Verslag plenaire vergadering
Verslag
Dames en heren, het debat is geopend.
De heer Huybrechts heeft het woord.
Mevrouw de voorzitter, mevrouw de minister, mijnheer de minister, geachte leden, Vlaanderen telt heel wat rotondes. Op gewest- en provinciewegen zijn dat er momenteel ongeveer 380. Op alle wegen samen in Vlaanderen moeten het er zo'n 1700 zijn.
Niemand zal betwisten dat rotondes de veiligheid ten goede komen. Dat komt vooral omdat rotondes de verkeerssnelheid drastisch doen dalen, zo drastisch zelfs dat tijdens de piekuren aan talrijke rotondes ellenlange files ontstaan. In mijn streek, de streek van Herentals, zijn wat men in de volksmond de Worst van Wellens en de Darmen in Geel noemt, heel berucht hierdoor.
Veiliger voor de automobilist, dat wel, maar vele fietsers en voetgangers voelen zich helemaal niet zo veilig bij het passeren van een rotonde. Daar stond destijds niemand bij stil. Niemand deed hier onderzoek naar, tot het in 2001 opgerichte Steunpunt Verkeersveiligheid een onderzoek uitvoerde op 95 rotondes op de gewestwegen in Vlaanderen. De resultaten bevestigden dat de rotondes het aantal ongevallen met letsel doen dalen. In Nederland was men in 1993 ook al tot deze conclusie gekomen. Volgens de studie van het steunpunt zouden rotondes algemeen genomen leiden tot 34 percent minder verkeersongevallen met lichamelijk letsel, in vergelijking met de situatie voor de aanleg van de rotonde. Het nadeel zijn de ellenlange files tijdens de spitsuren, die uiteraard ook hun gevolgen hebben voor milieu en economie. Dat is echter een ander verhaal.
Uit het onderzoek is echter ook gebleken dat rotondes voor fietsers helemaal niet zo veilig zijn. Het aantal ongevallen met fietsers stijgt na de aanleg van een rotonde gemiddeld met 29 percent. Voor de zwaarste ongevallen, met doden en zwaargewonden, bedraagt de stijging zelfs bijna 50 percent.
Naargelang de rotonde binnen of buiten de bebouwde kom ligt, is het effect voor de fietsers verschillend. De stijging van het aantal ongevallen met fietsers doet zich immers vrijwel uitsluitend voor op rotondes binnen de bebouwde kom. Daar stijgt het aantal ongevallen met doden en zwaargewonden met zowat 80 percent.
De belangrijkste oorzaak van het feit dat rotondes minder veilig zijn voor fietsers, is de beruchte dode hoek. Vooral bij wagens en vrachtwagens die de rotonde verlaten, kan dat tot aanrijdingen leiden. De meestal door plaatsgebrek veel te kleine Vlaamse rotondes hebben dikwijls veel aftakkingen kort na elkaar. Bovendien moet de automobilist op de rotondes, zeker die met meerdere rijstroken, meerdere wagens in het oog houden en wordt hij er overstelpt met signalen uit alle richtingen tegelijk. Daar zijn de fietsers de eerste slachtoffers van.
Logischerwijs zijn rotondes met een gescheiden fietspad veiliger dan rotondes waarop de fietser de weg moet delen met de automobilisten. Een oplossing bestaat in de aanleg van fietstunnels en fietsbruggen, waardoor het fietspad geen wegen meer kruist. De aanleg van twee rotondes op de E34 in Gierle is daar een mooi voorbeeld van.
Een andere verklaring waarom rotondes minder veilig zijn voor fietsers, is de verwarring over de voorrangsregels. De ene keer heeft de fietser voorrang, de andere keer niet. Mijnheer de minister, het is duidelijk dat bij de aanleg van rotondes veel meer aandacht moet gaan naar de veiligheid van de fietsers. Waarom is er nagelaten de verkeersveiligheid op rotondes voor de verschillende weggebruikers te bestuderen alvorens over te gaan tot de aanleg? Is het trouwens nodig op elke plaats waar twee wegen elkaar kruisen een rotonde aan te leggen? Op de meeste plaatsen is er daar niet eens voldoende ruimte voor en worden vrachtwagenchauffeurs gedwongen gevaarlijke manoeuvres uit te voeren.
