Verslag plenaire vergadering
Verslag
Mevrouw Vogels heeft het woord.
Mevrouw de voorzitter, mijnheer de minister, geachte collega's, een tweetal weken geleden kwam het nieuwe Armoedejaarboek uit. Daaruit blijkt dat de grootste oorzaak van toenemende armoede, de prijs van woningen op de huurmarkt is. Dat is niet nieuw, we hebben het hier al meerdere keren over gehad. Het is wel interessant om te lezen dat een aantal wetenschappers berekend hebben dat aan het tempo van 2000 bijkomende sociale woningen per jaar, het 264 jaar zal duren voor we in Vlaanderen het gemiddelde aantal sociale woningen van andere Europese landen bereiken, namelijk 17,6 percent.
Vandaag wachten 70.000 mensen op een sociale woning en zouden, op basis van hun inkomen, nog eens 2000 mensen extra recht hebben op een sociale woning. De Vlaamse Regering heeft al vaak aangekondigd dat ze met huursubsidies gaat werken. Ik was dan ook blij toen vorige week het besluit op de vernieuwde huursubsidie werd goedgekeurd. Groot was mijn verrassing toen ik op uw website las, mijnheer de minister, dat het eigenlijk geen huursubsidie is, maar een verhuissubsidie. 1700 mensen kunnen, als ze in een ongezonde woning wonen, verhuizen naar een andere woning en aanspraak maken op een huursubsidie.
Het lang aangekondigde nieuwe Huursubsidiebesluit zegt dat het om 4000 mensen gaat. Dit is boerenbedrog want hoe kunnen die 2300 extra huursubsidies een antwoord geven op de uit de pan swingende huurprijzen op de private huurmarkt? Bovendien is een woning die niet op de lijst van ongezonde woningen staat, niet de facto van goede kwaliteit. Welke garantie is er dat die 2300 extra huursubsidies geen subsidie worden voor de eigenaar? Zal de eigenaar zijn prijs niet verhogen als hij weet dat zijn huurders huursubsidie krijgen? Wie gaat die 2300 extra huursubsidies krijgen? Gaan we van een lange wachtlijst voor een sociale woning, naar een lange wachtlijst voor een huursubsidie? Wanneer gaat deze regering echt iets doen aan de penibele toestand op de private huurmarkt?
Mevrouw Vogels, u maakte vorige legislatuur ook deel uit van de regering, daarom dacht ik dat u blij zou zijn. Want het totale bedrag voor de huursubsidies, stijgt van 10 miljoen euro in de begroting 2006 naar 20,6 miljoen euro in de begroting 2007. Het aantal begunstigden kan daardoor stijgen van 1700 naar 4000. Bovendien zijn de voorwaarden klantvriendelijker gemaakt, zijn de huurwaarden van de woningen aangepast aan de huidige huurprijzen en is de inkomensgrens opgetrokken. Ik denk dus dat we toch iets doen voor die mensen die heel kwetsbaar zijn op de huurmarkt, voor de mensen met de laagste inkomens.
Mevrouw Vogels, deze maatregel is geen tovermiddel, maar biedt wel een kans voor 2300 mensen die nu extra in aanmerking komen. De maatregel moet ook samen worden bekeken met de maatregelen die we nemen op het vlak van de socialeverhuurkantoren, waarvan ik er heel regelmatig nieuwe erken, waardoor het aantal betaalbare woningen op de huurmarkt mee wordt vergroot.
Tijdens de vorige legislatuur waren de investeringen in nieuwe sociale woningen en appartementen al historisch hoog. Toen heeft men het bedrag verviervoudigd ten opzichte van de regering daarvoor. Nu doen we daar opnieuw heel wat bij. We hebben dat enkele weken geleden besproken tijdens de behandeling van de beleidsbrief. Op dit moment zijn ongeveer 4000 woningen, voor de koop- en huursector samen, in de werffase, die we extra aan het arsenaal socialehuurwoningen kunnen toevoegen.
Het is inderdaad nog voor een deel een verhuisbeweging, van mensen die veranderen van een ongezonde naar een conforme woning. Maar de nieuwe SVK-huurders kunnen, als ze aan de inkomens- en andere voorwaarden voldoen, een huursubsidie krijgen.
