Verslag plenaire vergadering
Verslag
De heer Sauwens heeft het woord.
Mijnheer de minister, mevrouw Crevits heeft me gevraagd u te zeggen dat u er goed uitziet. (Gelach)
Daarover gaat mijn vraag echter niet. Er is op dit moment heel wat beroering in de Vlaamse en Belgische voetbalwereld.
De aanleiding is de uitspraak van de penningmeester van de KBVB die zegt dat er financiële problemen zijn, dat sponsors afhaken, dat inkomsten wegvallen en dat daarenboven de Rode Duivels niet doen wat ze moeten doen. Hij zegt verder dat de lidgelden moeten worden verhoogd. Volgens hem zijn ze al heel lang niet meer geïndexeerd en een indexatie betekent plots plus 50 percent. Ook de boetes zouden worden verhoogd.
Het voetbal is momenteel een reus op lemen voeten. Heel wat collega's, zoals ikzelf, dragen mee verantwoordelijkheid in lokale clubs. De problematiek is schrijnend. Er is het probleem van het dalend aantal vrijwilligers en toeschouwers. De voetbalbond doet daar zelf lustig aan mee door voetbalwedstrijden als gevolg van het contract met Belgacom te laten programmeren om 13 uur. Dat betekent dat heel wat mensen om 15 uur niet meer naar de lokale club gaan kijken. Er is daarnaast de nieuwe vzw-wet en de nieuwe reglementering met betrekking tot legionella en voedselveiligheid. Een aantal mensen haakt af. In 1995 waren er in Vlaanderen nog 1250 ploegen ingeschreven bij de KBVB, dat zijn er nu nog 1150 of honderd clubs minder als gevolg van fusie, faillissement of stopzetting, en dan vooral in kleinere gebieden.
Er worden bij de voetbalbond maatregelen voorbereid om het lidgeld en de boetes te verhogen. In een krant heb ik een berekening gelezen. Een club in tweede provinciale met 400 leden zal 1500 euro per jaar meer moeten betalen. U weet zeer goed wat dit betekent. Dat geld zal worden gevonden via tombola's, de verkoop van wafels en pintjes. Ik vrees ook dat een aantal clubs dit niet zal nemen. U zult misschien zeggen dat dit debat binnen de verenigingen moet worden gevoerd, maar het is mijn mening dat we ons daar wel over moeten bekommeren. Voetbal is de meest populaire Vlaamse sport, waarvan een enorme sociale kracht uitgaat.
Wat zal de evolutie zijn? Het lidgeld zal worden verhoogd. Vandaag vragen al heel wat clubs lidgelden van 375 tot 400 euro per jaar van jongeren. Vooral het jeugdvoetbal zal onder druk komen. Sommige spelers zullen niet meer komen omdat ze het niet kunnen betalen. Er zal enkel verder worden gegaan met diegenen die goed kunnen spelen en die kans maken om door te groeien naar de eerste ploeg en de nationale competitie. Een aantal ploegen in de Belgische competitie speelt al zonder jeugdploegen en concentreert zich enkel op de competitie in tweede of derde afdeling.
Het ogenblik is gekomen om naar de KBVB toe te gaan om proberen de problemen op te lossen, met respect voor ieders verantwoordelijkheid. We kunnen de voetbalbond vragen om te doen wat de basketbalbond en volleybalbond hebben gedaan. De nationale competitie kan behouden blijven, maar laat ons het decreet toepassen. Instappen in het huidige decreet betekent 2 miljoen euro subsidie voor de KBVB als federatie, bijna 2 miljoen euro voor de clubs en verenigingen, en nog eens 2 miljoen euro voor het onderdeel topsport van het voetbal. Deze gelden staan ter beschikking en groeien dankzij de inspanningen van de regering. Het is niet verantwoord om van de grote voetbalboom de worteltjes af te knippen, want dat zal gebeuren. Het zou veel beter zijn om met de overheid een gesprek aan te knopen.
Mijnheer de minister, kunt u de bedragen die ik noem, bevestigen?
Welke stappen hebt u gezet en wilt u zetten om met de KBVB op het hoogste niveau en zo snel mogelijk een oplossing voor de populaire voetbalsport uit te werken?
Minister Anciaux heeft het woord.
Mevrouw de voorzitter, leden van de regering, collega's, ik ben het 100 percent met u eens. Uw analyse kan ons alleen maar doen besluiten dat de genomen maatregelen onverantwoord zijn voor de voetbalminnende jeugd en voor de jeugdopleiding van de clubs. De voorstellen en maatregelen van de KBVB zijn onverantwoord.
Het aanbod van de Vlaamse Gemeenschap is duidelijk. U hebt gelijk. De KBVB moet niet splitsen, maar moet in haar schoot een Vlaamse en Franstalige voetballiga oprichten waarin de clubs terechtkomen volgens hun ligging of - als ze in het tweetalige gebied Brussel-Hoofdstad liggen - volgens de keuze die ze maken. Als dat gebeurt, dan komt er op basis van het decreet op de sportfederaties 2 miljoen euro vrij. Daarnaast zorgt het nieuwe decreet over het lokale Sport-voor-allenbeleid voor de vrijmaking van ten minste 1,2 miljoen euro. Dat geld dient voor een overgangsperiode. Als de KBVB zich niet snel aanpast aan het federale karakter van dit land, dan zullen de clubs dat geld binnen 2 jaar definitief kwijt zijn.