Mijnheer de minister, hoe gaat u samen met minister van Mobiliteit Van Brempt onderzoeken hoe rotondes veiliger kunnen worden gemaakt voor fietsers?
De heer Decaluwe heeft het woord.
Mevrouw de voorzitter, dames en heren ministers, collega's, de problematiek van verkeersveiligheid gooit sinds een kleine tien jaar hoge ogen in het Vlaams Parlement, en dat vooral onder impuls van onze oud-collega Stevaert - ere wie ere toekomt. De vorige en de huidige regering hebben enorme inspanningen gedaan om de verkeersveiligheid te verhogen. Dat werpt ook resultaten af, getuige de drastische daling van het aantal doden en zwaargewonden in het verkeer. Daarbij is ook een merkwaardig verschil merkbaar tussen Wallonië en Vlaanderen, dat het stukken beter doet.
Anderzijds weet iedereen die geregeld fietst - en zo zijn er ook op de regeringsbanken - dat het passeren van een rotonde niet evident is. Zelfs de premier heeft dat al ervaren, toen hij ondersteboven werd gereden op een rotonde. Dat een fietser op een rotonde gevaar loopt, is dus algemeen bekend.
In het verleden zijn daar al herhaaldelijk vragen over gesteld, maar naar aanleiding van een studie in opdracht van minister Van Brempt komt dit nu weer ter sprake. Het Steunpunt Verkeersveiligheid heeft een onderzoek gedaan op 95 rotondes op gewestwegen in Vlaanderen. Een belangrijk element is dat het onderzoek handelt over rotondes die zijn aangelegd in de periode 1994-2000. Ik wijs daar niet zomaar op.
Voor de algemene weggebruikers is de verkeersveiligheid ook op rotondes verbeterd. Toch is er onder fietsers, en dan vooral fietsers op rotondes in de bebouwde kom, een sterke stijging van het aantal doden en zwaargewonden, namelijk met 80 percent.
We zitten dus met een probleem. Er zijn een aantal verklaringen voor. De heer Huybrechts verwees al naar de architectuur, het aantal rijstroken en de dode hoek. Ik zal niet alle verklaringen opsommen, maar het is duidelijk dat we iets moeten doen.
Mijnheer de minister, de administratie Wegen stond in 1994 waarschijnlijk nog zelf in voor de aanleg van de rotondes, maar nu wordt er voor de aanpak van zwarte punten gewerkt via de provincies en via studiebureaus. Ik verneem dat de administratie steeds minder vat krijgt op de ontwerpen en dus moeilijk kan bijsturen. Het is niet onbelangrijk om op te merken dat het over de periode 1994-2000 gaat. Nu verschilt de situatie bij de aanpak van zwarte punten en de aanleg van rotondes. We moeten ons vragen stellen over de transparantie, de opmaak en de realisatie.
De vraag is op welke manier het STOP-principe ook op rotondes van toepassing is. Deze vraag geldt in mindere mate voor voetgangers, want rotondes op gewestwegen worden minder door voetgangers gebruikt. We moeten ons wel afvragen op welke manier we de fietsers een betere bescherming kunnen aanbieden. Op welke manier wordt daarmee rekening gehouden in de offertes en de studieopdrachten? Tunnels zijn natuurlijk de gemakkelijkheidsoplossing. In China heb ik zelfs rotondes gezien die bestaan uit het gelijkvloers voor de auto's, een eerste verdieping voor de fietsers en een tweede verdieping voor de voetgangers. Men kan natuurlijk bijzonder creatief zijn, maar men moet uiteindelijk ook rekening houden met de beschikbare ruimte en met de betaalbaarheid van alles.
Mijnheer de minister, we moeten bekijken op welke manier we rotondes moeten aanleggen. Nu krijg ik het gevoel dat men het kind met het badwater wil weggooien door opnieuw overal voor kruispunten in plaats van voor rotondes te kiezen. Ik ben het daar niet mee eens. Er moet maatwerk worden geleverd per kruispunt en per zwart punt. We moeten de studiebureaus op een of andere manier instructies geven zodat ze rekening houden met onze wensen. Ook de provincies spelen een belangrijke rol en moeten dus ook instructies krijgen.
