Verslag plenaire vergadering
Verslag
De heer Glorieux heeft het woord.
Mevrouw de voorzitter, mijnheer de minister, collega's, op 1 januari treedt de tweede fase van het verhandelbare-emissierechtensysteem in werking. Daarvoor heeft de Vlaamse Regering een tijd geleden een allocatieplan overgemaakt aan de Europese Commissie, waarin wordt vermeld hoeveel uitstootrechten de verschillende bedrijven in Vlaanderen toebedeeld krijgen.
Op 28 november heeft de Commissie haar commentaar gegeven op het allocatieplan. Er zijn 34 vragen om verduidelijking, waarvan sommige, hoop ik, bevredigend beantwoord kunnen worden door bijkomende informatie te geven. Mijnheer de minister, er zijn ook een aantal fundamentele opmerkingen, die in feite brandhout maken van het Vlaamse klimaatbeleid.
Binnen de mij toegemeten spreektijd kan ik geen bloemlezing geven van de commentaren, maar samenvattend kan ik stellen dat de drie pijlers van het Vlaamse klimaatbeleid onderuitgehaald zijn. Voor de eerste pijler, de allocatie van uitstootrechten, stelt de Europese Commissie duidelijk dat u ontzettend gul bent. Zo gul dat de bedrijven meer uitstootrechten hebben gekregen dan wat ze in 2005 hebben uitgestoten.
Duitsland zit een beetje in dezelfde situatie. De Europese Commissie heeft gezegd dat dat land niet minder dan 30 miljoen ton uitstootrechten zal moeten intrekken. Dit staat onze bedrijven nu waarschijnlijk ook te wachten omdat u in het begin veel te veel hebt toegestaan. De bedrijven zullen verder moeten gaan reduceren.
De tweede poot wordt gevormd door de interne maatregelen. Daar is de Europese Commissie ook heel duidelijk, ze hecht namelijk op geen enkele manier geloof aan de beweringen uit het Klimaatplan dat de interne maatregelen, met name in de bouw- en de vervoersector, zullen leiden tot de CO2-reducties die daarin worden genoemd. Dat is eerder al aangehaald door de MiNa-Raad en de SERV. De commissie zegt dat de wijze waarop die reducties worden voorgesteld, zo onduidelijk zijn dat het gewoonweg niet eens mogelijk is dat te controleren. Ze zijn onvoldoende uitgewerkt en veel te vaag.
Van de derde poot van het klimaatbeleid, namelijk de flexibele mechanismen, zegt men heel duidelijk dat België in zijn geheel maar vooral Vlaanderen, zijn boontjes te week legt op het aankopen van hete lucht. U hebt tijdens de bespreking van de beleidsbrief toegegeven dat er op het vlak van de buitenlandse projecten die wel degelijk CO2-reductie tot stand brengen, namelijk de projectgebonden initiatieven, geen enkel contract is getekend. Al het geld waar nu in het energiefonds in voorzien is en waarvan het overgrote deel gaat naar buitenlandse projecten, zal waarschijnlijk enkel en alleen gaan naar de aankoop van hete lucht, terwijl er volgens de Europese Commissie in ons land nog een enorm potentieel is aan energiebesparende maatregelen die eens te meer niet behandeld worden.
Mijnheer de minister, mijn conclusie is dat u wat het klimaatbeleid betreft, er niets van hebt gebakken. De Commissie heeft het klimaatbeleid met de grond gelijk gemaakt. Mijnheer de minister, welke conclusies trekt u uit dit rapport van de Europese Commissie? U hebt maar 10 dagen gekregen om deze 34 zeer wezenlijke kritieken te weerleggen. Hoe gaat u dat doen? Hoe gaat u de situatie die heel scheefgetrokken is, op deze korte periode toch proberen recht te trekken?
Minister Peeters heeft het woord.
Mevrouw de voorzitter, mijnheer Glorieux, ik werd gisterenavond geconfronteerd met een persbericht van uw partijgenoot de heer Staes. U verwoordt hier wat hij daarin zegt. Ik begin de heer Staes nu te kennen. We zijn hem al tegengekomen toen hij zei dat het uitbaggeren van het Deurganckdok en de estuaire vaart niet door de Europese Commissie aanvaard zou worden. Van die twee dossiers is achteraf gebleken dat Europa daar geen probleem mee had. We zijn ermee doorgegaan zoals ik het hier had verwoord.