Ik wil wel een kanttekening plaatsen bij het onderzoek waarin wordt verwezen naar die 264 jaar. Dat is natuurlijk een statistische oefening. Vandaag kijkt men gewoon naar de inkomenspositie van een Vlaming en als die onder een bepaald niveau ligt, is die persoon kandidaat voor een sociale woning. Maar niet al die mensen willen naar een sociale woning, want vaak zijn ze eigenaar van een woning. Bijvoorbeeld gepensioneerden die moeten rondkomen met een pensioen van zelfstandige, zijn vandaag allemaal opgenomen in de statistieken. Zij hebben vaak twee of meerdere woningen, maar we zouden hen absoluut geen plezier doen door te zeggen dat ze naar een sociale woning moeten. Statistieken zijn indicatief en geven een bepaalde richting aan, maar met statistieken kunnen we alles aantonen, want men kan ook verdrinken in een rivier met een gemiddelde diepte van een halve meter.
Mevrouw Vogels, ik ben de eerste die de penibele situatie op de private huurmarkt heeft aangekaart. Als men praat over de problemen in de sector van de sociale huisvesting, moet men dat genuanceerd bekijken. We zijn het enige land in de wereld waar geen woningnood is. Alle mensen die vandaag op een wachtlijst staan, voldoen aan de voorwaarden voor een sociale woning, maar hebben, gelukkig maar, wel een dak boven het hoofd. Soms is niet erg duidelijk wie van de 58.000 mensen echt een woonbehoefte heeft en bij wie het gaat om een woonwens. In de sociale huisvesting wordt de huurprijs berekend op basis van het inkomen, waardoor mensen gemiddeld een derde tot de helft goedkoper huren dan op de private huurmarkt. Iedereen die vandaag huurt op de private huurmarkt, probeert bij de sociale huisvesting binnen te geraken.
Vandaar mijn visie dat, als we iets willen doen op dat vlak, we omvattende maatregelen moeten nemen voor de private huurmarkt, zoals de huursubsidies. Mevrouw Vogels, in 2008 komt er nog eens 5 miljoen euro bij, bovenop de 10,6 miljoen euro die er dit jaar al is bijgekomen.
We willen bijkomende socialeverhuurkantoren erkennen, om het aanbod van woningen te vergroten. Tezelfdertijd willen we het aanbod van sociale woningen en appartementen verhogen.
We doen dus heel veel, zoals blijkt uit de begroting. Woorden zijn een praatje voor de vaak als er geen cijfers tegenover staan. Er zullen nog altijd noden zijn, maar er is nooit zo'n grote inspanning gebeurd als nu en in de begroting 2007.
Mevrouw de voorzitter, mijnheer de minister, om het dan toch in termen van de vorige regering te zeggen: het is allemaal veel blabla, maar weinig boem boem.
Mijnheer de minister, u verwijst voor harde cijfers naar de begroting, maar alle andere cijfers relativeert u, omdat alle onderzoeken en cijfers van wetenschappers op verschillende manieren geïnterpreteerd kunnen worden.
We kunnen over duizend of tweeduizend mensen praten die misschien niet echt naar een sociale woning willen. Wat je echter niet op een verschillende manier kunt interpreteren, is de enorme kloof tussen aan de ene kant de wachtlijsten in de sociale huisvesting, of dat er nu 70.000, 65.000 of 75.000 zijn, en aan de andere kant het aantal initiatieven dat u neemt, namelijk 2.000 woningen per jaar bij, 2.300 extra huursubsidies en een paar honderd woningen via de socialeverhuurkantoren. U moet eerlijk zijn, mijnheer de minister, het feit dat u om de paar weken een nieuw sociaal verhuurkantoor erkent, betekent niet automatisch dat er ook meer woningen verhuurd kunnen worden aan goede voorwaarden, want het gaat meestal over kantoren die al een paar jaar bezig zijn
U overtuigt niet. Ik wil wel geloven dat u veel doet, maar het is allemaal 'too little and too late'. We hebben in Vlaanderen een enorme achterstand wat betreft sociale woningen. Ik zou van deze regering, die in het regeerakkoord veel mooie woorden en veel blabla wijdt aan de socialewoningsector, wat meer daden, een echte wegwerking van de wachtlijsten en een echte bestrijding van de armoede willen zien. Daar slaagt u niet in.
