Verslag plenaire vergadering
Verslag
Mevrouw Hermans heeft het woord.
Mevrouw de voorzitter, mijnheer de minister, collega's, onlangs hebben we in de pers kunnen lezen dat de heer Tuerlinckx, de federale ombudsman van de telecommunicatie, de kat de bel heeft aangebonden. Hij had het over 500 gezinnen die klachten hadden ingediend in verband met de digitale televisie. Televisie en media vallen onder de Vlaamse bevoegdheid. Hij kon deze klachten niet behandelen.
Mijnheer de minister, in een reactie in de pers zei u dat een werkgroep zich had bezig gehouden met de vraag om eventueel een ombudsdienst op te richten. De werkgroep komt echter niet meer samen. Die 500 gezinnen hebben echter wel degelijk een probleem. Wanneer komt er leven in die ombudsdienst voor de digitale media?
Minister Bourgeois heeft het woord.
Mevrouw de voorzitter, mevrouw Hermans, er is inderdaad een federale ombudsdienst voor telecommunicatie: het Belgisch Instituut voor Posterijen en Telecommunicatie. Dat is alleen bevoegd voor telecommunicatie. Het ontvangt ontzettend veel klachten. Dit jaar alleen al waren dat er bijna 20.000. Nieuw is dat er nu 500 klachten zijn die te maken hebben met digitale televisie. Consumenten zijn ontevreden over de facturatie, de levering, de kwaliteit, de reclamevoorwaarden en wat weet ik al meer.
De heer Tuerlinckx heeft inderdaad gezegd dat zijn dienst daar niet bevoegd voor is. Dat klopt ook. Radio en televisie vallen onder de Vlaamse regelgeving. Er is echter geen ombudsdienst voor deze materie.
Het fenomeen is trouwens ook vrij recent. Ik kan me niet herinneren dat er vroeger heel veel klachten waren over de kabel-tv. Blijkbaar heeft het te maken met de digitale televisie. Niettemin hadden mijn mensen die zaak al aangekaart op de technische werkgroep. Die werkgroep werd opgericht door het Overlegcomité inzake de afstemming van de regelgeving tussen de federale overheid en de deelstaten. Het zal u niet verbazen dat die zich tot nu toe hoofdzakelijk heeft beziggehouden met de frequenties, met de etherpolitie. Daarover hebben we nu een oplossing gevonden, zo hoop ik toch.
Op een van de vergaderingen hebben mijn mensen gezegd dat ze ook dit probleem wensten aan te kaarten. Ze hebben dat gedaan nog voor er sprake was van een stijgend aantal klachten over digitale televisie. Er is nog niet verder op ingegaan omdat de hoofdmoot van de werkzaamheden te maken had met de frequenties.
Ik vraag nu aan mijn mensen om de zaak opnieuw op de agenda te zetten. Tegelijk vraag ik aan mijn administratie om het probleem te onderzoeken. Wij zijn bevoegd voor de radio- en televisieomroep. Het is niet zo evident een ombudsdienst op te richten. We moeten daarvoor een beroep doen op onze impliciete bevoegdheden. Ze moet noodzakelijk zijn en het moet om een bijkomende bevoegdheid gaan.
Er zijn goede gronden om een Vlaamse ombudsdienst op te richten. Hoe dan ook zal er een afstemming moeten gebeuren met het federale samenwerkingsakkoord. Mensen dienen klacht in bij de federale ombudsdienst voor telecommunicatie over problemen die te maken hebben met de kabel en bij ons voor zaken die te maken hebben met telecom. Het probleem is vrij recent. Tot voor kort was het fenomeen ons onbekend.
Ik zal mijn administratie vragen mij advies te geven over onze bevoegdheid en over de beste manier om de zaak aan te pakken. Ik hoop snel een voorstel naar voren te brengen. Er bestaat inderdaad behoefte aan een dergelijke dienst die kan bemiddelen, die kan arbitreren en aanbevelingen kan formuleren.
Mijnheer de minister, ik dank u voor uw antwoord. Ik denk dat u mijn mening deelt. Het probleem bestaat. Het zal nog groter worden. Het gaat vooral over kleinere digitale operatoren die op een dubieuze manier klanten lokken die nergens terecht kunnen. Ik vermoed dat het probleem in de toekomst alleen maar groter zal worden. Ik hoop dat u snel actie onderneemt.