Welke concrete beleidsdaden zult u als voogdijministers doen om de verkeersveiligheid op de zwarte punten, die in veel gevallen rotondes zijn, te verhogen, zeker voor de fietsers?
Mevrouw De Ridder heeft het woord.
Mevrouw de voorzitter, dames en heren ministers, ook de VLD-fractie heeft kennis genomen van de voorliggende studie. Ze heeft ook ons gealarmeerd. Voor de VLD-fractie is de veiligheid van de weggebruikers al langer dan vandaag heel belangrijk. Dat geldt nog meer voor de zwakke weggebruikers, in casu de fietsers. We zullen er in de toekomst blijkbaar nog meer aandacht aan moeten besteden. We zullen een moeilijke keuze moeten maken tussen enerzijds de vlotte doorstroom van het verkeer, want daarvoor worden de rotondes immers ontworpen, en anderzijds de veiligheid van elke weggebruiker.
We zullen keuzes moeten maken. Zo zullen we de afweging moeten maken of het voordelig is om in elke situatie en op iedere locatie voorrang te geven aan de fietsers. We zullen deze moeilijke keuze moeten maken met het oog op het vergroten van de duidelijkheid voor alle weggebruikers die zich op een rotonde begeven.
Mijnheer de minister, mevrouw de minister, een groot deel van de verantwoordelijkheid ligt bij de lokale besturen, maar een even groot deel ligt bij ons, op het gewestelijk niveau, en meer bepaald bij u, de uitvoerende macht. Ik wil u daarom vragen welke initiatieven u zult nemen om de lokale overheden te sensibiliseren op het vlak van de veiligheid van de zwakke weggebruikers. Ik wil u ook vragen welke actiepunten er zijn om de onveilige situatie van de fietsers te verbeteren, daarbij rekening houdend met de doorstroom, met de bereikbaarheid en met de betaalbaarheid van de ingrepen.
De heer Koninckx heeft het woord.
Mevrouw de voorzitter, dames en heren van de regering, collega's, ik ga een beetje in herhaling vallen, want ik ga nog een paar gegevens uit de studie aanhalen. Er zijn in Vlaanderen inderdaad 380 rotondes op gewestwegen en hoofdwegen; in totaal zijn er zo'n 1700 rotondes.
Het Steunpunt Verkeersveiligheid heeft een onderzoek uitgevoerd op 95 van die rotondes. Het onderzoek is gebaseerd op gegevens tussen 1994 en 2000. Voor de analyse van die ongevallen werden de cijfers van de periode 1991 tot 2001 gebruikt. Dat is niet onbelangrijk, want dat is een periode van tien jaar. De evolutie van de verkeersongevallen op die rotondes werd vergeleken met een vergelijkingsgroep van gewone kruispunten.
Het onderzoek wees uit dat het aantal verkeersongevallen met lichamelijk letsel globaal met 34 percent is afgenomen na de aanleg van rotondes op die kruispunten. Dat is natuurlijk voor een groot deel toe te schrijven aan het feit dat er geen conflictzones meer zijn, dat er geen frontale botsingen meer mogelijk zijn, de snelheid verlaagd is en dat er geen botsingen meer mogelijk zijn tussen links afslaand en doorrijdend verkeer.
Bij een tweede onderzoek is gekeken naar de specifieke effecten voor de fietsers. Fietsers kunnen op rotondes immers terechtkomen in specifieke conflictsituaties, op het moment dat de fietser rondom de rotonde rijdt en de auto de rotonde oprijdt of verlaat. Dat tweede onderzoek leerde dat het aantal ongevallen met fietsers na de aanleg van een rotonde gemiddeld met 29 percent is gestegen. Voor de zwaarste ongevallen, met doden en zwaargewonden, lag dat gemiddelde op bijna 50 percent.
