Het is aan de overheid om die obstakels zo goed mogelijk weg te werken.
Mevrouw de voorzitter, met mijn actuele vraag wil ik vandaag voornamelijk focussen op de fysieke toegankelijkheid en op het verschaffen van informatie ter zake. Om mijn vraag in de juiste context te plaatsen, wil ik toch graag verwijzen naar wat we hierover kunnen lezen in de beleidsnota Toerisme en in de diverse beleidsbrieven.
Mijnheer de minister, in de beleidsnota 2004-2009 lezen we dat de vierde strategische doelstelling inhoudt het toerisme in Vlaanderen toegankelijk te maken zodat iedereen kan genieten van een vakantie. In de beleidsbrief 2005-2006 lezen we: "Naast acties inzake de fysieke toegankelijkheid van de infrastructuur, is er duidelijk ook aandacht voor informatieverschaffing over de toegankelijkheid van het toeristische aanbod." Op de agenda staat de verdere conceptuitwerking en verdere operationalisering van een toegankelijkheidslabel voor de toeristische sector. In de beleidsbrief 2006-2007 staat op de agenda het operationaliseren van het Vlaamse toegankelijkheidslabel.
Voor personen met een handicap is het niet alleen belangrijk dat er werk wordt gemaakt van de toegankelijkheid van de toeristische infrastructuur, maar ook van een adequate informatie. Ze bepalen hun keuze aan de hand van het toegankelijkheidslabel en een goede communicatie daarover.
Om een vakantie in eigen land te boeken, doen velen een beroep op de brochure Vlaanderen Vakantieland van Toerisme Vlaanderen. Het is een prachtige brochure, alleen spijtig van de Engelstalige slagzin op de achterflap, doch dit geheel terzijde. Er is wel nog steeds geen informatie te vinden voor mensen met een handicap, waar ze met een rolstoel binnen kunnen of mogen.
U antwoordde eind 2006 op de vragen van rolstoelgebruikers dat het een overgangsmaatregel was en dat Toerisme Vlaanderen bezig was met het maken van een toegankelijkheidslabel, objectief getoetst aan enkele criteria. U hebt hetzelfde antwoord gegeven op een schriftelijke vraag van mevrouw Stevens. Veel rolstoelgebruikers, maar ook andere mensen met een handicap, ervaren dit als een kaakslag en vinden uw antwoord onverantwoord. Er bestaan internationale criteria. Ze vragen zich dan ook af waarom Vlaanderen zich daar niet op baseert.
Mijnheer de minister, hoe zit het nu met het toegankelijkheidslabel? Wat zijn de knelpunten bij het tot stand komen ervan? Wanneer wordt het gefinaliseerd? Wat bedoelt u met een objectieve toets aan ernstige criteria?
Mevrouw Demeulenaere heeft het woord.
Het is inderdaad een hele mooie brochure, maar ik vind het heel jammer dat er nergens een criterium instaat voor rolstoelgebruikers. Ik dacht dat dat misschien vlug zou verholpen worden op de website, maar dat was niet zo. Het zou nochtans goed zijn voor onze bekendmaking in het buitenland, want ook heel wat buitenlandse toeristen met een handicap zijn geïnteresseerd in onze hotels, en ook zij moeten deze informatie nu missen. Binnenlandse toeristen kunnen gemakkelijker een beroep doen op de telefoon om die informatie toch te verkrijgen, maar voor buitenlanders kan de website beter worden aangepast. Ik vraag een dringende oplossing voor dit probleem.
Minister Bourgeois heeft het woord.
Mevrouw de voorzitter, collega's, uw zorg is mijn zorg. Ik besteedde daar al veel aandacht aan in mijn beleidsbrief. Ik doe dat ook in mijn contacten met Toerisme Vlaanderen. We werken hard aan een oplossing.
Mevrouw Demeulenaere, mijnheer Sintobin, uw beoordeling dat er geen melding wordt gemaakt in de brochure en op de website van de toegankelijkheid is fout. In de inleiding staat bij 'Vlaanderen Vakantieland voor iedereen': "Bij het infopunt toegankelijk reizen van Toerisme Vlaanderen krijg je gratis informatie over de toegankelijkheid van je vakantieverblijf." Alle objectief onderzochte adressen die voor rolstoelgebruikers minstens toegankelijk zijn met hulp, werden gebundeld in een duidelijke brochure. Ook wie andere aandachtspunten heeft, kan bij het infopunt terecht. Dan volgen alle gegevens: waar je gratis telefonisch of per e-mail terechtkunt, waar je fysiek terechtkunt en hoe je de brochure kunt ontvangen. Op de website van Toerisme Vlaanderen staat die link eveneens.