Naast die 1,2 miljoen euro komt er nog geld bij als men zich aanpast, want in dat geval komen de impulssubsidies er nog bij. In totaal maakt de Vlaamse Gemeenschap daarvoor dan 1,6 miljoen euro vrij. Ik tel er dan nog niet de bedragen bij die de gemeenten daar nog moeten opleggen: die zijn goed voor 50 percent. In totaal gaat het dus over 2 miljoen, plus 1,6 miljoen, plus 30 miljoen over een periode van 30 jaar of jaarlijks 1 miljoen voor de bouw van een 80-tal kunstgrasvelden. Opgeteld is dat 4,6 miljoen euro. Verder is in de begroting 2007 1,7 miljoen euro voor regionale opleidingscentra voor de voetbalsport opgenomen. Tenslotte is er in de begroting 2007 nog 600.000 euro opgenomen voor een opleidingsfonds.
Daarbovenop komen nog de gelden voor de investeringen en de bedragen voor het luik voetbal van het Topsportactieplan. Ook de gelden voor de manifestaties, de sportpromotieacties en de tewerkstellingscontracten voor mensen die op weg naar de top zijn, tel ik niet mee. De Vlaamse gemeenschap biedt dat fenomenale bedrag aan, maar de KBVB zegt dat hij dat geld niet kan aanvaarden. Hoe langer hoe meer vraag ik me af wie er belang bij heeft om onze uitgestoken hand te weigeren.
Dat is in ieder geval niet de voetbalwereld en niet de jeugd binnen die voetbalwereld, wel integendeel.
Mijnheer Sauwens, ik heb enkele maanden geleden eens stevig aan de boom geschud. Dat heeft blijkbaar toch een beetje de zaak in beweging gebracht. De huidige voorzitter is samen met een andere verantwoordelijke van de KBVB in januari bij mij geweest. Wij hebben in alle rust en kalmte een aantal vooroordelen weggewerkt. Ik heb daar ook nog eens heel duidelijk dit financiële aanbod gedaan.
Er zijn verschrikkelijk veel vooroordelen. Een van de grootste problemen waarvan zij dachten dat ze er niet uit zouden kunnen geraken, was dat ze al hun reserves zouden moeten opsplitsen. Wat kunnen mij die reserves schelen. Ik ben blij dat ze die nog hebben - blijkbaar niet meer veel, als ik het zo hoor. Het gaat niet over reserves, het gaat over een nieuw beleid voor de toekomst. Ik wil niet al die lijken uit het verleden meenemen. Ik heb tijdens dat vrij constructieve gesprek duidelijk gemaakt dat het niet gaat over de Rode Duivels of over de competitie. Nog altijd worden mensen geïndoctrineerd: men zegt hen dat ze niet meer in een nationale competitie zouden kunnen spelen. Allemaal larie en apenkool! Wij hebben daar afgesproken om een berekening te maken van wat de kost zal zijn van zo'n federatie en wat daar tegenover staat.
Ik heb intussen dit hele verhaal aan alle eerste- en tweedeklassenclubs verteld. Ik heb ook gezegd wat ik wil doen met die opleidingscentra, hoe een opleidingsfonds eruit ziet, welk belang zij erbij hebben, enzovoort. Ik heb gisteren alle derde- en vierdeklassenclubs ontvangen om hen duidelijk te zeggen dat wij hen nodig hebben en dat zij, als ze dat allemaal willen krijgen en als zij willen dat Vlaanderen zijn verantwoordelijkheid voor de jeugdopleiding opneemt, ook iets moeten doen. In het uitvoerend comité van de KBVB hebben de provinciale en derde- en vierdeklassenclubs een meerderheid.
We zijn daar dus volop mee bezig. Volgende week zie ik opnieuw drie afgevaardigden van de KBVB: de voorzitter, Herman Weynants namens de Profliga, en de heer Sablon. Ik heb een specialist aangeduid, die, het decreet in de hand, zal zeggen wat er nodig is om er aan tegemoet te komen.
Ik weet het, ik ben soms te naïef, maar hier kan ik niet anders dan hoopvol zijn omdat het aanbod van de Vlaamse Gemeenschap van dien aard is dat er geen enkel zinnig argument kan worden gevonden om er niet op in te gaan. En in geen geval kan men enig sportief argument naar voren brengen. Het zou een schande zijn voor de jonge voetballers en voor de jeugdopleiding in het voetbal indien die uitgestoken hand niet wordt aangenomen. Het gaat hier niet over separatisme of wat dan ook. Het gaat erover aan de Vlaamse Gemeenschap de mogelijkheid te bieden om ten volle haar bevoegdheid uit te oefenen en de verantwoordelijkheid op te nemen voor het jeugdvoetbal. Wie daar tegen is, draagt een zeer grote verantwoordelijkheid en heeft wellicht belangen die wij niet kennen en die niets met sport te maken hebben. (Applaus bij de meerderheid)
Dank u, mijnheer de minister, voor uw duidelijke antwoord.