Mijnheer de minister, ik moet bekennen dat er in Vlaanderen geen echt systeem van huursubsidie bestaat. De huursubsidie wordt eigenlijk herleid tot een verhuissubsidie naar een gezonde en meer aangepaste woning. Het regeerakkoord bepaalt zeer duidelijk dat u zult overgaan tot een heroriëntatie van deze subsidies en dat u die zult uitbreiden. In de bespreking van de beleidsnota 2004-2009 Wonen, hebt u duidelijk gezegd dat u in de tweede helft van deze legislatuur een systeem van algemene verhuurpremies zult toepassen. De vraag is wanneer u werkelijk zult overgaan tot het in voege brengen van deze huursubsidie, of is het iets dat eenmalig wordt voorgesteld maar nooit zal worden verwezenlijkt?
Mijnheer de minister, ik zal geen oppositieverhaal vertellen zoals mevrouw Vogels, maar ik lees de rapporten van onder meer professor Vranken en zie de cijfers daarin. Het is een verhaal van twintig jaar besturen in Vlaanderen. We zouden ons diep moeten schamen. We zitten op Europees vlak op het laagste gemiddelde wat betreft sociale woningen. Ik roep op, 'from deep in my heart', dat u de komende tien tot twintig jaar aan een veel hoger tempo dan uw beste bedoelingen moet investeren in socialewoningbouw. Los van de statistieken, zijn er 200.000 gezinnen die ervoor in aanmerking komen, bovenop de 60.000 gezinnen die op een wachtlijst staan. Het is de grootte van een hele grote centrumstad die op een sociale woning wacht.
Mijnheer de minister, zou u er niet eens grondig moeten over nadenken of we de private huurmarkt niet actiever kunnen inschakelen in ons socialewoonbeleid? Mevrouw Vogels zei dat de verhuissubsidie eigenlijk alleen ten goed komt aan de eigenaar. Misschien kunnen we veel socialer zijn als we zouden evolueren naar een echt stelsel van verhuursubsidies. Daarmee bedoel ik dat we een verschil betalen tussen de socialehuurprijs en de effectieve huurprijs, waarbij we niet de eigenaar rechtstreeks subsidiëren, maar de huurder subsidiëren. Dat zou misschien grote investeringen in de private huurmarkt tot gevolg kunnen hebben zodat we effectief een groter woningenbestand kunnen vrijmaken dat aan dezelfde kwalificaties voldoet als de sociale woningen. Er zullen hoe dan ook verschillende opeenvolgende en gelijklopende inspanningen moeten gebeuren om dat te doen.
Mijnheer de minister, ik nodig u uit om een breuk te maken. U bent bezig. De keuze voor 2.500 woningen is een belangrijke stap, maar helaas, ondanks alle statistieken hebben we een reusachtige achterstand ten opzichte van andere, veel minder rijke regio's in Europa.
Mevrouw de voorzitter, wanneer je iets aanpakt, ontdekken sommigen pas het probleem. Dit is de eerste keer dat in een begroting de private huurmarkt zo aan bod komt dat er financiële inspanningen vanwege de regering tegenoverstaan door een forse uitbreiding van het stelsel van de huursubsidies. Er is een stijging van 10 miljoen naar 20,6 miljoen en in 2008 komt daar nog eens 5 miljoen bij.
We moeten dat voortzetten. Dat is absoluut nodig. Ook de federale overheid doet een duit in het zakje. Daar ben ik heel blij mee. Verhuurders die renovatiewerken uitvoeren aan huurwoningen, zullen hun inspanningen fiscaal kunnen recupereren als de verhuring gebeurt via een socialeverhuurkantoor. Dat is een goede zaak. Ook zal, als in bepaalde probleemwijken in onze grote steden woningen die helemaal niet meer geschikt zijn voor huisvesting worden afgebroken, de heropbouw ervan, eventueel als eigendom, maar ook voor de huurmarkt, kunnen gebeuren aan een BTW-regime van 6 percent, terwijl dat normaliter 21 percent bedraagt. Dat is een goede werkwijze, met alle overheden samen.