In de brochure Vlaanderen Vakantieland gebeurt geen labeling omdat dat bijna, maar nog niet helemaal klaar is. Dat is een titanenwerk. We maken ook werk van de toegankelijkheid voor mensen met een laag inkomen.
Ik dank trouwens de privésector die daar hard aan meewerkt en er elk jaar voor zorgt dat een stijgend aantal mensen met een laag inkomen de kans krijgen om op vakantie te gaan.
In de vroegere brochures van Toerisme Vlaanderen werd het internationale toegankelijkheidssymbool gebruikt, op aangeven van de privésector. Dat heeft geleid tot discussies en conflicten, omdat volgens organisaties en gebruikers vaak niet voldaan werd aan de internationale criteria. Als wij een label vermelden in onze brochure, willen we natuurlijk zeker zijn dat dat label verdiend is, en dat het beantwoordt aan de verwachtingen van de rolstoelgebruiker.
Ik heb, zoals aangekondigd, Toerisme Vlaanderen de opdracht gegeven om werk te maken van die labeling. Dat is een moeilijke oefening. Er zijn een aantal internationale, theoretische criteria, maar in de praktijk bleek dat die criteria moesten worden aangepast en toegespitst op elke vorm van toerisme.
Toerisme Vlaanderen is nu ongeveer rond met die oefening. Men heeft daarbij aandacht voor de aspecten parkeren, toegang, slaapkamers, het sanitair en de eetgelegenheid. Men heeft ook aandacht voor de diverse vormen van logies: campings, hotels, jeugdverblijfcentra, enzovoort. Heel binnenkort zal alles rond dat label gefinaliseerd zijn, zodat dit najaar gestart kan worden met de labeling.
Dat wordt een ontzettend groot werk. Als we dit opnemen in de brochure zonder dat daar een wetgeving rond bestaat - het is immers ook op basis van vrijwilligheid van de privésector -, moeten we zeker zijn dat mensen met een handicap objectieve informatie krijgen. We gaan daar niettemin werk van maken. We rekenen er ook op dat meer en meer uitbaters uit de privésector daaraan willen meewerken.
Ik wil er wel op wijzen dat dit niet de enige informatie is. Wij zijn geen verkoopkantoor. Het staat iedereen vrij - hoteluitbater, campinguitbater of logiesverstrekker - om in zijn brochure zelf informatie te verstrekken over de toegankelijkheid. Alleen als wij dat doen, als overheidsinstantie, moeten we ervoor zorgen dat het correct gebeurt.
Toerisme Vlaanderen doet natuurlijk wel heel grote inspanningen. Alle premies die naar hotels, campings en andere vormen van logiesuitbating gaan, zijn gekoppeld aan een absolute voorwaarde inzake toegankelijkheid. Dat is een essentiele voorwaarde om premies te krijgen. Bovendien geven wij aan de uitbaters vorming over toegankelijkheid, en dat gaat breder dan de toegankelijkheid voor rolstoelgebruikers. Ten slotte geven wij zoveel mogelijk informatie - ik heb daarover destijds ook een vraag gekregen van mevrouw Stevens - op de website www.toegankelijkreizen.be, die naar mijn aanvoelen een goede website is die door de sector geapprecieerd wordt. We verfijnen die website voortdurend en proberen er alsmaar meer informatie te brengen over de particuliere logiesbedrijven die aan de kwaliteitsnormen die wij stellen, beantwoorden.
Mijnheer de minister, ik dank u voor uw antwoord. Ik erken dat de totstandkoming van het toegankelijkheidslabel een titanenwerk is. Toch stel ik samen met de betrokken personen vast dat het heel lang duurt. Ik begrijp dan ook de reactie van die mensen, die dit jaar opnieuw moeten vaststellen dat de labeling nog niet vermeld staat in de brochure. Er staat inderdaad wel een verwijzing vooraan in de brochure, maar de vraag gaat natuurlijk over het toepassen van de labeling per locatie.
Ik wil even citeren uit de mail van een rolstoelgebruiker die u wellicht ook gekregen hebt, net als alle andere fracties: "Waar loopt het dan mis? Waar zit het probleem? Is Fifi de poedel commercieel interessanter dan een rolstoelgebruiker? Zit daar het probleem? Honden betalen toch geen belastingen en spelen geen maatschappelijke rol! De meeste rolstoelgebruikers die ik ken, werken, hebben een gezin, betalen belastingen, gaan naar het theater, naar de bioscoop, op restaurant enzovoort. Zij willen graag in eigen land even van vakantie genieten."
