Verslag plenaire vergadering
Verslag
De heer Glorieux heeft het woord.
Mevrouw de voorzitter, mijnheer de minister-president, de kogel is door de kerk. De Europese Commissie heeft haar finaal verdict uitgebracht. Ons land had 63,9 miljoen ton CO2 uitstootkrediet toegekend aan de industrie maar is nu teruggefloten. Volgens de Europese Commissie is dat 4,8 miljoen ton te veel. Minister Peeters heeft de Europese Commissie een antwoord gestuurd maar de Commissie heeft beslist dat er niet langer gemarchandeerd wordt.
Op 6 december heb ik in deze plenaire vergadering ongeveer dezelfde vraag gesteld. Minister Peeters antwoordde daarop: "Mijnheer Glorieux, u spreekt voor uw beurt. Eerst moet de Europese Commissie een beoordeling geven. Ik maak me sterk dat de antwoorden die ik zal geven op haar vragen, de Europese Commissie voldoening zullen geven." Blijkbaar had de regering op dat ogenblik het volste vertrouwen in het feit dat het allocatieplan en het Klimaatplan oké waren.
De minister zei verder: "Mijnheer Glorieux, als ik de antwoorden heb gegeven, dan zal de Europese Commissie op basis van die antwoorden een beoordeling maken. Nadat die beoordeling is gemaakt door de Europese Commissie, kunt u me terug de vraag stellen of mijn Vlaams Klimaatplan en het allocatieplan te licht zijn en waar de problemen zitten."
We zijn nu drie maanden verder. Het is jammer dat we drie maanden hebben verloren. De Europese Commissie heeft immers bevestigd wat ik drie maanden geleden al heb gezegd, namelijk dat het allocatieplan en het Klimaatplan te licht zijn en dat de Kyotonorm niet zal worden gehaald. Als we er al niet in slagen om de Kyotodoelstelling te halen, hoe zullen we dan na Kyoto een verdere reductie doorvoeren en welke maatregelen zullen we daartoe nemen? Het zal niet voldoende zijn om hier en daar enkele maatregelen te nemen om een drastische ommekeer tot stand te brengen. Die ommekeer noodzaakt ons ertoe een aantal fundamentele zaken van ons huidige economische bestel in vraag te stellen. Ik stel vast dat deze regering dat niet wilt of niet durft. Ik heb het dan over de heilige koe van de economische groei.
Mijnheer de minister-president, de meerderheid is duidelijk verdeeld over de reactie die moet worden gegeven op de Europese Commissie. Minister Peeters zegt dat hij de normale procedure heeft gevolgd en een verduidelijking heeft gegeven aan de Europese Commissie. Maar dan komt plots viceminister-president Vandenbroucke op de proppen, die zegt dat er niet naar het Hof zal worden gestapt. Volgens minister Peeters is dat niet aan de orde, en hij vraagt zich dan ook af waarom minister Vandenbroucke dat heeft gezegd. Gaat het hier om een gratuite profileringsdrang van minister Vandenbroucke of heeft minister Peeters een verborgen agenda?
Mijnheer de minister-president, wat is nu eigenlijk het concrete standpunt van de Vlaamse Regering in deze zaak? Maar nog belangrijker, hoe gaan we om met het feit dat we 4,8 miljoen ton CO2 te veel hebben gealloceerd? Waar zal de Vlaamse Regering dit compenseren? Welke extra maatregelen zal ze nemen om ervoor te zorgen dat we de Kyotonorm wel halen? Zal ze maatregelen nemen binnen de industrie, de gezinnen of de mobiliteitssector, of zal ze in het buitenland eens te meer extra uitstootkredieten aankopen? Dit is een fundamenteel probleem, niet alleen voor vandaag maar ook voor morgen en overmorgen. De klimaatproblematiek is veel te belangrijk om er onderling in de regering welles-nietesspelletjes over te spelen.
Minister-president Leterme heeft het woord.
Mijnheer Glorieux, de klimaatproblematiek is heel belangrijk. De impact van de CO2-vervuiling op het leefmilieu moet op een ernstige manier worden aangepakt. De Vlaamse Regering zal daar de nodige maatregelen toe nemen. Ik vind het belangrijk dat we dit dossier, zoals alle andere dossiers, behandelen conform de procedures die in België en Europa aan de orde zijn.
In uw vraag haspelt u een aantal zaken door elkaar. Het is dan ook belangrijk dat ik een chronologie geef en zeg in welk stadium we ons bevinden.