Het effect voor de fietsers blijkt ook enorm te verschillen, ten eerste naargelang het feit of de rotonde binnen of buiten de bebouwde kom ligt, en ten tweede, of het gaat om een rotonde die aangelegd is op een plaats waar vroeger een kruispunt met of zonder verkeerslichten was.
Er is de jongste dagen heel wat te doen geweest rond die resultaten. Jammer genoeg werd er een nogal eenzijdig negatief beeld opgehangen van de rotonde in het algemeen. Sommigen beweerden zelfs dat de aanleg van rotondes zou moeten worden teruggeschroefd. Als ik de resultaten van die studie grondig bekijk, heb ik er toch een paar persoonlijke bedenkingen bij.
Ten eerste hebben de slechte cijfers voor de fietsslachtoffers op rotondes enkel betrekking op de vroegere kruipunten die binnen de bebouwde kom liggen en waar vroeger verkeerslichten waren. Dat is een zeer beperkt aantal. Die cijfers moeten dus gerelativeerd worden. De onderzoekers geven trouwens ook toe dat de statistische gegevens voor de andere rotondes - en dat is toch het overgrote deel - niet significant zijn.
Ten tweede blijkt uit een buitenlands onderzoek uitgevoerd door de SWOV, de Stichting Wetenschappelijk Onderzoek Verkeersveiligheid in Nederland, dat de aanleg van rotondes in Nederland geen negatieve invloed heeft op ongevallen met fietsers.
Ten derde heeft de CROW, een Nederlands studie- en consultatiebureau, richtlijnen uitgevaardigd inzake de uitwerking en de uitvoering van rotondes. Dat is aangevuld met indicaties voor het fietsoversteken en het gebruik van fietsers op die rotondes. Ik heb al gehoord dat men van plan is om opnieuw dure studies te bestellen. Als we 17 euro uitgeven om die documentatie te bestellen in Nederland, denk ik dat we al heel wat wijzer worden. Er is over de grens in het noorden voldoende expertise aanwezig in verband met de aanleg van rotondes binnen de bebouwde kom, om ook de fietsers ter wille te zijn.
Mijn vierde bemerking is dat ik onder geen enkel beding afstand wil doen van de ernst van elk ongeval en het menselijke leed dat daarmee verbonden is. Maar achter die percentages in de studie zitten natuurlijk absolute cijfers.
Het gaat over 7 doden en 91 zwaargewonden in een periode van 10 jaar. Dat zijn er 7 te veel, maar de winst in slachtoffers die de aanleg van rotondes heeft opgeleverd, bedraagt 34 percent. Dan praten we over honderden doden en bijna 1000 zwaargewonden. Die afweging moeten we ook maken.
Het zou erg jammer zijn om het nut en de noodzaak van de aanleg van rotondes in vraag te stellen. Het is aangewezen om na te gaan hoe we de rotondes die slecht scoren inzake fietsveiligheid, kunnen aanpassen of heraanleggen zodat ook de fietsers er wel bij varen. Het lijkt me nuttig om de ideeën en het studiemateriaal inzake de eenduidigheid van de inrichting, de uitvoering en de toepassing van rotondes in het noorden te gaan bekijken.
Mevrouw en mijnheer de minister, zijn er andere dergelijke onderzoeken geweest en zo ja, wat zijn daarvan de resultaten? Wat zijn de eventuele beleidsconsequenties die uit de resultaten van het onderzoek van het steunpunt kunnen worden gehaald? Welke stappen zult u ondernemen om de verkeersveiligheid van fietsers op de rotondes te verbeteren? (Applaus bij de meerderheid)
De heer Glorieux heeft het woord.
Mevrouw de voorzitter, dames en heren ministers, collega's, ik zal de feitelijke gegevens uit de studie niet herhalen. Ze zijn heel duidelijk. Ik wil me toespitsen op enkele vragen aan de regering.
Mevrouw en mijnheer de minister, bent u bereid de kruispunten met een verhoogd risico op fietsongevallen, op te nemen in de lijst van zwarte punten? Het is belangrijk dat rotondes op die lijst zo snel mogelijk worden aangepakt. Dit impliceert dat we dat niet enkel met woorden belijden, maar dat ook de begroting volgt.