Ik kan er ook niet omheen dat de tweedeling in onze samenleving net bij de huisvesting aan de oppervlakte komt. Het verschil tussen de haves en de havenots ziet men vooral daar. Wat mensen eten, of zelfs de kleren die ze dragen, is niet altijd een duidelijke indicator of ze het goed hebben. Soms is zelfs het tegendeel waar. Bij huisvesting gaat het echter om zo grote investeringen dat mensen dat niet langer kunnen camoufleren. We doen daar nu voor de eerste maal inspanningen voor, en dat niet enkel op de socialehuisvestingsmarkt. Mijnheer Caron, tussen haakjes, mijn huisvestingsbegroting bedraagt 500 miljoen euro. Daarvan gaat 80 percent naar de meest kwetsbare mensen in onze samenleving, om hen te helpen wat betaalbaar wonen en huren betreft.
Mijnheer Verougstraete, ik voer wat dit betreft het regeerakkoord minutieus uit, zij het dat dit stapsgewijs gebeurt. Ik kan nog altijd niet zelf geld drukken. Zoals u weet, mag dat ook niet. Ik wil in overeenstemming met de regelgeving handelen. Er is sprake van een stijging met 100 percent bij een bepaalde begrotingspost. Dan kan niet worden beweerd dat de regering blind is.
Dit is heel typisch voor Vlaanderen: we plaatsen een bepaald probleem in de schijnwerper, en plots bestaat dat probleem. Dat heeft echter jaren bestaan. Geen haan kraaide ernaar. Wanneer we dan zeggen dat we daar iets aan gaan doen, wordt dat plots een thema. We maken werk van een beleid ter zake, met maatregelen die de nood kunnen lenigen.
Wat de sociale woningen betreft, is het duidelijk dat 6 percent te weinig is. Er moeten er absoluut bij komen. Dat aandeel moet zeker worden opgetrokken. Dat staat buiten kijf.
We hebben een vrij unieke huisvestingsmarkt, waar drie op vier personen eigenaar zijn van hun woning. Dat ziet men nergens ter wereld. Dat zegt veel over de werkkracht en de ambities van de Vlamingen. Dan is er nog 19 percent op de privéhuurmarkt, 6 percent op de markt van de sociale huisvesting, en 1 percent leeft zogezegd in commune. Dat klinkt heel exotisch, maar die mensen wonen meestal bij hun ouders of iemand anders in. Wie wordt vandaag geen eigenaar? Degene die dat niet kan betalen. Die doet dan een beroep op de privéhuurmarkt. We zullen ook in de toekomst voort inspanningen moeten blijven leveren op dat vlak, maar wat we nu doen, is in het verleden niet gebeurd. De vorige regering heeft een grote inhaalbeweging gemaakt voor de bouw van sociale woningen. Wij zetten dat nu voort, en doen bovendien een inspanning voor de privéhuurmarkt. Toveren kan ik niet, mijn best doen wel. Dat doen we ook.
Mijnheer de minister, u praat zo veel. U zegt steeds weer hetzelfde. Aan het feit dat 80 percent van de Vlamingen een eigen huis hebben, hebben de mensen die vandaag wachten op die sociale woning echt geen boodschap, integendeel. U zegt ook steeds dat een sociale woning krijgen zoiets is als de Lotto winnen. Binnenkort hoor ik u zeggen dat het krijgen van een verhuursubsidie ook zoiets is als de Lotto winnen. Al die mensen die veel te veel betalen en in de armoede terechtkomen omdat ze geen betaalbare woning hebben, hebben geen boodschap aan al dat gepraat.
Ik ben heel gelukkig met het betoog van de heer Caron, en u zou daar ook gelukkig mee moeten zijn. Sp.a-spirit zal u bij de volgende begrotingsronde immers ongetwijfeld steunen om nog veel meer geld te krijgen voor de socialewoningbouw en iets te doen op de privéhuurmarkt.
Mijnheer Caron, uw voorstel om het verschil bij te passen tussen de prijs van een sociale woning en wat iemand op de privémarkt betaalt, is schitterend, maar daar is wel een systeem van huurrichtprijzen voor nodig.
Daarover ligt een voorstel van decreet van ons ter tafel in de commissie voor Wonen, een van de vele voorstellen van decreet die we hier al hebben ingediend. Als ik u hoor spreken, ben ik ervan overtuigd dat uw partij dat voorstel zal steunen. (Applaus bij Groen!)
Het incident is gesloten.