In de brochure staat dus wel waar Fifi de poedel terecht kan. Ik las onlangs dat er ook een ecolabel komt voor duurzame campings. De labeling voor bepaalde soorten of sectoren gaat dus blijkbaar sneller dan het opstellen van een toegankelijkheidslabel voor mensen met een handicap. Ik meen echter uit uw antwoord begrepen te hebben, mijnheer de minister, dat het toegankelijkheidslabel eind 2007 gefinaliseerd zal worden. Ik hoop dat het in de volgende brochure van Vlaanderen Vakantieland zal worden opgenomen.
Mijnheer de minister, is het niet nodig om in de tweede helft van dit jaar de website aan te passen? Op die manier gebeurt de aanvulling stapsgewijs.
Mevrouw Stevens heeft het woord.
Mijnheer de minister, ik dank u voor uw uitgebreide antwoord.
Ik wil beginnen met een algemene bemerking. In Vlaanderen bestaat er nog steeds geen wetgeving over de toegankelijkheid van openbare gebouwen en publiek toegankelijke plaatsen zoals hotels, restaurants, winkels enzovoort. Dat is een groot probleem. Ik doe dan ook een warme oproep aan uw collega's, minister Van Mechelen en minister Van Brempt, om eindelijk met voorstellen voor de dag te komen. In Amerika en het Verenigd Koninkrijk heeft men op dat vlak al heel wat ervaring.
Mijnheer de minister, wat het toegankelijkheidslabel betreft, weet ik dat u al heel wat inspanningen hebt gedaan om tot een uniform label te komen. Er bestaan immers al heel wat lokale en provinciale labels. Op zich is dat positief maar tegelijk ook problematisch want ze kunnen voor verwarring zorgen. Zo kan een hotel in Oostende met een lokaal toegankelijkheidslabel mogelijk iets heel anders betekenen dan een hotel in Hasselt met ook een lokaal toegankelijkheidslabel. Ik pleit dan sterk ook voor een uniform toegankelijkheidslabel in Vlaanderen.
U bent daarmee bezig maar uiteraard moet hierbij ook het concept van de integrale toegankelijkheid meegenomen worden. Dus niet alleen toegankelijkheid voor rolstoelgebruikers en mensen met een fysieke handicap. Daarom mijn vraag aan de minister: welke initiatieven worden er genomen voor mensen met een mentale handicap, blinden, slechtzienden, mensen met gehoorproblemen?
De heer Verstreken heeft het woord.
Ik zou het niet beter kunnen verwoorden dan mevrouw Stevens.
Mijnheer Sintobin, het is natuurlijk niet de bedoeling om er een karikatuur van te maken en mensen met een handicap te vergelijken met Fifi de poedel. Ik weet wel dat het niet uw woorden zijn. Ik kan het ongenoegen van een aantal mensen begrijpen. Zij begrijpen niet waarom er nog altijd geen symbool terzake bestaat in de toeristische brochures. Dit probleem betreft niet alleen de brochures van Toerisme Vlaanderen maar alle toeristische brochures die worden uitgegeven. Tijdens de bespreking van de beleidsnota en de beleidsbrieven heb ik gewezen op de noodzaak daarvan. Zelf heb ik tijdens de afgelopen jaren en een drietal maanden geleden nogmaals de test gedaan bij het infopunt van Toerisme Vlaanderen. En hoewel er geen logo vermeld staat in de gloednieuwe brochure, is er wel een ervaringsdeskundige aanwezig die op een zeer degelijke wijze de nodige informatie verstrekt. Die persoon is meertalig en stuurt de mensen alle gevraagde informatie op. Zelfs op de website kun je de informatie in vier talen downloaden. Dat is een stap in de goede richting.
Dat er nog meer werk aan de winkel is, is heel duidelijk. Alle partijen die hier het woord hebben genomen, delen die bezorgdheid.
Ik zou wel willen hameren op de verantwoordelijkheden van de minister, maar óók van de Vlaamse steden en gemeenten, de toeristische steden en de provincies. Zoals mevrouw Stevens al zei, zijn er provincies die goede inspanningen leveren. Ik denk dan aan West-Vlaanderen en het departement Westkans, dat goed werk verricht. Het heeft ook de nodige expertise in huis.
Het is echter ook noodzakelijk verder te kijken dan onze neus lang is. Zoals de vraagstellers al hebben gezegd, zijn er ook in het buitenland goede voorbeelden. Zelf weet ik dat er schitterende zaken zijn in Engeland en Amerika. We kunnen daar het een en het ander van leren. Ook in Duitsland en Nederland staat men een stap voor op Vlaanderen.
Mijnheer de minister, weet u of er op het Europees vlak initiatieven worden genomen? Het zou immers veel beter zijn dat er in heel Europa een gelijkaardig symbool wordt gebruikt voor personen met een handicap. Dat zou de zaak heel wat eenvoudiger maken.