In de commissie voor Openbare Werken hebben de stemgerechtigde fracties de begroting al goedgekeurd. Dat moet in de plenaire vergadering nog gebeuren. Mijnheer de minister, u kunt de begroting nog aanpassen om die lijst van gevaarlijke fietsrotondes erin op te nemen. Ik hoop dat u de zaak niet nog eens wilt bekijken en ze op die manier op de lange baan schuift. De Fietsersbond heeft jaren geleden al getoond hoe rotondes voor fietsers veiliger kunnen worden gemaakt. We moeten bij de aanleg van rotondes het STOP-principe heel consequent toepassen: eerst de stappers, dan de trappers, dan het openbaar vervoer en ten slotte het privévervoer.
Mevrouw de minister, uit uw beleidsbrief blijkt duidelijk dat we er niet in slagen om de modal shift te realiseren. Het percentage fietsverkeer neemt af in het aantal verplaatsingen in Vlaanderen.
Hoe kan dat ook anders wanneer fietsers zich niet veilig voelen en er niet voldoende veilige fietsaccomodatie is? We kunnen ons voorstellen welke signalen ouders die hun kinderen met de fiets naar school sturen, krijgen nu ze hebben vernomen dat rotondes gevaarlijk zijn voor fietsers. Wanneer de Vlaamse Regering deze ouders gerust wil stellen, mag ze niet dralen. Ze moet ervoor zorgen dat het grote aantal rotondes in Vlaanderen wordt aangepakt en verkeersveilig wordt gemaakt. Dat is het enige signaal dat de ouders nu verwachten. Op die manier kunnen we voorkomen dat ouders hun kinderen met de wagen naar school brengen in plaats van ze met de fiets op een veilige en comfortabele manier naar school te laten gaan. (Applaus bij Groen!)
De heer Peumans heeft het woord.
Mevrouw de voorzitter, mijnheer de minister-president, dames en heren ministers, het is niet de eerste keer dat hier sprake is van de wegeninfrastructuur. Als voorbereiding op dit debat heb ik de website van het Steunpunt Verkeersveiligheid bekeken. Sinds 2002 heeft het steunpunt in totaal 102 studies gepubliceerd. Ik heb zowel minister Van Brempt als minister Peeters al meermaals ondervraagd over het nut van al die studies.
Het probleem van fietsers en rotondes is al veel langer bekend. Wie de internationale literatuur in deze materie volgt, weet dat de conflictpunten altijd veel groter zijn omdat een wagen altijd veel sterker is dan een fietser.
Ik geef een ander voorbeeld van de conflictvrije verkeerslichten. De heer Decaluwe heeft daarnet gewezen op de trendsetting die is gebeurd door toenmalig minister Stevaert. Ik wil echter benadrukken dat al veel eerder een van de vroegere ministers van Openbare Werken, de heer Sauwens, het eerste conflictvrije verkeerslicht heeft laten plaatsen in Hasselt. Op dat moment was dat revolutionair. De ingenieurs van Openbare Werken wisten niet dat dit systeem bestond. Het bestond al jaren in Nederland waar het de verkeersveiligheid ten goede komt. Ik stel tot mijn vreugde vast dat nu bijna systematisch, zeker op gevaarlijke kruispunten, conflictvrije verkeerslichten worden geplaatst.
Het probleem is dat ingenieurs er nog steeds in slagen kruispunten aan te leggen waarvan men op voorhand weet dat er doden zullen vallen. Dat heeft te maken met het feit dat kruispunten en rotondes worden aangelegd vanuit het oogpunt van de auto waarbij veel te weinig rekening wordt gehouden met de zwakke weggebruikers. De Nederlanders slagen er wel in om veilige rotondes aan te leggen waarbij voorrang wordt gegeven aan de fietsers. In Vlaanderen wordt bij de aanleg van een rotonde te weinig rekening gehouden met de omstandigheden.