Op 16 januari 2007 heeft de Europese Commissie haar beslissing bekend gemaakt over het ontwerp van Belgisch toewijzingsplan CO2-emissierechten 2008-2012. Ze stelt voor een reductie te realiseren van 63,3 naar 58,5 miljoen ton.
Het document van 16 januari werd door de Nationale Klimaatcommissie grondig besproken en bestudeerd. Op basis van een grondige technische analyse en een overleg met de dienst van de Europese Commissie heeft de Nationale Klimaatcommissie op 1 februari beslist om bijkomende informatie ter beschikking te stellen van de Europese Commissie. Die informatie werd op 23 februari verstuurd. In die klimaatcommissie hebben de federale overheid en de gewesten elk vier vertegenwoordigers. Het Vlaamse Gewest wordt vertegenwoordigd door mezelf, minister Peeters, minister Van Brempt en minister Moerman.
De technische informatie heeft vooral te maken met de emissies in het basisjaar 2005. De vraag is of de referentie als voldoende correct kan worden beschouwd. Er zijn wat vragen over hoe wordt omgesprongen met procesemissies, die in België zwaar doorwegen, en dat zowel voor als na 2012. Ze zijn niet of nauwelijks reduceerbaar.
Op 16 januari was er dus een voorstel van reductie als reactie op het Belgische reductieplan. Het voorstel was de uitstoot te verminderen van 63,3 naar 58,5 miljoen ton. De Nationale Klimaatcommissie heeft daarop beslist om bijkomende informatie te geven en te repliceren op een aantal technische aspecten. Het gaat daarbij vooral over gegevens van 2005.
Mijnheer Glorieux, dat is de normale gang van zaken. Ze wordt ook door andere lidstaten gevolgd. De vraag of ons land later, nadat er een eventueel nieuwe standpuntbepaling is, een procedure zal inleiden bij het Hof van Justitie, is vandaag niet aan de orde.
De ongelukkige communicatie van de woordvoerster van de heer Dimas werd ondertussen rechtgezet. U zei daarnet dat de Commissie haar verdict had afgeleverd. We hebben vandaag een brief ontvangen van de bevoegde directeur. Daarin bedankt hij ons voor de brief van 23 februari en de bijlage waarin de Belgische standpunten worden uiteengezet. Hij voegt er aan toe dat de Commissie op dit moment de inhoud van de brief en de bijlage bestudeert. Ze zal binnen de gestelde termijn haar standpunt overmaken aan ons land. Die termijn eindigt op 18 maart 2007.
Mijnheer Glorieux, dat is op dit moment de stand van zaken. Zoals voor andere dossiers proberen we naar best vermogen ook dit zeer belangrijke dossier van CO2-emissies en van het Klimaatplan af te handelen volgens de geldende regels. We doen niet mee aan de spelletjes waar u naar verwijst. We volgen op een correcte manier de besluitvormingsprocedure.
We zullen een standpunt innemen zodra we in het bezit zijn van alle elementen.
Mijnheer de minister, ik dank u voor uw antwoord. Ik stel echter wel vast dat de spelletjes vooral binnen uw eigen regering worden gespeeld. Ik snap anders niet waarom minister Vandenbroucke moet insinueren dat men naar het hof zou stappen. Als daarvan absoluut geen sprake is, waarom moet hij dan in de kranten de houding van zijn partij beklemtonen.
Daarnaast doet u identiek hetzelfde als minister Peeters, toen hij drie maanden geleden zei dat we ons helemaal geen zorgen moesten maken. Volgens hem zou de Commissie wel inbinden na ons antwoord.
Ik heb dat niet gezegd. Ik heb niet gezegd dat we ons geen zorgen moeten maken. Ik heb ook niet gezegd dat de Commissie zal inbinden. Ik heb enkel een stand van zaken gegeven.
U probeert tijd te winnen. Vanuit uw standpunt kan ik dat begrijpen.
De situatie is, zoals u zelf zei, inderdaad zeer ernstig. Ik geloof u op uw woord als u zegt dat u de situatie van het klimaat ook ernstig neemt. Maar dan kunt u niet de zaken die voor iedereen klaar en duidelijk zijn, voor u uit blijven schuiven. Daarmee zult u moeten leren omgaan. Dat betekent dat u dat zult moeten compenseren: ofwel binnen de industrie ofwel binnen andere sectoren. Doen alsof er niets aan de hand is en alsof de Europese Commissie ons eigenlijk verkeerd heeft begrepen: daarmee zullen we niet verder komen, integendeel. Kijk naar Frankrijk of Duitsland, die van de Europese Commissie nog veel zwaardere sancties opgelegd hebben gekregen. Die hebben gezegd: "Jammer, tant pis, maar we zullen een nieuw klimaatplan, een nieuw allocatieplan opstellen." Hier probeert men te rekken totdat het kalf helemaal verdronken zal zijn. De maatregelen die dan zullen moeten worden genomen, zullen nog veel meer pijn doen.