Ook de privésector moet een tandje bijsteken en het voorbeeld geven. Er zijn initiatieven, maar die zijn veel te kleinschalig. De horeca zou gestimuleerd moeten worden om zelf het initiatief te nemen. Ik weet dat de regering stimuli geeft, bijvoorbeeld in het kader van het Kustactieplan. Zo zijn er projectsubsidies mogelijk.
Belangrijk daarbij is het communicatieplan. Hoe zal de communicatie met de sector verlopen? Hoe zal de promotie en de bekendmaking gebeuren? De mensen in Vlaanderen en iedereen met een of andere handicap weten perfect bij wie en waar ze terecht kunnen. Als schepen was ik zelf bevoegd voor die materie. Ik heb genoeg ervaring wat dat betreft. Ik heb voldoende contacten gehad in heel Vlaanderen met verenigingen, met personen met een handicap, met de verschillende sectoren.
Mijnheer de minister, vooral de buitenlandse toeristen met een handicap zouden nog beter gesoigneerd en geïnformeerd moeten worden.
Ik ben het grotendeels eens met wat de heer Verstreken heeft gezegd. Ik wil de twee vraagstellers er wel op wijzen dat het niet klopt dat er geen informatie is. Op de website staat er zeer goede informatie. Ze is meertalig. Er is ook een gedrukte brochure. Die is weliswaar niet uitgebreid omdat het aantal nog moet groeien. Dezelfde informatie bestaat online.
Een andere zaak is het ontbreken van een label. Ik heb u echter gezegd waarom dat is en waarom Toerisme Vlaanderen niet de verantwoordelijkheid kan nemen om labels af te drukken voor privé-initiatieven waarvan wordt beweerd dat ze beantwoorden aan een aantal onbestemde, ongedefinieerde of niet-wettelijk vastgelegde criteria. Mevrouw Stevens heeft daar terecht op gewezen.
Er is dus geen ander alternatief dan zelf een systeem op te zetten. Ik deel uw mening. Ik heb trouwens aan Toerisme Vlaanderen gevraagd om contacten te leggen. Er zou inderdaad een Europees label moeten worden ontwikkeld. Dat zou de zaak stukken makkelijker maken.
Er is geen wettelijke basis. Toerisme Vlaanderen heeft nu goede en ook werkbare criteria uitgewerkt voor alle diverse onderdelen van de diverse logiesbedrijven. We moeten die labels nu nog toekennen. Als ze worden afgedrukt, betekent dit dat aan de criteria werd voldaan.
Mijnheer Sintobin, ik begrijp het beeld dat wordt gebruikt voor een toerist met een handicap. Ik wil er wel op wijzen dat er geen vergelijking mogelijk is. Het is niet omdat een hotel zegt dat honden toegelaten zijn, dat daaruit kan worden afgeleid dat Toerisme Vlaanderen geen inspanningen doet voor mensen met een handicap. Dat probleem is van een totaal andere orde.
Ik wil niet dat in de brochure van Toerisme Vlaanderen een label wordt afgedrukt op aangeven van privésectoren, als het risico bestaat dat ze niet beantwoorden aan de criteria. U zou dan wellicht de eerste zijn die - terecht - interpelleert over deze verblijven.
We kunnen niet anders dan die weg volgen. Ondertussen geven we vorming en informatie, en is er een ambtenaar. Mijn ervaring is ook dat de organisaties tevreden zijn over het geleverde werk - en gelukkig vinden de meeste Vlamingen via organisaties hun weg. Maar van het titanenwerk van de labeling op basis van vrijwilligheid en goede criteria moeten we nog werk maken. Ik heb die toestand zo aangetroffen, we moesten van nul beginnen. We willen dat grondig en goed doen. Het is een ontzettend groot werk.
Mijnheer Verstreken, ik maak er geen karikatuur van. Ik reageerde enkel op een mail die naar alle fracties werd gestuurd door een persoon uit deze doelgroep. Ik heb enkel een citaat gegeven. Dat wilde ik hier toch nog rechtzetten.
Ik had graag geweten of mijn voorstel om al vanaf eind dit jaar werk te maken van de aanpassing van de website per hotel zal worden aanvaard.
Het is evident dat dit zal gebeuren. Alle hotels die werden onderzocht door Toerisme Vlaanderen staan al online. De gegevens worden ook al gepubliceerd in een brochure. Ik heb, voor ik naar hier kwam, de website nog eens gecontroleerd. Daar staan al heel wat logiesbedrijven op. Het lijkt me evident, en ik zal dat ook vragen aan Toerisme Vlaanderen, om de labeling die wordt toegepast in het najaar van 2007 onmiddellijk online bekend te maken.
Het incident is gesloten.