Ik wil ook nog het voorbeeld van de zone 30 vermelden. Ik verwijs naar de studie ´Zone 30 als remedie voor onveiligheid in schoolomgevingen´ van het Steunpunt Verkeersveiligheid. Het steunpunt concludeert: ?Of deze ongevallen in de directe schoolomgeving gebeuren of op de route naar school, kan met de huidige gegevens niet berekend worden. Een casestudy op Limburgse gegevens kan niet vaststellen of de directe schoolomgevingen significant onveiliger zijn.? Men voert overal de zone 30 in zonder het hele plaatje te bekijken. Dat is geen verwijt maar een vaststelling.
Ik zou het debat wat willen opentrekken en de vraag stellen wat we doen met al die zinvolle studies. Vaak zijn het geen theoretische studies maar wel rapporten die duidelijk gericht zijn op de verkeersveiligheid zoals die hic et nunc beleefd wordt. Wat doet een agentschap Infrastructuur met die studies? Als conflictvrije verkeerslichten effectief werken, dan moeten ze maximaal worden ingevoerd. Dat gebeurt niet overal.
Mijnheer de minister, mevrouw de minister, dat heeft natuurlijk ook te maken met de leesbaarheid van de weg. Er is te veel onduidelijkheid tussen directies en tussen districten. Ik heb het voorbeeld gegeven van driebaanswegen die vernauwd worden tot tweebaanswegen. De ene ingenieur gebruikt de ene methode en de volgende de andere. Zo is de leesbaarheid van de weg niet eenduidig. Dat draagt uiteraard niet bij tot de verkeersveiligheid.
Mijnheer Koninckx, in dat verband zou ik u het boek willen aanraden van Kris Peeters, een naamgenoot van onze minister. Het heet 'Het voorruitperspectief'. Het is een zeer handig instrument. Ook ik maak me schuldig aan het feit alles te bekijken vanuit het standpunt van de auto en te weinig met dat van de zwakke weggebruiker.
Mijnheer de minister, mevrouw de minister, welke beleidsstrategie denkt u te voeren met betrekking tot relevante studies? Wat doet men met andere woorden met die studies? Zal men ze gebruiken? Zal men er rekening mee houden?
Ik hoop dat het principe van de rotonde niet wordt losgelaten. In de kranten lees ik daarover tegenstrijdige berichten. Er moet rekening worden gehouden met de omstandigheden. Niet overal kunnen dezelfde principes worden gehanteerd. In de toekomst moet er meer aandacht gaan naar het behoud van de rotonde en naar de bescherming van de zwakke weggebruiker. Mijnheer minister, u hebt een punt als u zegt dat als een rotonde de niet bijdraagt tot de veiligheid, u overgaat tot het installeren van conflictvrije verkeerslichten. Dat zal een zeer goede zaak zijn.
Welke gevolgen zult u op korte termijn geven aan deze studie? Zult u de gemeentebesturen vragen om de resultaten deze studie af te wachten? Er worden nog altijd rotondes aangelegd, ook op gemeentelijk grondgebied, die niet bijdragen tot de verkeersveiligheid. Zult u de administratie laten wachten op de resultaten van de studie en vragen om voorlopig de aanleg van de geplande rotondes uit te stellen? Is het de bedoeling de verkeerssituatie van fietsers op bestaande rotondes bij te stellen wanneer de resultaten van de studie bekend zijn? Voor een deel is ook de federale overheid daarvoor bevoegd.
De ongevallencijfers van 2003 en 2004 zijn nog steeds niet gepubliceerd door het NIS. Zou het niet zinvol zijn een eigen dienst Verkeersongevallenstatistiek op te richten? Op die manier zouden we - hopelijk - sneller kunnen beschikken over de ongevallencijfers. (Applaus bij CD&V en de N-VA)
Minister Peeters heeft het woord.
Mevrouw de voorzitter, collega's, over de studie zelf en het gevolg dat eraan zal worden gegeven, zal minister Van Brempt antwoorden. Als minister van Openbare Werken zal ik een ingaan op vragen en suggesties die hier naar voor zijn gekomen.