Minister Vandenbroucke heeft het woord.
Ik word hier herhaaldelijk genoemd door mijn collega-volksvertegenwoordiger. Ik heb natuurlijk alleen maar gezegd wat we aan het doen zijn. Ik was dus verrast, zoals vele mensen, door het bericht in De Standaard over die brief. Het was niet de bedoeling dat deze brief op die manier, zonder bijkomende toelichting, in de media kwam. Maar goed, dat gebeurt. Ik heb mijzelf afgevraagd hoe dat nu wordt begrepen door de mensen. Ik heb aan Belga gezegd wat ik ook aan mijn partijbestuur heb gezegd: het feit dat die brief vertrekt met een aantal argumenten en bezwaren en feiten, is heel normaal in deze procedure. Je deelt een aantal bezwaren en feiten mee. Dat betekent niet dat je een juridisch gevecht wilt beginnen met de Commissie. Dat is niet aan de orde. Dat is iets anders. Ik heb toegelicht wat het statuut is van de fase waarin we ons bevinden. Ik denk dat er nogal wat argumenten zijn om te zeggen dat het niet veel zin heeft om hier een juridisch gevecht te beginnen. Maar dat is zelfs niet aan de orde, zoals - denk ik - ook de minister-president heeft gezegd.
Omdat mijnheer Glorieux het tegenovergestelde probeert te insinueren, wil ik toch nog eens benadrukken dat ik hier gewoon lezing heb gegeven van de stand van zaken van het dossier. Wij volgen de procedure scrupuleus. Wij lopen niet vooruit op de conclusies, zoals u doet. Dit dossier is belangrijk in alle dimensies van het woord 'belangrijk': het is belangrijk voor ons leefmilieu, het is belangrijk dat we doeltreffende maatregelen nemen en dat we ook kunnen rekenen op de goedkeuring van de Europese instanties. En dat wij goed weten welke maatregelen wij nemen ten aanzien van de samenleving, de economie, de gezinnen, enzovoort. Het is een element van goed bestuur en ordentelijke besluitvorming dat we stap voor stap handelen. Ik heb u geschetst wat de procedure is. Namens de voltallige Vlaamse Regering zeg ik u dat dit de wijze van behandeling zal zijn van dit dossier.
Minister Peeters heeft het woord.
Ik wil onderstrepen dat de heer Glorieux heel goed moet weten dat op 29 november 2002 de Vlaamse Regering het energiebenchmarkconvenant heeft goedgekeurd. Dat is onderschreven door meer dan 170 energie-intensieve bedrijven in Vlaanderen. In artikel 12 van het energiebenchmarkconvenant staat: "Het Vlaams Gewest zal alles in het werk stellen opdat de bedrijven die zijn toegetreden tot het convenant, vrijgesteld zouden worden van verplichtingen opgelegd door Belgische of Europese maatregelen."
Alles in het werk stellen: dat betekent, op basis van de contracten die de vorige regering heeft afgesloten, dat wij technische elementen moeten aanbrengen wanneer die bestaan. Dat is één.
Ten tweede, het allocatieplan verwarren met de doelstellingen van Kyoto is bewust onduidelijkheid creëren, want hier gaat het specifiek over de emissierechten voor de industrie. Dat heeft natuurlijk iets - maar niet alles - te maken met de doelstellingen van Kyoto die wij moeten halen.
Minister Peeters, de Europese Commissie heeft geen probleem met het benchmarkconvenant, maar met het feit dat u hebt overgealloceerd. Dát is het probleem. U moet het probleem niet doorschuiven, u hebt het gecreëerd.
Een goed bestuur, mijnheer de minister-president, is inderdaad zeer belangrijk. U zegt dat wij stap voor stap gaan. Een goed bestuur betekent ook dat, op het ogenblik dat zaken klaar en duidelijk zijn, de evidente beleidsdaden onmiddellijk volgen. En niet dat we de hete patat voor ons uit schuiven en wel zullen zien, en tijd winnen. Dat is absoluut geen goed bestuur, zeker als we zien hoe urgent de enorme uitdaging van de klimaatverandering is en als we die uitdaging ernstig willen nemen.
Het incident is gesloten.