Het lijkt me een prima idee om in eenvoudige termen het voorstel dat u doet namens het hele parlement ook mee te delen aan de clubs in de lagere afdelingen, gewoon om hen op de hoogte te brengen en mee te laten denken. De interne democratie binnen de bond moet ook worden hersteld.
De heer Deckmyn heeft het woord.
Mevrouw de voorzitter, mijnheer de minister, ik wil de heer Sauwens bijtreden. Niet alleen bij zijn appreciatie voor uw vestimentaire keuze.
Via de aankondiging van de KBVB dat hij noodgedwongen moet besparen, stellen we vast dat hij met zijn hardnekkige weigering om zich structureel aan te passen aan het Vlaamse Sportdecreet vele miljoenen euro's laat liggen. Dat is een droevige zaak. U hebt daarnet een opsomming van de bedragen gegeven. Het is bijzonder pijnlijk dat in de zoektocht naar financiële middelen vooral de lokale voetbalclubs de dupe zullen zijn. U weet dat het Vlaams Belang altijd een enthousiast voorstander is geweest, en is, van een splitsing van de bond, en ook bereid is de financiële consequenties hiervan op te nemen.
Tijdens de bespreking van een voorstel van resolutie van het Vlaams Belang over de splitsing van de Koninklijke Belgische Voetbalbond, wees ik er al op dat voor de bond het unitaire element primeert op de financiële voordelen die voortvloeien uit de opdeling van haar eigen structuur. De heer Sauwens heeft de minister net aangemaand om het gesprek over een opdeling aan te gaan. U hebt gezegd, mijnheer de minister, dat er verschillende gesprekken bezig zijn, maar u voert al van in het begin van deze legislatuur gesprekken met de Belgische Voetbalbond over de opdeling. Deze gesprekken en de vele halfslachtige scenario's over de opdeling, blijven maar aanmodderen en er komen niet echt concrete resultaten. U hebt als minister in dit dossier meermaals kansen laten liggen en u hebt de druk op de voetbalbond om te splitsen, niet echt kunnen verhogen, soms eerder gereduceerd.
Wat is de huidige stand van zaken? Want intussen zijn de vele lokale voetbalclubs en hun leden, het kind van de rekening.
Ik kan mij in grote lijnen terugvinden in het antwoord dat u aan de heer Sauwens gegeven hebt. Ik denk dat u correct stelt dat men dat decreet niet wil lezen. Financiële ondersteuning is een zeer belangrijk element, maar het mag niet het enige zijn. Het gaat niet alleen om de financiële ondersteuning die men laat liggen bij het niet-splitsen, maar gaat om de totaliteit van het sportbeleid.
Na de krokusvakantie komt het decreet Lokaal Sportbeleid waarin een zwaar accent gelegd wordt op het lokaal sportbeleid, in het bijzonder op het voetbal. Er zitten een aantal repercussies in voor wie zich niet aanpast. Maar ik denk dat we een duidelijke boodschap moeten geven vanuit het politieke veld. Politiek moet zich ver houden van de sport an sich, maar wat er nu gebeurt kan niet. Door het weigeren om te splitsen, is er de dreiging dat kinderen en hun ouders veel meer zullen moeten betalen om hun 'volkssport' te beoefenen. We moeten op een structurele wijze die clubs in kennis stellen van welke kansen het voetbal in Vlaanderen laat liggen.
De heer Deckmyn heeft natuurlijk gelijk dat hij redenen tot klagen heeft zolang de splitsing niet gerealiseerd is en zolang mag hij mij daarop afrekenen. Ik probeer nochtans via veel kanalen om een splitsing te realiseren, vooral omwille van het sportieve beleid dat we dan kunnen voeren.
Ik ben het ook eens met de heren Sauwens en Van Dijck. De Koninklijke Belgische Voetbalbond voert op dit moment een non-beleid, een slecht investeringsbeleid in jeugdopleiding waardoor het ook aan de top niet goed gaat. De bond maakt er een financiële oefening van zonder ook maar te kijken naar de consequenties.
Het voorstel van resolutie van de heer Deckmyn bevatte waardevolle elementen. Maar het feit dat u ging pleiten voor het oprichten van een Vlaamse nationale ploeg in plaats van de Rode Duivels, had net als gevolg dat binnen de KBVB een aantal mensen een karikatuur gingen maken van de dingen waar dit parlement mee bezig is.
Ik steun ten volle het beleid van de regering, om op een no-nonsensemanier het gesprek te voeren om - en dat interesseert onze CD&V-fractie vooral - de brede sport in Vlaanderen absoluut overeind te kunnen houden. We moeten pleiten voor een splitsing tussen het profgebeuren, dat eigenlijk draait om evenementen, en het sportieve gebeuren aan de basis in Vlaanderen.
Het incident is gesloten.