Zoals de sprekers hier ook hebben onderstreept, is het heel belangrijk dat we het kind niet met het badwater weggooien. We moeten wel zorgvuldig afwegen of het aanleggen van een rotonde voor alle weggebruikers de veiligste manier is om het verkeer te regelen. Zoals de heer Peumans heeft aangehaald, zijn er ook andere elementen, zoals de verkeerslichten, die onderzocht moeten worden.
Voor alle duidelijkheid: een rotonde is niet altijd slecht maar moet zorgvuldig worden afgewogen ten opzichte van de andere mogelijkheden. Ik heb het aantal rotondes op de gewestwegen of in het beheer van het Agentschap Infrastructuur uitgesplitst per provincie. In totaal gaat het om 383 rotondes in het beheer van het Agentschap Infrastructuur: 44 in Antwerpen, 105 in Limburg, 67 in Oost-Vlaanderen, 43 in Vlaams-Brabant en 124 in West-Vlaanderen.
De eerste vraag die duidelijk werd gesteld, is wat er nu met deze studie zal worden gedaan. Los van het feit dat mijn collega de studie zelf en het vervolg erop zo dadelijk zal toelichten, is het voor mij heel belangrijk dat we het hebben over de bestaande rotondes - die 383, en ook deze die de gemeenten in beheer hebben - en over de rotondes die nog niet zijn aangelegd.
Wat de 383 bestaande rotondes in ons beheer - maar ook de andere - betreft, is het heel belangrijk om zeer snel meer duidelijkheid te krijgen over waar die onveiligheid voor de fietsers zich voordoet. Er moet heel snel een inventarisatie komen van de onveilige situaties op de bestaande rotondes. Ik heb de administratie daartoe al de opdracht gegeven. Wanneer we daarover meer weten, kunnen we stappen ondernemen om iets te doen aan de onveiligheid voor de fietsers. Dat is heel belangrijk en het kan snel gebeuren.
We hebben een vademecum 'Rotondes'. We zullen met de elementen van deze studie en ook het vervolg erop dat vademecum aanvullen. We zullen daarmee rekening houden, ook ten behoeve van de andere besturen en met het oog op verdere keuzes op het gebied van rotondes.
Mijnheer Glorieux, van de 448 geselecteerde gevaarlijkste punten die we onderzoeken, zijn er tien rotondes. Die vertegenwoordigen dus 2 tot 3 percent van het totale aantal rotondes op de Vlaamse gewest- en provinciewegen. Ook hier moeten we met facts and figures kijken waar de gevaarlijke punten zich bevinden en hoeveel rotondes er nu al in de pijplijn zitten. Wij willen dit zeer snel uitvoeren, maar we moeten er ook het STOP-principe hanteren. Dat uitgangspunt staat trouwens zeer duidelijk in het regeerakkoord.
Mijnheer Huybrechts, u vraagt of er niet te snel rotondes worden aangelegd. We moeten zeer zorgvuldig maatwerk afleveren. Nu al is er uitgebreid overleg. Ik verwijs naar de provinciale commissies voor verkeersveiligheid en de provinciale auditcommissies, waar met alle betrokkenen wordt gesproken. Maar u hebt gelijk, we moeten die rotondes pas na zeer zorgvuldige afweging aanleggen. We moeten er zeker van zijn dat alle weggebruikers, zeker de zwakke, er de nodige zorgen krijgen.
Mijnheer Decaluwe, ik heb heel goed begrepen dat u ook deze zorg deelt. Hier gaat het over rotondes in bebouwde kommen. Ik ben zelf nog niet in China geweest, ik zal waarschijnlijk een van de weinigen zijn die dat belangrijke land nog niet bezochten. Als het mij wordt gegund, zal ik dat zeker doen. Ik wil wel onderstrepen dat het in bebouwde kommen natuurlijk niet evident is om met tunnels of zelfs met verschillende niveaus te werken. Plaatsgebrek is altijd een belangrijk element, en we moeten ook rekening houden met de budgettaire consequenties.
Mevrouw de voorzitter, collega's, ik denk dat ik op de belangrijkste elementen heb geantwoord. Mijn collega zal dat nu vanuit haar bevoegdheid vervolledigen. (Applaus bij CD&V)
Minister Van Brempt heeft het woord.