De heer Verstrepen heeft het woord.
Mevrouw de voorzitter, de vraag is terecht. Ik zou het debat wel enigszins willen verruimen. In de commissie hebben we die discussies ook al dikwijls gevoerd. Er zijn twee essentiële zaken. Er is een verschuiving van de traditionele televisiezender naar de telecomoperatoren. De operatoren worden televisiecarriers. Ze worden de beslissende factor. Dan onstaan er natuurlijk bevoegdheden langs twee kanten.
Het schrappen door Telenet van een aantal zenders is hiervan een mooi bewijs. Daar kom je eigenlijk terecht bij de minister van Consumentenzaken. Heeft zij daar iets aan gedaan of niet?
Wat kunt u als Vlaams minister doen als Telenet, Belgacom en 101 andere telecombedrijven - British Telecom komt ook op de markt - zowel in Vlaanderen als in Wallonië televisiediensten zullen aanbieden? Wat gaat u doen als die allemaal hun eigen tarifiëring en systemen aanbieden en afwijken van de mustcarryprincipes? Kunnen we niet sneller reageren? Veel tijd is er niet. Eens te meer staat hier de definitie van het begrip omroep ter discussie, daarover hebben we het al dikwijls gehad, ook na klachten van consumenten.
Nog een voorbeeld. Binnenkort beslist Telenet om zijn boxen te vervangen door nieuwe boxen met nieuwe technologie. Wat gaat u doen als ze zeggen dat de Vlaming daarvoor moet betalen? Ik begrijp ook dat u als minister weinig kunt doen. Maar kan de politiek daar überhaupt iets aan doen?
Er zijn twee aspecten. Het aspect dat u, mijnheer Verstrepen, aanhaalt, is dat van het prijzenbeleid. De Prijzencommissie is een federale bevoegdheid. Persoonlijk ben ik niet zo bang dat de prijzen zullen exploderen, precies omdat er veel concurrentie is in het digitale aanbod. We hebben de kabel, de telecomoperators, de satelliet en straks ook de ether. Die vier zullen elkaar beconcurreren. De consument zal daar beter van worden.
Het andere aspect is dat wij inderdaad bevoegd zijn voor de omroepen. Gelukkig zegt het Arbitragehof dat de term 'omroep' heel breed is. Ik heb de definitie al verscheidene keren gegeven in de commissie. Daar zitten we dus goed.
Maar, mevrouw Hermans, u weet het zeer goed: de wet op de handelspraktijken is federaal, consumentrecht is federaal, contractrecht is federaal. Wij zullen moeten nagaan of wij impliciet de bevoegdheid kunnen om een klachtendienst op te richten die in essentie betrekking heeft op de relatie tussen de operator en de consument als eindgebruiker. Kijk ons decreet daar op na: u zult er bitter weinig bepalingen in vinden die betrekking hebben op de relatie tussen distributeur en eindgebruiker inzake de garanties, de leveringen, de al dan niet misleidende reclame enzovoort. Het beperkte aantal bepalingen dat wij hebben, slaat daar niet op.
Ik ga onderzoeken of wij via onze impliciete bevoegdheden een eigen ombudsdienst kunnen oprichten. Maar er zal altijd een grijze zone zijn, zoals de heer Verstrepen het ook nog eens benadrukt. Als Belgacom tegelijk telefonie en televisie aanbiedt, zien de mensen niet altijd het onderscheid. Er zal hoe dan ook een samenwerking moeten zijn in de vorm van het doorspelen van klachten wanneer die betrekking hebben op ofwel het Vlaamse ofwel het federale niveau.
Ik moet dit onderzoeken. Het is ook totaal nieuw. U had zich twee jaar geleden niet kunnen indenken dat er plots vijfhonderd klachten zouden zijn over het verstrekken van tv-diensten. Het heeft te maken met de digitale televisie.
Ik sluit mij aan bij de heer Verstrepen: wij moeten nog eens goed nadenken over het woord 'omroep' en de definitie ervan. Dat evolueert de dag van vandaag heel snel. Er is een verkeerde interpretatie mogelijk.
Ik dank u alvast voor het antwoord, mijnheer de minister.
Het incident is gesloten.