Ik heb de indruk dat de heer Staes een klokkenluider is, maar dat hij af en toe de klepel en de timing van het luiden wat uit het oog verliest. Waarom zeg ik dat? We hebben het allocatieplan ingediend, samen met de andere lidstaten. Ik heb vragen gekregen die ik nu aan het beantwoorden ben. Wanneer een student een vraag krijgt, en hij heeft nog niet de kans gehad om te antwoorden, zeggen u en de heer Staes: de student is gebuisd. Hij heeft echter nog niet de kans gehad te antwoorden op de vragen die gesteld zijn. Ook zijn medestudenten, de andere lidstaten, hebben die vragen gekregen. Het wordt helemaal wat hallucinant want het is een Belgisch allocatieplan, en België moet alle vragen beantwoorden, waarbij Vlaanderen voor zijn deel de antwoorden zal bezorgen.
Mijnheer Glorieux, als ik de antwoorden heb gegeven, en dat zal zoals u zegt vrij snel moeten gebeuren, namelijk in de loop van volgende week, dan zal de Europese Commissie in de maand januari op basis van die antwoorden een beoordeling maken. Nadat die beoordeling is gemaakt door de Europese Commissie, kunt u mij terug de vraag stellen of mijn Vlaams Klimaatplan en het allocatieplan te licht is en waar de problemen zitten. Ik wil er toch voor pleiten dat u samen met uw collega rustig afwacht welke antwoorden ik ga geven en rustig afwacht welke beoordeling de Commissie daaraan zal geven. Dat u sneller met die beoordelingen uitpakt, is uw verantwoordelijkheid. Ik heb zelfs nog niet geantwoord. U beoordeelt alleen de vragen en niet datgene wat ik aan de Commissie zal bezorgen.
Dat vind ik wat jammer. Dat heeft veel te maken met stemmingmakerij en pogingen de zaken in een ander daglicht te stellen dan wat het document vereist. We hebben daar hard aan gewerkt, met meer dan 250 experts. Er is sprake van 356 maatregelen. Bij het allocatieplan is er sprake geweest van een heel zorgvuldige afweging. Hier worden een aantal dingen verkeerd voorgesteld, maar goed, ik blijf daar rustig onder. Ik geef mijn antwoorden en samen met u kijk ik uit naar de eindbeoordeling van de Europese Commissie. Ik maak me sterk dat die heel anders zal zijn dan deze die u daarnet hebt gegeven.
Mijnheer de minister, ik had natuurlijk niets anders verwacht. U meent dat u goed bezig bent, onder de noemer 'verstandig groen'. Het gaat echter niet alleen over vragen om verduidelijking vanwege de Europese Commissie. Het zijn commentaren. Om uw vergelijking van zonet door te trekken: als ik een student was die een licentiaatsverhandeling maakte, en mijn professor zou me een nota geven met 34 vernietigende commentaren op die verhandeling, dan zou ik het mogen vergeten, denk ik. Ik hoop van ganser harte dat u dit kunt rechtzetten, maar dan zult u toch uit een ander vaatje moeten tappen dan u tot nu toe hebt gedaan. Van die 365 maatregelen waarnaar u daarnet verwees, vind ik er immers maar bitter weinig terug in de beleidsnota's van de verschillende ministers en in de begrotingen. Van concrete maatregelen om al deze mooi ogende plannen te verwezenlijken zie ik niets.
Ten slotte wil ik nogmaals beklemtonen dat ik het ten zeerste betreur dat dit hele klimaatplan, waaraan een jaar gewerkt is en waarover in Vlaanderen Jan en alleman zijn zegje heeft mogen doen, nooit in het parlement is besproken. U bent dit plan niet eens komen toelichten in de commissie. Toen er vanuit het parlement werd gevraagd een themadebat te organiseren, werd dat niet eens toegestaan. (Rumoer)
Dit rapport is geen vodje papier. Het is een officieel rapport, dat in Duitsland ertoe heeft geleid dat de industrie er een reductie met 30 miljoen ton CO2 moet realiseren, boven op wat de Duitse regering op voorhand had toegewezen aan de industrie. Ik hoop dat ik ongelijk heb, maar ik ben er vast van overtuigd dat, indien u niet uit een ander vaatje tapt, we dezelfde weg zullen opgaan als Duitsland en nog niet aan het einde van onze problemen zullen zijn. Op deze weg doorgaan, betekent dat we de Kyotodoelstellingen niet halen. (Applaus bij Groen!)
Ik wil niets liever doen dan het parlement een toelichting geven, indien het me erom vraagt. Het is immers een heel belangrijk document. Het is echter aan u, mevrouw de voorzitter, en aan dit parlement om me die vraag te stellen. Ik zal er dan graag op ingaan.
Mijnheer Glorieux, u spreekt voor uw beurt. Eerst moet de Europese Commissie een beoordeling geven. Ik maak me sterk dat de antwoorden die ik zal geven op haar vragen de Europese Commissie voldoening zal geven.
Het incident is gesloten.