Mevrouw de voorzitter, de heer Koninckx heeft gevraagd wat voor onderzoek we uit het verleden en uit de buurlanden kennen. Het meeste onderzoek rond verkeersveiligheid van rotondes gaat over de positieve aspecten. Uit binnen- en buitenlands onderzoek blijkt dat rotondes in het algemeen positief zijn voor de verkeersveiligheid. Dat blijkt ook uit de studies van het steunpunt. Als we naar de volledige balans van alle weggebruikers kijken, dan is een rotonde een verbetering.
Buitenlands onderzoek geeft echter indicaties dat het positief effect minder is voor fietsers en dat was de aanleiding voor het steunpunt om dit onderzoek te doen, met de gekende resultaten. Voor mij was het schrikken omdat het om heel duidelijke cijfers gaat waar we niet naast kunnen kijken. Er moeten wel nuances worden aangebracht en bijkomend onderzoek is nodig, maar de cijfers kunnen niet worden geminimaliseerd. Het Vlaams mobiliteitsbeleid heeft hooggespannen ambities omtrent de modal split en er is nog een hele weg af te leggen. Het fietsgebruik in Vlaanderen heeft een heel grote potentie. Dit kan alleen worden waargemaakt als de verkeersveiligheid van fietsers verder wordt verhoogd. Dat is de reden voor onze grote bekommernis en het feit dat de juiste conclusies moeten worden getrokken.
De studie gaat over rotondes op gewestwegen en niet op gemeentewegen. Er wordt wel een onderscheid gemaakt tussen de bebouwde kom en daarbuiten en dat levert verschillende cijfers op. Het is zeker ook interessant te weten hoe rotondes op gemeentewegen ervaren worden. Wij maken wel snel het onderscheid tussen een gewest- en gemeenteweg omwille van het verschillende beheer, maar een fietser doet dat niet. Gemeentebesturen leggen vaak en veel rotondes aan, of dat nu terecht of onterecht is. We moeten ook daar een zicht op krijgen.
Deze studie geeft ook geen verklaringen, wat sommige vraagstellers wel hebben gedaan. Uiteraard zal dit te maken hebben met de dode hoek. Het zou me ook erg verbazen als er geen verschil was in de cijfers met betrekking tot rotondes met gemengd verkeer, rotondes met een tunnel of een vrijliggend fietspad. We weten dat echter niet zeker omdat de studie zich daar niet over uitspreekt.
Er is op basis van deze studie bijkomend onderzoek besteld dat ik ook snel wil afronden. Het is niet zo dat we nog een paar jaar achterover kunnen leunen terwijl onderzoeken worden gevoerd. Er moet wel juist wetenschappelijk onderzoek zijn met betrekking tot de oorzaken, want anders worden verkeerde beleidsconclusies getrokken. Het zou mijns inziens een bijzonder domme conclusie zijn dat alle rotondes in Vlaanderen moeten verdwijnen. Laat ons nagaan wat de oorzaken zijn van deze verontrustende cijfers. Belangrijke onderzoeksvragen betreffen de typologie en de aanleg van rotondes. Het steunpunt zal daar verder onderzoek naar doen dat binnen zes maanden moet zijn afgerond.
Om geen tijd te verliezen, zal de studie worden begeleid door een werkgroep die ruim zal worden samengesteld vanuit Mobiliteit, Openbare Werken, middenveldorganisaties zoals de Fietsersbond, het federale niveau dat bevoegd is voor de voorrangsregels en Onderwijs omdat fietsvaardigheid ook belangrijk is.
Wij zullen er dus snel werk van maken en conclusies trekken. Zoals minister Peeters heeft gezegd, is het dan wellicht zinvol dat we het vademecum aanpassen en daarover goed communiceren met de gemeentebesturen. (Applaus bij de meerderheid)
Vraagt nog iemand het woord? (Neen)
Actualiteitsmotie
De voorzitter: Door mevrouw Vogels werd tot besluit van dit actualiteitsdebat een actualiteitsmotie ingediend. Ze zal worden gedrukt en rondgedeeld.
Het parlement zal zich daar straks over uitspreken.
Het debat is gesloten.